Xueli Abbing: ‘Onrechtvaardigheid maakt mij strijdbaar’

Xueli Abbing: ‘Onrechtvaardigheid maakt mij strijdbaar’

Xueli Abbing is geboren met albinisme en werd te vondeling gelegd, omdat haar ouders haar niet accepteerden. Op 3-jarige leeftijd is ze door haar Nederlandse moeder geadopteerd uit China. Nu is de 19-jarige Goodwill Ambassadeur voor VN-organisatie Unesco en is ze model. Vanuit deze rollen strijdt ze tegen discriminatie en racisme.  

‘Op mijn derde werd ik geadopteerd door mijn Nederlandse moeder. Mijn Chinese naam mocht ik houden en betekent prachtige sneeuw.’ Deze naam hebben mensen in het weeshuis aan haar gegeven, omdat ze is geboren met albinisme. ‘Dit is een erfelijke aandoening die bij ongeveer 1 op de 15.000 mensen voorkomt’, legt Abbing uit. Mensen met albinisme maken geen of weinig pigment (melanine) aan. Dit stofje geeft kleur aan ogen, haar en huid. Door het ontbreken hiervan hebben mensen met albinisme vaak een hele lichte huidskleur, wit haar, zijn ze gevoelig voor licht en vaak slechtziend.   

Als jonge tiener begon Abbing aan een carrière als model. Dit geeft haar een platform om het bewustzijn over albinisme te vergroten. Maar ze wilde zich ook graag op een andere manier inzetten voor de gemeenschap voor personen met albinisme. Daarom richtte ze de ‘Open Eyes Foundation’ op. Met deze stichting probeert Abbing vooroordelen te doorbreken en mensen met albinisme – of welke vorm van beperking dan ook – te laten weten dat ze normaal zijn en alles kunnen doen wat ze willen. De stichting draagt bij aan een inclusieve samenleving waarin iedereen dezelfde kansen heeft, toegang heeft tot onderwijs en werk, en een volwaardig leven kan leiden zonder te worden uitgesloten of gediscrimineerd.  

Mensen met albinisme krijgen wereldwijd namelijk regelmatig te maken met discriminatie. In sommige landen loop je zelfs gevaar als je geboren wordt met albinisme. ‘Onrechtvaardigheid maakt me strijdbaar. In China bijvoorbeeld worden sommige mensen gezien als brenger van ongeluk. En in bepaalde Afrikaanse landen jagen zogenaamde medicijnmannen op je, omdat ze geloven dat je botten ziekten kunnen genezen. Dat is toch bizar? We zijn net als iedereen mensen. Er is niks mis met me en ik functioneer net als ieder ander.’  

Bijgelovigheid is een voedingsbodem voor stigmatisering. Ook in Nederland krijgen mensen met albinisme regelmatig te maken met vooroordelen, maar dan op een andere manier. Mensen maken bijvoorbeeld weleens opmerkingen over het uiterlijk van iemand met albinisme. Abbing vindt het niet erg om over haar beperking te vertellen. ‘Maar ik zou het wel fijn vinden als mensen aan mijzelf vragen waarom ik bijvoorbeeld in zonnebril draag, dan dat ze aan mijn moeder gaan uitleggen hoe ongezond het is om altijd een zonnebril te dragen’, legt ze uit. ‘Een open gesprek is heel belangrijk om bewustzijn te creëren.’  

Daarnaast vallen mensen met een beperking, zoals albinisme, ook vaak tussen wal en schip qua zorg en onderwijs. Abbing is vrouw, heeft dyslexie, is slechtziend en is geboren met albinisme. Dat zijn allemaal vinkjes die het je soms moeilijk maken om normaal mee te draaien. ‘Aangezien ik een visuele beperking heb, ben ik van het algemeen onderwijs overgeplaatst naar een school voor mensen met een visuele beperking. Maar daar zijn ze niet gespecialiseerd in dyslexie, waardoor ik eigenlijk niet goed onderwijs kreeg’, legt Abbing uit. Voor professionals in het sociaal domein is het daarom belangrijk om intersectioneel te leren denken.   

