Meer discriminatiemeldingen door coronamaatregelen

Meer discriminatiemeldingen door coronamaatregelen

Antidiscriminatievoorziening RADAR heeft in 2021 458 meldingen van discriminatievoorvallen ontvangen in het gebied van de politie-eenheid Rotterdam. Dat is 12 procent meer dan in het jaar ervoor. De extra meldingen gaan voor een groot deel over de coronamaatregelen, zoals de mondkapjesplicht en het coronatoegangsbewijs. De politie registreerde 908 incidenten waarin discriminatie een rol speelt, een stijging van 2 procent.

Dat blijkt uit de monitor Discriminatie politie-eenheid Rotterdam 2021. In de monitor zijn de meldingen bij RADAR, de registraties door de politie en verzoeken om een oordeel bij het College voor de Rechten van de Mens opgenomen.

Coronamaatregelen

RADAR kreeg veel meldingen binnen van inwoners met principiële bezwaren tegen coronavaccinaties en het coronatoegangsbewijs (QR-code). Ruim 50 melders voelden zich gediscrimineerd omdat zij zonder QR-code geen toegang kregen tot horecagelegenheden, sportvoorzieningen en evenementen, of omdat zij als ongevaccineerde anders behandeld werden. Ook kwamen meldingen binnen van mensen die om medische redenen geen mondkapje kunnen dragen en toch werden geweigerd. Ook de politie registreerde enkele incidenten met winkels en zorgverleners die de uitzondering op de mondkapjesplicht niet erkenden.

Meest gemeld

Bijna de helft van de meldingen bij RADAR en de politieregistraties gaat over discriminatie op grond van herkomst. De arbeidsmarkt is het terrein waarop de meeste gemelde incidenten plaatsvinden (1 op de 5), gevolgd door commerciële dienstverlening (ongelijke behandeling of discriminerende bejegening door winkels, banken, verzekeraars of vervoersbedrijven) en collectieve voorzieningen (door melders die zich gediscrimineerd voelen door zorgaanbieders en gemeentelijke instanties). Ook over het terrein huisvesting kwamen meldingen binnen. Meerdere woningzoekende melders voelden zich vanwege hun afkomst ongelijk behandeld door verhuurders.

RADAR ontving verder meer meldingen over de grond nationaliteit dan in 2020. Deze meldingen kwamen van mensen zonder Nederlandse identiteitspapieren of met een tijdelijke verblijfsvergunning. Zij voelden zich uitgesloten omdat zij bijvoorbeeld geen telefoonabonnement konden afsluiten, bankrekening konden openen of woonruimte mochten huren.

College voor de Rechten van de Mens

Het College voor de Rechten van de Mens ontving 128 verzoeken om een oordeel van inwoners uit het gebied van de politie-eenheid Rotterdam. In 2020 waren dit er 86. De meeste verzoeken gingen over discriminatie op grond van leeftijd en herkomst. Over 13 zaken bracht het College een oordeel uit, waarvan in 7 gevallen sprake was van verboden onderscheid.

Over de Monitor Discriminatie 2021

De Monitor Discriminatie 2021 is samengesteld op basis van meldingen bij antidiscriminatievoorzieningen, politieregistraties van discriminatie-incidenten en verzoeken bij het College voor de Rechten van de Mens. Hierdoor geeft de monitor een zo compleet mogelijk beeld van de ontwikkeling van discriminatie-incidenten in het gebied van de politie-eenheid Rotterdam. Desondanks ligt het aantal incidenten in werkelijkheid een stuk hoger dan de in de monitor genoemde cijfers. Onderzoek toont aan dat slechts 3 procent van de discriminatie-ervaringen wordt gemeld bij een instantie die discriminatie registreert.

Deze monitor bestaat uit een interactieve pdf. Sommige webbrowsers geven deze rapportage niet goed weer. U kunt dan de online versie lezen. Voor de weergave met de hoogste kwaliteit gebruikt u Acrobat Reader.

Inclusieve opvoedondersteuning: aanbevelingen voor professionals

Inclusieve opvoedondersteuning: aanbevelingen voor professionals

Een kind opvoeden is niet gemakkelijk en al helemaal niet in onze individualistische samenleving. In Rotterdam zijn er allerlei organisaties waar ouders terecht kunnen voor vragen over en ondersteuning bij opvoeding. De vraag is of alle ouders die hulp nodig hebben, daar ook gebruik van maken. IDEM Rotterdam onderzocht hoe de opvoedondersteuning in Rotterdam inclusiever kan. Op basis daarvan deelt onderzoeker Bauke Fiere enkele aanbevelingen op dit thema.

