Geslacht, seksualiteit en gender. Wat zijn de verschillen?

Geslacht, seksualiteit en gender. Wat zijn de verschillen?

Binnen het sociaal domein kom je regelmatig de begrippen geslacht, seksualiteit en gender tegen. Met regelmaat worden deze woorden door elkaar gebruikt, omdat niet iedereen het onderscheid kent tussen deze begrippen. De verwarring ontstaat onder andere doordat de Engelse termen gender en sex beiden vaak naar het Nederlandse woord geslacht vertaald worden. Toch klopt dit niet helemaal in het Nederlands. Sekse en geslacht verwijzen voornamelijk naar je lichamelijke kenmerken, terwijl gender ook verwijst naar de sociale, culturele en psychologische kenmerken. In dit artikel leer je de verschillen kennen.

Geslacht  

Geslacht – ook wel sekse genoemd – gaat over de lichamelijke kenmerken van een persoon die het onderscheid maken tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid. Denk daarbij aan de geslachtsorganen, hormonen, chromosomen enzovoort. Geslacht en sekse betekenen grotendeels hetzelfde, maar geslacht verwijst ook specifiek naar de genitale geslachtskenmerken, bijvoorbeeld een penis of vagina.  

Deze bepalen bijvoorbeeld welk geslacht op je geboorteakte komt te staan. Vaak is het meteen duidelijk dat een kind geboren is als jongen of meisje, maar sommige mensen worden geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Je bent dan intersekse. Dit komt vaker voor dan rood haar. De lichamelijke kenmerken, bijvoorbeeld de genitaliën of chromosomen, zijn dan niet duidelijk aan één sekse toe te wijzen. Bij deze personen staat op de geboorteakte vermeld: ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’. Dit kan later gewijzigd worden naar M of V indien gewenst. 

Seksualiteit 

Seksualiteit gaat over je seksuele gevoelens, gedachten, aantrekkingskracht en gedrag ten opzichte van andere mensen. Je kunt andere mensen fysiek, seksueel of emotioneel aantrekkelijk vinden, en al die dingen maken deel uit van je seksualiteit. Seksualiteit is divers en persoonlijk. Seksuele oriëntaties zijn bijvoorbeeld heteroseksueel, lesbisch, homoseksueel, biseksueel, panseksueel en aseksueel. 

Heteroseksueel: mensen die zich aangetrokken voelen tot het tegenovergestelde geslacht. 

Lesbisch: mensen die zich als vrouw identificeren en die zich romantisch en/of seksueel aangetrokken voelen tot vrouwen. 

Homoseksueel: mensen die zich als man identificeren en zich romantisch en/ of seksueel aangetrokken voelen tot mannen. 

Biseksueel: mensen die zich romantisch en/of seksueel aangetrokken voelen tot twee of meer genders/geslachten, bijvoorbeeld tot mannen en tot vrouwen. 

Panseksueel: De seksuele, romantische, of emotionele aantrekking of het verlangen naar personen van alle genderidentiteiten en biologische geslachten. 

Aseksueel: Je voelt je weinig of niet seksueel aangetrokken tot andere mensen. Aseksueel zijn betekent niet automatisch dat je geen zin in seks hebt. Je wordt niet opgewonden van andere mensen. Maar sommige mensen hebben wel behoefte aan seks. Bijvoorbeeld omdat een orgasme fijn voelt. 

Alle vormen van seksualiteit zitten op een spectrum. Het is dus heel normaal als iemand voornamelijk in één van de bovenstaande etiketten past, en daarbij tegelijk ook andere ervaringen heeft.  

Gender  

Het begrip gender komt uit het Engels. Oorspronkelijk betekent het in deze taal geslacht, maar tegenwoordig heeft het in zowel in het Engels als in het Nederlands een bredere betekenis. Anders dan de begrippen sekse en geslacht verwijst gender niet naar de zichtbare lichamelijke kenmerken, maar naar de sociale, culturele en psychologische kenmerken die met een geslacht in verband worden gebracht. 

