Gosia Bojar van Buurtwerk zoekt samenwerking voor dementievriendelijke wijk

Gosia Bojar van Buurtwerk zoekt samenwerking voor dementievriendelijke wijk

Op Wereld Alzheimer Dag 2021, op dinsdag 21 september 2021, werd extra aandacht gevraagd voor dementie. Ook in Rotterdam staat het onderwerp hoog op de agenda: hoe zorgen we ervoor dat de samenleving inclusief blijft voor dementerende ouderen of mensen met de ziekte van Alzheimer? Gosia Bojar van Buurtwerk zet zich al jaren in voor ouderen in Prins-Alexander en wil zich in 2022 alleen maar meer op inclusie van ouderen richten.   

 

De nieuwe televisieserie Maud & Babs, over mantelzorg voor een dementerende moeder, de dagboeken van Hendrik Groen, over zijn leven in een verzorgingshuis of Restaurant Misverstand, het programma over jonge mensen met dementie: er is al volop aandacht voor dementie en de ziekte van Alzheimer, maar voor Gosia Bojar van Buurtwerk kan het nooit genoeg zijn. 

“Landelijk wordt er al veel aandacht gegeven aan dementie en de ziekte van Alzheimer”, vertelt Gosia, “maar toch zie je dat de aandacht zonder specifieke campagnes op een gegeven moment wegebt.” Dementie of Alzheimer hebben een enorme impact op iemands leven. Zelfstandig boodschappen doen, bijvoorbeeld, kan een uitdaging worden. “Daarom moeten we hierop blijven inzetten, zodat de samenleving alerter wordt op dementerende ouderen”, zegt Gosia. “Zodat ze zelfstandig kunnen blijven en we hen niet op straat in de kou laten staan, als ze bijvoorbeeld niet meer weten waar ze zijn.”

 

Samenwerking gezocht

 

Buurtwerk zet zich van oudsher vooral in voor jongeren en kinderen, maar inmiddels richt de welzijnsorganisatie zich op alle doelgroepen. Zo organiseert Buurtwerk in Prins-Alexander veel activiteiten voor senioren. “We krijgen steeds meer ouderen in Nederland, dus ook in Rotterdam”, vertelt Gosia. “Het is daarom belangrijk om te onderzoeken wat we als samenleving nog meer moeten doen. In 2022 wil Buurtwerk nog meer inzetten op senior- en dementievriendelijke wijken. We staan dan ook open voor allerhande samenwerkingen op dit thema. Neem gerust contact met ons op als je een goed idee hebt of al bezig bent op dit thema!”

 

Naast de activiteiten voor ouderen zelf, wil Buurtwerk zich richten op bewustwording in de wijk. Vooral bij ondernemers en andere organisaties. “We willen ervoor zorgen dat er begrip wordt gecreëerd voor dit onderwerp en data mensen echt naar elkaar gaan omkijken”, legt Gosia uit. “Landelijk zijn er al veel initiatieven om mensen bewust te maken van wat het inhoudt als iemand Alzheimer krijgt. Maar ook op lokaal niveau willen we dat doen, zodat het ook in de wijk gaat leven.”

 

Dementievriendelijke organisaties

 

Niet alleen zorg- en welzijnsorganisaties zelf, maar ook andere organisaties en bedrijven kunnen zich richten op dementievriendelijkheid. “We willen heel graag opfriscursussen geven aan supermarktpersoneel, om hen te leren omgaan met dementerende ouderen of verwarde personen”, vertelt Gosia. “Het is van belang dat personeel regelmatig getraind wordt door bevriende zorgorganisaties, zodat iedereen alert blijft en weet waar in de wijk je moet zijn voor hulp.”

 

Zo richt Gosia zich de komende tijd op apothekers en huisartsenpraktijken. Gosia: “Daar hangen altijd schermen waarop informatieve filmpjes vertoond worden, dus ik hoop dat daar ook vaker iets over Alzheimer of dementie getoond kan worden. Het zou helemaal mooi zijn als we filmpjes in onze eigen wijk kunnen opnemen, zodat mensen het ook echt herkennen.”

 

Blijf alert

 

Het is voor iedere Rotterdammer belangrijk om alert te zijn op dementie, omdat iemand verdwaald kan zijn en hulp nodig heeft. “Blijf rustig en probeer te helpen”, geeft Gosia als tip. “Bedenk dat het je oma is die daar zo hulpeloos op straat staat, dan zou je ook willen dat ze geholpen wordt. Probeer te kijken hoe je op de meest simpele manier een probleem kan oplossen. Vraag waar iemand woont, of diegene een telefoonnummer heeft van een van de kinderen of de huisarts. Probeer de persoon naar huis of een andere veilige plek te krijgen.”

