“Transgenderouderen, zijn die er dan ook?”

“Transgenderouderen, zijn die er dan ook?”

Ontroerende en aangrijpende verhalen van ouderen vastleggen en doorgeven, dat doet schrijfster en fotografe Eveline van de Putte het liefst. “Mijn boeken zijn een verlengstuk van de thema’s die ik zelf belangrijk vind, zoals diversiteit en emancipatie. Ik wil een gezicht en een stem geven aan de mensen waar we vaak aan voorbij lopen.” Met haar Tour d’Amour trekt ze door Nederland en Vlaanderen om de beeldvorming rond roze ouderen te veranderen. En op 24 mei wordt haar achtste boek gelanceerd, tijdens het symposium Nieuwe Namen, transgenderouderen in beeld.

Eveline van de Putte werkte lange tijd als ouderenadviseur en trainer. Toen haar Surinaamse vriendin voor langere tijd naar haar geboorteland vertrok, nam ze onbetaald verlof op om haar te vergezellen. In Suriname combineerde Eveline alles wat ze graag deed tot één project waarin fotograferen, schrijven, verhalen vertellen en werken met ouderen samenviel. Ze interviewde 20 ouderen uit verschillende bevolkingsgroepen en maakte daar een boek van: Fosten Tori. Levensverhalen van ouderen in Suriname. Eveline: “Luisteren naar de verhalen van mensen die de basis hebben gelegd voor de samenleving die we nu hebben, dat bleek erg interessant.” En zo werd de kiem gelegd voor een aantal andere boeken over ouderen: Krachtig 80!, Van Ver en Stormachtig Stil, levensverhalen van roze ouderen.

Tour d’Amour

Sinds haar boek Stormachtig Stil in 2013 uitkwam, toert ze door Nederland en sinds kort door Vlaanderen. “Deze Tour d’Amour is niet alleen een eerbetoon aan roze ouderen,” vertelt Eveline. “Het is ook een eyeopener voor personeel en vrijwilligers die op de een of andere manier nooit bij deze groep stilstaan. Roze ouderen zijn de pioniers en de grondleggers van de vrijheden die wij nu hebben. In zorginstellingen, bibliotheken, bij hogescholen of ouderenbonden ga ik met het publiek in gesprek. En vaak gaat er ook een roze oudere mee, die zijn of haar verhaal vertelt, dat is altijd heel aangrijpend. We vertellen anekdotes en ik lees voor uit het boek. Bij zorginstellingen krijg ik dan vaak te horen: ‘roze ouderen, die wonen hier niet’. Terwijl die er natuurlijk wel zijn, maar er blijkbaar niet openlijk voor uitkomen. En als het om transgenderouderen gaat, is de onwetendheid nog groter. ‘Transgenderouderen, zijn die er dan ook?’, krijg ik dan als reactie. In de media hebben ze vaak wel jonge transgenderpersonen gezien, maar blijkbaar denken ze dat er vroeger geen transgenderpersonen waren en nu dus ook niet in hun verzorgingstehuis.”

Ik ben de enige

Uit de levensverhalen van transgenderouderen komt naar voren dat ze er in hun jeugd alleen voorstonden. Eveline: “Er was geen informatie, er waren geen belangengroepen dus de meesten hadden het idee dat ze de enige waren. Het was vaak een kwestie van ‘stiekem het jurkje van mijn zus aantrekken’, of steeds het gevoel hebben in een verkeerd toneelstuk te zitten.” Transgenderpersonen uit die tijd zijn soms tegen beter weten in getrouwd, in de hoop dat hun gevoelens dan zouden verdwijnen. En soms ging het ook weg, even dan, omdat er kinderen kwamen en ze druk waren met het leven in een jong gezin. Maar later kwam het gevoel natuurlijk toch weer terug.”

