Verslag Online Kennisatelier ‘Hete hangijzers in de klas’ – culturele en etnische diversiteit

Verslag Online Kennisatelier ‘Hete hangijzers in de klas’ – culturele en etnische diversiteit

Racisme, religie, seksuele diversiteit en genderdiversiteit: het blijken hete hangijzers in het voortgezet onderwijs in Rotterdam. De thema’s liggen gevoelig en kunnen tot verhitte discussies leiden tussen leerlingen. Docenten weten niet altijd hoe ze deze gesprekken in goede banen moeten leiden. Lastige onderwerpen op een constructieve manier bespreekbaar maken is een uitdaging. Daarom organiseert IDEM twee online Kennisateliers voor onderwijsprofessionals om concreet met deze uitdaging aan de slag te gaan. Tijdens het tweede online Kennisatelier op 28 september 2023 lag de focus op culturele en etnische diversiteit.

Na het welkomstwoord door IDEM-netwerker Hilda van Reeuwijk (die/hun) deelde onderzoeker Teuntje Vosters (zij/haar) kort en bondig de resultaten van het onderzoek dat IDEM heeft uitgevoerd naar diversiteit en inclusie in het Rotterdamse voortgezet onderwijs. Zij benadrukte dat inclusie een breed begrip is en dat het onderzoek laat zien dat scholen hier op uiteenlopende manieren mee bezig zijn. Opvallend zijn de grote verschillen tussen scholen in de aandacht voor diversiteit en inclusie.

Desondanks komen er meerdere gedeelde uitdagingen naar voren in het onderzoek, waarvan handelingsverlegenheid bij het bespreekbaar maken van gevoelige onderwerpen in de klas de belangrijkste is. Teuntje gaf een voorbeeld: ‘Een teamleider vertelde dat een van de docenten in de klas was uitgemaakt voor ‘racist’ door een leerling. Deze docent had hierop gereageerd door het woordenboek erbij te pakken en de definitie van racisme op te zoeken. Op basis daarvan concludeerde hij dat hiervan geen sprake was. De teamleider vroeg zich af of dit een effectieve reactie was en of de docent de relatie met de leerling voldoende had hersteld. Zou die hem niet nog steeds een racist vinden?’, vroeg zij zich af. Tegelijkertijd wist de teamleider niet goed hoe zij de docent kon bijsturen en ervoer zij net zo goed als hij handelingsverlegenheid.’

Meetladder voor inclusief onderwijs

Teuntje introduceerde de meetladder voor inclusief onderwijs die IDEM heeft gemaakt. Het is ‘een soort checklist’ voor het bevorderen van een inclusieve school: ‘Het is de bedoeling dat leden van een team de meetladder individueel invullen en zo beoordelen of de school op een bepaald punt onvoldoende/voldoende/goed scoort. Op basis van de scores kunnen zij dan als team in gesprek gaan over de stellingen waarop onvoldoende wordt gescoord. Dit zijn namelijk de punten waarop verbetering mogelijk is.’ Teuntje benoemde een aantal stellingen als voorbeeld die gaan over culturele en etnische diversiteit:

  • Op onze school hebben we aandacht voor feestdagen en vieringen die voor verschillende groepen van belang zijn (bijvoorbeeld Ramadan/Eid-al-Fitr, Keti Koti, Paarse Vrijdag, Pasen).
  • Op onze school werken docenten met diverse culturele achtergronden.
  • Op onze school zijn het managementteam en de directie in verschillende opzichten divers (denk aan gender, culturele achtergrond, leeftijd et cetera).
  • Op onze school heeft een groot deel van de docenten voldoende kennis over racisme en andere vormen van discriminatie.

Desgevraagd legde Teuntje uit dat er geen uitgebreide voorkennis nodig is om als team met de meetladder aan de slag te gaan: ‘We hebben de meetladder zo compact mogelijk gemaakt en de ene stelling is inderdaad simpeler en concreter dan de andere. Maar je hoeft vooraf echt niet alles te weten over inclusie. Aan de hand van de meetladder kun je je ook meer in bepaalde onderwerpen gaan verdiepen en bijvoorbeeld het onderzoeksrapport erbij pakken.’

