Leroy Vaarnold: ‘Probeer je zo neutraal mogelijk op te stellen’

Leroy Vaarnold: ‘Probeer je zo neutraal mogelijk op te stellen’

Op Wereld Aidsdag, op 1 december, wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor hiv en aids en de bestrijding ervan. In Nederland zijn er naar schatting 24.000 mensen met hiv. Over hiv en aids leven nog altijd heel veel vooroordelen. IDEM Rotterdam vraagt Leroy Vaarnold, van het team hiv-hulpverlening bij Expertisecentrum Seksualiteit, Sekswerk en Mensenhandel van Stichting Humanitas, naar de feiten over hiv en hoe we inclusief kunnen zijn voor deze groep.

Wat doet het team hiv-hulpverlening?

We bieden ondersteuning aan mensen die hiv-positief zijn. Aan mensen die om wat voor reden dan ook hiv opgelopen hebben en daar dagelijks mee leven. We bieden praktische hulp en ondersteuning, maar vooral psychosociale hulpverlening. Denk dan aan een-op-een-gesprekken over het accepteren van de situatie en leren leven met hiv. Soms hebben we ook gesprekken in groepen, maar dat gaat lastiger dan je zou willen. Er heerst nog heel veel schaamte, omdat er zo’n stigma is.

Waar komt dat stigma vandaan, denk je?

Allereerst komt het door onwetendheid. Mensen hebben weinig feitelijke kennis over hiv. Veel mensen denken er überhaupt niet over na, vooral voor heteroseksuele mensen is het nooit heel dichtbij gekomen. Mensen hebben vaak nog het idee dat je hiv alleen krijgt als je erg losbandig bent en met veel partners seks hebt. Maar we zien ook cliënten die ermee geboren zijn, of het hebben gekregen van iemand die zij zagen als enige en betrouwbare partner.

Hoe kan die kennis vergroot worden?

Voorheen werden campagnes eigenlijk vooral gericht op mensen die hiv-positief zijn, maar bij hen ligt het gebrek aan kennis meestal niet. We proberen ons daarom te richten op een bredere groep, juist op mensen die niet hiv-positief zijn. Het komt misschien niet vaak voor, maar je loopt nog altijd risico op hiv. Of op andere soa’s. Het is daarom belangrijk dat er meer bewustzijn komt en meer getest wordt.

Is er ook een verschil in perceptie, naar jouw idee, tussen LBHTIQ+ – personen en hetero’s?

Door het medicijn PREP te slikken kun je voorkomen dat je geïnfecteerd raakt met hiv. Dat gebeurt wel in de gay community. Ook word je minder ziek als je hiv-positief bent, omdat er goede medicijnen zijn. Je kan dus nog steeds voor een groot deel je leven leiden zoals je wil. Daardoor is de angst voor hiv wel afgenomen, terwijl je natuurlijk ook nog altijd andere soa’s kan oplopen.

Onder heteroseksuele mensen is die angst er over het algemeen nooit heel sterk geweest, omdat het beeld bestaat dat het bij hetero’s niet voorkomt. Maar juist door dat beeld loopt het aantal hiv-besmettingen onder heteroseksuelen juist op. Mensen laten zich minder testen en hebben geen idee dat ze geïnfecteerd zijn, waardoor het risico bestaat dat ze anderen ook weer infecteren.

Wat moet er volgens jou gebeuren?

Er moet meer actuele seksuele voorlichting gegeven worden aan jongeren, en ook op een andere manier. Tot nu toe is seksuele voorlichting vooral gericht op preventie: zorg maar dat je geen soa krijgt. Er wordt niet gezegd: op het moment dat je seksueel actief wordt, heb je kans om iets op te lopen. Het huidige taalgebruik zorgt voor een schuldgevoel: je hebt niet goed voor jezelf gezorgd, want je hebt een soa opgelopen. Praat meer over soa’s als iets wat je kan overkomen, dat je het ook per ongeluk kan krijgen. Dan neemt hopelijk de schaamte om seksuele gezondheid te bespreken met collega’s af en wordt de drempel naar hulpverlening lager.

