Help, een lhbti’er!

Help, een lhbti’er!

“Heb je een vriendschap met iemand die minimaal 25 jaar ouder is?” De groep schuifelt grotendeels naar rechts: nee. “Heb je wel eens gezoend met iemand van hetzelfde geslacht?” Enkelen wandelen naar links, anderen blijven staan. “Heb je op iedere vraag eerlijk geantwoord?”

RADAR-trainer Rob Stoop legde de aanwezigen het vuur aan de schenen. Door confronterende vragen te stellen, maakte hij de deelnemers aan het IDEM-kennisatelier ‘Help, een lhbti’er’ inzichtelijk dat lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen of intersekse personen in veel gevallen informatie over zichzelf achterhouden. Omdat ze zich er niet comfortabel bij voelen, maar vaak ook omdat het serieuze consequenties kan hebben zoals bedreiging of geweld.

Jongeren online

Tijdens de bijeenkomst op 14 februari 2019, bij Stichting Humanitas aan de Pieter de Hoochweg in Rotterdam, kwamen tientallen professionals samen om deel te nemen aan het kennisatelier. Na de introductie en opwarming gaf IDEM-onderzoeker Larissa Chantre een presentatie over de online leefwereld van jongeren. Welke apps zijn eigenlijk het leukste voor lhbti-jongeren, op welke sites surfen ze en hoe bescherm je hen tegen de bijbehorende risico’s? “Het is me opgevallen dat voorlichting voor meisjes sterk gericht is op ‘preventie’: hoe geef je je grenzen aan, et cetera”, zegt Chantre. “Terwijl dat in de communicatie naar jongens vaak helemaal niet ter sprake komt.”

‘Tinder’ voor kinderen, leeftijdseisen die eenvoudig te omzeilen zijn en online tests om te achterhalen of je op jongens of meisjes valt: er zitten allerlei haken en ogen aan de online leefwereld van lhbti-jongeren. Toch benadrukt Chantre dat het vooral heel leuk is om (online) jezelf te ontdekken. “Anoniem zijn op internet is een van de grootste risico’s, maar tegelijkertijd kan het ook heel prettig zijn om dingen te ontdekken. Stel je voor dat je met bepaalde gevoelens kampt, maar ze niet kan thuisbrengen, dan is het toch heel handig dat je online informatie kan vinden.”

Offline lhbti-organisaties

Ook offline kunnen lhbti-jongeren natuurlijk op diverse plekken in de stad terecht voor hulp of contact met andere lhbti’ers. Gert-Jan Verboom, beleidsadviseur LHBTI+ bij Humanitas Expertisecentrum Seksualiteit Sekswerk en Mensenhandel (ESSM), vertelde de aanwezigen meer over de mogelijkheden van The Hang-Out 010. De ‘tweede woonkamer’ voor lhbti-jongeren is populair, vooral omdat het zo laagdrempelig is. “We vragen zo min mogelijk informatie als een jongere voor de eerste keer langskomt”, legt Verboom uit. “Hoe meer je van de jongeren wil weten, hoe kleiner de kans dat ze terugkomen.”

Moslim en queer

Niet iedereen is zich ervan bewust dat je ook kunt worstelen met meerdere identiteiten: wat nou als je islamitisch bent en homoseksueel? Voor die groep jongeren, die risico lopen op dubbele discriminatie, is Stichting Maruf opgericht. Voorzitter Dounia Jari legde de aanwezigen uit dat uit de kast komen niet voor iedere lhbti’er de ultieme vorm van vrijheid is. “Vaak kiezen islamitische lhbti’ers voor een ‘coming in’”, legt ze uit. “Dat houdt in dat ze voor zichzelf geaccepteerd hebben dat ze homoseksueel, lesbisch of biseksueel zijn, maar dat ze dit niet uiten naar hun familie of vrienden.”

Do’s en don’ts

Schoolmaatschappelijk werker Wendy Maan vertelde over haar eigen ervaring toen een 12-jarige jongen bij haar kwam en zijn twijfel over zijn seksuele gerichtheid uitte. “Als een kind naar je toe komt met deze worsteling, kun je daar zelf wel een beeld bij hebben”, zegt ze. “Misschien zijn er signalen waardoor je denkt, ‘ja, het is zo’. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Sterker nog, het is beter om niet op de zaken vooruit te lopen. Het is niet jouw taak om vast te stellen wat de seksuele gerichtheid van een kind is, of erop aan te sturen. Daarom heb ik hem heel neutraal en open benaderd, om duidelijkheid te krijgen in de wirwar aan gevoelens die hij heeft. Daarbij wist ik in dit geval dat het zijn geheim was, waardoor het lastiger was om zijn ouders er bij te betrekken.”