Gender gaat over hoe iemand zichzelf van binnen voelt. Iemand kan zich op basis van dit gevoel op een bepaalde manier identificeren: dit noem je genderidentiteit. Bijvoorbeeld als man, vrouw, beide, geen van beide, of een ander gender. Het gender van een persoon kan wel of niet overeenkomen met het geslacht dat tijdens je geboorte is toegewezen. 

Naast gender zijn er ook genderrollen in elke cultuur. Bij een genderrol kan je denken aan alles wat als typisch ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ wordt gezien, maar ook alles ertussenin. Bijvoorbeeld: roze zou voor meisjes zijn, en blauw voor jongens. Dit is cultureel bepaald. 

Genderexpressie 

Genderidentiteit zegt iets over hoe jij jezelf ziet, terwijl genderexpressie gaat over de manier waarop je je genderidentiteit naar anderen communiceert. Dit omvat alle uiterlijke kenmerken en gedragingen die cultureel worden gedefinieerd als mannelijk, vrouwelijk of genderneutraal. Denk hierbij aan de kledingkeuze of make-up.  

Hoe iemand zichzelf presenteert kan overeenkomen met, maar ook afwijken van, hun gender of genderidentiteit. Daarnaast is dit deels cultureel bepaald. Dominantie, kracht en gemakkelijke kleding worden in westerse culturen vaak als typisch mannelijk gezien, en zachtheid, zorg en gedetailleerde kleding als vrouwelijk. 

In het kort 

Geslacht 

Sekse en geslacht gaan over de lichamelijke kenmerken van het man- en vrouw-zijn. Bij je geboorte wordt je geslacht vastgesteld.  

  • Iemand die geboren wordt met een vagina krijgt een V van vrouw op hun geboorteakte. 
  • Iemand die geboren wordt met een penis krijgt een M van man op hun geboorteakte. 
  • Sommige mensen worden geboren met vrouwelijke én mannelijke kenmerken. 

Seksualiteit 

Dit gaat over je seksuele gevoelens, gedachten, aantrekkingskracht en gedrag ten opzichte van andere mensen. Je kan je onder andere identificeren als heteroseksueel, lesbisch, homoseksueel, biseksueel, panseksueel en aseksueel. 

Gender 

Gender is het gevoel dat elk persoon kan hebben wat betreft de eigen mannelijkheid en vrouwelijkheid.  

  • Je genderidentiteit gaat over hoe je je voelt en welke woorden je hieraan geeft 
  • Je genderexpressie gaat over hoe je jezelf toont aan de buitenwereld 

Een genderrol gaat daarnaast over de eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die sociaal en cultureel zijn bepaald voor verschillende geslachten.  

Download pdf genderkoek 

Dag tegen Racisme en Discriminatie 2024: Wat komt er na de komma?

Dag tegen Racisme en Discriminatie 2024: Wat komt er na de komma?

Wat komt er na de komma?

In december 2022 bood demissionair minister-president Mark Rutte namens de Nederlandse staat excuses aan voor het slavernijverleden. Rutte stelde, naar een citaat van de kunstenaar Serana Angelista, dat ‘we niet alleen het verleden delen, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.’

Op de Dag tegen Racisme en Discriminatie organiseren wij een conferentie om gezamenlijk te verkennen wat er na ‘de komma’ komt. Aan de hand van multidisciplinaire dialoog belichten we de impact van dekolonisatie. Welke lessen putten we uit het verleden voor een gezamenlijke toekomst? En hoe maak je een verleden beschikbaar voor de toekomst, als het niet in beeld of geluid is gevat? 

Ook het publiek wordt op deze dag van harte uitgenodigd om hun eigen vragen, belevingen en visies te delen. Bijdragen vanuit het publiek worden vervolgens meegenomen in het programma van de Rotterdamse eindconferentie van het herdenkingsjaar. 

Praktische informatie 

Datum 
Donderdag 21 maart 2024

Waar? 
De Doelen, Eduard Flipse Zaal, Schouwburgplein 50, 3012 CL Rotterdam

Voor wie?  
Iedereen met belangstelling voor een inclusieve en gelijkwaardige samenleving.