Meer dan de helft van de gezinnen die gebruik maakt van opvoedondersteuning in Rotterdam heeft volgens de professionals een biculturele achtergrond. Opvoedondersteuners zien verschillende drempels in het bereiken van specifieke biculturele gezinnen. Er is een taalbarrière voor ouders die de Nederlandse taal beperkt beheersen en onvoldoende kennis van de infrastructuur van de hulpverlening bij ouders die pas kort in Nederland zijn. Door veel gebruik te maken hun netwerk, outreachend te werken en rekening te houden met taal in de communicatie proberen professionals deze drempels te verlagen.

Binnen de Rotterdamse opvoedondersteuning wordt op verschillende manieren aandacht geschonken aan cultuursensitief werken en een inclusief aanbod. Zo is er bij sommige interventies lesmateriaal beschikbaar in verschillende talen en wordt een enkele cursus ook in een andere taal aangeboden. Daarnaast zetten de opvoedondersteuners in op maatwerk en een open houding, zonder oordeel over de opvoedstijl van ouders. De professionals zien echter mogelijkheden om het aanbod van opvoedondersteuning inclusiever te maken en het bereik te vergroten.

Taalbarrière

Veel opvoedondersteuners zien de taalbarrière als een belangrijke drempel voor ouders die de Nederlandse taal niet of beperkt beheersen, waardoor zij beperkter deelnemen. Om beter aan te sluiten bij deze doelgroep, moet ingezet worden op het versimpelen van het taalgebruik en het aanbieden van interventies in andere talen. Ook het wervingsmateriaal voor ouders dient hierin meegenomen te worden. Verschillende professionals benoemen dat in bestaande methodieken veel gebruik gemaakt wordt van geschreven tekst, wat ook voor laaggeletterde ouders een drempel is. Door meer gebruik van beeld en eenvoudige taal wordt het aanbod laagdrempeliger.

Vaardigheden

Ook het vergroten van de kennis en vaardigheden van professionals op het gebied van cultuursensitief en inclusief werken is belangrijk om opvoedondersteuning inclusiever te maken. Veel professionals geven zelf  aan behoefte te hebben aan deskundigheidsbevordering op dit gebied. Ze vinden dat zij zelf en/of hun collega’s nog te weinig kennis en vaardigheden hebben over inclusief werken. Een manier om dit te doen is om meerdere trainingen of een cursus cultuursensitief werken op te nemen in het standaard bijscholingsaanbod en dit ook verplicht te maken. Om daadwerkelijk cultuursensitief te werken, is een eenmalige workshop niet voldoende. Het is daarom noodzakelijk om hier structureel aandacht aan te besteden.

Divers team

Over het algemeen zijn de teams van opvoedondersteuners in Rotterdam weinig divers. Veel professionals zijn vrouw. Ook hebben zij veel minder vaak een biculturele achtergrond dan de doelgroep waar zij mee werken. Een meer divers team brengt meerdere perspectieven op tafel, wat de kwaliteit van de dienstverlening bevordert. Daarnaast sluiten biculturele professionals soms beter aan bij biculturele ouders, omdat zij zelf ervaring hebben met opgroeien (en soms ook opvoeden) in een biculturele context. Ook weten professionals met een biculturele achtergrond soms makkelijker ouders met dezelfde achtergrond te bereiken. Bijvoorbeeld omdat ouders zich meer herkennen in deze professional. Mannelijke opvoedondersteuners bereiken mogelijk meer vaders. Het is dus aan te bevelen om in te zetten op meer diversiteit onder opvoedondersteuners. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door objectief te selecteren en een inclusieve vacaturetekst te gebruiken (KIS, 2021).

Maatwerk

Veel professionals vinden het belangrijk om maatwerk te leveren. Sommige van hen ervaren bepaalde evidence-based methodieken als een belemmering voor maatwerk en inclusiviteit. De methodieken zijn erg geprotocolleerd, waardoor het minder makkelijk is om aansluiting te vinden bij ouders. Maatwerk is echter lastiger meetbaar te maken. De gemeente moet daarom minder nadruk leggen op de bewezen effectiviteit van de gebruikte methodieken.