Maar ook anderen moeten meer kennis krijgen, bijvoorbeeld professionals. In verzorgingshuizen worden ouderen die hiv-positief zijn soms toch nog anders behandeld. Hulpverleners hebben nog steeds het idee dat je hiv kan krijgen van dagelijks contact, alsof het corona is. Het is echt niet nodig om twee handschoenen te dragen en bestek apart te houden.

Heb je nog een tip voor professionals?

Lees je in. Niet alleen over hiv, maar over seksuele gezondheid in het algemeen. Er zijn interessante magazines over dit onderwerp, zoals Hello gorgeous en I am plus. Houd ook de organisaties in de gaten die zich richten op dit thema, zodat je op de hoogte blijft van de ontwikkelingen.

En werk je met mensen, wees je dan bewust van de manier waarop je met hen omgaat. Probeer je zo neutraal mogelijk op te stellen.

Meer weten?

Op 1 december organiseren we het Kennisatelier ‘Voorbij het stigma’, over inclusie van mensen met hiv. Tijdens dit Kennisatelier gaan we met elkaar in gesprek over het tegengaan van de vooroordelen over hiv en discriminatie van mensen met hiv. Lees hier meer en meld je direct aan!

Eloah Udenhout: ‘Als je kan lachen om je situatie, dan kan je een oplossing vinden’

Eloah Udenhout: ‘Als je kan lachen om je situatie, dan kan je een oplossing vinden’

Comedian en televisiemaker Eloah Udenhout zet comedy in om vrouwen van alle leeftijden weerbaar te maken. Op de IDEM-bijeenkomst op 25 november 2022, de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen, laat ze zien hoe dat werkt. ‘Vrouwen moeten zichzelf niet té serieus nemen’, zegt ze, ‘want anders stapelen problemen zich alleen maar op.’

Eloah Udenhout is televisiemaker, comedian, zangeres en model, maar in haar overige tijd helpt ze vrouwen weerbaarder te worden. Humor is daarbij een belangrijk hulpmiddel. ‘Vrouwen moeten zichzelf serieus nemen, maar niet té’, vertelt ze. ‘Want daardoor zouden problemen zich kunnen opstapelen. Daarom geef ik een training ‘lachen om jezelf’, waarin ik mijn ervaring als stand-upcomedian gebruik om vrouwen te laten lachen om hun situatie.’

Humor als hoofdmoot

Humor zou volgens Udenhout de hoofdmoot van het leven moeten zijn. ‘Klagen of zeuren verandert namelijk niets aan je situatie’, legt ze uit. ‘Zeuren is geen verandering, het lost niets op, maar zorgt er wel voor dat problemen opeenstapelen. Tijdens een training schrijven de aanwezige vrouwen al hun problemen op een muur. We gaan kijken hoe lang we om die problemen kunnen lachen. Als je op dat moment nog kan lachen, dán kan je een oplossing vinden.’

Daarbij is reflectie van belang. ‘Hurt people hurt people’, zegt ze, mensen met pijn doen anderen pijn. ‘Mensen gaan op verschillende manieren om met de situaties waar ze uit komen. Het belangrijkste is om gedragingen te leren herkennen, dan kun je eruit komen. Het begint altijd bij een wil.’

Praten over seksualiteit

Ook zet Udenhout zich in voor preventie door met vrouwen in gesprek te gaan over seksualiteit. ‘Ik geef bijvoorbeeld seksuele voorlichting aan een groep dames van boven de zestig’, vertelt ze. ‘Sommige van die vrouwen hebben nog de ‘kamerplicht’ meegemaakt: als de man thuiskwam moest je als vrouw alvast klaar gaan liggen in de slaapkamer. Dat is zowel mentaal als fysiek erg toxisch geweest. Dan moet je echt opnieuw leren om keuzes te durven maken, om grenzen te durven aangeven en je bewust te worden van je eigen lichaam en het genieten daarvan.’

Daarnaast geeft ze ook voorlichting aan meiden van 11 jaar oud. ‘Met hen heb ik gesprekken over zelfbewustzijn, keuzes maken en nee zeggen’, zegt Udenhout. ‘De ouders van die meiden geven aan dat ze veel openhartiger gesprekken hebben met hun dochters. Het is heel belangrijk om een beeld te hebben van waar je dochter in haar hoofd mee bezig is en wat ze beleeft.’

Voor jongens in hun tienerjaren is het nog onveiliger, meent Udenhout. ‘Jongens praten niet, na hun vijftiende stoppen ze met praten. En dan begint de pijn. Jongens en mannen worden niet geleerd hoe ze zorg moeten dragen voor een vrouw. En we remmen meisjes niet meer af om hun plek te kennen. Daarmee bedoel ik dat er een plek en een tijd is voor alles. Wees je bewust van welke battles je aangrijpt en welke niet. Het draait erom dat we jongeren weerbaar maken in hun hoofd, intelligenter laten nadenken over wat wel en niet kan.’

Tip voor professionals

Als tip heeft Udenhout daarom een belangrijke tip voor professionals die met gendergerelateerd geweld bezig zijn. ‘Koppel geen maatschappelijk werker van 20 aan een cliënt van 50’, zegt ze. ‘Dat heeft van de ene kant te maken met respect. Maar ook hebben oudere professionals met meer ervaring, zowel professioneel als in het leven, hebben veel meer kennis die ze kunnen overdragen.’

Wil je zelf ervaren hoe Eloah Udenhout met humor het probleem van geweld tegen vrouwen tackelt? Kom dan naar onze bijeenkomst op 25 november 2022! Of wil je weten welke mooie dingen zij nog meer doet met haar bedrijf Via-Eloah? Neem dan een kijkje op haar Instagram-pagina.

Verslag Kennisatelier ‘Van stereotypen tot miscommunicatie’

Verslag Kennisatelier ‘Van stereotypen tot miscommunicatie’

Toegang tot kwalitatief goede en gelijkwaardige zorg is essentieel. Helaas is passende zorg met aandacht voor diversiteit niet vanzelfsprekend. Tijdens het Kennisatelier ‘Van stereotypen tot miscommunicatie’ op donderdag 3 november 2022 kwamen bijna dertig professionals samen in gebouw De Heuvel in Rotterdam om met elkaar na te denken over cultuursensitief werken in de geestelijke gezondheidszorg.

De Rotterdamse professionals werden welkom geheten door Hilda van Reeuwijk, de netwerker van IDEM Rotterdam. Die citeerde een belangrijke wijsheid van een bevriende bouwvakker: ‘Gereedschap is zo goed als degene die het gebruikt.’ Welke gereedschappen er eigenlijk zijn en wat professionals in de ggzom cultuursensitiever te werken, was het onderwerp van de rest van de ochtend.

 

 

 

 

Zorg op maat

Teuntje Vosters presenteerde het IDEM-onderzoek ‘Zorg op maat: cultuursensitief werken binnen de geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam’. In het onderzoek komen twintig zorgprofessionals uit de ggz aan het woord. Het doel van het onderzoek was tweeledig: een overzicht geven van bestaande handvatten en instrumenten om cultuursensitief te werken én de randvoorwaarden schetsen die nodig zijn om op die manier te kunnen werken.

Twintig professionals die cultuursensitief werken zijn de afgelopen periode bevraagd over hun visie hierop. Een van de opvallende punten was het feit dat zij enige frustratie voelden. De ggz heeft namelijk een lange geschiedenis van cultuursensitief werken. Het onderwerp komt regelmatig op de politieke agenda maar verdwijnt dan weer. Er is dan ook gebrek aan structurele verandering.

De meeste handvatten voor ggz-professionals zijn te vinden in de Generieke Module Diversiteit. Daar zitten tal van handvatten voor professionals in. Daarnaast was het onderwijs een belangrijk thema voor de geïnterviewden. De experts benadrukken dat cultuursensitief werken geen optioneel vak zou moeten zijn, maar een structureel onderdeel zou moeten uitmaken van het curriculum van ggz opleidingen.

Reflectie op het onderzoek

 

Tijdens het tweede onderdeel van het Kennisatelier reflecteerden Larissa van Beek, Coördinator ARQ Kenniscentrum Migratie at ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, en Victor Kouratovsky, voorzitter van de Centrale Commissie Culturele Diversiteit en Psychologie, op het onderzoek. Beiden zijn ook geïnterviewd voor het onderzoek en zijn experts in het vakgebied. Van Beek benadrukt dat migranten vaak een groot trauma hebben en te laat bij de ggz komen. Laagdrempelige activiteiten, zoals bijvoorbeeld psycho-educatieve programma’s in azc’s voor vluchtelingen, zouden een manier kunnen zijn om hen eerder in het vizier te hebben en eerder hulp te bieden.

