“Heb je een vriendschap met iemand die minimaal 25 jaar ouder is?” De groep schuifelt grotendeels naar rechts: nee. “Heb je wel eens gezoend met iemand van hetzelfde geslacht?” Enkelen wandelen naar links, anderen blijven staan. “Heb je op iedere vraag eerlijk geantwoord?”

RADAR-trainer Rob Stoop legde de aanwezigen het vuur aan de schenen. Door confronterende vragen te stellen, maakte hij de deelnemers aan het IDEM-kennisatelier ‘Help, een lhbti’er’ inzichtelijk dat lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen of intersekse personen in veel gevallen informatie over zichzelf achterhouden. Omdat ze zich er niet comfortabel bij voelen, maar vaak ook omdat het serieuze consequenties kan hebben zoals bedreiging of geweld.

Jongeren online

Tijdens de bijeenkomst op 14 februari 2019, bij Stichting Humanitas aan de Pieter de Hoochweg in Rotterdam, kwamen tientallen professionals samen om deel te nemen aan het kennisatelier. Na de introductie en opwarming gaf IDEM-onderzoeker Larissa Chantre een presentatie over de online leefwereld van jongeren. Welke apps zijn eigenlijk het leukste voor lhbti-jongeren, op welke sites surfen ze en hoe bescherm je hen tegen de bijbehorende risico’s? “Het is me opgevallen dat voorlichting voor meisjes sterk gericht is op ‘preventie’: hoe geef je je grenzen aan, et cetera”, zegt Chantre. “Terwijl dat in de communicatie naar jongens vaak helemaal niet ter sprake komt.”

‘Tinder’ voor kinderen, leeftijdseisen die eenvoudig te omzeilen zijn en online tests om te achterhalen of je op jongens of meisjes valt: er zitten allerlei haken en ogen aan de online leefwereld van lhbti-jongeren. Toch benadrukt Chantre dat het vooral heel leuk is om (online) jezelf te ontdekken. “Anoniem zijn op internet is een van de grootste risico’s, maar tegelijkertijd kan het ook heel prettig zijn om dingen te ontdekken. Stel je voor dat je met bepaalde gevoelens kampt, maar ze niet kan thuisbrengen, dan is het toch heel handig dat je online informatie kan vinden.”

Offline lhbti-organisaties

Ook offline kunnen lhbti-jongeren natuurlijk op diverse plekken in de stad terecht voor hulp of contact met andere lhbti’ers. Gert-Jan Verboom, beleidsadviseur LHBTI+ bij Humanitas Expertisecentrum Seksualiteit Sekswerk en Mensenhandel (ESSM), vertelde de aanwezigen meer over de mogelijkheden van The Hang-Out 010. De ‘tweede woonkamer’ voor lhbti-jongeren is populair, vooral omdat het zo laagdrempelig is. “We vragen zo min mogelijk informatie als een jongere voor de eerste keer langskomt”, legt Verboom uit. “Hoe meer je van de jongeren wil weten, hoe kleiner de kans dat ze terugkomen.”

Moslim en queer

Niet iedereen is zich ervan bewust dat je ook kunt worstelen met meerdere identiteiten: wat nou als je islamitisch bent en homoseksueel? Voor die groep jongeren, die risico lopen op dubbele discriminatie, is Stichting Maruf opgericht. Voorzitter Dounia Jari legde de aanwezigen uit dat uit de kast komen niet voor iedere lhbti’er de ultieme vorm van vrijheid is. “Vaak kiezen islamitische lhbti’ers voor een ‘coming in’”, legt ze uit. “Dat houdt in dat ze voor zichzelf geaccepteerd hebben dat ze homoseksueel, lesbisch of biseksueel zijn, maar dat ze dit niet uiten naar hun familie of vrienden.”

Do’s en don’ts

Schoolmaatschappelijk werker Wendy Maan vertelde over haar eigen ervaring toen een 12-jarige jongen bij haar kwam en zijn twijfel over zijn seksuele gerichtheid uitte. “Als een kind naar je toe komt met deze worsteling, kun je daar zelf wel een beeld bij hebben”, zegt ze. “Misschien zijn er signalen waardoor je denkt, ‘ja, het is zo’. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Sterker nog, het is beter om niet op de zaken vooruit te lopen. Het is niet jouw taak om vast te stellen wat de seksuele gerichtheid van een kind is, of erop aan te sturen. Daarom heb ik hem heel neutraal en open benaderd, om duidelijkheid te krijgen in de wirwar aan gevoelens die hij heeft. Daarbij wist ik in dit geval dat het zijn geheim was, waardoor het lastiger was om zijn ouders er bij te betrekken.”

Nadat in kleinere groepen casussen werden besproken, gingen de deelnemers naar huis met de Paarse Kaart. Hierop staan de belangrijkste do’s en don’ts en kunnen hulpverleners zien naar welke organisaties zij lhbti-jongeren het beste kunnen doorverwijzen. 

Do’s:

  • Wees je bewust van je eigen houding
  • Stel open vragen
  • Straal uit dat je open staat voor diversiteit

Don’ts:

  • Ervan uitgaan dat je cliënt hetero is
  • Ervan uitgaan dat het slim is als je cliënt open is naar ouders of familie
  • Met deze cliënt werken als je zelf niet helemaal open staat voor lhbti’ers

Op de hoogte blijven?

Wil je voortaan op de hoogte blijven van de bijeenkomsten van IDEM Rotterdam? Sluit je dan aan bij ons netwerk.

Wil je ook op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in Rotterdam op het gebied van emancipatie, integratie en discriminatie? Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.