Open blik

Eveline hoopt dat mensen wat vaker vanuit interesse en nieuwsgierigheid naar de ander kijken. “Magda, de roze oudere die met mij op tour gaat, heeft daar een mooi gedicht over geschreven. Als kind ging ze in de bus naast Josephine zitten; met de ogen van een kind beschrijft ze Josephine ‘die heel groot is’. En dan zegt zij tegen Josephine: maar wat heb je een lage stem. Josephine rommelt in haar handtasje en ze kijken samen naar de lippenstift die ze eruit haalt. Wat Magda bijblijft is dat Josephine heel aardig is; van transgenderpersonen of travestie had ze nog nooit gehoord. Thuis vertelt ze over Josephine tegen haar vader. Die is kwaad en zegt: ‘Het is een slecht mens, was je handen, spoel je mond!’ Dat is natuurlijk 75 jaar geleden, maar het is Magda altijd bijgebleven.” Gelukkig is de tijd inmiddels veranderd, maar ook Eveline krijgt nog steeds vreemde opmerkingen als ze vertelt over haar interviews met transgenderouderen. “Ook zie ik dat sommige mensen in verwarring raken als ze een transgenderpersoon tegenkomen. Ze stoten elkaar aan: is het nou een man of een vrouw? Het is een mens, denk ik dan, en kijk daar dan ook naar met een open blik! Dat hokjesdenken, daar moeten we vanaf.”

Campingroddels

Voor de ouderen  ligt de periode van transitie soms ver achter ze. Toch kunnen ze daar op onverwachte momenten weer mee geconfronteerd worden. Zo interviewde Eveline een dame van ruim tachtig jaar oud, die jarenlang met veel plezier op een camping had gestaan met haar partner. Toen ze aan het opruimen waren, kwam de buurman een praatje maken. Hij biechtte op dat er eigenlijk al die jaren achter haar rug om dingen waren gezegd die met haar transitie te maken hadden. Eveline: ”Op dat moment zakte ze door de grond. Ze had nooit gemerkt dat er op die manier over haar gesproken werd: ‘Alsof je er nooit vanaf komt. Alsof alles wat je in je leven hebt gedaan en voor de maatschappij hebt betekend, in één keer geresumeerd wordt tot dat ene stukje van je identiteit’.”

Nieuwe namen

Eveline’s nieuwste boek, Nieuwe Namen, levensverhalen van transgender ouderen, wordt donderdag 24 mei gelanceerd, tijdens een symposium van onder andere IDEM Rotterdam en RADAR en Roze 50+. “Al mijn vorige boekpresentaties waren feestelijke gebeurtenissen in Den Haag”, vertelt ze. “Maar dit keer wilde ik iets anders. Het onderwerp vroeg naar mijn idee om meer aandacht en een groter publiek. Zo kwam het idee van een symposium over transgenderouderen. Goede sprekers, muziek en boekpresentatie ineen: een goede plek om het boek te lanceren en in te bedden. Rotterdam draagt mijn projecten vaak een warm hart toe en met RADAR en IDEM had ik al eerder samengewerkt in het Love=Love-project van Roze 50+. En zo was de keus snel gemaakt. Met elkaar hebben we een dijk van een programma neergezet!”

Symposium Nieuwe Namen, transgenderouderen in beeld

Tour d’Amour Rotterdam, 29 mei 2018, in de Bibliotheek van Hoek van Holland

Boek Nieuwe Namen, levensverhalen van transgender ouderen

“Ik voel me heel erg thuis in Rotterdam, tussen al die verschillende culturen”

“Ik voel me heel erg thuis in Rotterdam, tussen al die verschillende culturen”

Opkomen voor kwetsbare groepen in de samenleving loopt als een rode draad door de carrière van Marsha de Koning-Man. De kersverse netwerker van IDEM Rotterdam werkte jarenlang bij Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen in Utrecht en was teamleider bij VluchtelingenWerk, locatie Prins Alexander. Marsha: “Ik heb lang met vluchtelingen en asielzoekers gewerkt, en daardoor veel ervaring opgedaan met het integratievraagstuk. De andere thema’s van IDEM raken daar ook aan. Het zijn maatschappelijke thema’s die ik erg belangrijk vind.”