Programma

14:30 – inloop en drankje 

15:00 – openingsact: Densasi, spoken word artiest 

15:10 – welkomstwoord: dagvoorzitter Dounia Jari  

15:15 – sprekers:  

 – Stevie Nolten (Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid) 

 – Wim Reijnierse (Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst)

 – Drs. Eneida Delgado Silva-Fransman (Psychologiepraktijk SANE) 

16:00 – pauze  

16:15 – bijdragen vanuit het publiek 

16:45 – panelgesprek “Wat komt er na de komma?” met de sprekers plus Maureen Mollis (Gemeente Rotterdam), geleid door Dounia Jari 

17:15 – drankje en ruimte voor ontmoeting 

17:45 – einde 

Met bijdragen van o.a.:

Dounia Jari (dagvoorzitter)

Dounia Jari is expert op het gebied van seksuele diversiteit en Islam, en medeoprichter van het European Queer Muslim Network

Densasi (spoken word artist) 

Shevani D.K., alias Densasi, maakt muziek en is nu meer dan 5 jaar spoken word artist. De spontane en enthousiaste Shevani wil haar publiek inspireren en motiveren met haar artistieke teksten. Shevani: ‘Door over taboes te praten en een open boek te zijn in de verhalen die ik deel, hoop ik mijn luisteraars te inspireren onbeschaamd hunzelf durven te zijn’.

Stevie Nolten (spreker/panel) 

Stevie Nolten (zij/haar) werkt als dekoloniaal archiefonderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid. Ze zet zich in voor het ontsluiten, democratiseren en repatriëren van koloniaal erfgoed materiaal, om samen met ondervertegenwoordigde gemeenschappen stiltes in het archief aan te vullen. Op weg naar een rechtvaardige en meerstemmige vertelling van onze gedeelde geschiedenis. Naast haar onderzoekswerk is Stevie gemeenteraadslid in Utrecht.  

Wim Reijnierse (spreker/panel)  

De stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst heeft als doel: het vergroten van de kennis en het bewustzijn van de geschiedenis die inwoners van Rotterdam met elkaar delen, ter vergroting van wederzijds begrip en respect en ter versterking van de multi-etnische samenleving in heden en toekomst. In het bijzonder stelt de stichting zich ten doel aandacht te schenken aan de gedeelde geschiedenis die direct of indirect het gevolg is van de rol die Nederland heeft gespeeld als koloniale mogendheid in verschillende delen van de wereld en de manier waarop die geschiedenis doorwerkt in hedendaagse beeldvorming en sociale en culturele codes. 

Drs. Eneida Delgado Silva-Fransman (spreker/panel)   

Eneida Delgado Silva is een professional van Kaapverdische afkomst met meer dan 20 jaar ervaring in de geestelijke gezondheidszorg als psycholoog. Haar passie ligt in het gebied van trauma, identiteit, relaties en interculturele zorg. Met een team van 25 hulpverleners met diverse culturele achtergronden streeft Eneida’s eigen praktijk, SANE Psychologen, ernaar om psychologische zorg en ondersteuning te bieden in verschillende talen, met als doel om deze toegankelijk te maken voor iedereen. Een plek waar mensen zich kunnen identificeren en thuis voelen. Eneida’s benadering van therapie kenmerkt zich door het niet alleen focussen op problemen, maar vooral op mogelijkheden en kracht. Dit principe heeft ze ook verwoord in haar boek “From Ashes to Beauty” om mensen te inspireren om anders te kijken naar de uitdagingen die het leven met zich meebrengt, zodat we ze kunnen transformeren tot bronnen van kracht.

Maureen Mollis (panel) 

Maureen is opdrachtgever van het programma Koloniaal en Slavernijverleden van de stad Rotterdam. Over zichzelf vertelt zij: “Ik hou van Nederland – ik ben hier opgegroeid. Als ik over de Erasmusbrug fiets, zie je een zwarte vrouw. Maar ik ben niet zomaar een gekleurde vrouw – ik ben Maureen, ik ben Rotterdamse, ik ben moeder en partner en trots dat ik voor de stad werk. Ik ben me er terdege van bewust dat de welvaart van Rotterdam is verdiend ten koste van anderen, en dat is geen prettige gedachte.” 