Intersectionaliteit is eigenlijk een denkkader waarmee je dit soort problemen kan blootleggen. De zogenaamde ‘intersecties’ zijn de kruispunten tussen verschillende identiteitskenmerken, zoals seksualiteit, etniciteit, gender en handicap. Als een professional uit het sociaal domein alle identiteitskenmerken in acht neemt kan je passendere hulp bieden.   

* In dit artikel spreken we nadrukkelijk over ‘mensen met albinisme’ in plaats van ‘albino’. Bij ‘albino’ lijkt het net alsof je het over een object hebt. Bij ‘mensen met albinisme’ laat je zien dat je het over een persoon hebt die daarnaast een beperking heeft. Dit heeft een heel andere lading.  

Niet snel gechoqueerd: Verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten van Vraagwijzer Rotterdam

Niet snel gechoqueerd: Verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten van Vraagwijzer Rotterdam

Meer dan de helft van de consulenten van Vraagwijzer Rotterdam die de digitale vragenlijst hebben ingevuld, ervaren discriminatie tijdens het werk. Dat is een van de conclusies uit de verkenning naar ervaren en gesignaleerde discriminatie door consulenten. Aan deze verkenning hebben dertig consulenten van de afdeling Vraagwijzer meegedaan.

Consulenten van deze afdeling van de gemeente Rotterdam komen in hun werk regelmatig in aanraking met discriminatie. De afdeling Vraagwijzer heeft binnen het Rotterdamse sociaal domein een belangrijke functie als laagdrempelige toegangspoort tot ondersteuning en zorg. Medewerkers van Vraagwijzer werken met cliënten in een kwetsbare situatie bij wie de emoties hoog zitten. De cliënten hebben diverse achtergronden, evenals de medewerkers van de afdeling Vraagwijzer bij wie zij aan de balie komen voor hulp.

In deze verkenning beantwoorden we de vragen ‘op welke manieren komen medewerkers Vraagwijzer tijdens hun werk in aanraking met discriminatie?’ En ‘Hoe reageren medewerkers van Vraagwijzer op ervaren en/of gesignaleerde discriminatie.

Wat is intersectionaliteit?

Wat is intersectionaliteit?

Mensen kunnen discriminatie meemaken, of juist privilege, op basis van hun verschillende identiteitskenmerken. Identiteitskenmerken zijn bijvoorbeeld je seksualiteit, etniciteit, gender, religie en klasse. Waar diversiteit vaak gaat over deze losse hokjes, gaat intersectionaliteit juist over het ingewikkelde samenspel van al deze verschillende kenmerken en hoe dit je positie in de maatschappij bepaalt. Een ander woord voor intersectionaliteit is kruispuntdenken.  

De 14 assen van identiteitsvorming door Helma Lutz

Om maar een voorbeeld te noemen. Iemand kan vrouw zijn en zwart. En slechtziend. En alleenstaande moeder. Hiermee heb je heel andere ervaringen in de maatschappij dan wanneer je slechts één van deze identiteitskenmerken hebt. Als je aan dit lijstje toevoegt dat diegene rijk is, dan neemt ze weer een heel andere positie aan in de maatschappij dan wanneer diegene rond de armoedegrens leeft. 

De term ‘intersectionaliteit’ is in 1989 bedacht door de Amerikaanse rechtsgeleerde Kimberlé Crenshaw.

Crenshaw dook in een aantal rechtszaken rond discriminatie van zwarte vrouwen op de arbeidsmarkt. Daar stuitte ze op een probleem: zwarte vrouwen verloren hun zaken vaak omdat ze tussen wal en schip vielen. In die tijd bestond er al wel een antidiscriminatiewetgeving, maar deze was niet voldoende.  

Een zwarte vrouw die niet wordt aangenomen voor een bepaalde baan kon met die wetgeving nog niet aantonen dat er racisme in het spel was. Bij de desbetreffende bedrijven werkten namelijk ook zwarte mannen. Tegelijkertijd kon ze ook niet aantonen dat ze gediscrimineerd werd op basis van gender, aangezien er ook vrouwen werkten. Maar dit waren witte vrouwen. En precies hier zat het probleem. Veel rechters leken niet te beseffen dat een combinatie van gender en etniciteit óók – of juist – voor discriminatie kan zorgen. De kandidates werden benadeeld bij het solliciteren omdat ze zwart én vrouw waren.  