Intersectioneel knoopwerk

Farah Ramezani (zij/haar) van adviesbureau RAVILOK leidt docenten op om diversiteitssensitief te werken. Ze liet het Intersectioneel Knoopwerk zien: een instrument om zichtbare en onzichtbare verschillen bespreekbaar te maken. ‘Diversiteit is complex’, legde Farah uit, ‘en we zijn vaak geneigd om te starten bij de vreemde ander in plaats van te kijken naar onze eigen diversiteit. Intersectionaliteit is een manier van denken over overlappende identiteitsfactoren en over uitsluiting. Het knoopwerk geeft een impressie van diversiteit, maar nog meer kenmerken spelen een rol.’

Bron: RAVILOK

De deelnemers worden uitgenodigd om na te denken over hun eigen onzichtbare diversiteitskenmerken en via Mentimeter een aantal vragen in te vullen. Zij geven bijvoorbeeld aan welke diversiteitskenmerken hun perspectieven en ervaringen in het dagelijks leven beïnvloeden. Een deelnemer licht haar keuze voor het kenmerk ‘levenservaring’ toe: ‘Mijn partner heeft een chronische ziekte. Deze ziekte is niet zichtbaar, maar heeft wel veel invloed op hoe hij zich voelt. Het feit dat hij vaak ziek is, heeft mijn blik op het leven veranderd. In mijn gezin was altijd iedereen gezond en hoefde ik amper stil te staan bij gezondheid. Maar nu besef ik dat gezondheid niet altijd vanzelfsprekend is.’

Onbewuste vooroordelen

Na de uitwisseling legde Farah uit hoe ons brein werkt en wij ons handelen in het dagelijks leven allemaal baseren op verschillende vormen van onbewuste vooroordelen, oftewel bias. ‘Anders dan wij denken, beoordelen wij heel veel op basis van onze onbewuste vooroordelen’, zei Farah. ‘Er zijn veel verschillende vormen. Bijvoorbeeld affinity bias, dat is onze neiging om een voorkeur te hebben voor mensen die dezelfde interesses, achtergrond en ervaringen hebben als wij. Of conformity bias oftewel peer pressure.’ Op de vraag welke biases de deelnemers bij zichzelf herkennen, antwoordt een van hen: ‘Welke niet? Ik denk dat ik mij aan allemaal wel schuldig maak. Ik denk bijvoorbeeld aan mijn eerste indruk van iemand die niet altijd klopt en aan groepsdruk.’ Farah benadrukte dat het belangrijk is om jezelf bewust te zijn van je vooroordelen en je in een werksetting niet te (veel te) laten leiden door een ‘klik’. Want dan kunnen racisme en discriminatie een rol spelen en geef je mensen mogelijk niet gelijke kansen. ‘Vooroordelen spelen ook een rol in contact met leerlingen’, zei Farah, ‘ook al doen onderwijsprofessionals hun werk zonder twijfel met de beste bedoelingen.’ Zij toont verschillende voorbeelden die veel voorkomen:

  • Lagere verwachtingen voor bepaalde leerlingen: Onbewust lagere verwachtingen hebben van leerlingen die niet overeenkomen met je eigen culturele normen en waarden
  • Positieve beoordeling en gunstige behandeling: Onbewust geneigd zijn om leerlingen die op je lijken gunstiger te beoordelen of te behandelen

Micro-agressies

Onbewuste vooroordelen kunnen leiden tot micro-agressies, vervolgde Farah. De deelnemers kennen het begrip nog niet en Farah toonde onderstaand filmpje waarin beeldend duidelijk wordt gemaakt wat een micro-agressie is. Een voorbeeld dat Farah een paar dagen ervoor op een school heeft gehoord is de opmerking: ‘Jij bent ook leuk, Hamza, ook al ben je Marokkaan.’ Farah benadrukte dat micro-agressies heel veel voorkomen: ‘Dit soort opmerkingen lijken klein, maar zijn heel schadelijk. Kleine opmerkingen en gebaren kunnen zorgen voor een cultuur van discriminatie en uitsluiting. Ook de impact ervan op leerlingen is groot. Zo kunnen leerlingen door dit soort opmerkingen een hyperwaakzaamheid ontwikkelen. Zij staan constant ‘aan’ en zijn zich heel bewust van hun etnische diversiteit. Dat verwijt van racist kan hierdoor ontstaan, omdat leerlingen er heel alert op zijn.’ Daarom is het belangrijk om je als docent bewust te zijn van je eigen (onbewuste) vooroordelen. ‘Want je kunt een racistische opmerking maken zonder een racist te zijn.’

Leestips

Wil je ook naar onze Kennisateliers?