Yasemin Demirözcan (fototentoonstelling) 

Op deze conferentie is een tentoonstelling te zien van de fotografe Yasemin Demirözcan, onder andere bekend van HA!R POWER.   

Anna-Maria Carbonaro: ‘Als je op zoek gaat naar bondgenoten maak je je wereld een stukje mooier’

Anna-Maria Carbonaro: ‘Als je op zoek gaat naar bondgenoten maak je je wereld een stukje mooier’

Tijdens het kennisatelier ‘Duizend redenen om strijdbaar te zijn’ vierden we vrouwenemancipatie en genderdiversiteit in al haar vormen. We stonden onder andere stil bij intersectionaliteit binnen het feminisme. Dit begrip gaat over hoe verschillende identiteitskenmerken, zoals gender, seksualiteit, etniciteit en klasse elkaar beïnvloeden. Deze kruispunten creëren nog specifiekere discriminatie. Iemand die bijvoorbeeld discriminatie op basis van klasse én seksualiteit ervaart, staat heel anders in de maatschappij dan iemand die ‘enkel’ op basis van hun seksualiteit discriminatie ervaart. 

De plek waar je wieg staat kan van grote invloed zijn op je verdere leven. In Rotterdam bestaat grote ongelijkheid tussen de wijken op Zuid en de rest van de stad. Vier op de tien mensen op Zuid leven van een bijstandsuitkering. De armoede in deze buurten is vele malen groter dan in de rest van Rotterdam. Toch wil dit niet zeggen dat je geen kansen hebt. We spraken hierover met Anna-Maria Carbonaro die opgroeide in de multiculturele buurt Afrikaanderswijk in Rotterdam-Zuid. Ze maakte van dichtbij mee hoe ongelijkheid eruitziet. Vanuit een sterk gevoel van rechtvaardigheid voelde ze al van jongs af aan de behoefte om hiertegen te vechten.  

Carbonaro groeide op in een arbeidersgezin. Haar vader kwam in de jaren ‘70 vanuit Italië naar Rotterdam als gastarbeider. Het arbeidsethos is er bij haar met de paplepel in gegoten. Ze vindt het belangrijk dat mensen zelf keuzes maken en actief een bijdrage leveren aan de maatschappij, hoe klein dat ook is. Ze gelooft erin dat wanneer je op zoek gaat naar bondgenoten, je gezamenlijk doelstellingen opstelt en door actief te participeren je uiteindelijk de wereld een stukje mooier kan maken. Je creëert hierdoor kansen voor jezelf. Vanuit deze gedachte richtte ze Alacritas op, een organisatie die participatie en innovatieve projectontwikkeling in de sociale sector bevordert. De kracht van de organisatie ligt in het verbinden, versterken en het laten ontstaan van nieuwe netwerken waarbij betrokkenen zelf het heft in handen nemen. 

Wat maakt jou strijdbaar? 

Sinds mijn geboortejaar 1976 woon ik in de Afrikaanderwijk in Rotterdam-Zuid. Dit is een heel diverse wijk, net als mijn vriendengroep. Lange tijd was ik me er helemaal niet zo bewust van dat ik in een wijk woonde met heel veel verschillende soorten mensen. Turken, Nederlanders en Marokkanen woonden door elkaar. Mijn vader had een café en daar kwamen mensen vanuit allerlei verschillende hoeken uit de samenleving op af. Niet altijd de meest zuivere types. Mijn vader kreeg hierdoor een heel vertekend beeld van de multiculturele samenleving en maakte regelmatig racistische opmerkingen. Aangezien ik een heel diverse, fijne vriendengroep had snapte ik niks van zijn opmerkingen. Hij zei op een gegeven moment zelfs dat ik alleen maar met een Europeaan mocht thuiskomen. Hierdoor realiseerde ik me hoe andere mensen verschillend naar diversiteit kijken. En dat vind ik nog steeds choquerend. We komen voor 90% overeen, maar we focussen op de 10% verschillen. En op basis hiervan wordt beleid gevoerd en de hele samenleving ingericht. Hier wil ik tegen vechten.    

Hoe heb je de Afrikaanderwijk zien veranderen door de jaren heen? 