Geen zakendeals in China

Marsha studeerde Oriëntaalse talen en communicatie en deed daarna een master in Contemporary Asian Studies, waar zij werd klaargestoomd voor het zakenleven. Lachend vertelt ze: “Toen zag ik mezelf nog in een mantelpakje een keiharde zakendeal sluiten in China.” Na haar studie werkte ze een jaar in de commerciële sector, maar ze kwam er al vrij snel achter dat ze daar weinig voldoening uithaalde: “Ik had niet het idee dat ik daarmee een waardevolle bijdrage kon leveren aan de maatschappij.” Ze zegde haar baan op en vertrok naar China om daar deel te nemen aan een aantal sociale projecten, zoals Engelse les geven en werken in een weeshuis. Ook daar was ze niet helemaal op haar plek: “Ik zat te dicht op de problematiek, dat past niet goed bij mij. Terug in Nederland ben ik op zoek gegaan naar een organisatie met een maatschappelijk verantwoorde doelstelling.” Ten tijde van het generaal pardon in 2007 kon zij aan de slag bij Bureau Inburgering in Utrecht. Marsha: “De mensen die onder het generaal pardon vielen, hadden al die jaren dat ze nog geen papieren hadden, niets mogen doen aan inburgering. De verplichte inburgering die daarna volgde, zorgde voor veel wrijving.” Marsha zag al snel hoe beleid soms contraproductief kan werken. “Ik kwam er toen ook achter dat het mij meer ligt om bij te dragen aan een groter draagvlak voor vluchtelingen in de samenleving. De ervaringen die ik opgedaan heb in het werkveld, kan ik daar dan goed bij gebruiken.”

Diversiteit in de Maasstad

“Twee jaar geleden werkte ik nog in Utrecht, maar ik wilde heel erg graag naar Rotterdam”, vertelt Marsha. “Mijn familie komt hier vandaan. Wat mij het meeste aanspreekt is de diversiteit. Ik voel me heel erg thuis in de stad, tussen al die verschillende culturen, ook door mijn eigen etnische achtergrond. Ik heb altijd in andere steden gewoond, maar nu zie ik pas dat het voornamelijk witte steden waren, ook Utrecht. En de Rotterdamse mentaliteit van ‘niet lullen maar poetsen’, daar gedij ik ook goed bij.”

Koffieafspraak

De komende maanden gaat Marsha de gebieden in, van Prins Alexander tot Pernis en Hoogvliet: “Nieuwe mensen spreken, maar ook bestaande partners benaderen om te kijken of de thema’s nog leven, of er behoefte is aan extra ondersteuning of het uitwisselen van expertise. Vooral bij welzijnsorganisaties zijn veel nieuwe mensen aan de slag, dus dit is een goed moment voor een koffieafspraak.”

Marsha gaat als netwerker aan de slag in de gebieden Prins Alexander, Hillegersberg-Schiebroek, Overschie, Feijenoord, Charlois, Hoogvliet en Pernis.

Heb je tips of ideeën, mail haar via m.dekoning@radar.nl.

Toename meldingen discriminatie door inwoners met beperking

Toename meldingen discriminatie door inwoners met beperking

Het aantal discriminatiemeldingen van inwoners met een beperking in de politie-eenheid Rotterdam is met 59% toegenomen. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatie 2017, waarin alle meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen, registraties van discriminatie-incidenten door de politie en verzoeken om een oordeel bij het College voor de Rechten van de Mens zijn samengebracht.

Handicap/chronische ziekte is na huidskleur/herkomst bij de meldpunten de meest gemelde discriminatiegrond in het gebied van de politie-eenheid Rotterdam. Landelijk nam het aantal meldingen over handicap toe met ruim 40%. Sinds 14 juli 2016 is in Nederland het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van kracht en werd de Wet gelijke behandeling uitgebreid. De meldingen gaan onder andere over de slechte toegankelijkheid van een huisartsenpraktijk, een patiëntenvereniging die geen rekening wil houden met de beperking van een van de leden en een werknemer die op zijn eerste werkdag naar huis wordt gestuurd vanwege de hinder die hij vanwege een gehoorbeperking ondervindt bij vergaderingen met veel mensen.