Wil jij ook een keer een van onze Kennisateliers bijwonen? Sluit je aan bij ons netwerk en ontvang de uitnodigingen voortaan automatisch in je mailbox.

Verslag Nazomers Netwerk Café 7 september

Verslag Nazomers Netwerk Café 7 september

Elkaar ontmoeten, ideeën uitwisselen en elkaar meenemen in andere perspectieven: dat zijn leuke en belangrijke manieren om jezelf te ontwikkelen. Als het gaat om inclusiever (leren) kijken naar je stadsgenoten, is ontmoeting essentieel. Tijdens het Nazomers Netwerk Café dat IDEM Rotterdam organiseerde op 7 september 2023 in Garage Rotterdam kwamen zo’n twintig professionals samen om precies dat te doen. Ze luisterden naar elkaars verhalen, deden nieuwe inzichten op en wisselden ervaringen uit.

Hilda van Reeuwijk, de netwerker van IDEM Rotterdam, heet de Rotterdamse professionals welkom. Hilda benadrukt hoe belangrijk het delen van verhalen is om inclusie te bevorderen en discriminatie tegen te gaan. Luisteren naar een persoonlijk verhaal over concrete (discriminatie-)ervaringen van een ander mens, zorgt namelijk voor empathie en vergroot het inlevingsvermogen van de toehoorders. Het is een wetenschappelijk onderbouwde manier om discriminatie te verminderen.    

Durf een OEN te zijn!

Vervelende ervaringen over jezelf delen is niet eenvoudig. De meeste mensen willen allemaal liever een ‘superheld’ zijn, alles in één keer kunnen of in ieder geval doen alsof dat zo is. Hilda vertelt dat een OEN zijn, iemand die nog veel moet leren, eigenlijk veel passender is. En veel leerzamer. Juist als het gaat om inclusief werken is het voor professionals van belang om te erkennen dat je heel veel dingen (nog) niet weet. Want als je dat doet, hoef je niet bang te zijn om fouten te maken en geef je jezelf de ruimte om te leren. Pas dan kun je dingen veranderen. Fouten zijn ‘goud’ als je ervan kan leren.

Samenwerking: project Carpool

Niet alleen IDEM Rotterdam stimuleert uitwisseling van ervaringen in haar netwerk in het sociaal domein, ook tentoonstellingsruimte Garage Rotterdam doet dat. Sinds 2022 organiseren zij samen het project Carpool, dat een brug slaat tussen maatschappelijke en zorgorganisaties en kunst. Hanne Lemson-Niessen, zakelijk leider van Garage Rotterdam, vertelde meer over deze unieke samenwerking. Zo was er onlangs een lunch voor vrijwilligers van de voedselbank in een tentoonstelling over voedsel. Dit stimuleerde een interessant gesprek over het onderwerp.

Prikkelende tentoonstelling

De huidige tentoonstelling Choreographed Events, samengesteld door curator Bogomir Doringer, in Garage Rotterdam wordt toegelicht door Hannah van den Elzen, communicatiemedewerker bij de Garage Rotterdam. De tentoonstelling gaat over technologische ontwikkelingen en effecten ervan op onze interactie met elkaar. De kunstwerken in de tentoonstelling kunnen op verschillende manieren in beweging worden gezet, en soms moet je dat als passant zelf doen. De tentoonstelling stelt als hoofdvraag: wie is de choreograaf van de beweging die ik zie? 

Als de deelnemers vervolgens worden uitgenodigd om de kunstwerken te bekijken, ontstaan interessante gesprekken. Een gesprek over een kunstwerk dat doet denken aan een ladende internetpagina maakt opvallende verschillen tussen deelnemers duidelijk. De een vindt het werk ‘zen’ om naar te kijken en zou er wel een tijdje voor willen blijven staan. En de ander wordt juist ‘ongeduldig en boos’ van het beeld.  Wie is de choreograaf van de reactie en veranderd de ongeduldige beweging wanneer je met de nieuwe ‘zen’-interpretatie naar het beeld kijkt?