Nadat in kleinere groepen casussen werden besproken, gingen de deelnemers naar huis met de Paarse Kaart. Hierop staan de belangrijkste do’s en don’ts en kunnen hulpverleners zien naar welke organisaties zij lhbti-jongeren het beste kunnen doorverwijzen. 

Do’s:

  • Wees je bewust van je eigen houding
  • Stel open vragen
  • Straal uit dat je open staat voor diversiteit

Don’ts:

  • Ervan uitgaan dat je cliënt hetero is
  • Ervan uitgaan dat het slim is als je cliënt open is naar ouders of familie
  • Met deze cliënt werken als je zelf niet helemaal open staat voor lhbti’ers

Op de hoogte blijven?

Wil je voortaan op de hoogte blijven van de bijeenkomsten van IDEM Rotterdam? Sluit je dan aan bij ons netwerk.

Wil je ook op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in Rotterdam op het gebied van emancipatie, integratie en discriminatie? Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.

Onderzoeker Hanneke Felten: “Je hoeft je niet bewust te zijn van je eigen vooroordelen om ze te verminderen”

Onderzoeker Hanneke Felten: “Je hoeft je niet bewust te zijn van je eigen vooroordelen om ze te verminderen”

Van welzijnsorganisaties tot scholen: talloze professionals zetten zich in om discriminatie tegen te gaan en te voorkomen. Maar het blijft lastig om te achterhalen of – en hoe – al die inzet loont. Zorg je eigenlijk wel voor bewustwording door mensen stereotypen over lhbti’ers te laten opsommen? Ontkracht je vooroordelen over migranten juist wel of niet door een vluchteling aan het woord te laten? Onderzoekers van Kennisplatform Integratie & Samenleving hebben de literatuur doorgespit en op een rij gezet welke mechanismen werken bij de aanpak van discriminatie. We vroegen Hanneke Felten, een van die onderzoekers, hoe het nu precies zit.

Discriminatie ontstaat vaak door vooroordelen en stereotypen. Hoe zit dat?

Mensen hebben eigenlijk altijd wel vooroordelen over bepaalde groepen. Om erachter te komen hoe dat bij jou zelf zit, kun je online tests doen, bijvoorbeeld de Implicit Association Test of de test op www.onderhuids.nl. Je kunt dan zien dat bijna alle mensen in meer of mindere mate vooroordelen hebben. Ergens is dat normaal, maar tegelijkertijd kun je er wat aan doen. Het feit dat iedereen vooroordelen heeft, is een slecht excuus om geen verantwoordelijkheid te nemen op dit vlak. Het is namelijk mogelijk om wat aan die vooroordelen en stereotypen te doen. In onze onderzoeken over wat werkt om discriminatie te verminderen geven we allerlei handvatten om die stereotypen onderuit te halen en vooroordelen te ontkrachten.

Moet je je niet juist eerst bewust zijn van die impliciete vooroordelen en stereotypen?

Het is logisch dat je dat denkt, maar bewustwording is niet altijd nodig om van vooroordelen af te komen. Sterker nog, soms schuilt in bewustwording juist het gevaar. Het zou kunnen dat je zoveel hamert op bewustwording, dat je niet meer toekomt aan de vermindering ervan. Het is ook mogelijk dat je iemand wijst op een stereotype, terwijl diegene dat niet eens ‘raar’ vond.

Bewustwording is dus echt niet altijd de eerste stap. Kijk bijvoorbeeld naar pubers. Zij kunnen zich wel bewust zijn van het feit dat ze vooroordelen hebben, alleen kunnen ze daar cognitief nog niet zoveel mee. Het kost cognitief namelijk heel veel moeite en energie om jezelf op dat vlak bij te sturen. Dat gaat nogal lastig als je brein nog niet volledig ontwikkeld is.

Wat kun je doen zonder op bewustwording in te gaan?