Antidiscriminatievoorziening RADAR moedigt gemeenten aan meer te doen om ervoor te zorgen dat inwoners met een beperking of chronische ziekte volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Een van de aanbevelingen aan colleges van B en W is om een inventarisatie te maken van de toegankelijkheid van de gemeente, in samenwerking met ervaringsdeskundigen: de mensen met een beperking of organisaties die hen vertegenwoordigen.

Bijna 900 meldingen en registraties

Het aantal registraties van discriminatie in de politie-eenheid Rotterdam is in 2017 met 10% gedaald. De meldpunten ontvingen 448 meldingen en de politie registreerde 446 discriminatie-incidenten. De meeste slachtoffers meldden omstreden of oneerlijke behandeling (55%), zoals afwijzing bij sollicitaties of weigering door de horeca vanwege huidskleur of afkomst, of beperkte toegankelijkheid van openbare voorzieningen. Ook vijandige bejegening (33%) zoals pesterijen en schelden, kwam veel voor. De politie registreerde aanzienlijk meer incidenten met bedreiging en geweld dan in 2016. Het is niet duidelijk wat hiervan de oorzaak is. Ook registreerde de politie meer discriminatie-incidenten gericht tegen werknemers met een publieke taak (in de meeste gevallen politieagenten), waarbij het vaak ging om discriminatie vanwege een donkere huidskleur. In 2017 werden 346 van dergelijke incidenten geregistreerd, tegen 258 in 2016.

Meldingen moslims

Bij de meldpunten en de politie daalde opnieuw het aantal registraties van discriminatie van moslims vanwege hun geloof. Dat is opvallend omdat uit enquête-onderzoek van het Europees Agentschap voor Grondrechten blijkt dat moslims in Nederland regelmatig discriminatie en pesterijen ervaren.

Spanningen Turkse gemeenschap

Ook in 2017 vonden diverse incidenten plaats binnen de Turkse gemeenschap in Rotterdam en omgeving. Alle meldingen met de discriminatiegrond politieke gezindheid zijn in 2017 gerelateerd aan de spanningen binnen de Turkse gemeenschap. Turkse Nederlanders meldden onder andere dat zij werden uitgescholden en bedreigd via telefoon en sociale media. Ook berichten over lijsten met vermeende Gülen-aanhangers zorgden voor angst en onrust. Het aantal meldingen over discriminatie vanwege politieke gezindheid was een derde van het aantal in 2016.

Seksuele gerichtheid

Het aantal geregistreerde discriminatie-incidenten met de grond seksuele gerichtheid nam bij de politie sterk af; ook de meldpunten ontvingen minder incidenten. Bijna alle incidenten die de politie registreerde waren gericht tegen mannen. Vaak ging het om schelden met het woord ‘homo’. Antidiscriminatiebureau RADAR heeft een analyse gemaakt van de geregistreerde incidenten op grond van seksuele gerichtheid in de gemeente Rotterdam in 2016. Meer dan de helft van de specifiek op lhbti-personen gerichte incidenten vindt plaats in de directe woonomgeving, wat een grote impact heeft op slachtoffers.

Verschillen per gemeente

Het aantal meldingen bij meldpunten in Rotterdam is gedaald (-77 meldingen), terwijl een aantal kleinere gemeenten een opvallende stijging liet zien, zoals Brielle (+7) en Barendrecht (+4). Andere gemeenten met een relatief grote daling van het aantal meldingen zijn Ridderkerk (-9), Zwijndrecht (-4) en Sliedrecht (-4). Ruim de helft van het aantal discriminatie-incidenten dat de politie registreerde vond plaats in de gemeente Rotterdam.

De Monitor Discriminatie is te vinden op www.discriminatie.nl

Racisme en discriminatie: wat voor stad wil jij?

Racisme en discriminatie: wat voor stad wil jij?