 

Maar ook professionals moeten alert zijn op dementie of de ziekte van Alzheimer. “Vraag door als iemand om advies vraagt over dementie”, legt Gosia uit. “Vraag of er al een diagnose is. Dat is namelijk bepalend voor de aanvraag van verdere zorg in Nederland.”

 

Meer weten?

Wil je meer weten over dementievriendelijk worden als bedrijf of organisatie? Check alle informatie onder ‘wat jij kunt doen’ op www.dementievriendelijk.nl

 

Meer informatie over Buurtwerk vind je op https://www.buurtwerk.nl/

Romy Rockx biedt met Queer Gym een veilige sportplek, zonder aannames

Romy Rockx biedt met Queer Gym een veilige sportplek, zonder aannames

Killer body’s, sixpacks of gewoon lekker in je vel zitten: ieder heeft zo eigen redenen om naar de sportschool te gaan. Tegelijk hebben sporters hun ideeën over waarom jij naar de gym gaat, puur op basis van hoe je eruitziet. Romy Rockx had daar last van en besloot daarom maar zelf een gym te openen: in de Queer Gym maakt het niet uit hoe je lichaam eruitziet en met welk doel je komt trainen.  

“In eerste instantie heb ik een theaterachtergrond”, antwoordt Romy Rockx, op de vraag hoe hij op het idee kwam voor de Queer Gym. “Ik werkte in het theater en als theaterdocent, maar dat viel allemaal weg door de coronacrisis. In dezelfde periode zat ik in een transitieproces en stond alles voor me op losse schroeven. Ik was heel erg bezig met mijn lijf, met sporten, maar ik merkte dat ik het ingewikkeld vond om naar een reguliere sportschool te gaan.”   

Gender 

Het valt misschien in eerste instantie niet op, maar vaak zijn sportscholen ‘gegenderd’. De groepslessen worden vaak vooral door vrouwen bezocht, in de speciale ‘booty corners’ zul je niet zo snel een man treffen en in de reguliere krachtafdeling voelt niet iedereen zich comfortabel. “Een reguliere sportschool is heel erg gericht op óf mannen óf vrouwen”, legt Rockx uit. “Als queer of trans persoon kun je je daar ongemakkelijk bij voelen. In mijn geval was het niet zo dat mensen onaardig tegen me waren, maar ik was veel te veel bezig met nadenken over wat mensen zouden kúnnen zeggen en hoe ik daar dan op zou reageren.”  

Zorgeloos sporten was er daardoor niet bij. “Gelukkig kon ik tijdens corona bij mijn schoonbroer trainen: hij had een garage helemaal ingericht als sportschool”, vertelt Rockx. “Ik voelde me daar zoveel vrijer! Dus ging ik online op zoek naar een soortgelijke plek: gewoon een plek om te trainen, waar niets was gericht op je lichaam of gender. In de Verenigde Staten vond ik enkele queer gyms, maar geen één in Europa!”  

Primeur 

Daarmee is de Rotterdamse Queer Gym ook de eerste in Nederland. “Ik heb een tijdelijke locatie waar ik een community kan opbouwen”, legt Rockx uit. “Hier kan ik dingen uitproberen zonder dat er meteen al te grote risico’s aan vast zitten. Ik ben heel erg aan het luisteren naar de community: wat werkt wel en wat niet, waar is behoefte aan, op welke manieren kan ik het aanbod het beste daarop aansluiten? Zo zijn we bezig met bokslessen, yoga, pilates en hardlooptrainingen. En ik was al begonnen met personal training en reguliere fitness.”  

Met succes, want het begint inmiddels te lopen. “Veel mensen weten de Queer Gym te vinden, bijvoorbeeld via Instagram”, vertelt Rockx. “Veel van hen durfden eerst niet naar de sportschool, terwijl ze wel graag wilden. Het is heel fijn en leuk om iets te kunnen faciliteren waar zo’n behoefte aan is.” En dat is eigenlijk niet veel meer dan een veilige sportplek bieden, zonder aannames. “We gaan er bijvoorbeeld niet van uit dat een dikker persoon per se wil afvallen, of dat een trans man per se gespierd wil worden, of wat dan ook. We moeten stoppen met verwachtingen hebben op basis van iemands uiterlijk. In plaats daarvan kun je beter vragen wat diegene wil bereiken, doorvragen en oprecht luisteren. En natuurlijk kan dat wel eens misgaan, glipt er toch wel eens aanname doorheen, maar het gaat om de poging.”   

Wil je sporten in de Queer Gym of er meer over weten? Check www.queergym.nl  

 

Meer weten? 

 

Op donderdag 23 september 2021 organiseert IDEM Rotterdam van 9.30 tot 12.00 uur het online Kennisatelier ‘Out & Proud!?’ over veiliger plekken voor LHBTIQ+-jongeren in Rotterdam. Verschillende organisaties, waaronder Queer Gym, presenteren zich. Praat jij mee? Meld je dan nu aan!  

