Foto: Marjon van der Vegt

Angst om openlijk te praten over de partner, gêne om te vertellen over seksualiteit of vrees om niet geaccepteerd te worden door buren of medebewoners: LHBTIQ+-ouderen durven niet altijd open te zijn over hun seksuele of genderidentiteit. Daarom kunnen zij extra kwetsbaar zijn, zowel in een zorginstelling of bij zorg aan huis. IDEM Rotterdam stelt vijf vragen over inclusie van LHBTIQ+-ouderen aan auteur en trainer Eveline van de Putte, die zich inzet voor dit thema. “Kennis, kennis, kennis! Investeer in kennis van de medewerkers. Laat ze in werktijd een training volgen over seksuele en genderdiversiteit.”

1. Waarom lijkt seksuele en genderdiversiteit onder ouderen niet te bestaan?

Zolang er niet over gepraat wordt, bestaat het niet. Ik krijg vaak opmerkingen als ‘roze ouderen, die wonen hier niet’, ‘dat soort mensen kennen we niet’ of ‘die dingen spelen hier niet, er wordt tenminste nooit over gepraat.’ En daar zit precies het probleem. Zowel de betreffende ouderen als de professionals zijn niet gewend om over seksuele en genderdiversiteit te praten. LHBTIQ+-ouderen komen uit een tijd waarin ze niet gewend zijn het over gevoelens te hebben. En al helemaal niet over intimiteit en ‘bijzondere vriendschap’, zoals de homoseksuele relaties soms genoemd werden. Als ze al eens iets hoorden in die richting, was het per definitie negatief: slecht, vies, zondig, gestoord, daar wilde je niet bij horen!

Deze groep ouderen heeft een lange weg afgelegd om tot vrijheid en zelfacceptatie te komen. Een route met vallen en opstaan. Een weg ook waar ze lang niet overal met open armen werden ontvangen. Integendeel. En die angst voor uitsluiting, die scheldpartijen, dat gevoel dat je er niet bij hoort, niet mee mag doen, zit diep. Zo lang je sterk en veerkrachtig bent, kun je daar nog mee omgaan. Maar word je ouder en kwetsbaarder, dan word je weer voorzichtig. Zeker wanneer je zorgafhankelijk wordt. En dus houden veel LHBTIQ+-ouderen hun mond.

Professionals staan er lang niet altijd bij stil dat er onder hun cliënten ook onzichtbare diversiteit is. Culturele diversiteit, ja, dat kun je vaak zien. Maar er staat niet op iemands voorhoofd geschreven van wie diegene houdt of wat diens genderidentiteit is. ‘Dan zeggen die oudjes het toch gewoon’, hoor ik studenten vaak zeggen. Het feit dat dat niet gebeurt zegt genoeg over het gevoel van veiligheid dat de queer ouderen ervaren. Het vraagt dus ook om inlevingsvermogen van de (aankomend) professionals om signalen op te pakken. Inlevingsvermogen en kennis over hoe de situatie vroeger was. En de invloed daarvan op de dag van vandaag. Dat alles begint met openstaan voor en bewust worden van de diversiteit die er altijd en overal is.

Het is goed om te beseffen dat minstens 7% van de bevolking tot de LHBTIQ+-community behoort. Dat geldt dus ook voor de senioren.

2. Waarom is het problematisch als deze doelgroep niet goed zichtbaar is?

Wanneer je niet zichtbaar bent, doe je niet mee. Zo simpel is dat. Waarom zou je als leiding- gevende van een zorginstelling je extra inzetten op specifieke deskundigheidsbevordering op het gebied van seksuele en genderdiversiteit, of het behalen van de Roze Loper als je denkt dat je geen LHBTIQ+-cliënten hebt? Waarom zou je de regenboogvlag uithangen en een roze activiteit organiseren als je denkt geen enkele homo of transgender persoon in het wijkcentrum te kennen?

Dat is het begin van een vicieuze cirkel. Als je het omdraait en ervan uitgaat dat veel ouderen een behoorlijke drempel over moeten om over hun leven te vertellen, helpt het juist wanneer je laat zien dat iedereen welkom is en dat er ook uiting aan gegeven wordt door middel van activiteiten.

Ouderen vertellen graag over vroeger. Daar horen verhalen over partners, kinderen en kleinkinderen bij. Maar als je die niet hebt, of wanneer je niet in dat heteroplaatje past, is het voor sommige LHBTIQ+-ouderen moeilijk om mee te praten. ‘Iedere keer maak ik de overweging of ik wel of niet iets over mijn leven zal vertellen. Natuurlijk heb ik net zulke mooie verhalen over de vakanties met m’n lief’, vertelde een oudere lesbische vrouw me eens.