‘Racisme en seksisme zijn volwassen woorden, die je leert op latere leeftijd. Ze geven context aan ervaringen die je in je jeugd hebt gehad.’ Dagvoorzitter Mariska Jung van IDEM Rotterdam citeert de Brits-Australische wetenschapper Sara Ahmed bij de viering van de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie op 21 maart in Rotterdam. Thema van deze bijzondere dag: racisme en discriminatie, wat doe jij ertegen?

De inspiratiemiddag start met verschillende workshops. Bij de dialoogtafel over de rol van geschiedenis, erfgoed en onderwijs, staan de deelnemers stil bij de verantwoordelijkheid die ze zelf dragen. Wim Reijnierse: “Historisch besef en sensibiliteit, ook over de rol van je eigen voorouders, is van groot belang.” In de proeverij van werkvormen gaat het vooral om de vraag hoe je racisme bespreekbaar maakt. Volgens trainer Delilah Sarmo moet de doelgroep die racisme zelf ervaart een veilige plek hebben om te sparren, boos te worden of om met elkaar te bespreken hoe je moet of kunt reageren. Uit de verhalen van de deelnemers blijkt volgens haar dat het lang niet altijd om beledigingen gaat , soms kan racisme heel subtiel zijn. Zoals de vraag: waar kom je écht vandaan? Ook uit de workshop Zelfbeheersing en weerbaarheid van Shariq Sarfaraz en Armin Dizdarevic komt naar voren dat het soms moeilijk is om scherp en rustig te reageren op discriminatie als het je persoonlijk raakt

Verrader en Superman

De Discriminatievrije werkvloer van Michel Jansen en Karlijn van der Boon start met persoonlijke ervaringen. ‘Stel je niet zo aan, zo werkt het hier’, is soms de reactie als je seksisme of racisme op het werk aankaart. Trainer Michel Jansen kreeg al snel in zijn loopbaan een discriminatievraagstuk op zijn bord. Toen hij net als starter bij een bureau voor commerciële arbeidsbemiddeling aan de slag was, belde een uitzendbureau: “We willen geen mensen van Antilliaanse afkomst.” Zijn collega wilde daarin meegaan. Michel Jansen: “Met veel moeite heb ik dit aangekaart bij mijn manager, die gelukkig aangaf dat dat inderdaad niet kon. Ik voelde me toen tegelijkertijd verrader en Superman.”

Meld discriminatie NU

Dat het belangrijk is om discriminatie te melden, benadrukt ook Tikho Ong: “Als je het niet meldt, bestaat het niet. Dat uitzendbureaus in beweging komen tegen arbeidsdiscriminatie, komt natuurlijk ook door de televisie-uitzending waaruit bleek dat uitzendbureaus ingaan op discriminerende eisen van opdrachtgevers. RADAR lanceert vandaag de app Meld discriminatie NU, waarmee snel en eenvoudig een melding van discriminatie kan worden doorgegeven.”

Malique Mohamud van Concrete Blossom kan zich voorstellen waarom met name jongeren nauwelijks melden. “Ze hebben weinig vertrouwen in instituten of organisaties omdat ze niet doen wat ze moeten doen. Deels is dat perceptie en deels realiteit. Soms is er een groot verschil tussen de systeemwereld en een grassroot-organisatie. Neem etnisch profileren door de politie. Voor jongeren die ik spreek is dat de dagelijkse realiteit. Ze willen niet bezig zijn met hoe erg dat is.”

Bij de vraag en draagmuur kunnen mensen terecht met heel persoonlijk verhalen. “De discussie levend houden en racisme bespreekbaar maken”, is volgens Cor van Driebergen van Projectbureau 014 belangrijk.

Rotterdam een verdeelde stad?