Verhalen van roze ouderen

Na de pauze raakt drag queen Victoria False op een andere manier een snaar bij deelnemers. Zij zingt een lied van Annie M.G. Schmidt uit 1977 dat nog opvallend actueel in de oren klinkt:   

Al die honderdduizend liedjes waar je mee wordt overspoeld. Songs en hits en melodietjes, die zijn nooit voor ons bedoeld. Elke schlager, ieder wijsje, altijd jongen, altijd meisje. I love you en ik hou van jou, altijd man, altijd vrouw. Ieder vers en elke aria. Romeo en Julia. Want zo is het toch mijn jongen. Nooit is er een lied gezongen over de verboden kus van Romeo en Julius. We zijn er niet aan toe. Taboe, taboe.

Er moest toch ook een liedje zijn, al was ‘t alleen maar het refrein, al waren het maar 4 regeltjes, over Romeo en Julius. Maar we zijn er niet aan toe. Taboe, taboe. Geen aria, geen aria’s voor de paria’s. Maar over 60 jaar wie weet, staan er liedjes in de hitparade niet alleen maar over zij en hij. Maar ook over zij en zij. Liedjes over hem en hem, zonder aarzeling of rem. 

Victoria vormt samen met Magda Römgens en Eveline van de Putte Tour d’Amour, een interactieve voorstelling. Zij reizen het land door om verhalen van roze ouderen onder de aandacht te brengen. Eveline van de Putte schreef hier een boek over. Veel mensen verbazen zich erover dat roze ouderen bestaan en dat LHBTIQA+-emancipatie een thema is wat ook speelt onder ouderen. Onder professionals bestaat nog veel onwetendheid. Dat is een probleem, omdat veel LHBTIQA+ ouderen die zorgbehoevend worden niet zichzelf durven zijn tegenover zorgverleners en/of medebewoners in een zorginstelling. Zij zijn bang voor negatieve reacties en uitsluiting.

Magda deelt met de groep hoe zij in haar jeugd verliefd werd op een meisje, zonder dat zij zelf wist dat het verliefdheid was. Pas na de scheiding van haar ex-man werd ze echt verliefd op een vrouw en ontdekte ze dat ze eigenlijk al haar hele leven lesbische gevoelens had. Eveline vertelt vervolgens een ontroerend verhaal uit haar boek. Zij interviewde een getrouwd stel van wie de man op latere leeftijd in transitie ging en nu vrouw is. Zij woont op dit moment in een verpleeghuis en haar vrouw zorgt dagelijks dat zij er goed uitziet. Ze zorgt dat haar pruik goed zit en doet haar lippenstift op.

Eveline zegt dat transgender ouderen vaak vragen krijgen als: ‘Moet je nou op die leeftijd nog wel in transitie gaan? Wat levert dat op in de laatste fase van je leven?’ Zij legt uit dat als je geen transgender gevoelens hebt, je onmogelijk kan begrijpen hoe het voelt om in het verkeerde lichaam te zitten. En dat hoeft ook niet, maar het is wel belangrijk om behoeften van ouderen die dat wel voelen te respecteren. Een roze oudere in haar boek zegt: ‘Als ik nog maar vier maanden te leven had, was ik toch nog vier maanden mijzelf geweest.’

Lees-, kijk-, doe- en luistertips

Stavros Kyrillos: ‘Theater kan maatschappelijke problemen oplossen’

Stavros Kyrillos: ‘Theater kan maatschappelijke problemen oplossen’

Theatermaker Stavros Kyrillos probeert met clown spelen verschillen tussen mensen te overbruggen. In zijn geboorteland Egypte zag hij hoe verschillende mensen elkaar gemakkelijker accepteerden na een theaterproject. Helaas moest hij in 2016 zijn land ontvluchten. In Nederland zet hij zijn missie voort.

‘Al sinds 2010 werk ik in het theater en clownerie, en dan vooral op sociaal vlak. Ik heb heel veel interactie met mensen en het doel is om meer positiviteit in gemeenschappen te brengen. De laatste jaren in Egypte werkte ik aan theaterprojecten ten behoeve van de LHBTIQA+ gemeenschap. In Egypte is het gevaarlijk om gay te zijn, je kan in de gevangenis belanden. Om toch te proberen mensen te verbinden, verzon ik een project. Ik wilde mensen uit die verschillende groepen zonder angst laten samenkomen. Want haat of onbegrip voor de LHBTIQA+ gemeenschap komt voort uit angst. Als mensen iets niet kennen, krijgen ze er soms angst of afkeer voor. Daarom wilde ik dat ze elkaar wel zouden leren kennen. Dat leverde magische momenten op.’