Communicatie

Verschillende opvoedondersteuners benoemen dat er in beeldmateriaal rekening wordt gehouden met verschillende culturele achtergronden van gezinnen. Er kan volgens enkele opvoedondersteuners nog wel meer aandacht komen voor diverse gezinsvormen. Dit zou kunnen door ook afbeeldingen van LHBTIQ+-ouders te gebruiken en door aandacht te schenken aan alleenstaande ouders.

Vaders

Om meer vaders te bereiken voor opvoedondersteuning kan ingezet worden op een specifiek aanbod. Daarnaast kan gedacht worden aan meer bewustwording bij hulpverleners om ook vaders door te verwijzen voor een vorm van opvoedondersteuning.

Sleutelfiguren

Meer investeren in sleutelfiguren en netwerkcontacten draagt bij aan een breed bereik onder ouders. Dit kost veel tijd, maar opvoedondersteuners ervaren dat dit veel oplevert.


Subsidie beschikbaar voor projecten over slavernijverleden

Subsidie beschikbaar voor projecten over slavernijverleden

Heb jij een idee voor een project over het koloniaal en slavernijverleden? Wil jij een bijzonder verhaal vertellen uit die tijd? Of laten zien hoe het slavernijverleden doorwerkt in het heden? Dan kun je tot 8 juli een subsidie aanvragen voor een project van maximaal 25.000 euro.

Het Rotterdam van nu kent een rijke geschiedenis. Het koloniaal en slavernijverleden is een belangrijk onderdeel van die geschiedenis. Zonder dat deel van het verleden, was Rotterdam een andere stad geweest. Om meer Rotterdammers kennis te laten maken met die geschiedenis, is er subsidie beschikbaar voor ‘Toen en nu’, ofwel projecten over het koloniaal en slavernijverleden.

Bijdragen aan kennis

Culturele, informatieve en/of educatieve projecten komen voor subsidie in aanmerking. Een van de voorwaarden is dat je project bijdraagt aan kennis over het koloniaal en slavernijverleden van Rotterdam, maar ook dat het Rotterdammers aanzet om hierover in gesprek te gaan. Meer informatie over ‘Toen en nu’ en de voorwaarden vind je op de website van de gemeente.

Ambassadeurs

Om het koloniaal en slavernijverleden op de kaart te zetten, zijn verschillende ambassadeurs gevraagd om ‘Toen en Nu’ onder de aandacht te brengen. De ambassadeurs zijn: Zaïre Krieger, Joenoes Polnaija, Gavin Viano, Dennis Bijleveld, Sharmila Vooren en Carina Fernandes. Neem vooral een kijkje op hun socialemediakanalen om inspiratie op te doen!

Voorbij de eigen bril: een verkennend onderzoek naar inclusie binnen de Rotterdamse opvoedondersteuning

Voorbij de eigen bril: een verkennend onderzoek naar inclusie binnen de Rotterdamse opvoedondersteuning

It takes a village to raise a child. De bekende uitdrukking zegt genoeg: een kind opvoeden is niet gemakkelijk en al helemaal niet in onze individualistische samenleving. Sommige ouders stellen hun vragen aan familie of vrienden. Anderen speuren het internet af voor tips of vragen hulp op school.

In Rotterdam zijn er allerlei organisaties waar ouders terecht kunnen voor vragen over en ondersteuning bij opvoeding. De vraag is of alle ouders die hulp nodig hebben, daar ook gebruik van maken. Want hoe bereik je ouders die de Nederlandse taal beperkt beheersen? Hoe zorg je voor cultuursensitieve ondersteuning? En hoe ga je om met de enige vader in de groep? Kortom, is de opvoedondersteuning in Rotterdam inclusief genoeg om alle Rotterdamse ouders te bereiken?

IDEM Rotterdam deed onderzoek naar opvoedondersteuning in Rotterdam: wat is nodig om de opvoedondersteuning inclusiever te maken? Voor het onderzoek ‘Voorbij de eigen bril’ zijn opvoedondersteuners in Rotterdam bevraagd door middel van een digitale vragenlijst en interviews. Ook zijn er twee focusgroepen gehouden met biculturele ouders die gebruikmaken van opvoedondersteuning.

Hoewel een aanzienlijk deel van de ouders die gebruikmaakt van opvoedondersteuning een biculturele achtergrond heeft, laat de diversiteit van opvoedondersteuners te wensen over volgens professionals. Zij zijn veelal vrouw en hebben geen biculturele achtergrond. Dit maakt het soms lastig om ouders te bereiken, en de eigen bril af te zetten, ook al proberen ze een open houding aan te nemen en maatwerk te leveren.