Een belangrijke manier is om stereotypen niet te herhalen. Zelfs als je ze zou willen herhalen om te laten zien dat ze niet kloppen, worden ze geactiveerd. Beter is het om nieuwe, positieve associaties te maken bij een bepaalde minderheidsgroep. Als dat maar vaak genoeg gebeurt, dan kun je een stereotype over die groep onderuithalen. De beste manier om dat te doen is om allerlei verschillende mensen te laten zien uit een minderheidsgroep, waarbij sommigen wel aan het stereotype voldoen en anderen juist niet. Zo leer je dat er niet één plaatje bij een groep kloppend is.

Heb je daar een voorbeeld van?

Een goed voorbeeld is het NTR-programma Moslims Zoals Wij, waarin je meekijkt met een groep Nederlandse moslims. Die verschillen onderling allemaal veel van elkaar: qua geloofsbeleving, kleding, seksuele voorkeur, eten. Tegelijkertijd hebben ze hun moslim-zijn gemeen, waardoor het voor de kijker heel moeilijk wordt een stereotype beeld van ‘de moslim’ overeind te houden.

Een ander goed voorbeeld is Mamoun uit Sesamstraat. Het is een jongen van Marokkaanse komaf, hij rijdt door Sesamstraat op een scooter. Die scooter vormt dan voor een deel het stereotype. Tegelijkertijd doet hij onwijs leuke spelletjes met de kinderen, waardoor hij totaal niet bedreigend over komt. Wanneer iemand helemaal niet aan het stereotype voldoet, dan wordt hij als ‘uitzondering’ gezien en niet representatief voor de hele groep. In dat geval zeggen witte mensen bijvoorbeeld: ‘Ik vind Mo erg aardig, hij is niet zo’n ‘echte Marokkaan’. Mamoun is een goed voorbeeld, omdat hij dus niet als die uitzondering neergezet kan worden.

Toch lijkt me dit voor veel professionals lastig uitvoerbaar. Zijn er nog andere manieren om discriminatie tegen te gaan, zonder te hameren op die bewustwording?

Empathie en inleving is ook een heel goed middel. Dat kan bijvoorbeeld door een gastles op school waarin iemand vertelt over de discriminatie die zij of hij meemaakt: denk aan iemand voor de klas die jongeren vertelt over hoe het was om uit de kast te komen als transgender persoon of een vluchteling die vertelt hoe het is om te vluchten uit een oorlogsland. Maar het kan ook via theater of film; ook op die manier kun je je inleven in iemand waar je eerder vooroordelen over had. Een voorbeeld is het filmpje van Jerry Afriyie, van Nederland Wordt Beter, waarin hij uitlegt dat Zwarte Piet kinderen van kleur veel pijn doet. Hij gaat ook vaak in gesprek met anderen om uit te leggen hoe die pijn voelt. Ik denk dat dat een hele goede strategie is.

Als je iemand uitnodigt om een verhaal te vertellen, bijvoorbeeld een vluchteling, dan is een positieve setting van groot belang. Als diegene haar of zijn verhaal moet doen in een stinkend klaslokaal, dan hangen er onbedoeld al negatieve associaties aan die persoon, hoe ontroerend het verhaal ook is. Tot slot is het belangrijk om je te realiseren dat iedereen anders is: niet iedere strategie werkt voor iedereen. Bijvoorbeeld: sommige mensen zijn niet goed in staat om zich in te leven in een ander en hebben moeite met empathie. Voor hen is weer een andere strategie nodig.

Daar komt bij dat sommige mensen last hebben van dubbele discriminatie, bijvoorbeeld een biculturele lhbti’er. Is het eigenlijk wel mogelijk om op verschillende vormen van discriminatie tegelijkertijd te focussen?

In ons onderzoek ‘Meerdere vliegen in één klap’ zijn we gestart vanuit het kruispuntdenken. We hebben in onze onderzoeken juist gemerkt dat het erg lastig is om discriminatie op basis van één specifieke grond te bestrijden want mensen zijn meer dan bijvoorbeeld alleen hun seksuele voorkeur of alleen hun afkomst. Een voorbeeld van hoe je meerdere vormen van stereotypering tegelijkertijd kan aanpakken, is om mensen anti-stereotiep te laten denken. Laat iemand actief bedenken welke aspecten juist niet stereotypisch zijn bij bijvoorbeeld iemand die Mohammed heet. Door actief out-of-the-box te denken oefenen ze met een andere – niet stereotypische – manier van denken. Het mooie hieraan is dat stereotypen en vooroordelen over andere groepen hierdoor ook afnemen, zo bleek uit het onderzoek.