De sfeervol verlichte Laurenskerk druppelt inmiddels langzaam vol voor het avondprogramma. Moderator Malique Mohamud ziet steeds vaker een normalisering van racisme en uitsluiting in het maatschappelijke en politieke debat: “We noemen het incidenten, alsof het om kleinigheden gaat.” Simone Zeefuik laat in haar lezing vervolgens vele voorbeelden van zowel institutioneel als alledaags racisme zien. De verkiezing van Beste Raadslid van Nederland bijvoorbeeld, die voor de neus van de Rotterdamse NIDA-fractievoorzitter Nourdin El Ouali werd weggekaapt. En de racistische verwensingen die het Emmense kandidaat-raadslid Ugbaad Kilincci van de PvdA te verduren kreeg tijdens de campagne en de daarop volgende reacties. Simone Zeefuik: “Als er een witte vrouw was aangevallen door Somalische mannen, waren de reacties heel anders geweest.”

Bakfietsparadijs

Een van de thema’s tijdens de paneldiscussie is de huizenmarkt en de gevolgen van de Rotterdamwet. Dankzij deze wet kunnen inwoners onder een bepaalde inkomensgrens uit bepaalde wijken geweerd worden, om verpaupering tegen te gaan. Panellid Simone Aumaj, student Liberal Arts & Sciences, ziet als bewoner van Delfshaven de negatieve effecten in haar eigen wijk: “De norm in Rotterdam is veranderd; Rotterdam moet nu een bakfietsparadijs worden. Maar wat gebeurt er om armoede tegen te gaan? De Rotterdamwet is een goed voorbeeld van een beleidsmaatregel waarmee mensen worden buitengesloten in plaats van geholpen worden om te groeien.” In de beeldvorming rond die wet worden armoede en etniciteit vaak in een moeite gekoppeld aan verpaupering. Uiteindelijk leidt dat tot uitspraken als ‘Geef Rotterdam terug aan de Rotterdammers’, aldus cultureel ondernemer Elvin Rigters. “Maar ik bén een Rotterdammer.”

Samen voor elkaar

Terwijl de exitpolls langzaam via sociale media binnen druppelen, gaat de paneldiscussie verder over diversiteitsbeleid en strategieën om discriminatie tegen te gaan. Tikho Ong vindt dat organisaties wat vaker hun verantwoordelijkheid moeten nemen en verantwoording moeten afleggen: hoe komt het dat je vooral witten mannen in dienst hebt terwijl je bedrijf in Rotterdam zit?

Ontwerper Marga Weimans was betrokken bij het invoeren van diversiteitsbeleid bij een aantal kunstinstellingen. Ze is positief: “Bij het platform voor hedendaagse kunst TENT is bijvoorbeeld een curator aangenomen met een meervoudige culturele achtergrond. Dat gebeurt alleen maar omdat de mensen die daar werken de wil hebben om dat te doen. En het gaat langzaam, maar er is zeker sprake van zelfreflectie bij witte organisaties.”

Elvin Rigters pleit onder andere voor een aanpak vanuit de gemeenschap zelf: “We moeten het samen doen. Als ik met jongeren in gesprek ben, laat ik ze zien dat ze in de wijkraad kunnen gaan zitten en zo de wijk terug kunnen claimen. En als er een gat is tussen de mensen die huiswerkbegeleiding voor hun kinderen kunnen kopen en de mensen die dat niet kunnen, dan zijn er binnen onze gemeenschappen mensen die dat op zich willen nemen, net zoals Urban Collective dat doet in Amsterdam. De gemeente zou hierin faciliterend kunnen optreden.”

Organisatie van het programma: RADAR, IDEM Rotterdam, Concrete Blossom, Projectbureau 014 en Stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst.

Kennisatelier Cross-Over: kansen voor samenwerking tussen welzijn en cultuur

Kennisatelier Cross-Over: kansen voor samenwerking tussen welzijn en cultuur

Hoe kunnen cultuur- en welzijnsorganisaties elkaar versterken? Die vraag stond centraal tijdens het Kennisatelier Cross-Over van IDEM Rotterdam en Platform Cultuur en Welzijn. In de kleine intieme setting van theater ’t Kapelletje is de belangrijkste eerste stap gezet: elkaar leren kennen tijdens een serie speeddates.