Kouratovsky legt uit dat het van belang is om na te denken over wat geestelijke gezondheid is. Zo noemt hij als voorbeeld dat suïcidaliteit binnen de islam als haram wordt beschouwd. Dat maakt het gesprek hierover met islamitische mensen erg lastig. Cultuursensitief werken biedt de gelegenheid om dit soort complexe vraagstukken te tackelen. Daarnaast hamert Kouratovsky op de achteruitgang van de zorg. Mensen moeten een heel traject afleggen om überhaupt voor ggz in aanmerking te komen. Bovendien veranderen er regels waardoor de kans groter is dat je je eigen risico kwijt bent. Dat zorgt ervoor dat de drempel om hulp te zoeken steeds groter wordt.

Als dan iemand toch het traject heeft afgelegd en bij een hulpverlener zit, heeft die ggz-professional steeds minder tijd. Ze krijgen geen geld voor zogenoemde indirecte tijd, terwijl die juist zo van belang is om meer te weten over de context van een cliënt. Kortom, zorg op maat leveren wordt een haast onmogelijke uitdaging in de ggz.

Hoop voor de toekomst?

Ondanks de harde realiteit waren de aanwezigen op zoek naar een positieve noot. Kouratovsky geeft aan dat het soms voelt alsof hij trekt aan een dood paard, maar zich desondanks blijft inzetten voor het thema vanuit zijn functie.

Van Beek ziet mogelijkheden op een bredere inzet op preventie. De (politieke en financiële) drempels kun je niet zomaar wegnemen. Maar los daarvan is er onder veel mensen nog een taboe op ggz. Zelfs als het systeem perfect zou zijn, dan bereik je een grote groep mensen niet vanwege dat taboe. Door mensen met een grotere afstand tot de ggz tóch te bereiken zijn er kansen, bijvoorbeeld op een laagdrempelige manier toegang bieden in plaats van middels allerlei formulieren en talige vragenlijsten.

 

Muzikaal intermezzo

De reflectie op het onderzoek gaf stof tot nadenken: of nu de focus lag op het doemscenario of een sprankje hoop. Om weer even nieuwe energie op te wekken, gaven de Transformers een muziekworkshop. Dit is een band waarin professionele muzikanten op basis van gelijkwaardigheid samenwerken met muzikanten die ervaring hebben met dakloosheid en daaraan gerelateerde psychosociale problematiek. Met niets meer dan enkele instrumenten en geluid van handen of stem wisten ze de groep te verleiden tot een vrolijk muzikaal intermezzo.

 

The Transformers werkt samen met stichting The Mystifiers

 

Romy Rockx

Dialoogtafels

 

Vervolgens moesten de deelnemers weer aan de slag. Aan drie verschillende dialoogtafels werden plannen gesmeed om cultuursensitief werken beter op de kaart te zetten. Iedere groep deelde uiteindelijk in enkele kernzinnen wat zij besproken hebben.

De groep die over preventie sprak, had ‘naar de mensen toebewegen’ als kern. Dus niet wachten tot het lukt om alle formulieren op de juiste manier in te vullen, maar kijken of ze op een andere manier bereikt kunnen worden.

Dat geldt als het ware ook voor de groep die sprak over samenwerking. Er is grote behoefte om elkaar op te zoeken, elkaar beter te vinden en zo beter te kunnen doorverwijzen naar (specialistische) organisaties.

De onderwijstafel benoemde dat het noodzakelijk is om niet alleen kennis mee te nemen, maar ook gevoel. Kijk verder dan de kennis die je hebt als arts, maar zoek ook de grenzen op van wat je eigen gebied is. Juist op grensvlakken zijn er soms mogelijkheden om iets te initiëren of veranderen.

 

Lees-, kijk-, doe- en luistertips  

IDEM-onderzoek: ‘Zorg op maat: cultuursensitief werken binnen de geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam’

 

Meer weten?