Jullie gaan vooral in op de theorie achter interventies. Hoe weten jullie of ze ook echt werken?

Het is mijn persoonlijke missie om al deze handvatten toepasbaar te maken in de praktijk. Ik en mijn collega’s hebben honderden wetenschappelijke onderzoeken gelezen, maar die komen vaak niet uit de ivoren toren van de wetenschap. Veel van deze methoden zijn in Nederland nog niet of nauwelijks uitgeprobeerd in de praktijk. Het lijkt me dan ook een leuke pilot om dit op te zetten. Als professionals die zijn aangesloten bij IDEM Rotterdam nieuwe vormen van interventies willen uitproberen, dan zijn ze van harte welkom om contact op te nemen met KIS.

Meer lezen? Hier vind je het onderzoek ‘Wat werkt bij verminderen van discriminatie’ en ‘Meerdere vliegen in één klap: onderzoek naar discriminatie’. Ook handig is de samenvattende infographic van ‘Wat werkt bij het verminderen van discriminatie’.


Nog meer lezen? Hieronder volgt een rijtje onderzoeken op dit thema, waaraan Hanneke Felten haar bijdrage heeft geleverd:

  • Felten, H. (2016). Rainbows & Refugees: Verkennend onderzoek naar wat werkt bij het vergroten van de acceptatie van LHBT onder vluchtelingen. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
  • Felten, H. (2017). Genderhokjes doorbreken: (hoe) werkt dat? De resultaten van een theorie-gestuurde evaluatie. Alliantie Genderdiversiteit: Utrecht
  • Felten, H. (2017). Riek Stienstra lezing: hoe bestrijd je schijntolerantie? Amsterdam: Edu Divers.
  • Felten, H., Briels, B., Taouanza, I., Walz, G. (2017) Handreiking antidiscriminatiebeleid voor gemeenten. Utrecht: Movisie.
  • Felten, H., Emmen, M. & Keuzenkamp, S. (2015). Do the right thing: de plausibiliteit van interventies voor vergroting acceptatie homoseksualiteit. Utrecht: Movisie
  • Felten, H. & Keuzenkamp, S. (2016). Goed voorbeeld doet volgen? Onderzoek naar de plausibiliteit van de inzet van rolmodellen in de preventie van discriminatie. Utrecht: KIS
  • Felten, H., Oostrum, D., Taouanza, I. & Keuzenkamp, S. (2016). Van confrontatie naar minder discriminatie. Onderzoek naar trainingen gericht op bewustwording van vooroordelen in werving en selectie. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
  • Felten, H., Taouanza, I., Broekroelofs, R. (2018) Meerdere vliegen in een klap: Onderzoek naar hoe verschillende vormen van discriminatie tegelijkertijd te verminderen zijn. Utrecht: KIS
  • Felten, H., Taouanza, I. & Keuzenkamp, S. (2016). Klaar met discriminatie? Onderzoek naar effectiviteit van sociale media-campagnes tegen discriminatie. Utrecht: KIS.
  • Felten, H. & Vijlbrief. A. Doing it for optimal impact: Tips voor effectiever discriminatie verminderen over LHBTI’s in voorlichtingen, trainingen en workshops. Utrecht: Movisie
  • Taouanza, I., Felten, H. en Keuzenkamp, S. (2016). Werkt het aangaan van een dialoog tegen vooroordelen en stereotypering? Onderzoek naar de effectiviteit van dialoogbijeenkomsten. Utrecht: KIS
  • Visser, A. & Felten, H. (2018) Discriminatie in werving en selectie: Wat werkt? Zes typen aanpakken onder de loep. Utrecht: Movisie
Help, een lhbti’er! Hoe ga je om met jongeren die worstelen met hun seksuele of genderidentiteit?

Help, een lhbti’er! Hoe ga je om met jongeren die worstelen met hun seksuele of genderidentiteit?

Televisieprogramma’s als Hij is een zij, veelbekeken lhbti-vloggers als Alice Olsthoorn of speciale queerfilmfestivals: lhbti’ers zijn steeds zichtbaarder in de samenleving. Maar brengt al die aandacht voor al die vormen van seksualiteit of genderexpressie jongeren niet alleen maar meer in de war? Hebben jongeren het niet al moeilijk genoeg om hun identiteit te ontdekken?