5 vragen over… discriminatie in de ouderenzorg

5 vragen over… discriminatie in de ouderenzorg

Eén op de vijf zorgverleners krijgt persoonlijk te maken met discriminatie, vooral binnen de ouderenzorg (CBS, 2019). Vooral zorgverleners met een migratieachtergrond ervaren regelmatig racisme. IDEM Rotterdam start met een onderzoek naar dit probleem, om de aard van deze discriminatie-ervaringen inzichtelijk te maken en te achterhalen hoe professionals in de ouderenzorg hiermee omgaan. IDEM Rotterdam stelt 5 vragen aan onderzoekers Inte van der Tuin en Bauke Fiere.

1. Wat is discriminatie in de ouderenzorg?

Discriminatie is het ongelijk behandelen van individuen en groepen op basis van kenmerken die in de betreffende situatie niet relevant zijn. Het gaat hierbij om kenmerken als etniciteit, geslacht, godsdienst, seksuele gerichtheid, handicap of leeftijd. In de ouderenzorg komt het voor dat cliënten/patiënten (en soms ook hun naasten) zorgverleners discrimineren. Dit gebeurt onder andere door hen af te wijzen als zorgverlener of door kwetsende opmerkingen te maken. Ouderen willen dan bijvoorbeeld niet worden verzorgd door een zorgverlener met een migratieachtergrond of door een man, terwijl deze zorgverleners net zo deskundig zijn als hun collega’s.

Zorgverleners in de ouderenzorg kunnen ook discriminatie ervaren door collega’s en/of leidinggevenden. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een zorgverlener het idee heeft ongelijk behandeld te worden door een leidinggevende of dat een collega (bedoeld of onbedoeld) een opmerking of grap maakt die een zorgverlener als discriminerend ervaart. Het onderzoek dat IDEM op dit moment uitvoert is specifiek gericht op discriminatie van zorgverleners door cliënten/patiënten en niet op discriminatie door collega’s en leidinggevenden.

2. Hoe vaak komt discriminatie in de ouderenzorg voor?

Uit een onderzoek van het CBS uit 2019 blijkt dat één op de vijf zorgverleners persoonlijk te maken krijgt met discriminatie, vooral binnen de ouderenzorg. Een recent enquêteonderzoek van Ipsos laat ongeveer hetzelfde beeld zien. 18 procent van de medewerkers in de verpleging, verzorging en thuiszorg die de enquête hebben ingevuld, heeft het afgelopen jaar te maken gehad met discriminatie in contact met cliënten of patiënten. Het is niet bekend vanwege welk(e) kenmerk(en) zorgverleners discriminatie ervaarden. Er zijn geen cijfers beschikbaar over discriminatie-ervaringen van zorgverleners in de Rotterdamse ouderenzorg.

In de media was recent vooral aandacht voor racisme dat zorgverleners met een migratieachtergrond ervaren. In de regio Rotterdam is het personeel in de zorg voor ouderen zeer etnisch-divers. Naar verwachting ervaart ook een groot aantal Rotterdamse zorgverleners discriminatie vanwege herkomst of huidskleur. Zo tekende IDEM eerder het verhaal op van Yuna, die te maken kreeg met een ernstige vorm van racisme in de ouderenzorg.

3. Wat kun je als professional doen als je discriminatie in de ouderenzorg ervaart of signaleert?

IDEM onderzoekt welke behoeften zorgverleners die discriminatie ervaren hebben als het gaat om de aanpak hiervan door de zorgorganisatie. Maar een belangrijke eerste stap is altijd om discriminatie op je werkplek bespreekbaar te maken. Als je zelf wordt gediscrimineerd en er zijn op dat moment geen collega’s aanwezig, dan kun je contact opnemen met je leidinggevende of een collega en je ervaring delen. Wanneer jij merkt dat een collega wordt gediscrimineerd, dan kun je deze collega hiernaar vragen en op die manier ruimte geven om de ervaring te delen. Vervolgens kan met elkaar besproken worden hoe er richting de discriminerende cliënt/patiënt gehandeld kan worden. Een zorgverlener die discriminatie ervaart kan ook een melding doen bij een antidiscriminatiebureau. In de regio Rotterdam is dat RADAR. Een antidiscriminatiebureau kan een luisterend oor bieden en mogelijk helpen om de situatie te verbeteren.  

4. Waarom doet IDEM Rotterdam onderzoek naar discriminatie in de ouderenzorg?

Er is weinig bekend over discriminatie van zorgverleners in de ouderenzorg door cliënten/patiënten, over hoe zij hiermee omgaan en over de maatregelen die zorgorganisaties kunnen nemen om met de problematiek om te gaan. Terwijl er wel veel aandacht is voor cultuursensitief werken en gelijke behandeling van cliënten/patiënten. Het is belangrijk om ook aandacht te hebben voor de discriminatie-ervaringen van zorgverleners, want die kunnen veel negatieve impact hebben op hun werk en welzijn.

