Mensen kunnen discriminatie meemaken, of juist privilege, op basis van hun verschillende identiteitskenmerken. Identiteitskenmerken zijn bijvoorbeeld je seksualiteit, etniciteit, gender, religie en klasse. Waar diversiteit vaak gaat over deze losse hokjes, gaat intersectionaliteit juist over het ingewikkelde samenspel van al deze verschillende kenmerken en hoe dit je positie in de maatschappij bepaalt. Een ander woord voor intersectionaliteit is kruispuntdenken.  

De 14 assen van identiteitsvorming door Helma Lutz

Om maar een voorbeeld te noemen. Iemand kan vrouw zijn en zwart. En slechtziend. En alleenstaande moeder. Hiermee heb je heel andere ervaringen in de maatschappij dan wanneer je slechts één van deze identiteitskenmerken hebt. Als je aan dit lijstje toevoegt dat diegene rijk is, dan neemt ze weer een heel andere positie aan in de maatschappij dan wanneer diegene rond de armoedegrens leeft. 

De term ‘intersectionaliteit’ is in 1989 bedacht door de Amerikaanse rechtsgeleerde Kimberlé Crenshaw.

Crenshaw dook in een aantal rechtszaken rond discriminatie van zwarte vrouwen op de arbeidsmarkt. Daar stuitte ze op een probleem: zwarte vrouwen verloren hun zaken vaak omdat ze tussen wal en schip vielen. In die tijd bestond er al wel een antidiscriminatiewetgeving, maar deze was niet voldoende.  

Een zwarte vrouw die niet wordt aangenomen voor een bepaalde baan kon met die wetgeving nog niet aantonen dat er racisme in het spel was. Bij de desbetreffende bedrijven werkten namelijk ook zwarte mannen. Tegelijkertijd kon ze ook niet aantonen dat ze gediscrimineerd werd op basis van gender, aangezien er ook vrouwen werkten. Maar dit waren witte vrouwen. En precies hier zat het probleem. Veel rechters leken niet te beseffen dat een combinatie van gender en etniciteit óók – of juist – voor discriminatie kan zorgen. De kandidates werden benadeeld bij het solliciteren omdat ze zwart én vrouw waren.  

Na deze constatering heeft Crenshaw een sociologisch denkkader ontwikkeld waarmee je dit soort problemen kan blootleggen. Ze noemde dit denkkader intersectionaliteit. De zogenaamde ‘intersections’ zijn de kruispunten tussen verschillende identiteitskenmerken: seksualiteit, etniciteit, gender, religie, klasse etc. De kruisingen van deze verschillende factoren zegt iets over de mate van discriminatie die je kan ervaren. 

Het in praktijk brengen van intersectionaliteit 

Het allerbelangrijkste is educatie en bewustwording. Probeer altijd breed te denken en werken. Zie je een voorbeeld van racisme, stel jezelf dan de vraag of er ook sprake is van seksisme. Zie je iets dat seksistisch lijkt, stel jezelf de vraag wat er misschien ook religieus aan is. Deze methode dwingt je om te zoeken naar zowel voor de hand liggende als niet voor de hand liggende verbanden. De lijst met intersecties is oneindig lang, dus ook het aantal ‘andere vragen’ is oneindig lang. In de afbeelding hieronder zie je een greep van verschillende identiteitskenmerken waaraan je kan denken als je het intersectionele denkkader gebruikt. 

Een afbeelding van verschillende identiteitskenmerken

Verschillende identiteitskenmerken. Deze illustratie is niet compleet, maar schetst wel een beeld van waar je aan kan denken.

Wil je meer weten over het thema intersectionaliteit? Kom dan naar ons kennisatelier ‘Duizend redenen om strijdbaar te zijn’. Op deze dag staat intersectionaliteit, vrouwenemancipatie en genderdiversiteit in al haar vormen centraal. Klik hier voor meer informatie of om je aan te melden.