Na deze constatering heeft Crenshaw een sociologisch denkkader ontwikkeld waarmee je dit soort problemen kan blootleggen. Ze noemde dit denkkader intersectionaliteit. De zogenaamde ‘intersections’ zijn de kruispunten tussen verschillende identiteitskenmerken: seksualiteit, etniciteit, gender, religie, klasse etc. De kruisingen van deze verschillende factoren zegt iets over de mate van discriminatie die je kan ervaren. 

Het in praktijk brengen van intersectionaliteit 

Het allerbelangrijkste is educatie en bewustwording. Probeer altijd breed te denken en werken. Zie je een voorbeeld van racisme, stel jezelf dan de vraag of er ook sprake is van seksisme. Zie je iets dat seksistisch lijkt, stel jezelf de vraag wat er misschien ook religieus aan is. Deze methode dwingt je om te zoeken naar zowel voor de hand liggende als niet voor de hand liggende verbanden. De lijst met intersecties is oneindig lang, dus ook het aantal ‘andere vragen’ is oneindig lang. In de afbeelding hieronder zie je een greep van verschillende identiteitskenmerken waaraan je kan denken als je het intersectionele denkkader gebruikt. 

Een afbeelding van verschillende identiteitskenmerken

Verschillende identiteitskenmerken. Deze illustratie is niet compleet, maar schetst wel een beeld van waar je aan kan denken.

Wil je meer weten over het thema intersectionaliteit? Kom dan naar ons kennisatelier ‘Duizend redenen om strijdbaar te zijn’. Op deze dag staat intersectionaliteit, vrouwenemancipatie en genderdiversiteit in al haar vormen centraal. Klik hier voor meer informatie of om je aan te melden.

IDEM Kennisatelier: Duizend redenen om strijdbaar te zijn op 28 februari

IDEM Kennisatelier: Duizend redenen om strijdbaar te zijn op 28 februari

IDEM Kennisatelier: Duizend redenen om strijdbaar te zijn

Tijdens het kennisatelier ‘Duizend redenen om strijdbaar te zijn’ vieren we vrouwenemancipatie en genderdiversiteit in al haar vormen. We staan stil bij intersectionaliteit – ook wel kruispuntdenken genoemd – binnen het feminisme. Intersectionaliteit gaat over hoe verschillende identiteitskenmerken (gender, seksualiteit, etniciteit, klasse e.d.) elkaar beïnvloeden met als gevolg dat je op verschillende manieren met discriminatie te maken kan krijgen. Iemand kan bijvoorbeeld vrouw zijn en zwart. En slechtziend. En alleenstaand moeder. Daarmee heb je heel andere ervaringen in de wereld dan wanneer je alleen één van deze identiteitskenmerken hebt.

Kom naar ons kennisatelier op woensdag 28 februari om meer kennis op te doen over intersectionaliteit, hoe het eruit ziet binnen de vrouwenemancipatie en hoe jij als professional binnen het sociaal domein ermee te maken krijgt. Laat je inspireren door krachtige personen en denk samen na over hoe intersectionaliteit doorwerkt in jouw werk en in je persoonlijke leven. 

Praktische informatie 

Datum 
Woensdag 28 februari 2024

Waar? 
Huis van de Wijk Post West, De Zonnezaal, Tidemanstraat 80, 3022 SM Rotterdam

Voor wie?  
Rotterdamse sociale professionals die zich (willen gaan) inzetten voor een inclusieve stad, en met elkaar kennis en ideeën willen uitwisselen over de thema’s inclusie, discriminatie, LHBTQIA+ en emancipatie.

Programma

10:00 – Inloop

10:30 – Welkomstwoord en kennismaking

11:00 – Keynote speakers met groepsgesprekken:

  • Dr. Aisa Manlosa, deskundige gender en duurzaamheid (Universiteit Leiden)
  • Xueli Abbing, UNESCO Goodwill Ambassador
  • Dr. Isabel Hoving, deskundige gender-geschiedenis en voormalig Diversity Officer (Universiteit Leiden) 

13:00 – Netwerklunch

Kennismakelaar Niki Haringsma: ‘Bij kennisoverdracht is cultuursensitief werken heel belangrijk.’

Kennismakelaar Niki Haringsma: ‘Bij kennisoverdracht is cultuursensitief werken heel belangrijk.’