De Afrikaanderwijk is nog steeds heel multicultureel, dus daar is niet zo veel aan veranderd. Maar wat er wel is veranderd is, is de maatschappij in brede zin en hoe er naar diversiteit wordt gekeken. Op een gegeven hadden mensen het opeens over ‘Marokkanen’. Dit werd erger in de beginjaren van deze eeuw. Oud-PvdA’er Rob Oudkerk raakte in opspraak om zijn uitspraak ‘kut -Marokkanen’, maar dit is wel een zin die is opgenomen in de Nederlandse taal. Ik herinner me dat een groep baldadige jongens ergens in Amsterdam een prullenbak in de fik hadden gezet. Mijn beste vriend die een Marokkaanse achtergrond heeft werd hier vervolgens op zijn werk op aangesproken, zo van ‘waarom doen jullie dat?’. Nou, ik wist niet wat ik hoorde. Ik dacht: ‘Huh, waarom moet jíj́ je verantwoorden als Rotterdammer voor iets dat in Amsterdam is gebeurd?’ Dit was voor mij een kantelpunt waarop ik dacht: ‘Hier moet ik iets mee doen’.  

Hoe heb je je vanaf dat moment ingezet voor diversiteit?  

Per toeval ben ik in het opbouwwerk beland. Deze term is over het algemeen niet heel bekend bij mensen, maar komt uit het sociaal -maatschappelijk werk. Waar het op neerkomt is dat je diensten verleent aan groepen mensen die zich inzetten om de kwaliteit van hun woon-, leef- en werksituaties te verbeteren. Het was heel handig dat ik de Afrikaanderwijk al goed kende. Dus samen met de bewoners van die wijk ben ik op onderzoek gegaan naar waar de problemen zitten, wat er ontbreekt en hoe je dat gezamenlijk kan invullen. Dus je versterkt de gemeenschap van binnenuit en nodigt mensen uit om zelf invloed uit te oefenen op hun leefomgeving. Er staat nooit één thema centraal. 

Aan wat voor projecten werk je zoal? 

De projecten en thema’s zijn heel verschillend. Denk bijvoorbeeld aan het oplossen van problemen rondom hangjongeren. Zij zorgen regelmatig voor overlast in de buurt of in gebouwen. Denk bijvoorbeeld aan plassen in liften. Het grootste probleem bij deze specifieke situatie was dat mensen uit verbinding waren. Mensen kenden hun buren niet meer en dan interesseert het jou niet dat de lift vies is, want jij neemt wel de trap. Maar je buurvrouw die afhankelijk is van een rolstoel moet wel met de lift. Mijn aanpak is altijd op maat, Dat zijn onder andere een op een gesprekken, huisbezoeken en gezamenlijke activiteiten. Bij dit project in het bijzonder hadden we ook een kinderraad opgericht om kinderen mee te laten denken en doen. Al deze werkvormen dragen bij aan het leggen van nieuwe verbindingen en het bevorderen van de leefomstandigheden.

Vroeger dacht je dat iedereen dezelfde kansen had in Nederland. Geloof je dat nog steeds? 

Destijds was mijn gedachte inderdaad ‘eigen schuld, dikke bult’. Ik geloofde er oprecht in dat wanneer je je maar hard genoeg inzet, je vanzelf kansen creëert. Maar van die gedachte ben ik afgestapt. Door mijn werk kwam ik in aanraking met kwetsbare groepen. Hierdoor zag ik met mijn eigen ogen dat het systeem ook echt tegen je kan werken. Sommige mensen hebben er belang bij dat andere mensen niet mee kunnen komen in de maatschappij, omdat ze vrezen voor hun eigen positie in de maatschappij. Kapitalisme zit heel erg verankerd in onze samenleving en heeft veel kapot gemaakt. 

Het denkkader intersectionaliteit kan iemands positie in de maatschappij blootleggen. Was jij al bekend met de term intersectionaliteit? 