Vertrouwen door clownspel

‘Een van de projecten was een open uitnodiging voor een clownsworkshop. Iedereen kon eraan meedoen: hetero, homo, christelijk, moslim, atheïst, wie dan ook. Met clownspel kun je een connectie maken. Het is een manier om vertrouwen te krijgen: in jezelf en in een ander. Iemand kan van de buitenkant homofoob zijn, maar van binnen ruimte hebben om een gesprek aan te gaan. Wanneer je dat als clown probeert, is het vaak makkelijker om dat gesprek aan te gaan. Er mogen grappen gemaakt worden, het is niet meteen al te serieus, en dat zorgt voor vertrouwen. Na de workshop waren de deelnemers niet meer bang voor elkaar, ik zag zelfs vriendschappen ontstaan als we na de workshop nog wat gingen drinken.’

Inleven door experimenteel theater

‘Bij een ander project gebruikte ik experimenteel theater om de deelnemers zich te laten verplaatsen in een ander. Bijvoorbeeld hoe het is om vrouw te zijn, of trans persoon. We brachten echte verhalen op het podium. We zagen hoe andere mensen reageerden op de verhalen en uiteindelijk ideeën uitwisselden. Dat was heel mooi om te zien. Acceptatie kan op zoveel verschillende manieren vorm krijgen.’

Sociaal theater in de wijk

‘Toen ik eenmaal in Nederland asiel kreeg, ging ik op zoek naar een plek waar ik hetzelfde kon doen. Zo kwam ik terecht bij Formaat in Rotterdam. Zij zetten zich met sociaal theater in voor kwetsbare mensen in de wijk. Het ligt erg in lijn met wat ik doe. En inmiddels werk ik ook samen met Humanitas, aan projecten voor vrouwen die geweld meemaken of hebben meegemaakt. We proberen hen uit hun dagelijks leven te trekken met dans, spel en ontdekken. Zo proberen we hen te helpen om de cirkel te doorbreken.’

Helende werking van theater

‘Waarom theater zo goed werkt? Theater gaat om emoties, en om het lichaam. Toneelspel kan erg helend werken, omdat je op een vrije manier kan bewegen en jezelf kan uiten. Je leert jezelf kennen, wat je kan en hoe je je vrij kan voelen. En als je jezelf eenmaal accepteert en vertrouwt, kun je ook anderen accepteren en vertrouwen. Een van mijn regels is dat er geen goed of fout is in het spel, oordeel niet over jezelf.’

‘Mijn tip voor professionals is om vaker kunst in te zetten voor individuen. Als muziek iemand positiever en productiever kan maken, en mensen kan samenbrengen, laten we dat dan doen. Of theater, of welke kunstvorm dan ook. Er kunnen veel meer problemen opgelost worden met kunst dan je denkt, vooral met theater. Laten we dat omarmen. De uitkomsten zullen prachtig zijn.’

Zelf ervaren?

Stavros Kyrillos geeft een voorproefje van zijn manier van werken tijdens ons Kennisatelier op Coming Out Day, op 11 oktober 2023. Lees hier meer en meld je meteen aan!

Wil je de uitnodiging direct in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor ons netwerk! (Mogelijk belanden de mails in je inbox overig of spam, controleer die dus ook).

Nieuw in de Kennisbank: Moslimdiscriminatie en islamkritiek: wat betekent dat en wat zijn de verschillen?

Nieuw in de Kennisbank: Moslimdiscriminatie en islamkritiek: wat betekent dat en wat zijn de verschillen?

Iedere maand wordt onze Kennisbank aangevuld met de nieuwste onderzoeken en publicaties op het gebied van inclusie, discriminatie en (LHBTIQ+) emancipatie. In de rubriek ‘Nieuw in de Kennisbank’ lichten we een van de publicaties uit. Deze keer een rapport van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS): Moslimdiscriminatie en islamkritiek: wat betekent dat en wat zijn de verschillen?

Kritiek hebben op de islam is één ding, moslimdiscriminatie is een ander. Mensen mogen kritiek uiten op de islam, of welke religie dan ook. Toch wordt moslimdiscriminatie soms verpakt als ‘kritiek op de islam’, of is de grens niet helemaal duidelijk. Daarom deed KIS onderzoek naar de verschillen. KIS bestudeerde 250 bronnen om de verschillen tussen islamkritiek en moslimdiscriminatie grondig te onderzoeken en onderbouwen. De hoofdvraag is opgedeeld in drie deelvragen, die we hieronder – met antwoord – citeren.