Karin Oppelland, netwerker bij IDEM Rotterdam, heet iedereen hartelijk welkom bij het eerste kennisatelier van 2018. Vandaag zijn we te gast bij theater ’t Kapelletje, gerund door Dick Oskamp. Dit vlakkevloertheater vervult al 33 jaar een belangrijke functie op het gebied van amateur- en semi-professionele podiumkunst; sinds zeven jaar is het een zelfstandige stichting, waarin vele vrijwilligers uit de buurt actief zijn. Marjan van Gerwen van Cultuur Concreet introduceert vervolgens het Platform Cultuur en Welzijn, dat eind 2016 opgericht is om de cross-sectorale samenwerking tussen kunst en welzijn te bevorderen. Veel van de aanwezige deelnemers aan het kennisatelier zijn lid van het platform en al bekend met de meerwaarde van kunst en cultuur in zorg- en welzijnsvraagstukken.

Daarna licht Karin Oppelland het programma toe: “Tijdens dit kennisatelier Cross-Over willen wij de basis leggen voor culturele en maatschappelijke organisaties om met elkaar grenzen te verleggen, deuren te openen en nieuwe perspectieven te ontwikkelen.” Een snelle en efficiënte investering in onderlinge communicatie is daarvoor een goede basis, blijkt onder andere uit onderzoek van communicatiewetenschappers. Daarom gaan we speeddaten, aan een lange gedekte tafel. Professionals uit de cultuursector nemen plaats aan de ene kant en professionals uit de sector welzijn aan de andere kant.

Kennismaken op topsnelheid

Wat voor kunstvorm mis je in je werk? Wie zou je op je verjaardag uitnodigen: een kunstenaar of een welzijnswerker? Hoe denk je over samenwerken met welzijn? Tijdens de verschillende gespreksrondes staat steeds een andere vraag centraal. En de tijd dringt: elke gesprekspartner krijgt drie minuten de tijd om de vraag te beantwoorden, daarna is de ander aan de beurt. Ruim 20 enthousiaste professionals uit zowel de cultuur- als welzijnssector schuiven aan. Geïnspireerd op de Keti Koti Dialoogtafels steken we eerst als ritueel bij de start van het gesprek een kaarsje aan. Uit respect voor de ander en om het makkelijker te maken om in het moment te komen of te blijven. Karin Oppelland bewaakt de tijd, want eenmaal in een goed gesprek beland, is het soms lastig om door te schuiven naar een volgende gesprekspartner.

Een kakofonie van geluid volgt, tenminste voor een buitenstaander. Dichterbij zijn het mooie kennismakingsgesprekken, die met nieuwsgierigheid en belangstelling voor de ander gevoerd worden. Persoonlijke verhalen over de wens om met jongeren te werken, meer te leren, vrouwen in hun kracht te zetten of kunst meer te betrekken in het werk. Ook blijkt dat er al vele inspirerende voorbeelden zijn van cross-overs, zoals cultuurprojecten voor jongeren vanuit het welzijnswerk, theatervoorstellingen van 50-plussers en jazzconcerten voor ouderen in verzorgingstehuizen.

Inspiratie en verdieping

Na een korte plenaire terugkoppeling is het tijd voor de lunch, verzorgd door maatschappelijk cateraar De tafel van zeven. Voorzien van heerlijke soep en diverse broodjes volgen nog vele verdiepende gesprekken. Over de inzet van theatervoorstellingen met na afloop een dialooggesprek, waar welzijn veel ervaring mee heeft. Over hoe kunstenaars dementerende ouderen via muziek op een heel diep niveau kunnen raken. En uiteraard over de stappen we nu samen kunnen zetten.

Uit de diverse gesprekken komt duidelijk naar voren dat kunst en welzijn al bij elkaar horen, al is dat op institutioneel niveau dikwijls nog niet zo. De Rotterdamse samenleving biedt verschillende uitdagingen om elkaar te vinden, de relaties aan te knopen en duurzaam te versterken, bijvoorbeeld op thema’s als participatie, ouderen en eenzaamheid of het tegengaan van polarisatie. Vandaag is hiervoor een vruchtbare bodem gelegd.

De tafel van zeven, catering met een verhaal

Theater ’t Kapelletje