Wil je meer weten, de presentaties van een van de sprekers ontvangen of een van de genoemde onderzoeken? Neem contact op met Hilda van Reeuwijk via h.vanreeuwijk@radar.nl

 

Zorg op maat: cultuursensitief werken binnen de geestelijke gezondheidszorg

Zorg op maat: cultuursensitief werken binnen de geestelijke gezondheidszorg

Standaardisering en marktwerking is als een doodsteek voor cultuursensitief werken. Dat is een van de conclusies uit het rapport ‘Zorg op maat: cultuursensitief werken binnen de geestelijke gezondheidszorg’. Voor dit kwalitatieve onderzoek zijn twintig Rotterdamse professionals bevraagd die ruime ervaring hebben met een cultuursensitieve werkwijze in de ggz.

Passende zorg met aandacht voor diversiteit is in Nederland nog niet altijd vanzelfsprekend, ook al is cultuursensitief werken al veertig jaar een belangrijk thema binnen de ggz. Door onder meer politieke ontwikkelingen is er echter niet altijd voldoende aandacht en geld voor dit thema. Hierdoor is het moeilijk om maatwerk te leveren voor patiënten.

Toch is juist maatwerk essentieel voor cultuursensitief werken en voor de toegang tot kwalitatief goede en gelijkwaardige zorg. Als er niet of onvoldoende cultuursensitief gewerkt wordt, kan bijvoorbeeld een taalbarrière leiden tot zorgmijding en een westerse blik van de hulpverlener tot misdiagnose.

Terugkijken: Webinar over discriminatie in de ouderenzorg

Terugkijken: Webinar over discriminatie in de ouderenzorg

Je werk niet kunnen doen omdat je man bent, een hoofddoek draagt of een donkere huidskleur hebt. In de Rotterdamse ouderenzorg komt het regelmatig voor. Op donderdag 13 oktober 2022 organiseerden IDEM Rotterdam en RADAR een webinar over discriminatie in de ouderenzorg.

Dilemma

‘Zorg ik goed voor de cliënt of zorg ik goed voor mezelf?’ Met dat dilemma worstelen veel medewerkers in de Rotterdamse ouderenzorg die gediscrimineerd worden vanwege hun migratieachtergrond, gender of seksuele oriëntatie. Het is niet vanzelfsprekend dat zorgverleners cliënten aanspreken op discriminerend gedrag. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het IDEM Rotterdam-onderzoek ‘Groot verantwoordelijkheidsgevoel en een dikke huid’ over discriminatie door cliënten in de ouderenzorg. RADAR/IDEM organiseerde een webinar over het onderzoek en over wat er nodig is binnen ouderenzorgorganisaties voor het tegengaan van discriminatie en racisme. Inte van der Tuin van IDEM/RADAR presenteerde de onderzoeksresultaten en de aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties. Elouise Tahapary, leidinggevende in een verpleeghuis, deelde haar ervaringen en haar visie op wat er nodig is om een team weerbaar te maken.

Duidelijke norm van groot belang

Het is voor de aanpak van de problematiek van groot belang dat het onderwerp meer bespreekbaar wordt gemaakt binnen de ouderenzorg. Daarin hebben leidinggevenden een belangrijke rol, maar ook collega’s (die zelf geen discriminatie ervaren) kunnen een belangrijk verschil maken door steun te bieden én zich over discriminerend gedrag uit te spreken. Iedereen binnen een organisatie dient nadrukkelijk uit te dragen dat discriminatie niet wordt geaccepteerd. Wanneer cliënten niet worden gecorrigeerd wanneer zij bijvoorbeeld een discriminerende opmerking maken, dan vergroot dit de kans dat zij in de toekomst opnieuw zullen discrimineren. Het webinar is terug te kijken via Webinargeek.

Aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties

Ouderenzorgorganisaties hebben de zaken beleidsmatig vaak goed geregeld, maar kunnen nog (veel) meer doen om een veilige, discriminatievrije werkomgeving te creëren voor medewerkers. De aanbevelingen voor ouderenzorgorganisaties staan op de website van IDEM Rotterdam.

Onderzoeksrapport

Ook het volledige onderzoeksrapport ‘Groot verantwoordelijkheidsgevoel en een dikke huid. Hoe gaan zorgverleners in de Rotterdamse ouderenzorg om met discriminatie door cliënten?’ is te vinden op de IDEM-website.