Discriminatie in de ouderenzorg: aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties

Discriminatie in de ouderenzorg: aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties

‘Zorg ik goed voor de cliënt of zorg ik goed voor mezelf?’ Met dat dilemma worstelen veel medewerkers in de Rotterdamse ouderenzorg die gediscrimineerd worden vanwege hun migratieachtergrond, gender of seksuele oriëntatie. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het IDEM-onderzoek ‘Groot verantwoordelijkheidsgevoel en een dikke huid‘ over discriminatie door cliënten in de ouderenzorg. Op basis van het onderzoek en de bevindingen uit het Kennisatelier over dit thema, doen onderzoekers Inte van der Tuin en Bauke Fiere aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties.

Tips voor het directieteam

Algemeen

  • Investeer in diversiteit en inclusie binnen de organisatie als geheel. Het is van belang dat de diversiteit in de uitvoerende functies wordt weerspiegeld in onder andere de directie, leidinggevenden en vertrouwenspersonen.
  • Investeer in bewustwording en aandacht voor discriminatie en racisme binnen de directie door jaarlijks een (verplichte) training aan te bieden over discriminatie en inclusie op de werkvloer.
  • Zorg ervoor dat de directie minimaal 1 keer per jaar door leidinggevenden en vertrouwenspersonen wordt geïnformeerd over ervaringen en signalen van discriminatie van zorgverleners door cliënten en/of naasten.
  • Neem in het onderzoek naar medewerkerstevredenheid enkele vragen op over ervaren discriminatie. 

Met betrekking tot de omgang met discriminatie door cliënten en/of naasten

  • Zorg voor een simpel meldsysteem voor grensoverschrijdend gedrag dat voor alle zorgverleners toegankelijk is. Benoem in de communicatie hierover expliciet dat discriminatie ook een vorm van grensoverschrijdend gedrag is.
  • Organiseer beschikbare ondersteuning voor zorgverleners die moeite hebben met het gebruik van het meldsysteem, zodat bijvoorbeeld geen toegang tot internet of een beperkte beheersing van de Nederlandse taal geen drempel zijn om melding te doen.  
  • Verplicht zorgverleners en leidinggevenden om jaarlijks een training te volgen over de omgang met grensoverschrijdend gedrag door cliënten, waarin aparte aandacht is voor discriminatie. Benadruk tijdens de training het belang van melden.
  • Investeer in mogelijkheden om discriminerend gedrag door cliënten te bestraffen. Maak bijvoorbeeld afspraken met financiers van zorg over de mogelijkheden om een zorgverleningsovereenkomst te ontbinden vanwege discriminatie. En organiseer dat het mogelijk is om naasten van cliënten die zorgverleners discrimineren de toegang te ontzeggen tot locaties van de zorginstelling.     

Tips voor leidinggevenden

Algemeen

  • Maak meldingen over en ervaringen met grensoverschrijdend gedrag door cliënten een standaard bespreekpunt tijdens het teamoverleg. Vraag daarbij ook expliciet naar ervaringen met discriminatie. Besteed aandacht aan de (gewenste) omgang met dit gedrag en benadruk het belang van melden.
  • Maak binnen een team afspraken over een standaard reactie op discriminatie door een cliënt en/of naasten. Het is bijvoorbeeld passend om te benoemen dat de zorgverleners cliënten met respect behandelen, dat alle zorgverleners gediplomeerd zijn en dat zij ook een respectvolle benadering verwachten van cliënten. Zorg ervoor dat ook zorgverleners die zelf geen discriminatie ervaren cliënten en/of naasten aanspreken op dit gedrag.
  • Informeer naasten wanneer een cliënt discriminerend gedrag vertoont tegenover een zorgverlener. Zeker als er sprake is van een cognitieve stoornis bij de cliënt is het belangrijk om naasten te betrekken en mogelijke oplossingen te bespreken.

In contact met zorgverleners die discriminatie door cliënten en/of naasten ervaren

  • Voer altijd een individueel gesprek met een zorgverlener die is gediscrimineerd door een cliënt en/of naasten om de zorgverlener de ruimte te geven om behoeften en gevoelens te uiten. En vraag een aantal weken later opnieuw naar de impact van de ervaring.
  • Stimuleer de medewerker om formeel melding te doen of leg de melding eventueel samen vast.   
  • Wijs een zorgverlener op de ondersteuning die binnen de organisatie beschikbaar is, zoals een vertrouwenspersoon of een geestelijk verzorger.