Niet alleen voor de jongeren zelf en hun ouders is het een lastig onderwerp. Ook professionals in het maatschappelijk veld kampen met vragen over lhbti’ers. Wat kun je het beste doen als een tiener worstelt met seksualiteit of gender? Naar welke organisaties kun je het beste doorverwijzen? Het zijn vragen waar ook Wendy Maan, schoolmaatschappelijk werker op drie basisscholen in Rotterdam, tijdens haar werk tegenaan liep.

“Vorig jaar vertelde een leerling uit groep 8 tegen me dat hij het idee had dat hij op jongens valt”, vertelt ze. “Hij had zijn twijfels gedeeld met zijn opvoeder, een belangrijk persoon voor hem. Zij had er echter heel veel moeite mee; het gezin had een islamitische achtergrond. Als de jongen daadwerkelijk homoseksueel zou zijn, zou hij worden verstoten door zijn familie. De jongen ging nog meer twijfelen over zijn seksuele voorkeur.”

Spanningsveld

Het was een spanningsveld waar Maan nog niet eerder tegenaan gelopen was. Zelf heeft ze geen islamitische achtergrond, maar ze wist wel dat er veel verschillende stromingen bestaan binnen de islam. “Ik weet dat er een imam is die zelf homoseksueel is”, vertelt ze. “In zijn moskee is iedereen welkom. Maar uit de reactie van de opvoeder begreep ik dat dit gezin conservatiever is. Dat was een spanningsveld dat nieuw was voor mij. Ik wist wat ik hem zelf kon bieden, maar ik wist niet hoe hij thuis de ruimte zou krijgen om zijn eigen ontwikkeling hierin door te maken. Ruimte krijgen om te onderzoeken wie je nu eigenlijk bent, is heel belangrijk. Zeker op die leeftijd.”

Wel of niet?

De vraag of de jongen uiteindelijk wel of niet op jongens valt, is volgens Maan niet relevant. “Als een kind naar je toe komt met deze worsteling, kun je daar zelf wel een beeld bij hebben”, zegt ze. “Misschien zijn er signalen waardoor je denkt, ‘ja, het is zo’. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Sterker nog, het is beter om niet op de zaken vooruit te lopen. Het is niet jouw taak om vast te stellen wat de seksuele gerichtheid van een kind is, of erop aan te sturen. Daarom heb ik hem heel neutraal en open benaderd, om duidelijkheid te krijgen in de wirwar aan gevoelens die hij heeft. Daarbij wist ik in dit geval dat het zijn geheim was, waardoor het lastiger was om zijn ouders er bij te betrekken.”

Gesprek met opvoeder

Ondanks dat ze wist dat acceptatie lastig zou worden, ging ze het gesprek met de opvoeder aan. “Ik probeer altijd de ouders erbij te betrekken als een kind ergens mee zit”, legt ze uit. “Als we signalen oppikken en een probleem vermoeden, kunnen we niet zonder toestemming van de ouders met het kind in gesprek. Als een kind uit zichzelf ergens mee komt, probeer ik ook zoveel mogelijk met de ouders in gesprek te gaan. In dit geval vond de jongen het goed om met een van de ouders te praten. Daarbij vind ik dat een jongen van 12 al dingen zelf kan inbrengen, zeker als het om een gevoelig onderwerp als seksuele gerichtheid gaat. Het is iets heel persoonlijks.”

Maan kreeg toestemming van de opvoeder om er verder over te praten met de nieuwe schoolmaatschappelijk werker, want de jongen ging na de zomervakantie naar de brugklas. “Deze maatschappelijk werker had zelf een islamitische achtergrond, dus zij begreep heel goed hoe ingewikkeld het ligt in deze situatie. Ik merkte door deze casus dat ik daar zelf een kennisgebrek in had.”

Verrijken

Kennis blijven opdoen is dan ook van groot belang. “Online kun je natuurlijk heel veel vinden”, zegt Maan, die bijvoorbeeld naar aanleiding van deze casus informatie over de islam is gaan opzoeken. “Maar ook televisieprogramma’s, zoals Hij is een Zij of Uit de Kast, kunnen heel verrijkend zijn. Ik denk niet dat kinderen die hiernaar kijken een bepaalde twijfel wordt aangepraat. Ik ben ervan overtuigd dat je seksuele gerichtheid of het gevoel in een verkeerd lichaam te zitten, van binnenuit komt. Toch is het voor veel kinderen lastig om onder woorden te brengen, omdat ze zich anders voelen en misschien weten dat er weerstand op komt. Dit soort programma’s helpt dan om het te normaliseren.”

