Onderzoeker Hanneke Felten: “Je hoeft je niet bewust te zijn van je eigen vooroordelen om ze te verminderen”
Van welzijnsorganisaties tot scholen: talloze professionals zetten zich in om discriminatie tegen te gaan en te voorkomen. Maar het blijft lastig om te achterhalen of – en hoe – al die inzet loont. Zorg je eigenlijk wel voor bewustwording door mensen stereotypen over lhbti’ers te laten opsommen? Ontkracht je vooroordelen over migranten juist wel of niet door een vluchteling aan het woord te laten? Onderzoekers van Kennisplatform Integratie & Samenleving hebben de literatuur doorgespit en op een rij gezet welke mechanismen werken bij de aanpak van discriminatie. We vroegen Hanneke Felten, een van die onderzoekers, hoe het nu precies zit.
Discriminatie ontstaat vaak door vooroordelen en stereotypen. Hoe zit dat?
Mensen hebben eigenlijk altijd wel vooroordelen over bepaalde groepen. Om erachter te komen hoe dat bij jou zelf zit, kun je online tests doen, bijvoorbeeld de Implicit Association Test of de test op www.onderhuids.nl. Je kunt dan zien dat bijna alle mensen in meer of mindere mate vooroordelen hebben. Ergens is dat normaal, maar tegelijkertijd kun je er wat aan doen. Het feit dat iedereen vooroordelen heeft, is een slecht excuus om geen verantwoordelijkheid te nemen op dit vlak. Het is namelijk mogelijk om wat aan die vooroordelen en stereotypen te doen. In onze onderzoeken over wat werkt om discriminatie te verminderen geven we allerlei handvatten om die stereotypen onderuit te halen en vooroordelen te ontkrachten.
Moet je je niet juist eerst bewust zijn van die impliciete vooroordelen en stereotypen?
Het is logisch dat je dat denkt, maar bewustwording is niet altijd nodig om van vooroordelen af te komen. Sterker nog, soms schuilt in bewustwording juist het gevaar. Het zou kunnen dat je zoveel hamert op bewustwording, dat je niet meer toekomt aan de vermindering ervan. Het is ook mogelijk dat je iemand wijst op een stereotype, terwijl diegene dat niet eens ‘raar’ vond.
Bewustwording is dus echt niet altijd de eerste stap. Kijk bijvoorbeeld naar pubers. Zij kunnen zich wel bewust zijn van het feit dat ze vooroordelen hebben, alleen kunnen ze daar cognitief nog niet zoveel mee. Het kost cognitief namelijk heel veel moeite en energie om jezelf op dat vlak bij te sturen. Dat gaat nogal lastig als je brein nog niet volledig ontwikkeld is.
Wat kun je doen zonder op bewustwording in te gaan?
Een belangrijke manier is om stereotypen niet te herhalen. Zelfs als je ze zou willen herhalen om te laten zien dat ze niet kloppen, worden ze geactiveerd. Beter is het om nieuwe, positieve associaties te maken bij een bepaalde minderheidsgroep. Als dat maar vaak genoeg gebeurt, dan kun je een stereotype over die groep onderuithalen. De beste manier om dat te doen is om allerlei verschillende mensen te laten zien uit een minderheidsgroep, waarbij sommigen wel aan het stereotype voldoen en anderen juist niet. Zo leer je dat er niet één plaatje bij een groep kloppend is.
Heb je daar een voorbeeld van?
Een goed voorbeeld is het NTR-programma Moslims Zoals Wij, waarin je meekijkt met een groep Nederlandse moslims. Die verschillen onderling allemaal veel van elkaar: qua geloofsbeleving, kleding, seksuele voorkeur, eten. Tegelijkertijd hebben ze hun moslim-zijn gemeen, waardoor het voor de kijker heel moeilijk wordt een stereotype beeld van ‘de moslim’ overeind te houden.
Een ander goed voorbeeld is Mamoun uit Sesamstraat. Het is een jongen van Marokkaanse komaf, hij rijdt door Sesamstraat op een scooter. Die scooter vormt dan voor een deel het stereotype. Tegelijkertijd doet hij onwijs leuke spelletjes met de kinderen, waardoor hij totaal niet bedreigend over komt. Wanneer iemand helemaal niet aan het stereotype voldoet, dan wordt hij als ‘uitzondering’ gezien en niet representatief voor de hele groep. In dat geval zeggen witte mensen bijvoorbeeld: ‘Ik vind Mo erg aardig, hij is niet zo’n ‘echte Marokkaan’. Mamoun is een goed voorbeeld, omdat hij dus niet als die uitzondering neergezet kan worden.
Toch lijkt me dit voor veel professionals lastig uitvoerbaar. Zijn er nog andere manieren om discriminatie tegen te gaan, zonder te hameren op die bewustwording?
Empathie en inleving is ook een heel goed middel. Dat kan bijvoorbeeld door een gastles op school waarin iemand vertelt over de discriminatie die zij of hij meemaakt: denk aan iemand voor de klas die jongeren vertelt over hoe het was om uit de kast te komen als transgender persoon of een vluchteling die vertelt hoe het is om te vluchten uit een oorlogsland. Maar het kan ook via theater of film; ook op die manier kun je je inleven in iemand waar je eerder vooroordelen over had. Een voorbeeld is het filmpje van Jerry Afriyie, van Nederland Wordt Beter, waarin hij uitlegt dat Zwarte Piet kinderen van kleur veel pijn doet. Hij gaat ook vaak in gesprek met anderen om uit te leggen hoe die pijn voelt. Ik denk dat dat een hele goede strategie is.
