Nieuw in de Kennisbank: De Emancipatiemonitor 2022

Nieuw in de Kennisbank: De Emancipatiemonitor 2022

Iedere maand wordt onze Kennisbank aangevuld met de nieuwste onderzoeken en publicaties op het gebied van inclusie, discriminatie en (LHBTIQ+)emancipatie. In de rubriek ‘Nieuw in de Kennisbank’ lichten we een van de publicaties uit. Deze keer duiken we de cijfers in met een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek: Emancipatiemonitor 20222.

In de twaalfde editie van de Emancipatiemonitor presenteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de meest recente gegevens over de positie van mannen en vrouwen op de terreinen onderwijs, inkomen, arbeid, werken en zorgen, slachtofferschap en veiligheid, en gezondheid.

Loonkloof op de arbeidsmarkt

Uit de nieuwste monitor blijkt dat 77,1 procent van de vrouwen tussen 15 en 65 jaar en die geen onderwijs volgen betaald werk hebben. Bij de mannen is dit 86,8 procent. Van die mannen werkt 2 op de 10 parttime, tegenover 7 op de 10 werkende vrouwen.

Van alle vrouwen was twee derde economisch zelfstandig. Daarvan wordt gesproken als zij met werken minimaal het bijstandsniveau verdienen (1080 euro netto per maand). Van de mannen is 81 procent economisch zelfstandig. Mannen werken vaker voltijd en verdienen ook per uur meer dan vrouwen. Deze loonkloof tussen mannen en vrouwen is in Nederland groter dan in de meeste andere landen in de Europese Unie.

Topfuncties

Het aantal vrouwen in politieke functies is toegenomen op vrijwel alle niveaus. Van de topposities bij de Rijksoverheid wordt 42 procent bekleed door een vrouw. Bij non-profitorganisaties hebben ook veel vrouwen een topfunctie, maar in het bedrijfsleven blijft dit nog sterk achter.

Femicide

In 2021 zijn 38 vrouwen door geweld om het leven gekomen en 88 mannen. Bij mannen was de vermoedelijke dader vaak een kennis, maar bij vrouwen was het in het merendeel van de gevallen de partner of ex-partner. Wanneer vrouwen vermoord worden door hun partner of ex-partner (letterlijk, vanwege hun vrouw-zijn) wordt dat femicide genoemd.

In de monitor komen nog veel andere onderwerpen aan bod. De gehele monitor is te vinden op de website van het CBS.

Meer lezen

Ben je benieuwd welke andere titels deze maand zijn toegevoegd aan de Kennisbank? Kijk dan snel naar de hele update.

Sjaak van der Linde: “Rechtvaardigheid heb ik van huis uit meegekregen”

Sjaak van der Linde: “Rechtvaardigheid heb ik van huis uit meegekregen”

Sjaak van der Linde is de nieuwe directeur-bestuurder van RADAR, Art. 1 en IDEM Rotterdam. Tien jaar geleden verruilde hij zijn economische carrière voor een loopbaan in de maatschappelijke en sociale sector. “Er is nog steeds een scheefgroei in de kansen die mensen krijgen.”

Sjaak van der Linde begint op 1 februari als directeur-bestuurder van RADAR, Art.1 en IDEM Rotterdam. Vlak voordat hij aan deze nieuwe baan begint, ging hij nog een paar dagen schaatsen op de Weissensee en aansluitend cultuur snuiven in München. Om het hoofd leeg te maken. Hij houdt van sport: is een fervent hardloper, fietser, schaatser en doet aan yoga. “Ook voor organisaties is het belangrijk dat ze in beweging blijven”, zegt hij. “Dat doe je onder meer door leiderschap te tonen, je aan te passen aan de relevante ontwikkelingen, door hierover goede gesprekken te voeren met elkaar, waar nodig urgentie te creëren en elkaar ruimte te geven voor ontwikkeling.”

Gevraagd naar woorden die hem typeren, noemt hij ‘beschouwend’ en ‘daadkrachtig’. Ogenschijnlijk een tegenstelling, maar Sjaak onderstreept dat het één niet zonder het ander kan: “Ik heb vanuit mijn rol geregeld de behoefte zaken op enige afstand te bekijken om te helpen zorgen dat we ‘de juiste dingen doen’. Hierbij wil ik niet te snel oordelen om een goed beeld te krijgen van de context. Aan de andere kant wil ik vooruit en moet je geen zaken laten liggen die vragen om een besluit. Ook dat is mede mijn taak.”

Rechtvaardigheid

“Wat ik van huis uit heb meegekregen is een gevoel voor rechtvaardigheid. Ik maak me zorgen over hoe de welvaart is verdeeld en hoe rechtvaardig dat tot stand komt. Er is nog steeds een scheefgroei in de kansen die mensen krijgen. Recent las ik het werk van Piketty en dat bevestigt en verdiept mijn beeld daarvan. Voor sommigen lijkt het alsof ze niet succesvol mogen zijn. Dat raakt zeer aan het thema gelijke behandeling waar RADAR, Art.1 en IDEM Rotterdam zich voor inspannen. De functie bij deze organisaties sprak me direct aan. Al ben ik me daarbij ook bewust van mijn positie als witte man met dan geen zeven, maar wel zes vinkjes.”

Vroeg groot

“Als kinderen in een gezin met twee dove ouders, waren mijn broer, zussen en ik al vroeg groot. Gesprekken met school of instanties, kwamen meestal op mijzelf neer. Het kwam regelmatig voor dat mijn vader anders werd behandeld door zijn doofheid: toen hij zijn baan verloor, in gesprekken met instanties als de gemeente of de bank en dorpsgenoten die het lastig vonden of soms zelfs weigerden met hem in gesprek te gaan. Steun van een organisatie als RADAR was in die tijd zeer welkom geweest.”

Beperking

“Mijn vader was stoffeerder, hij verstond zijn vak. Maar hij was een slimme man die liever iets met zijn hoofd in plaats van zijn handen had gedaan. Dat was toen niet mogelijk door zijn beperking. Dat ik wel de kans heb gekregen om te studeren, vind ik een groot voorrecht. Na mijn studie ben ik aan de slag gegaan als consultant en later als interimmanager. Ik kijk daar nu op terug als een vlucht uit de armoede en gevoelde beperkingen in mijn jeugd. Uiteindelijk voel ik me beter thuis in de maatschappelijke en sociale sector, omdat dit raakt aan mijn identiteit.”

Ongemakkelijk

“Het valt me nu ook op hoe groot de rol van discriminatie en gelijke behandeling is in het publieke debat. Elke dag kun je er wel wat over vinden in het nieuws. Het is niet altijd een makkelijk onderwerp want het roept veel emoties op. Als ik erover praat met mensen in mijn directe omgeving kan het zeker ongemakkelijk worden. Ik vind dat niet per se vervelend want het betekent dat je iets wezenlijks raakt. In mijn jeugd heb ik normen en waarden meegekregen waar we anno nu heel anders naar kijken. De weg naar een inclusieve samenleving is wat dat betreft ook een persoonlijke ontwikkeling.”

Over Sjaak van der Linde

Sjaak van der Linde (9 december 1970) is per 1 februari 2023 directeur-bestuurder bij Stichting RADAR Inc. Hij studeerde bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit en rondde daarna een postdoctorale controlleropleiding af. Hij startte zijn loopbaan als consultant bij KPMG Management Consulting. In 2013 maakte hij de overstap naar maatschappelijke en sociale sector. Hij was werkzaam als manager bij Raamwerk (gehandicaptenzorg) en als directeur bij Participe (welzijn en zorg). Voor hij bij RADAR, Art.1 en IDEM Rotterdam aan de slag gaat was hij directeur bij Bibliotheek AanZet. Sjaak groeide op in Nieuwerkerk aan de IJssel en woont sinds 1992 in Rotterdam. Hij is getrouwd met Carola en heeft twee dochters: Puck en Isabel.

Deel jouw ervaringen en ideeën over inclusie in het onderwijs

Deel jouw ervaringen en ideeën over inclusie in het onderwijs

IDEM Rotterdam doet onderzoek naar diversiteit en inclusie binnen het voortgezet onderwijs in Rotterdam. Op welke manieren investeren middelbare scholen in inclusie en daarmee in kansengelijkheid? Welke succesverhalen hebben scholen als het gaat om diversiteit en inclusie? En welke uitdagingen komen zij tegen? Deze vragen leggen we voor aan professionals in het onderwijs.