Voor iedereen is het allerbelangrijkste dat je jezelf kan zijn. Dat geldt ook voor ouderen. Wanneer je jezelf moet verstoppen, levert dat iedere keer weer angst en onzekerheid op. De kans op eenzaamheid is vele malen groter wanneer je niet (meer) naar bijeenkomsten van ‘gelijkgestemden’ kunt gaan. En wat te denken als een partner overlijdt? Hoe moet je je rouw en verdriet tonen als niemand wist dat die man je partner was in plaats van een oud-collega met wie je nog regelmatig een biertje ging drinken? Jezelf niet kunnen uiten, zorgt voor gevoelens van minderwaardigheid en depressie.  

Wanneer de groep niet goed zichtbaar is houdt men er te weinig rekening mee. Veel zorginstellingen hebben het over ‘zorg op maat’ en ‘iedereen is welkom’. Echte zorg op maat begint pas wanneer je oog hebt voor en kennis van de diversiteit van je doelgroep. Echt welkom gaat verder dan een paar woorden in de beleidsplannen. Welkom is: je welkom voelen en weten dat je veilig bent!

3. Hoe kunnen we als samenleving inclusief zijn voor LHBTIQ+-ouderen en dit thema bespreekbaar maken?

Onderwijs! Dat is stap 1. Ik geef regelmatig gastcolleges op hbo- en mbo-instellingen. Dat doe ik samen met Magda Römgens (een roze oudere van 84 jaar). Ik merk dat de studenten geen idee hebben van de ervaringen van ouderen in het algemeen en al helemaal niet van die van roze ouderen. Ze zijn meestal erg onder de indruk. Het opent ook hun ogen naar hun omgeving en naar hun werk. Ouderen en relaties, ouderen en seksualiteit, dat is sowieso iets waar ze nauwelijks over nadenken. Maar transgender ouderen of homoseksuele ouderen… daar hebben ze nooit over nagedacht. Het is dus belangrijk dat dit onderwerp in alle opleidingen van zorg en welzijn op diverse niveaus besproken wordt. Of het nou gaat om de toekomstige verzorgende of huisarts, ze moeten dit thema op hun netvlies hebben. Dan pas kunnen ze signalen herkennen, of bepaalde vragen duiden.

Organisaties voor zorg en welzijn organiseren regelmatig bijscholingen voor hun personeel. Veelal zijn dat verplichte nummers. En vanwege de werkdruk en personeelstekorten komt het er dan niet altijd van om ‘extra dingen’ te doen. Toch is daar veel winst mee te behalen. Niet alleen voor de LHBTIQ+-cliënten, ook voor hun bezoek, en zeker ook voor LHBTIQ+-medewerkers en -vrijwilligers. Wanneer mensen goed in hun vel zitten, draagt dat immers bij tot welzijn en beter functioneren.

Een mooi middel om die bewustwording tot stand te brengen is de Tour d’Amour, het programma waarmee ik al vanaf begin 2014 door Nederland en België reis. Tour d’Amour is een uniek programma waarin ik samenwerk met dragqueen Victoria False en roze oudere Magda Römgens. Verhalen uit mijn boeken Stormachtig Stil * en Nieuwe Namen*, liedjes, casuïstiek en dialoog met de zaal wisselen elkaar af. Het is juist die unieke combinatie waarmee we de mensen op verschillende lagen raken. Ze gaan nadenken erover, voelen wat er gebeurt als je niet jezelf kan zijn, maar ervaren ook de blijdschap wanneer je in vrijheid mee kan doen! Inmiddels hebben we de Tour al 186 keer uitgevoerd en we gaan door! Dankzij subsidie van de gemeente Rotterdam kunnen organisaties binnen die gemeente de Tour zelfs kosteloos aanvragen.

De Tour d’Amour is voor iedereen interessant. We richten ons vooral op medewerkers uit zorg- en welzijn, maar ook op studenten, bibliotheken, Huizen van de wijk. Kortom, op plekken waar ouderen wonen en komen, of voor professionals die met mensen en dus ook met LHBTIQ+-ouderen werken. Veel van de situaties die wij vertellen kun je ook vandaag tegenkomen bij queer jongeren. Ook voor hen is het helaas lang niet overal vanzelfsprekend dat ze over hun gevoelens kunnen praten. Dat beseffen en weten is belangrijk voor professionals.