1: Wat is discriminatie tegen moslims en wat is islamofobie?

Discriminatie betekent iemand anders behandelen, achterstellen of uitsluiten vanwege bijvoorbeeld diens afkomst, religie, huidskleur of andere persoonlijke kenmerken. Zowel impliciete (meer automatische, onbewuste) als expliciete vooroordelen en stereotypen zijn een voorspeller van discriminatie of anderszins negatieve bejegening van een bepaalde groep. Daarnaast spelen sociale normen een rol in het ontstaan en in stand houden van anti-moslimdiscriminatie: dat betekent dat wanneer mensen denken dat andere mensen een bepaalde groep discrimineren (of juist niet), dat zij meer geneigd zijn om dat zelf dan ook te doen.

Discriminatie is dus ook duidelijk niet een individueel probleem maar een maatschappelijk probleem. Islamofobie is een term die zowel vroeger als nu wordt gebruikt en in empirische onderzoek meestal verwijst naar een negatieve houding (vooroordelen en stereotypen) van mensen ten aanzien van de islam en moslims. De nadruk ligt met deze term op angst voor moslims. Islamofobie wordt soms ook beschreven in termen van gedrag en er is een duidelijke relatie tussen een negatieve houding (waaronder angstgevoelens) hebben en negatief gedrag (discriminatie) naar moslims. Er is echter kritiek op de term onder meer omdat het een idee kan geven dat een negatieve houding ten aanzien van moslims alleen wordt vormgegeven door angst. Om die reden worden ook andere termen gebruikt, zoals moslimdiscriminatie en anti-moslimracisme. De laatste term lijkt beter te passen dan de term islamofobie en moslimdiscriminatie omdat (a) de term racisme naar een systeem verwijst van ongelijkheid in de samenleving op tal van terreinen en duidelijk maakt dat het niet gaat om slechts incidenten en (b) omdat moslims vaak geracialiseerd worden als groep: of je nu daadwerkelijk moslim bent of niet, zodra je een bepaald uiterlijk hebt en/of uit een land komt waar moslims in de meerderheid zijn, loop je het risico gediscrimineerd te worden vanwege je (vermeende) moslim zijn. Alhoewel er sprake lijkt te zijn van anti-moslimracisme in de samenleving, wordt dat niet altijd herkend.Onder meer omdat er termen worden gebruikt ten aanzien van moslims die niet gaan over ‘ras’, maar over cultuur. Racisme gaat echter over een groep mensen minderwaardig achten en systematisch achterstellen en dat geldt niet alleen op grond van vermeend ‘ras’, maar ook op basis vaan termen als etniciteit, cultuur of religie.

2: Wat is kritiek op de islam?

Religie kan worden omschreven als ‘een systeem van overtuigingen en praktijken, op basis van een groep mensen dat worstelt met de uiteindelijke problemen van het menselijke leven.’ De kernelementen van religie zijn (1) geduide werkelijkheden (naast de tastbare empirische werkelijkheid wordt aangenomen dat er nog een andere werkelijkheid bestaat), (2) geduide ervaringen (bijzonder ervaringen die gelovigen als religieus of bovennatuurlijk duiden) en (3) religieus geduide normen (religies hebben vaak ideeën over geboden en verboden, normen en regels). Mensen die kritisch naar religie kijken kunnen kritiek daarop hebben, maar ook op hoe er vorm wordt gegeven aan religie. Doorgaans gaat het om kritiek op (1) religieuze praktijken, (2) op specifieke religieuze ideeën uit een geloofstraditie en (3) op religieuze figuren en instituten of (4) op het idee van religie an sich. Kritiek op de islam kan komen uit verschillende hoeken. We hebben in dit rapport niet onderzocht of deze kritiek terecht is of niet, maar hebben wel een ordening gemaakt van deze kritiek. Allereerst gaat het om kritiek vanuit moslims zelf: dan wordt het vaak intra-religieuze of intergenerationele kritiek genoemd. Ten tweede kan de kritiek ook komen vanuit mensen die een ander geloof aanhangen (bijvoorbeeld christenen) en vanuit mensen die geen religie aanhangen: vanuit al deze groepen kan het gaan om onder meer (seculier) liberale kritiek, feministische kritiek of kritiek op de omgang met seksualiteit (en in het bijzonder lhbti+ negativiteit) of kritiek vanuit een bio-ethisch perspectief (bijvoorbeeld de omgang met abortus). En al deze kritiek kan uiteraard ook vanuit moslims zelf komen; zo zijn er diverse moslimfeministen die een feministische visie op de islam voorstaan. Vanuit christelijke hoek kan het gaan om christelijk-apologetische kritiek: theologisch geïnspireerde religiekritiek op de islam, vanuit het perspectief van religieuze waarheidsclaims en het idee dat het Christendom de enige ‘ware’ religie is. Kritiek op de islam kan net zoals kritiek op andere religies legitiem zijn in een democratische samenleving. Maar opvallend is dat juist de islam zoveel kritiek krijgt; in verschillende studies zien we dat het met name de islam is die onder vuur ligt vanwege bijvoorbeeld praktijken waarin vrouwen worden achtergesteld, terwijl het christendom dat niet krijgt. Een mogelijke verklaring hiervoor is de onmachtige positie van moslims in de samenleving; kritiek op de islam kan een manier zijn om de machtsverhoudingen in de samenleving te versterken, waarbij moslims zich moeten aanpassen aan niet-moslims.