Verschillende experts van Stichting School en Veiligheid, de VO-raad, Stichting de Transformatieve School en een docent uit het netwerk diversiteit en inclusie van de Algemene Onderwijsbond zijn de afgelopen periode geïnterviewd door IDEM-onderzoekers Bauke Fiere en Inte van der Tuin. De gesprekken zijn de eerste stap in het onderzoek naar diversiteit en inclusie in het Rotterdamse voortgezet onderwijs.

Ben jij als docent of teamleider werkzaam in het Rotterdamse voortgezet onderwijs en wil jij (anoniem) jouw ervaringen met ons delen? Neem dan contact op met onderzoeker Teuntje Vosters via t.vosters@radar.nl of 06-44092544.

Een avond in de week jezelf zijn bij het Transkoor 010

Een avond in de week jezelf zijn bij het Transkoor 010

Zingen, kletsen en jezelf zijn: het Transkoor 010 is een hecht en gezellig koor. IDEM Rotterdam nam een kijkje bij een van de repetities. ‘Of je wel of niet kan zingen, maakt niet uit!’

Zo’n tien vrolijke mensen staan vol overgave op het podium. Sommigen hebben een map met teksten in hun hand, anderen spieken af en toe op hun telefoon en een enkeling kent alle lyrics uit het hoofd. Imagine van John Lennon, Call me van Blondie en een zelfgeschreven tekst op Het duurt te lang van Davina Michelle passeren de revue. Want wachten op transzorg… dat duurt echt te lang.

Het is de laatste repetitie voor het eindejaarsoptreden. Of de koorleden veel publiek verwachten voor de show? Misschien wel helemaal niemand. Maar daar gaat het niet om bij het Transkoor 010. Hier komen deze vrouwen en mannen, jong en oud, om te zingen. En om een avondje helemaal zichzelf te kunnen zijn.

De repetitie in het gebouw van Humanitas aan de Pieter de Hoochweg in Rotterdam, begint met een kopje koffie of thee. Tijd om bij te kletsen – over nieuwe outfits, of er al een nieuwe locatie is gevonden voor de repetities. ‘De hele week begeef je je in een cis-wereld’, zegt Mila, die al vanaf het eerste begin bij het koor zit. ‘Maar niet deze ene avond in de week, hier kunnen we helemaal onszelf zijn.’ Niet veel later begint de repetitie en lopen de koorleden kriskras door elkaar door de zaal voor de opwarming. Niet alleen de stem, maar het hele lichaam wordt opgewarmd.

Gedeelde passie

Het Transkoor 010 werd in 2016 opgericht, vertellen enkele leden die er al vanaf het begin bij zijn. Of nou ja, opgericht… Het is eigenlijk gewoon ontstaan. Bij Humanitas kwamen trans personen bij elkaar in een jongerengroep. Hier konden ze met elkaar praten over hun genderidentiteit, een eventuele transitie en moeilijkheden waar ze tegenaan liepen. Zou het niet eens leuk zijn om iets te gaan doen, in plaats van alleen maar praten? Iets leuks, in plaats van focussen op de zware kanten van het leven?

Al snel bleek zingen een gedeelde passie voor velen. ‘En of je wel of niet kan zingen, maakt niet uit’, zegt dirigente Nadja. Dat zij als enige van het koor geen trans persoon is, maakt de koorleden ook niet uit. ‘Het gaat hier om het zingen, om het samenzijn, om te kunnen zijn wie je bent’, zegt Mila. ‘En voor sommigen kan zingen helpen om te leren omgaan met de veranderingen die hun stem doormaakt als ze eenmaal hormonen nemen’, licht Nadja toe, ‘al doen veruit de meesten gewoon mee omdat ze het leuk vinden.’

Aardig onderweg

Het koor ontving in 2016 de RET Aardig Onderweg Award in de categorie ‘samenleven’. Dat leverde heel wat publiciteit op. ‘Dat is alweer zes jaar geleden’, blikt Mila terug. ‘We zagen er toen ook nog heel anders uit. Het is leuk om de veranderingen van iedereen van dichtbij meegemaakt te hebben. En vooral om te zien dat we veel meer zelfvertrouwen hebben gekregen!’ Reno, een van de koorleden van het eerste uur, vult aan: ‘Als je hier binnenkomt kan je gewoon jezelf zijn, want we accepteren elkaar gewoon. En het hoeft hier niet te gaan over je genderidentiteit, want dat begrijpen we allemaal al van elkaar.’