Als je iemand uitnodigt om een verhaal te vertellen, bijvoorbeeld een vluchteling, dan is een positieve setting van groot belang. Als diegene haar of zijn verhaal moet doen in een stinkend klaslokaal, dan hangen er onbedoeld al negatieve associaties aan die persoon, hoe ontroerend het verhaal ook is. Tot slot is het belangrijk om je te realiseren dat iedereen anders is: niet iedere strategie werkt voor iedereen. Bijvoorbeeld: sommige mensen zijn niet goed in staat om zich in te leven in een ander en hebben moeite met empathie. Voor hen is weer een andere strategie nodig.
Daar komt bij dat sommige mensen last hebben van dubbele discriminatie, bijvoorbeeld een biculturele lhbti’er. Is het eigenlijk wel mogelijk om op verschillende vormen van discriminatie tegelijkertijd te focussen?
In ons onderzoek ‘Meerdere vliegen in één klap’ zijn we gestart vanuit het kruispuntdenken. We hebben in onze onderzoeken juist gemerkt dat het erg lastig is om discriminatie op basis van één specifieke grond te bestrijden want mensen zijn meer dan bijvoorbeeld alleen hun seksuele voorkeur of alleen hun afkomst. Een voorbeeld van hoe je meerdere vormen van stereotypering tegelijkertijd kan aanpakken, is om mensen anti-stereotiep te laten denken. Laat iemand actief bedenken welke aspecten juist niet stereotypisch zijn bij bijvoorbeeld iemand die Mohammed heet. Door actief out-of-the-box te denken oefenen ze met een andere – niet stereotypische – manier van denken. Het mooie hieraan is dat stereotypen en vooroordelen over andere groepen hierdoor ook afnemen, zo bleek uit het onderzoek.
Jullie gaan vooral in op de theorie achter interventies. Hoe weten jullie of ze ook echt werken?
Het is mijn persoonlijke missie om al deze handvatten toepasbaar te maken in de praktijk. Ik en mijn collega’s hebben honderden wetenschappelijke onderzoeken gelezen, maar die komen vaak niet uit de ivoren toren van de wetenschap. Veel van deze methoden zijn in Nederland nog niet of nauwelijks uitgeprobeerd in de praktijk. Het lijkt me dan ook een leuke pilot om dit op te zetten. Als professionals die zijn aangesloten bij IDEM Rotterdam nieuwe vormen van interventies willen uitproberen, dan zijn ze van harte welkom om contact op te nemen met KIS.
Meer lezen? Hier vind je het onderzoek ‘Wat werkt bij verminderen van discriminatie’ en ‘Meerdere vliegen in één klap: onderzoek naar discriminatie’. Ook handig is de samenvattende infographic van ‘Wat werkt bij het verminderen van discriminatie’.
Nog meer lezen? Hieronder volgt een rijtje onderzoeken op dit thema, waaraan Hanneke Felten haar bijdrage heeft geleverd:
- Felten, H. (2016). Rainbows & Refugees: Verkennend onderzoek naar wat werkt bij het vergroten van de acceptatie van LHBT onder vluchtelingen. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
- Felten, H. (2017). Genderhokjes doorbreken: (hoe) werkt dat? De resultaten van een theorie-gestuurde evaluatie. Alliantie Genderdiversiteit: Utrecht
- Felten, H. (2017). Riek Stienstra lezing: hoe bestrijd je schijntolerantie? Amsterdam: Edu Divers.
- Felten, H., Briels, B., Taouanza, I., Walz, G. (2017) Handreiking antidiscriminatiebeleid voor gemeenten. Utrecht: Movisie.
- Felten, H., Emmen, M. & Keuzenkamp, S. (2015). Do the right thing: de plausibiliteit van interventies voor vergroting acceptatie homoseksualiteit. Utrecht: Movisie
- Felten, H. & Keuzenkamp, S. (2016). Goed voorbeeld doet volgen? Onderzoek naar de plausibiliteit van de inzet van rolmodellen in de preventie van discriminatie. Utrecht: KIS
- Felten, H., Oostrum, D., Taouanza, I. & Keuzenkamp, S. (2016). Van confrontatie naar minder discriminatie. Onderzoek naar trainingen gericht op bewustwording van vooroordelen in werving en selectie. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.
- Felten, H., Taouanza, I., Broekroelofs, R. (2018) Meerdere vliegen in een klap: Onderzoek naar hoe verschillende vormen van discriminatie tegelijkertijd te verminderen zijn. Utrecht: KIS
- Felten, H., Taouanza, I. & Keuzenkamp, S. (2016). Klaar met discriminatie? Onderzoek naar effectiviteit van sociale media-campagnes tegen discriminatie. Utrecht: KIS.
- Felten, H. & Vijlbrief. A. Doing it for optimal impact: Tips voor effectiever discriminatie verminderen over LHBTI’s in voorlichtingen, trainingen en workshops. Utrecht: Movisie
- Taouanza, I., Felten, H. en Keuzenkamp, S. (2016). Werkt het aangaan van een dialoog tegen vooroordelen en stereotypering? Onderzoek naar de effectiviteit van dialoogbijeenkomsten. Utrecht: KIS
- Visser, A. & Felten, H. (2018) Discriminatie in werving en selectie: Wat werkt? Zes typen aanpakken onder de loep. Utrecht: Movisie
Een lijst met artikelen
-
Nieuw in de Kennisbank: “Diversiteit en Emancipatie”
Gepubliceerd op: -
“Een handicap hoeft geen beperking te zijn”
Gepubliceerd op: