Televisieprogramma’s als Hij is een zij, veelbekeken lhbti-vloggers als Alice Olsthoorn of speciale queerfilmfestivals: lhbti’ers zijn steeds zichtbaarder in de samenleving. Maar brengt al die aandacht voor al die vormen van seksualiteit of genderexpressie jongeren niet alleen maar meer in de war? Hebben jongeren het niet al moeilijk genoeg om hun identiteit te ontdekken?

Niet alleen voor de jongeren zelf en hun ouders is het een lastig onderwerp. Ook professionals in het maatschappelijk veld kampen met vragen over lhbti’ers. Wat kun je het beste doen als een tiener worstelt met seksualiteit of gender? Naar welke organisaties kun je het beste doorverwijzen? Het zijn vragen waar ook Wendy Maan, schoolmaatschappelijk werker op drie basisscholen in Rotterdam, tijdens haar werk tegenaan liep.

“Vorig jaar vertelde een leerling uit groep 8 tegen me dat hij het idee had dat hij op jongens valt”, vertelt ze. “Hij had zijn twijfels gedeeld met zijn opvoeder, een belangrijk persoon voor hem. Zij had er echter heel veel moeite mee; het gezin had een islamitische achtergrond. Als de jongen daadwerkelijk homoseksueel zou zijn, zou hij worden verstoten door zijn familie. De jongen ging nog meer twijfelen over zijn seksuele voorkeur.”

Spanningsveld

Het was een spanningsveld waar Maan nog niet eerder tegenaan gelopen was. Zelf heeft ze geen islamitische achtergrond, maar ze wist wel dat er veel verschillende stromingen bestaan binnen de islam. “Ik weet dat er een imam is die zelf homoseksueel is”, vertelt ze. “In zijn moskee is iedereen welkom. Maar uit de reactie van de opvoeder begreep ik dat dit gezin conservatiever is. Dat was een spanningsveld dat nieuw was voor mij. Ik wist wat ik hem zelf kon bieden, maar ik wist niet hoe hij thuis de ruimte zou krijgen om zijn eigen ontwikkeling hierin door te maken. Ruimte krijgen om te onderzoeken wie je nu eigenlijk bent, is heel belangrijk. Zeker op die leeftijd.”

Wel of niet?

De vraag of de jongen uiteindelijk wel of niet op jongens valt, is volgens Maan niet relevant. “Als een kind naar je toe komt met deze worsteling, kun je daar zelf wel een beeld bij hebben”, zegt ze. “Misschien zijn er signalen waardoor je denkt, ‘ja, het is zo’. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Sterker nog, het is beter om niet op de zaken vooruit te lopen. Het is niet jouw taak om vast te stellen wat de seksuele gerichtheid van een kind is, of erop aan te sturen. Daarom heb ik hem heel neutraal en open benaderd, om duidelijkheid te krijgen in de wirwar aan gevoelens die hij heeft. Daarbij wist ik in dit geval dat het zijn geheim was, waardoor het lastiger was om zijn ouders er bij te betrekken.”

Gesprek met opvoeder

Ondanks dat ze wist dat acceptatie lastig zou worden, ging ze het gesprek met de opvoeder aan. “Ik probeer altijd de ouders erbij te betrekken als een kind ergens mee zit”, legt ze uit. “Als we signalen oppikken en een probleem vermoeden, kunnen we niet zonder toestemming van de ouders met het kind in gesprek. Als een kind uit zichzelf ergens mee komt, probeer ik ook zoveel mogelijk met de ouders in gesprek te gaan. In dit geval vond de jongen het goed om met een van de ouders te praten. Daarbij vind ik dat een jongen van 12 al dingen zelf kan inbrengen, zeker als het om een gevoelig onderwerp als seksuele gerichtheid gaat. Het is iets heel persoonlijks.”

Maan kreeg toestemming van de opvoeder om er verder over te praten met de nieuwe schoolmaatschappelijk werker, want de jongen ging na de zomervakantie naar de brugklas. “Deze maatschappelijk werker had zelf een islamitische achtergrond, dus zij begreep heel goed hoe ingewikkeld het ligt in deze situatie. Ik merkte door deze casus dat ik daar zelf een kennisgebrek in had.”

Verrijken

Kennis blijven opdoen is dan ook van groot belang. “Online kun je natuurlijk heel veel vinden”, zegt Maan, die bijvoorbeeld naar aanleiding van deze casus informatie over de islam is gaan opzoeken. “Maar ook televisieprogramma’s, zoals Hij is een Zij of Uit de Kast, kunnen heel verrijkend zijn. Ik denk niet dat kinderen die hiernaar kijken een bepaalde twijfel wordt aangepraat. Ik ben ervan overtuigd dat je seksuele gerichtheid of het gevoel in een verkeerd lichaam te zitten, van binnenuit komt. Toch is het voor veel kinderen lastig om onder woorden te brengen, omdat ze zich anders voelen en misschien weten dat er weerstand op komt. Dit soort programma’s helpt dan om het te normaliseren.”

Casual

Het onderwerp normaliseren, is een advies dat ze aan collega’s zou meegeven als zij te maken krijgen met een kind dat worstelt met zijn seksuele of genderidentiteit. “Ontvang het en reageer er heel casual op”, licht ze toe. “Gebruik de woorden die het kind zelf ook gebruikt. Probeer niet meteen een beeld te vormen van wat er aan de hand is, plak er geen label op.”

Toch realiseert Maan zich dat het ook voor professionals zelf een lastig thema kan zijn. “Als het een spannend onderwerp voor je is, raad ik aan om voor jezelf na te gaan wat het zo spannend maakt. Iedereen heeft namelijk de eigen opvoeding, eigen culturele achtergrond, eigen wereldbeelden, dingen die je op een bepaalde manier geleerd hebt: dat neem je mee in je werk. Durf daar kritisch naar te kijken: wat doet het lhbti-thema met mij? Bespreek het eventueel met collega’s of in je intervisiegroep. En wees niet bang om tegen een kind te zeggen dat je ergens nog even over na moet denken, dat is helemaal oké. Je kan immers niet alle antwoorden paraat hebben.”

 

Wil je meer weten over de samenwerking tussen lhbti-organisaties?

Kom dan naar ons Kennisatelier ‘Help, een lhbti’er!’

Wanneer? donderdag 14 februari 2019
Hoe laat? 13.30 tot 17.00 uur
Waar? Humanitas – Pieter de Hoochweg 110, Rotterdam
Aanmelden? Ja, graag! Stuur even een mail naar m.modderman@radar.nl