Nee, deze term kende ik nog niet voor deze bijeenkomst. Ik probeer zelf zo weinig mogelijk in hokjes te denken, maar soms is het onoverkoombaar. Als ik naar mezelf kijk dan pas ik ook in heel veel hokjes: ik ben alleenstaande moeder met een migratieachtergrond, mijn kind heeft een kleur en ik kom uit Rotterdam-Zuid uit een achterstandswijk. In theorie zou ik ergens onderaan de ranglijst bungelen, maar ik ben ook zakenvrouw en heb al 15 jaar een goedlopende onderneming. Hierdoor neem ik weer een heel andere positie aan in de maatschappij. Bij dit laatste zit ook een grote factor geluk in. Soms heb je het geluk dat iemand jou opmerkt en iets in je ziet. Dat is bij mij gebeurd. 

Denk je dat je met deze kennis in je achterhoofd anders in je werk zal staan? 

Intersectioneel denken helpt je in ieder geval wel heel erg bij bewustwording. Ik denk dat ik hierdoor mensen wel op een andere, of betere, manier kan helpen. Tijdens het kennisatelier waren er een aantal slechtziende mensen aanwezig. Ik was vooral bezig met het absorberen van informatie en op een gegeven moment roept iemand vanuit de zaal of de spreker kan uitleggen wat er op het plaatje te zien is, zodat mensen die slechtziend zijn ook mee kunnen komen in de presentatie. Dat was voor mij wel even een realisatiemomentje. Ik wist dat die mensen slechtziend waren, want ze hadden een blindenstok meegenomen. Dit zijn van die blinde vlekken die iedereen wel op een of andere manier heeft. Ik denk dat verbinding hierbij ook weer heel belangrijk is. Mensen moeten ook met elkaar in verbinding komen te staan die niet direct op jou lijken. Dit draagt ook bij aan een inclusievere samenleving. 

Wat zijn je doelen met Alacritas?  

Mijn werk voelt echt als mijn hobby, want ik heb er zo ontzettend veel plezier in. Hopelijk ervaar ik dat over tien jaar nog steeds zo en mag ik met dezelfde energie een bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving. Ik hoop ook steeds meer mensen te kunnen inspireren om samen deze uitdaging aan te gaan. De Zuid-Afrikaanse ‘ubuntu’ vind ik dan wel erg interessant: als je gaat rennen houd je elkaars hand vast, want het is belangrijk dat de laatste ook over de finish komt. Als we met z’n allen een beetje meer daar naartoe gaan zou de wereld er een stuk mooier uitzien. 

Xueli Abbing: ‘Onrechtvaardigheid maakt mij strijdbaar’

Xueli Abbing: ‘Onrechtvaardigheid maakt mij strijdbaar’

Xueli Abbing is geboren met albinisme en werd te vondeling gelegd, omdat haar ouders haar niet accepteerden. Op 3-jarige leeftijd is ze door haar Nederlandse moeder geadopteerd uit China. Nu is de 19-jarige Goodwill Ambassadeur voor VN-organisatie Unesco en is ze model. Vanuit deze rollen strijdt ze tegen discriminatie en racisme.  

‘Op mijn derde werd ik geadopteerd door mijn Nederlandse moeder. Mijn Chinese naam mocht ik houden en betekent prachtige sneeuw.’ Deze naam hebben mensen in het weeshuis aan haar gegeven, omdat ze is geboren met albinisme. ‘Dit is een erfelijke aandoening die bij ongeveer 1 op de 15.000 mensen voorkomt’, legt Abbing uit. Mensen met albinisme maken geen of weinig pigment (melanine) aan. Dit stofje geeft kleur aan ogen, haar en huid. Door het ontbreken hiervan hebben mensen met albinisme vaak een hele lichte huidskleur, wit haar, zijn ze gevoelig voor licht en vaak slechtziend.   

Als jonge tiener begon Abbing aan een carrière als model. Dit geeft haar een platform om het bewustzijn over albinisme te vergroten. Maar ze wilde zich ook graag op een andere manier inzetten voor de gemeenschap voor personen met albinisme. Daarom richtte ze de ‘Open Eyes Foundation’ op. Met deze stichting probeert Abbing vooroordelen te doorbreken en mensen met albinisme – of welke vorm van beperking dan ook – te laten weten dat ze normaal zijn en alles kunnen doen wat ze willen. De stichting draagt bij aan een inclusieve samenleving waarin iedereen dezelfde kansen heeft, toegang heeft tot onderwijs en werk, en een volwaardig leven kan leiden zonder te worden uitgesloten of gediscrimineerd.  