Vriendschappen

Zingen, dus, en samen plezier maken. ‘Iedereen mag liedjes aandragen die diegene leuk vindt’, legt Reno uit. ‘Samen bepalen we dan welke er uiteindelijk in het repertoire komen.’ Door de laagdrempeligheid en de informele sfeer gaat Reno, ook na zes jaar, nog altijd met veel plezier naar de repetities. ‘Het lijkt mij wel leuk om in de toekomst weer optredens te doen’, zegt hij, ‘maar nog niet iedereen is daar klaar voor. Daarom blijven we nu vooral oefenen.’

En leuke dingen doen, want sommige leden zien elkaar ook buiten het koor. ‘Er zijn vriendschappen ontstaan uit het koor’, vertelt Reno. ‘Want het is gewoon een hele gezellige, hechte groep.’

Meezingen?

Zing jij altijd onder de douche, maar wil je liever met anderen zingen? Zou je wel eens willen meedoen met het Transkoor 010? Of ken jij iemand die hier heel vrolijk van zou worden? Het Transkoor 010 heet nieuwe leden van harte welkom. Mail voor meer informatie naar transkoor010@gmail.com

Nieuw in de Kennisbank: ‘De positie van lhbti+ personen met een beperking versterken’

Nieuw in de Kennisbank: ‘De positie van lhbti+ personen met een beperking versterken’

Iedere maand wordt onze Kennisbank aangevuld met de nieuwste onderzoeken en publicaties op het gebied van inclusie, discriminatie en (LHBTIQ+)emancipatie. In de rubriek ‘Nieuw in de Kennisbank’ lichten we een van de publicaties uit. Deze keer een handreiking van Movisie: ‘De positie van lhbti+ personen met een beperking versterken’.

Het is niet bekend hoeveel mensen met een beperking homoseksueel, lesbisch, biseksueel, transgender of intersekse persoon zijn. Maar 4 tot 7 procent van de bevolking is LHBTIQ+, dus de kans dat je als professional te maken krijgt met een LBHTIQ+ persoon is er zeker. Wat zijn de knelpunten van deze specifieke groep en hoe kun je daar als professional het beste mee omgaan?

Toegankelijkheid

Bijeenkomsten of evenementen voor LHBTIQ+ – personen zijn niet altijd toegankelijk voor mensen met een beperking. Zo zal de Pride misschien lastig zijn voor iemand met autisme. En bij activiteiten voor of hulp aan mensen met een beperking, wordt er mogelijk te weinig rekening gehouden met de seksualiteit van die persoon.

Handreiking

Movisie maakte daarom een handreiking voor sociaal professionals om manieren te delen waarop je de positie van LHBTIQ+ personen met een beperking kan versterken. Denk aan mensen betrekken bij beleid, letten op de toegankelijkheid van roze evenementen en sekse- en genderdiversiteit binnen de zorg bespreekbaar te maken.  

Meer lezen

Ben je benieuwd welke andere titels deze maand zijn toegevoegd aan de Kennisbank? Kijk dan snel naar de hele update.

Inclusie in de klas? Zorg voor een inclusieve werksfeer onder docenten

Inclusie in de klas? Zorg voor een inclusieve werksfeer onder docenten

De sfeer en samenwerking binnen de schoolorganisatie zijn bepalend voor de mate van inclusie in de klas. Dat blijkt uit gesprekken die onderzoekers van IDEM Rotterdam voerden met verschillende experts voor het IDEM-onderzoek naar diversiteit en inclusie in het Rotterdamse voortgezet onderwijs.  

Verschillende experts van Stichting School en Veiligheid, de VO-raad, Stichting de Transformatieve School en een docent uit het netwerk diversiteit en inclusie van de Algemene Onderwijsbond zijn de afgelopen periode geïnterviewd door IDEM-onderzoekers Bauke Fiere en Inte van der Tuin. De gesprekken zijn de eerste stap in het onderzoek naar diversiteit en inclusie in het Rotterdamse voortgezet onderwijs.  