3: Wat is uit empirisch wetenschappelijk onderzoek bekend over de verschillen tussen beide fenomenen?

Er is slechts één concreet meetinstrument gevonden om een onderscheid te maken tussen islamkritiek en anti-moslimracisme. Het gaat om een meetinstrument van Imhoff en Recker (2012) dat een onderscheid maakt tussen vooroordelen ten aanzien van moslims (islam prejudice) en kritiek op de islam als religie. Voor ieder concept worden kenmerken beschreven. Deze indeling en kenmerken sluiten aan bij wat gevonden is in de empirische literatuur en deze indeling lijkt dan ook betrouwbaar. In deze indeling wordt islam prejudice beschouwd als een negatieve houding naar alles wat voortkomt uit de islam of van moslims. Dat betekent onder meer dat de islam en moslims gezien worden als één groot zelfde niet-progressief blok, als per definitie gewelddadig, als compleet ‘anders’ en als politieke ideologie in plaats van religie. Ook het vergoelijken van discriminatie ten aanzien van moslims hoort hierbij. Dit is volgens het meetinstrument iets anders dan het bekritiseren van bepaalde religieuze praktijken (kritiek op hoe een deel van de moslims bijvoorbeeld omgaat met gender relaties of kritiek op fundamentalistische groeperingen zoals de Taliban), kritiek op specifieke religieuze ideeën uit een geloofstraditie (bijvoorbeeld door meer te hechten aan universele waarden), op religieuze figuren en instituten (kritiek op bijvoorbeeld gebrek aan scheiding van het geloof en de staat in bepaalde landen) of op het idee van religie an sich (een algemene seculiere overtuiging). Wanneer iemand kritiek heeft op het feit dat in sommige moslimgemeenschappen meisjes gedwongen een sluier moeten dragen, dan is dat te beschouwen als religiekritiek. Maar wanneer iemand zegt dat moslims of de islam per definitie vrouwonvriendelijk zijn, dan riekt dat naar vooroordelen. Het maakt hierbij niet uit of je spreekt over ‘moslims’ of de ‘islam’: verschillende empirische studies tonen aan het afkeuren van de (gehele) islam vaak hand in hand gaat met een negatieve houding naar moslims. Het is onmogelijk om de islam af te keuren zonder de mensen zelf af te keuren die deze religie aanhangen en vormen; als je bijvoorbeeld zegt dat de islam gewelddadig is, kan dit niet anders betekenen dat je vindt dat bepaalde mensen geweld plegen; een religie (zonder mensen) kan immers geen geweld plegen. Religiekritiek kan dus niet worden onderscheiden van vooroordelen omdat je andere termen gebruikt. Het verschil is dat bij vooroordelen alles wat komt vanuit moslims (of is te beschouwen als islamitisch) per definitie beoordeeld wordt als verkeerd. Dit terwijl je bij religiekritiek bepaalde zaken (ideeën, praktijken, instituten) vanuit moslims of de islam afkeurt. Kritiek op een religie enerzijds en vooroordelen naar moslims anderzijds kunnen in de praktijk uitmonden in hetzelfde gedrag; bijvoorbeeld vanuit beide houdingen kunnen mensen een tegenstander zijn van godsdienstlessen op scholen. Maar beide houdingen kunnen ook met elkaar verweven zijn; mensen die kritiek hebben op de islam als religie kunnen uiteraard ook vooroordelen hebben. Echter, er lijkt genoeg empirisch houvast te zijn om een onderscheid te maken tussen vooroordelen en discriminatie ten aanzien van moslims enerzijds en een religie kritische houding anderzijds, zoals met dit rapport is aangetoond. Op basis van dit rapport is een handreiking geschreven voor docenten (vo en mbo) waarin staat beschreven hoe je kritiek op de religie versus discriminatie van moslims van elkaar kunt onderscheiden. Dit is beschreven op basis van het rapport en op basis van eerder onderzoek van KIS naar wat werkt om discriminatie te verminderen (zie onder andere dit dossier). Er staan ook concrete handvatten in over wat je kunt doen als docent wanneer er sprake is van discriminatie of vooroordelen.