Mensen met albinisme krijgen wereldwijd namelijk regelmatig te maken met discriminatie. In sommige landen loop je zelfs gevaar als je geboren wordt met albinisme. ‘Onrechtvaardigheid maakt me strijdbaar. In China bijvoorbeeld worden sommige mensen gezien als brenger van ongeluk. En in bepaalde Afrikaanse landen jagen zogenaamde medicijnmannen op je, omdat ze geloven dat je botten ziekten kunnen genezen. Dat is toch bizar? We zijn net als iedereen mensen. Er is niks mis met me en ik functioneer net als ieder ander.’  

Bijgelovigheid is een voedingsbodem voor stigmatisering. Ook in Nederland krijgen mensen met albinisme regelmatig te maken met vooroordelen, maar dan op een andere manier. Mensen maken bijvoorbeeld weleens opmerkingen over het uiterlijk van iemand met albinisme. Abbing vindt het niet erg om over haar beperking te vertellen. ‘Maar ik zou het wel fijn vinden als mensen aan mijzelf vragen waarom ik bijvoorbeeld in zonnebril draag, dan dat ze aan mijn moeder gaan uitleggen hoe ongezond het is om altijd een zonnebril te dragen’, legt ze uit. ‘Een open gesprek is heel belangrijk om bewustzijn te creëren.’  

Daarnaast vallen mensen met een beperking, zoals albinisme, ook vaak tussen wal en schip qua zorg en onderwijs. Abbing is vrouw, heeft dyslexie, is slechtziend en is geboren met albinisme. Dat zijn allemaal vinkjes die het je soms moeilijk maken om normaal mee te draaien. ‘Aangezien ik een visuele beperking heb, ben ik van het algemeen onderwijs overgeplaatst naar een school voor mensen met een visuele beperking. Maar daar zijn ze niet gespecialiseerd in dyslexie, waardoor ik eigenlijk niet goed onderwijs kreeg’, legt Abbing uit. Voor professionals in het sociaal domein is het daarom belangrijk om intersectioneel te leren denken.   

Intersectionaliteit is eigenlijk een denkkader waarmee je dit soort problemen kan blootleggen. De zogenaamde ‘intersecties’ zijn de kruispunten tussen verschillende identiteitskenmerken, zoals seksualiteit, etniciteit, gender en handicap. Als een professional uit het sociaal domein alle identiteitskenmerken in acht neemt kan je passendere hulp bieden.   

* In dit artikel spreken we nadrukkelijk over ‘mensen met albinisme’ in plaats van ‘albino’. Bij ‘albino’ lijkt het net alsof je het over een object hebt. Bij ‘mensen met albinisme’ laat je zien dat je het over een persoon hebt die daarnaast een beperking heeft. Dit heeft een heel andere lading.  

Niet snel gechoqueerd: Verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten van Vraagwijzer Rotterdam

Niet snel gechoqueerd: Verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten van Vraagwijzer Rotterdam

Meer dan de helft van de consulenten van Vraagwijzer Rotterdam die de digitale vragenlijst hebben ingevuld, ervaren discriminatie tijdens het werk. Dat is een van de conclusies uit de verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten. Aan deze verkenning hebben dertig consulenten van de afdeling Vraagwijzer meegedaan.

Consulenten van deze afdeling van de gemeente Rotterdam komen in hun werk regelmatig in aanraking met discriminatie. De afdeling Vraagwijzer heeft binnen het Rotterdamse sociaal domein een belangrijke functie als laagdrempelige toegangspoort tot ondersteuning en zorg. Medewerkers van Vraagwijzer werken met cliënten in een kwetsbare situatie bij wie de emoties hoog zitten. De cliënten hebben diverse achtergronden, evenals de medewerkers van de afdeling Vraagwijzer bij wie zij aan de balie komen voor hulp.