Casual

Het onderwerp normaliseren, is een advies dat ze aan collega’s zou meegeven als zij te maken krijgen met een kind dat worstelt met zijn seksuele of genderidentiteit. “Ontvang het en reageer er heel casual op”, licht ze toe. “Gebruik de woorden die het kind zelf ook gebruikt. Probeer niet meteen een beeld te vormen van wat er aan de hand is, plak er geen label op.”

Toch realiseert Maan zich dat het ook voor professionals zelf een lastig thema kan zijn. “Als het een spannend onderwerp voor je is, raad ik aan om voor jezelf na te gaan wat het zo spannend maakt. Iedereen heeft namelijk de eigen opvoeding, eigen culturele achtergrond, eigen wereldbeelden, dingen die je op een bepaalde manier geleerd hebt: dat neem je mee in je werk. Durf daar kritisch naar te kijken: wat doet het lhbti-thema met mij? Bespreek het eventueel met collega’s of in je intervisiegroep. En wees niet bang om tegen een kind te zeggen dat je ergens nog even over na moet denken, dat is helemaal oké. Je kan immers niet alle antwoorden paraat hebben.”

 

Wil je meer weten over de samenwerking tussen lhbti-organisaties?

Kom dan naar ons Kennisatelier ‘Help, een lhbti’er!’

Wanneer? donderdag 14 februari 2019
Hoe laat? 13.30 tot 17.00 uur
Waar? Humanitas – Pieter de Hoochweg 110, Rotterdam
Aanmelden? Ja, graag! Stuur even een mail naar m.modderman@radar.nl

Wordt Nazha Chafia de meest gastvrije Rotterdammer van het jaar?

Wordt Nazha Chafia de meest gastvrije Rotterdammer van het jaar?

Nazha Chafia, de vrouw achter TaalenT010, is genomineerd voor de Tinnen Ananas 2018, de award voor de meest gastvrije Rotterdammer van het jaar. Chafia zet zich al jarenlang in voor vrouwen met een migratieachtergrond, door hen via taalles zelfredzamer en onafhankelijker te maken. “Ik heb al veel vrouwen uit hun schulp zien kruipen. Nu hoop ik nog dat er meer werkervaringsplekken komen voor deze doelgroep.”

Gefeliciteerd met je nominatie voor de ‘Tinnen Annie’!

Dankjewel! Vrijwilligers van TaalenT010 hebben me achter mijn rug om aangemeld. Ik kreeg een mail dat ik een van de genomineerden was, maar ik had deze genegeerd. Ik wist van niks, dus ik dacht dat het spam was! Maar op een gegeven moment gingen ze bellen naar Meriem Lamaairi, de medeoprichter van TaalenT010 . Zij zat in het complot, dus ze heeft ervoor gezorgd dat ik de organisatie achter de Tinnen Ananas toch maar even te woord zou staan.

Het lijkt me een heel mooi visitekaartje voor TaalenT010?

Zeker, al ben ik zelf alleen nog maar op de achtergrond actief in een bestuursfunctie. Het afgelopen jaar heb ik mijn handen er volledig van af getrokken, omdat het niet meer te combineren was met mijn drukke leven en drukke baan. Dat was best wel moeilijk, want de organisatie was toch een beetje mijn kindje. Maar gelukkig hoef ik niet meer op de voorgrond te staan om het draaiende te houden. Ik ben heel trots op de vrijwilligers die het nu doen.

Je werkt bij de gemeente. Waarom geen betaalde baan via TaalenT010?

Het werk bij TaalenT010 heb ik altijd vrijwillig gedaan en is ontstaan vanuit een bewonersinitiatief. Ik vind het belangrijk om als bewoner actief betrokken te zijn bij je wijk. Het is sowieso nooit mijn doel geweest om inkomen te genereren uit TaalenT010. Ik wilde dat alle subsidies die we daarvoor binnenhaalden zouden terugvloeien naar de doelgroep en de vrijwilligers. Bovendien wil ik een rolmodel zijn voor anderen: ik spreek de taal, ik weet de weg, ik ben hoogopgeleid en ik heb een baan.

Vanuit welk idee is TaalenT010 ontstaan?