Meer lezen

Meetladder inclusief onderwijs

Meetladder inclusief onderwijs

IDEM Rotterdam heeft in 2023 onderzoek gedaan naar diversiteit en inclusie in het voortgezet onderwijs. De bevindingen uit dit onderzoek heeft IDEM vertaald naar onderstaande meetladder, geïnspireerd op een aantal eerder ontwikkelde checklists. Deze meetladder is een instrument voor onderwijsprofessionals en -teams die inzicht willen krijgen in de mate van inclusie op hun school. Onder een inclusieve school verstaan wij een omgeving waar elke leerling en elke medewerker zich optimaal kan ontwikkelen, ongeacht (culturele) achtergrond, huidskleur, gender, seksuele gerichtheid, beperking en sociaaleconomische status. Inclusie gaat over veel verschillende aspecten, waarvan we er zes hebben opgenomen in de meetladder. Het is een waardevol instrument om inzicht te geven in de punten waarop scholen inclusief kunnen zijn. Het kan scholen helpen om het gesprek over diversiteit en inclusie (weer) aan te gaan en investeringen te doen om de school meer inclusief te maken.

IDEM Rotterdams Nazomers Netwerkcafé

IDEM Rotterdams Nazomers Netwerkcafé

Rotterdam door een andere zonne(bril)

De zomervakantie is voorbij, iedereen moet weer aan de bak. Maar niet voordat we onze vakantieverhalen en nieuwe inzichten hebben gedeeld met collega’s en netwerkpartners.

Elkaar ontmoeten, ideeën uitwisselen en elkaar meenemen in andere perspectieven is een belangrijke manier om jezelf te ontwikkelen. Vooral als het gaat om inclusiever (leren) kijken naar je stad. IDEM Rotterdam faciliteert deze ontmoeting tijdens het Nazomers Netwerkcafé.

We nemen jullie mee in onze verhalen door jullie kennis te laten maken met een tentoonstelling en voorstelling die op hun eigen manier de verbeelding prikkelen. En we nodigen jullie uit om tijdens een drankje en hapje verhalen te delen, waarmee andere professionals de stad door een andere bril bekijken.

Kom naar ons Nazomers Netwerkcafé en laat je inspireren om weer inclusief aan de slag te gaan!

Praktische informatie

Datum
Donderdag 7 september 2023, van 14.30 uur tot 18.00 uur

Waar?
Garage Rotterdam, Goudsewagenstraat 27, Rotterdam 

Voor wie? 
Rotterdamse professionals die zich (willen gaan) inzetten voor een inclusieve stad en met elkaar kennis en ideeën willen uitwisselen over de thema’s inclusie, discriminatie, LHBTIQ+ en emancipatie.

Programma (voorlopig)

14.30 uur inloop  met tentoonstelling Choreographed Events van Bogomir Doringer
Een tentoonstelling waar je wordt uitgedaagd om perceptie van de werkelijkheid en de kennissystemen die deze vormen te bevragen.
15.00 uur welkom door dagvoorzitter
15.05 uur Verhaal IDEM: een OEN durven zijn
Een verhaal over blinde vlekken, goede bedoelingen en blijven leren     
15.15 uur Garage Rotterdam over het project Carpool
Een podium bieden, netwerken, uitwisseling en samenwerking met maatschappelijke organisaties. Om samen met hen maatschappelijk thema’s via kunst toegankelijk te maken voor ene breed en divers publiek.
15.25 uur Verhaal over de tentoonstelling  
15.45 uur pauze   
15.50 uur Tour d’Amour – verhalen van roze ouderen
16.50 uur netwerkgelegenheid met drankje en hapje / bekijken tentoonstelling