In deze verkenning beantwoorden we de vragen ‘op welke manieren komen medewerkers Vraagwijzer tijdens hun werk in aanraking met discriminatie?’ En ‘Hoe reageren medewerkers van Vraagwijzer op ervaren en/of gesignaleerde discriminatie.

Wat is intersectionaliteit?

Wat is intersectionaliteit?

Mensen kunnen discriminatie meemaken, of juist privilege, op basis van hun verschillende identiteitskenmerken. Identiteitskenmerken zijn bijvoorbeeld je seksualiteit, etniciteit, gender, religie en klasse. Waar diversiteit vaak gaat over deze losse hokjes, gaat intersectionaliteit juist over het ingewikkelde samenspel van al deze verschillende kenmerken en hoe dit je positie in de maatschappij bepaalt. Een ander woord voor intersectionaliteit is kruispuntdenken.  

De 14 assen van identiteitsvorming door Helma Lutz

Om maar een voorbeeld te noemen. Iemand kan vrouw zijn en zwart. En slechtziend. En alleenstaande moeder. Hiermee heb je heel andere ervaringen in de maatschappij dan wanneer je slechts één van deze identiteitskenmerken hebt. Als je aan dit lijstje toevoegt dat diegene rijk is, dan neemt ze weer een heel andere positie aan in de maatschappij dan wanneer diegene rond de armoedegrens leeft. 

De term ‘intersectionaliteit’ is in 1989 bedacht door de Amerikaanse rechtsgeleerde Kimberlé Crenshaw.

Crenshaw dook in een aantal rechtszaken rond discriminatie van zwarte vrouwen op de arbeidsmarkt. Daar stuitte ze op een probleem: zwarte vrouwen verloren hun zaken vaak omdat ze tussen wal en schip vielen. In die tijd bestond er al wel een antidiscriminatiewetgeving, maar deze was niet voldoende.  

Een zwarte vrouw die niet wordt aangenomen voor een bepaalde baan kon met die wetgeving nog niet aantonen dat er racisme in het spel was. Bij de desbetreffende bedrijven werkten namelijk ook zwarte mannen. Tegelijkertijd kon ze ook niet aantonen dat ze gediscrimineerd werd op basis van gender, aangezien er ook vrouwen werkten. Maar dit waren witte vrouwen. En precies hier zat het probleem. Veel rechters leken niet te beseffen dat een combinatie van gender en etniciteit óók – of juist – voor discriminatie kan zorgen. De kandidates werden benadeeld bij het solliciteren omdat ze zwart én vrouw waren.  

Na deze constatering heeft Crenshaw een sociologisch denkkader ontwikkeld waarmee je dit soort problemen kan blootleggen. Ze noemde dit denkkader intersectionaliteit. De zogenaamde ‘intersections’ zijn de kruispunten tussen verschillende identiteitskenmerken: seksualiteit, etniciteit, gender, religie, klasse etc. De kruisingen van deze verschillende factoren zegt iets over de mate van discriminatie die je kan ervaren. 

Het in praktijk brengen van intersectionaliteit 

Het allerbelangrijkste is educatie en bewustwording. Probeer altijd breed te denken en werken. Zie je een voorbeeld van racisme, stel jezelf dan de vraag of er ook sprake is van seksisme. Zie je iets dat seksistisch lijkt, stel jezelf de vraag wat er misschien ook religieus aan is. Deze methode dwingt je om te zoeken naar zowel voor de hand liggende als niet voor de hand liggende verbanden. De lijst met intersecties is oneindig lang, dus ook het aantal ‘andere vragen’ is oneindig lang. In de afbeelding hieronder zie je een greep van verschillende identiteitskenmerken waaraan je kan denken als je het intersectionele denkkader gebruikt. 

Een afbeelding van verschillende identiteitskenmerken

Verschillende identiteitskenmerken. Deze illustratie is niet compleet, maar schetst wel een beeld van waar je aan kan denken.

Wil je meer weten over het thema intersectionaliteit? Kom dan naar ons kennisatelier ‘Duizend redenen om strijdbaar te zijn’. Op deze dag staat intersectionaliteit, vrouwenemancipatie en genderdiversiteit in al haar vormen centraal. Klik hier voor meer informatie of om je aan te melden.