In 2011 raakte ik mijn baan kwijt, maar ik ben niet iemand die stil kan zitten. Ik houd van uitdagingen en ben normaal gesproken altijd bezig. Toen ik merkte dat ik niets omhanden had nadat ik de kinderen naar school had gebracht, wist ik dat er iets moest gebeuren. Tijdens een bezoek aan mijn buurvrouw Irene, vertelde ze dat ze weleens werd aangesproken door vrouwen met een migratieachtergrond. Ze vroegen haar of ze kon helpen met taal, dus stelde ze voor om taalles te geven vanuit onze huiskamers. Ik wilde er graag aan meedoen, maar niet vanuit onze huiskamers! Ik ging op zoek naar mogelijkheden om het plan uit te voeren en kwam in contact met OpzoomerMee. Ze vroegen me om een offerte in te dienen om een half jaar conversatieles te geven. Deze werd gehonoreerd en we gingen van start met acht vrouwen. Inmiddels is dat alleen in Noord al vertienvoudigd en we zijn actief in andere stadsgebieden.

Waarom is taal bij uitstek het middel om deze kwetsbare groep te helpen?

Taal is noodzakelijk voor participatie. Daarvan ben ik overtuigd. Deze vrouwen willen heel erg graag meedoen, ze zijn bereid om in beweging te komen. Daarbij gaat het er niet om dat ze vloeiend Nederlands spreken, maar wel dat ze de basis kennen en vooral dat ze durven te spreken. We leren deze vrouwen dat het geen ramp is om fouten te maken, maar dat ze zich redden als ze blijven proberen. Het is mooi om te zien dat deze vrouwen voortaan zelfstandig naar de huisarts gaan, bijvoorbeeld. Hun kinderen hoeven niet meer mee om te vertalen.

Maar jullie gaan ook een stap verder?

Taal is het begin. Het is een middel om verder te komen, om zelfredzaam en onafhankelijk te worden. Om de emancipatie van vrouwen met migratieachtergrond te bevorderen, combineren we taal met sport en gezondheid. We onderzoeken welke talenten en vaardigheden deze vrouwen hebben. En uiteindelijk proberen we hen te begeleiden naar vrijwilligerswerk of betaald werk. Het is heel erg maatwerk wat we doen, want niet iedere vrouw heeft dezelfde potentie, ambitie of tempo. Voor de een is een praatje maken met de buurvrouw al een grote stap, voor de ander is het vrijwilligerswerk doen. Het belangrijkste is dan ook de intrinsieke motivatie van deze vrouwen.

Je hebt vast al veel vrouwen gezien die zich goed ontwikkeld hebben, sinds je begonnen bent?

Ja! Een van de vrouwen die bij ons begon met taalles had een hele zware periode achter de rug. Ze had haar kinderen grootgebracht, was gescheiden van haar man en was daarna heel erg zoekende. Ze voelde zich nergens echt prettig en kon daardoor niet goed meekomen in de maatschappij. Bij ons is ze begonnen met ‘taalkrachtig empowerment’. Inmiddels helpt ze zelf als vrijwilliger bij ons om andere vrouwen te alfabetiseren! Ze is vreselijk betrokken, dat is prachtig om te zien.

Hoe krijg je jullie doelgroep zo ver om taalles te komen volgen?

Vrouwen komen vooral via mond-tot-mondreclame bij ons. Daarnaast kan de doelgroep zich ook via de website aanmelden. We proberen zo laagdrempelig mogelijk te zijn, maar soms vragen we wel een eigen bijdrage. Dit doen we om goed lesmateriaal te kunnen aanschaffen, maar ook om deze vrouwen te leren dat niet alles gratis is. We proberen hen te leren dat het verstandig is om in jezelf te investeren.

Als je oneindig budget zou hebben, wat zou je willen organiseren om vrouwen met een migratieachtergrond verder te emanciperen?

Ik zou heel graag meer werkervaringsplekken willen zien voor deze doelgroep, zodat deze vrouwen kunnen ontdekken waar hun kwaliteiten liggen. En dat vrouwen die in hun land van herkomst hoogopgeleid zijn, hier ook aan het werk kunnen en zo weer als rolmodel kunnen fungeren voor anderen. Eerlijke kansen op de arbeidsmarkt, dat zou een mooi streven zijn.

 

Vrijwilliger worden?

TaalenT010 is altijd op zoek naar vrijwilligers. Je hoeft niet per se tweetalig te zijn om als vrijwilliger aan de slag te gaan. Meer informatie is te vinden op de website van TaalenT010.