4. Wat zou er beleidsmatig moeten veranderen om meer oog te krijgen voor deze groep en de problemen die daarbij horen te voorkomen?

Kennis, kennis, kennis! Investeer in kennis van de medewerkers. Laat ze in werktijd een training volgen over seksuele en genderdiversiteit. Neem de beleidsplannen en promotiemateriaal van de organisatie eens kritisch onder de loep. Hoe inclusief is dat? Welke beelden breng je naar buiten? Daar is vaak al wat te verbeteren.

Werk samen met andere organisaties in de stad of in het land. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Roze 50+ (samenwerkingsverband van ANBO en COC) heeft veel informatief materiaal ontwikkeld en verzameld, maar is tevens een goede gesprekspartner over dit onderwerp. Nodig eens iemand uit tijdens een teamoverleg, beleidsdag, et cetera.

Maak gebruik van verhalen. Levensverhalen spreken mensen aan. Die raken en verbinden. Kijk niet alleen naar wetenschappelijke onderzoeken en cijfers. Doe allebei!

Niet alleen organisatie kunnen een steentje bijdragen, ook gemeentes door bijvoorbeeld subsidies te verstrekken aan projecten die bijdragen aan emancipatie van LHBTIQ+-ouderen.

Ook landelijke politiek kan uitdragen dat het belangrijk is dat iedereen mee kan doen. Dat ‘homo’ als scheldwoord niet acceptabel is. Dat je je niet hoeft te schamen om aangifte te doen na een homo- of transgendergerelateerd geweldsdelict.

Schrijf erover in kranten, websites en social media. LHBTIQ+-ouderen bestaan! Ze hebben recht op een gelukkig leven, zoals iedereen! En koester de verhalen van de pioniers die voor de huidige vrijheid hebben gestreden.

5. Wat kun je als individuele professional doen om zo inclusief mogelijk te zijn voor deze doelgroep? Wat zijn de tips en handvatten?

Durf het gesprek aan te gaan. Durf die heteronormatieve bril af te gooien en kijk met open vizier naar de mens die je voor je hebt. Noem de persoon bij de gewenste naam. Vraag niet aan een vrouw: ‘Wat doet uw man?’, maar gebruik het woord partner, dat geeft zo veel meer ruimte.

Stel voor om met belangrijke LHBTIQ+-dagen als Internationale Coming Out Dag (11 oktober), Idahot (17 mei) Transgender Remembrance Day (20 november) de regenboog- of transgender vlag te hijsen. En leg uit, ga in gesprek over de betekenis daarvan.

Laat de vlaggen hangen, altijd, het staat symbool voor welkom, en kleurt bovendien geweldig!

Heb het lef mensen aan te spreken op discriminerend gedrag en uitsluiting. Loop niet door wanneer je hoort: ‘Ik ga niet naast die vieze homo zitten!’

Programmeer eens een roze activiteit: een film met LHBTIQ+-thema, een optreden van een roze koor. Zorg voor diversiteit op de boekenplank, voor folders van LHBTIQ+-organisaties in het folderrek.

Bedenk nog eens hoe fijn het is dat je kan houden van wie je wilt en dat je jezelf kan zijn! Als je dat voelt, weet je hoe je een ander kunt steunen. Jezelf zijn, is toch een recht voor iedereen!

Meer weten?

Op donderdag 1 juli 2021 organiseert IDEM Rotterdam het online Kennisatelier ‘Zie je grijze toekomst door een roze bril’ over inclusie van LHBTIQ+-ouderen. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Meer informatie en aanmelden kan op deze pagina.

Over Eveline

Eveline van de Putte (auteur, trainer, fotograaf) schreef onder andere Stormachtig Stil, levensverhalen van roze ouderen en Nieuwe Namen, levensverhalen van transgender ouderen. Ook geeft zij regelmatig gastcolleges over LHBTIQ+-ouderen op hoge scholen en is ze een graag geziene spreker op congressen en symposia over dit onderwerp. Samen met Erik Alkema maakte zij een serie filmportretten van transgender ouderen. Eveline is ook freelancer bij Roze 50+. Sinds maart 2014 reist Van de Putte door Nederland en België met de Tour d’Amour, een dialoogbijeenkomst om seksuele diversiteit  en genderidentiteit binnen zorg en welzijn bespreekbaar te maken. De Tour d’Amour is inmiddels 189 keer uitgevoerd.