Rotterdam is één van de meest diverse steden van Europa met zo’n 170 verschillende nationaliteiten. Het is een plek waar culturen en verschillende groepen mensen al heel erg lang samenwonen. Volgens IDEM’s nieuwe kennismakelaar Niki Haringsma ‘is Rotterdam meer spaghetti dan een lappendeken, waardoor je het risico loopt dat mensen langs elkaar heen lopen. Mijn uitdaging is om mensen met elkaar in verbinding te brengen die misschien allang naast elkaar staan, maar elkaar nog niet hebben gezien.’

Niki werkt sinds januari 2024 bij IDEM Rotterdam om verbinding te leggen tussen kennis, mensen, organisaties en mogelijkheden. Voordat Niki bij IDEM kwam werken, werkte hij in de diplomatieke wereld waar hij marktonderzoek deed op cultureel gebied. Daarbinnen heeft hij zich veel beziggehouden met diversiteit en inclusie. Hij vindt het erg leuk om zich nu bij IDEM voltijd bezig te houden deze thema’s.

Waarom heb je besloten om deze overstap te maken?

‘Vanwege mijn ervaringsdeskundigheid. Ik ben namelijk opgegroeid als meisje, en leef nu als androgyn persoon. Sommige mensen noemen dat ook non-binair. Daarbinnen ben ik een ‘hij’. In de maatschappij wordt dit helaas nog niet altijd begrepen. Voor mij is dit een enorme drijfveer om kennis over diversiteit en inclusiviteit te delen.’

Wat ga je precies doen bij IDEM?

‘Ik ben kennismakelaar, wat inhoudt dat ik de verbinding leg tussen kennis die beschikbaar is en kennis die de mensen nodig hebben. Dat doe ik door contacten te leggen, door informatie samen te vatten op een toegankelijk manier, en door ook de verbinding te leggen tussen de verschillende aspecten van kennis en daar de intersectionaliteit in te vinden.’

“Intersectionaliteit gaat over de verschillende identiteitskenmerken (gender, seksualiteit, etniciteit, klasse e.d.) elkaar beïnvloeden met als gevolg dat je op verschillende manieren met discriminatie te maken kan krijgen. Iemand kan bijvoorbeeld een vrouw van kleur zijn. En slechtziend. En alleenstaand moeder. Daarmee heb je heel andere ervaringen in de wereld dan wanneer je alleen één van deze identiteitskenmerken hebt. Voeg eraan toe dat deze persoon misschien rond de armoedegrens leeft, dan neemt ze weer een heel andere positie aan in de maatschappij dan iemand die rijk geboren is. Dat is kortgezegd intersectionaliteit.”

Wat denk je allemaal tegen te komen in Rotterdam? En waar ligt voor jou de uitdaging?

‘Zelf ben ik geboren en getogen in Rotterdam. Rotterdam is één van de meest diverse steden van Europa, met zo’n 170 verschillende nationaliteiten. Wat ik veel om me heen zie is polarisatie. Ik denk dat ik veel mensen ga tegenkomen die ik inzichten en steun kan bieden. Rotterdam voelt meer als spaghetti dan een lappendeken: groepen liggen niet afgebakend naast elkaar, maar slingeren juist door elkaar heen. Hierdoor loop je ook het risico dat mensen langs elkaar heen lopen. Mijn uitdaging is om mensen met elkaar in verbinding te brengen die misschien allang naast elkaar staan, maar elkaar nog niet hebben gezien.’

Op welke manier wil je mensen met elkaar in verbinding brengen?

‘Door in dialoog te blijven, en ook goed te luisteren naar wat de hulpvragen zijn. Het belangrijkste voor mij is om verbinding te maken en kennis te delen in begrijpelijke taal. Dit doe ik onder andere door te zorgen dat kennis toegankelijk is voor mensen met alle mogelijke achtergronden. Bij kennisoverdracht is cultuursensitief werken heel belangrijk, en ook sensitiviteit voor dingen als neurotype (mensen met autisme, ADHD, enz.) of taalniveau. Ik wil graag zorgen dat ik iedereen kan betrekken bij de kennisoverdracht die we maken en dat niemand zich dus buitengesloten voelt. Voor mij is het ook belangrijk dat mensen die elkaar daarbinnen kunnen helpen, elkaar ook weten te vinden.’

Waar ligt jouw expertise?

‘Ik heb goede kennis over het domein zorg, en binnen werkzaken heb ik veel kennis over HR-beleid. Bij plekken waar ik nog te leren heb kan ik altijd op mijn collega’s bouwen. Binnen IDEM hebben we een gigantisch netwerk aan kennis, dus er is altijd wel een antwoord beschikbaar. Mijn persoonlijke expertise ligt in queer emancipatie, in neurodiversiteit en de overlap daarvan.’

Waar kunnen mensen jou vinden?

‘Sowieso mag je me altijd een uitnodiging sturen voor je eigen evenement. Maar je kan ook naar ons kennisatelier of netwerkcafé komen. Mocht je 1 op 1 met mij willen spreken, dan kun je me altijd bereiken via de website of via n.haringsma@radar.nl.’

Nieuw in de Kennisbank: Waar liggen de risico’s van discriminatie in het onderwijs en waar kunnen ouders/verzorgers terecht met een klacht?

Nieuw in de Kennisbank: Waar liggen de risico’s van discriminatie in het onderwijs en waar kunnen ouders/verzorgers terecht met een klacht?

Iedere maand wordt onze Kennisbank aangevuld met de nieuwste onderzoeken en publicaties op het gebied van inclusie, discriminatie en (LHBTIQ+) emancipatie. In de rubriek ‘Nieuw in de Kennisbank’ lichten we een van de publicaties uit. Deze keer een rapport van het Kennisplatform inclusief samenleven (KIS): ‘Discriminatie bij het schooladvies.’

In het rapport geeft KIS weer wat er wettelijk is vastgelegd over het proces van advisering, welke keuzes onderwijsinstellingen en individuele onderwijsprofessionals zelf maken en waar, binnen deze keuzes, er ruimte kan zijn voor bias, vooroordelen en discriminatie. In totaal zijn zeven (mogelijke) risico’s op bias, vooroordelen en discriminatie vastgesteld, en twee (mogelijke) risico’s die breder invloed kunnen hebben op ongelijke kansen van kinderen, maar waarbij het nog onvoldoende helder is of en hoe bias, vooroordelen en discriminatie hierin een rol kunnen spelen.

Wat betekenen de termen bias, vooroordelen en discriminatie?

Vooroordelen zijn meningen over een persoon of een groep mensen die meestal negatief zijn en gebaseerd zijn op een soort standaardbeeld (ook wel een stereotype genoemd).

Een bias hebben betekent dat je (onbewust) dezelfde feiten of hetzelfde gedrag anders beoordeelt. Zo’n vertekend beeld kan ontstaan door vooroordelen over bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond en/of mensen van kleur, en dat kan leiden tot discriminatie. Vooroordelen zijn dus alleen de ideeën over een persoon of een groep mensen, maar als je daar ook naar handelt spreek je over bias.

Discriminatie is wanneer mensen anders worden behandeld, achtergesteld of buitengesloten vanwege identiteitskenmerken, zoals huidskleur, gender of seksualiteit.

Melding maken van discriminatie

Ook beschrijft KIS welke mogelijkheden er voor leerlingen, ouders en verzorgers zijn om mogelijke bias, vooroordelen en discriminatie in de schooladviesprocedure aan te kaarten. Zo blijken er meerdere plekken en organisaties te zijn waar ouders en verzorgers (zowel binnen en buiten het onderwijsveld) terechtkunnen voor informatie en advies, en ook waar zij melding kunnen maken van discriminatie. Tegelijkertijd heeft geen enkele daarvan de bevoegdheid om de onderwijsinstelling aan te spreken en/of te toetsen op de juistheid van het schooladvies in individuele gevallen. De enige instelling die daar wél bevoegdheid tot heeft is de onderwijsinstelling zelf.

Handreiking

De resultaten uit het onderzoeksrapport zijn vertaald naar een aparte handreiking voor ouders en/of verzorgers. Zij vinden in de handreiking dezelfde informatie als in het onderzoeksrapport, alleen dan toegankelijker beschreven. Ook zijn in de handreiking directe links opgenomen, zodat ouders en/of verzorgers gelijk kunnen doorklikken voor meer informatie.  Je vindt de handreiking via deze link.

Meer lezen