Tips voor zorgverleners

  • Doe formeel melding binnen je organisatie als je discriminatie door een cliënt en/of naasten ervaart.
  • Bespreek ervaren discriminatie door een cliënt en/of naasten met je collega’s en leidinggevende, zodat zij hiervan op de hoogte zijn.  
  • Spreek cliënten en/of naasten aan wanneer zij jou of een collega discrimineren. Dit kan ook op een later moment, eventueel samen met een collega of leidinggevende.   
  • Bagatelliseer discriminatie door cliënten en ander grensoverschrijdend gedrag niet en heb aandacht voor de impact die dit op jezelf en op collega’s kan hebben.
  • Discriminatie ook bij een antidiscriminatiebureau, dus neem gerust contact op met RADAR. De gespecialiseerde klachtbehandelaars kunnen je ondersteunen, bijvoorbeeld als het lastig is om discriminatie binnen je organisatie bespreekbaar te maken. Ook kunnen zij helpen als je bijvoorbeeld discriminatie door collega’s of leidinggevenden ervaart.

Tips voor de communicatie met (toekomstige) cliënten

  • Besteed tijdens het intakegesprek met een cliënt (preventief) aandacht aan de diversiteit onder het personeel en de standaard van respectvol met elkaar omgaan, waarbij geen ruimte is voor discriminatie. 
  • Spreek cliënten die tijdens een intakegesprek een discriminerende voorkeur uiten hierop aan. Benoem hierbij niet alleen dat er geen rekening wordt gehouden met hun voorkeur, maar benadruk ook dat discriminatie in welke vorm dan ook niet wordt geaccepteerd.  
  • Gebruik beeldmateriaal waarop de diversiteit onder zorgverleners zichtbaar is. 
Vacature: freelance onderzoeker (m/v/x)

Vacature: freelance onderzoeker (m/v/x)

Ben jij freelance onderzoeker? En wil je je inzetten voor inclusie, diversiteit en gelijke behandeling? Dan zijn wij op zoek naar jou!

Antidiscriminatiebureau RADAR en IDEM Rotterdam, expertisecentrum voor een inclusieve stad, doen regelmatig onderzoeken die tot doel hebben om bewustwording te creëren en positieve veranderingen te bewerkstelligen in de samenleving. Opdrachtgevers zijn gemeenten, de overheid of het Europese Fundamental Rights Agency.

Op korte termijn zoekt IDEM Rotterdam een freelance onderzoeker voor onze onderzoeken naar institutioneel racisme/discriminatie in het onderwijs en cultuursensitief werken in de welzijnssector. Beide onderzoeken worden uitgevoerd in Rotterdam.

Werkzaamheden

Voor diverse projecten zoeken wij versterking voor de volgende werkzaamheden:

  • vormgeven van een praktijk en/of actiegericht kwalitatief onderzoek;
    • werven van respondenten;
    • kwalitatief interviewen;
    • analyseren van de onderzoeksdata;
    • presenteren van onderzoeksresultaten.

Wie zoeken we?

Iemand:

  • met een wo of hbo werk- en denkniveau;
  • met relevante werkervaring als (zelfstandig) kwalitatief onderzoeker, bij voorkeur ervaring met praktijkgericht en/of actieonderzoek;
  • die makkelijk contact legt met diverse doelgroepen en snel vertrouwen kan winnen;  
  • die ervaring heeft met het interviewen van diverse doelgroepen;
  • die flexibel en creatief is;
  • die inhoudelijke (basis)kennis heeft over onderwerpen rondom gelijke behandeling, inclusie en diversiteit;
  • die respectvol en constructief omgaat met diverse normen en waarden in denken en handelen;
  • die onderzoeksresultaten kan vertalen naar de praktijk;
  • die beschikt over een eigen laptop.

Wat bieden wij?

  • Afwisselend onderzoekswerk op verschillende thema’s en met verschillende doelgroepen.
  • Werk voor 8 tot 16 uur per week, afhankelijk van het aanbod aan opdrachten. 
  • Uurtarief van 70-100 euro, afhankelijk van ervaring.

Interesse?

Herken je je in het profiel en heb je interesse om serieus de opdracht te bespreken?

Mail dan je motivatie en cv uiterlijk 31 mei 2022 naar Bouchra Dibi via b.dibi@radar.nl of 06-23121444.