Inclusie in het onderwijs is een breed en complex thema, zo wordt duidelijk uit de gesprekken. Daarom hebben mensen er verschillende beelden bij. Voor de een zal de focus liggen op inclusie van kinderen met een migratieachtergrond, voor de ander op emancipatie van LHBTIQ+ personen en een expert van de VO-raad benoemt dat er voldoende aandacht moet blijven voor kinderen met een beperking.   

Sociale en onderwijskundige inclusie 

In het onderzoek van IDEM ligt de nadruk op het aansluiten bij verschillende startposities, of leefwerelden, van leerlingen met en zonder beperking. De Transformatieve School spreekt over ‘sociale inclusie’ en ‘onderwijskundige inclusie’. Sociale inclusie in de klas gaat over veiligheid en ‘ruimte bieden aan leerlingen om echt gezien te worden’. Deze veiligheid ontstaat wanneer het risico op ‘sociale pijn’ geminimaliseerd wordt en zowel de onderwijsprofessionals als de leerlingen het gevoel hebben erbij te horen.  

Bij onderwijskundige inclusie gaat het om het hebben van hoge, positieve verwachtingen van alle leerlingen. Hiermee wordt een omgeving gecreëerd waarin alle leerlingen ‘zich onderdeel voelen van het leerproces, succeservaringen opdoen en versterkt raken in het geloof in eigen kunnen’.  

Beide vormen van inclusie zijn belangrijke voorwaarden voor kansengelijkheid. Zowel De Transformatieve School als de VO-raad benadrukken dat een school een ‘mini-samenleving’ is, waarbinnen onderwijsprofessionals voorleven hoe leerlingen op een gelijkwaardige en inclusieve manier met elkaar kunnen omgaan. 

Sfeer en samenwerking 

De geïnterviewde experts benadrukken dat de sfeer en de samenwerking binnen de schoolorganisatie bepalend zijn voor inclusie in de hele school. In hoeverre worden onder meer verschillende culturele achtergronden, religies, genders en seksuele orientaties weerspiegeld in het schoolbestuur, de teamleiders en docenten? Binnen alle lagen van een schoolorganisatie is diversiteit en inclusie van belang, zodat docenten kunnen leren van onderlinge verschillen en leerlingen rolmodellen hebben.  

Een expert van Stichting School en Veiligheid zegt dat docenten ‘niet altijd alles hoeven te kunnen’, zolang zij goed samenwerken in teamverband. Als een team goed samenwerkt en verschillende docenten elkaar aanvullen met hun kwaliteiten, dan kun je komen tot een rolverdeling – met gezamenlijke normen als leidraad – waarin iedereen zich kan vinden. Om tot gedeelde normen te komen moet je soms ook onderling (ongemakkelijke) gesprekken voeren. Een docent uit het netwerk diversiteit en inclusie van de Algemene Onderwijsbond noemt bijvoorbeeld de gevoeligheid van de manier waarop op school aandacht wordt besteed aan seksuele diversiteit. Hij vertelt dat op de school waar hij werkt niet alle docenten achter het vieren van Paarse Vrijdag stonden, maar dat hierover tot zijn spijt geen open gesprek werd gevoerd.  

Investeren in inclusief onderwijs 

Experts geven aan dat de meeste middelbare scholen bezig zijn met thema’s die raken aan inclusie, zoals burgerschap, sociale veiligheid en gelijke kansen. Vaak wordt niet expliciet gesproken over diversiteit en inclusie, waardoor scholen zich niet altijd beseffen hoeveel zij (indirect) al investeren in inclusief onderwijs. De geïnterviewden benoemen dan ook dat de scholen zelf net zo goed expert zijn op dit onderwerp. De komende tijd benaderen we Rotterdamse middelbare scholen om hun ervaringen en ideeën te horen.  

Oproep: Deel jouw ervaringen en ideeën over inclusie in het onderwijs 

De komende tijd benaderen de onderzoekers van IDEM Rotterdamse middelbare scholen met de uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. Ben jij als docent of teamleider werkzaam in het Rotterdamse voortgezet onderwijs en wil jij (anoniem) jouw ervaringen met ons delen? Dan kun je ook zelf contact opnemen met onderzoeker Bauke Fiere via b.fiere@radar.nl of 06-11884032.