 

Tinnen Ananas

‘De Tinnen Annie’ is een initiatief van Platform Gastvrij Rotterdam. Stemmen op Nazha Chafia, of een van de twee andere genomineerden, Leon Keekstra of Cornelis van der Pligt, kan nog tot en met 28 januari. De prijs wordt op 29 januari 2019 uitgereikt.

 

 

Nashville-verklaring: de belangrijkste ontwikkelingen op een rij

Nashville-verklaring: de belangrijkste ontwikkelingen op een rij

Gemeenten hesen landelijk de regenboogvlag, verschillende christelijke groeperingen spraken zich uit voor álle liefdes en social media werden overspoeld met verontwaardigde reacties: de Nederlandse versie van de Nashvillle-verklaring deed afgelopen dagen de gemoederen hoog oplopen. In de verklaring wordt de uitoefening van homoseksualiteit afgekeurd en wordt gesteld dat je zou moeten leven naar het biologische geslacht dat god je gegeven heeft. Ofwel: “het is zondig om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren.” Honderden predikanten uit met name de orthodox-protestantse gemeenschap ondertekenden de verklaring. De verklaring werd vrijdag 4 januari 2019 openbaar gemaakt en hield sindsdien de gemoederen flink bezig. Een kort overzicht van de ontwikkelingen:  

  • Bij antidiscriminatievoorziening RADAR kwamen in totaal elf meldingen binnen over het discriminatoire karakter van de Nashville-verklaring. RADAR roept op te blijven melden als burgers zich gediscrimineerd of buitengesloten voelen vanwege hun seksuele gerichtheid. Dit kan via info@radar.nl, onze meldpagina of de app Meld Discriminatie Nu. RADAR bundelt de klachten en meldingen en zal deze inzetten bij acties om de gelijke behandeling en acceptatie van LHBTI’ers te bepleiten en bevorderen.
  • Het College voor de Rechten van de Mens ontving bijna vierhonderd klachten over de verklaring. Veel mensen maken zich zorgen over de homofobe aard van de verklaring.
  • Het Openbaar Ministerie maakte maandag bekend een onderzoek te starten naar de strafbaarheid van de verklaring.
  • Dinsdag wapperde de regenboogvlag op het Stadhuis van Rotterdam. Het college verwerpt de Nashville-verklaring, schrijft RTV Rijnmond. Wethouder Bert Wijbenga: “Wij als college verwerpen de Nashville-verklaring omdat we willen dat alle Rotterdammers zich gelijkwaardig voelen. Dit is een grote stap terug voor de acceptatie van de homoseksuele en transgender gemeenschap.”
  • Piet de Vries, een van de aanjagers van de Nederlandse verklaring en voormalig predikant die is verbonden aan de Vrije Universiteit (VU), vergeleek dinsdag in het AD ‘genderisme’ met ‘nazisme’: “We moeten ons geluid laten horen. Toen de nazi-ideologie zich opdrong, zwegen de kerken. Nu dringt de genderideologie zich op en zwijgen de kerken weer te vaak.” De VU hees hierop de regenboogvlag en nodigde De Vries uit voor een pittig gesprek.
  • Hersenonderzoek Dick Swaab gaf in een interview met NRC aan te willen dat die Nashville-verklaring er nooit was geweest. Hij hekelt de term genderideologie in een interview “Gender heeft niets te maken met ideologie. Het gaat hier over zaken die goed wetenschappelijk onderbouwd zijn.”
  • LuckyTV maakte een satirisch filmpje over SGP-leider Kees van der Staaij, een van de ondertekenaars van de verklaring. Dit filmpje raakte vervolgens weer in opspraak: waar velen het hilarisch vonden, vonden anderen het onsmakelijk omdat de beelden waren gemaakt tijdens een dienst om geld in te zamelen voor vervolgde christenen wereldwijd.
  • Woensdag 9 januari trok dominee Cees Sonnevelt uit Alblasserdam zich terug uit de werkgroep achter de Nashville-verklaring. Volgens Trouw gebeurde dat om persoonlijke redenen.
  • De initiatiefnemers van de Nederlandse Nashville-verklaring besloten woensdag te stoppen met het verzamelen van nieuwe handtekeningen en gaan zich eerst ‘bezinnen’. Er wordt gewerkt aan een nadere verklaring.