5. Wat gebeurt er met de resultaten van het onderzoek? En kan ik als professional hierin iets betekenen?

De resultaten van het onderzoek worden gedeeld met de opdrachtgever, de gemeente Rotterdam, en met Rotterdamse ouderenzorgorganisaties. Ook organiseert IDEM een kennisatelier waarin de resultaten van het onderzoek aan professionals worden gepresenteerd. Vervolgens is het aan de gemeente en de ouderenzorgorganisaties om de aanbevelingen te vertalen naar beleid en maatregelen gericht op de omgang met discriminatie door cliënten/patiënten. Als professional kun je binnen de organisatie waar je werkzaam bent aandacht vragen voor het onderwerp en de resultaten van het onderzoek delen. Mogelijk speelt er binnen jouw organisatie soortgelijke problematiek en kun je stimuleren dat hier aandacht voor is.

Werk je zelf als professional in de ouderenzorg in Rotterdam? En heb je wel eens discriminatie ervaren door cliënten/patiënten? Dan willen we je vragen om je ervaringen te delen. Dat kan door deze online vragenlijst in te vullen. Dit kan anoniem en duurt ongeveer 5 minuten. Ook is het mogelijk om je ervaringen te delen tijdens een interview. Hiervoor kun je contact opnemen met Inte van der Tuin (projectleider) via i.vandertuin@radar.nl of 06 – 11 88 41 86.      

Koen van Laar: “De openbare ruimte moet voor álle Rotterdammers zijn”

Koen van Laar: “De openbare ruimte moet voor álle Rotterdammers zijn”

De gemeente Rotterdam gaat de komende jaren investeren in zeven grote stadsprojecten. Van een groene stadslong tot een cultureel hart: openbare plekken moeten aantrekkelijker worden voor bewoners om te ontmoeten, bewegen en recreëren. Niet alleen groen is daarbij belangrijk, maar ook inclusiviteit. IDEM Rotterdam is een van de partners die op dat vlak meedenkt. Programmamanager Koen van Laar: “We moeten er natuurlijk voor zorgen dat al die parken en openbare ruimten straks echt voor iedereen zijn.” 

De bouw moet grotendeels nog beginnen, maar de gemeente Rotterdam is aan de tekentafel al druk bezig met de ontwikkeling van de ‘7 stadsprojecten’. “Het zijn zeven grote buitenruimteprojecten die we als gemeente willen oppakken”, legt programmamanager Koen van Laar uit. “De coronacrisis heeft laten zien hoe belangrijk de buitenruimte is. Mensen gingen meer wandelen en hadden vaker buiten ontmoetingen: er kwam meer aandacht en waardering voor de buitenruimte. Daarnaast wil de gemeente investeren om de economie van de stad een boost te geven. Met deze investeringen in de buitenruimte willen we nadrukkelijk bredere doelen behalen dan alleen zorgen voor meer groen en meer bankjes.”  

Van het Alexanderplein tot een groen lint door de stad dat begint bij de Hofbogen, en van brede stadsboulevards bij Blaak tot een cultureel hart bij het Schouwburgplein. Van drijvende parken in het Rijnhavenpark tot vergroten van de biodiversiteit in Feijenoord. “We kunnen natuurlijk niet alles tegelijk doen”, zegt Van Laar, “dus we pakken het gefaseerd aan. Met sommige onderdelen zijn we al een heel eind, zoals het Hofplein en de Coolsingel. Andere projecten duren nog wel een tijdje voordat we starten. Maar het mooie van al deze projecten is dat we er vroeg bij zijn. Er is dus aan de tekentafel nog volop ruimte om input te geven.”  

Inclusieve projecten 

En dat is waar – onder andere – IDEM Rotterdam bij komt kijken. De gemeente heeft verschillende partners en organisaties gevraagd om mee te kijken. IDEM denkt mee over de inclusiviteit van de projecten. “We moeten er natuurlijk voor zorgen dat al die parken en openbare ruimten straks echt voor iedereen zijn”, licht Van Laar toe. “Of je nu slecht ter been bent, of moeilijker toegang hebt tot informatie, of wat dan ook: de openbare ruimte in Rotterdam is voor álle Rotterdammers.”  

Niet alleen het eindresultaat moet toegankelijk worden voor alle Rotterdammers, ook op de weg ernaartoe worden zoveel mogelijk Rotterdammers betrokken. “Het is belangrijk dat we met deze projecten ook werkgelegenheid creëren”, zegt Van Laar. “Denk aan banen met betrekking tot de aanleg en het onderhoud. We proberen samen te werken met bouwbedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst hebben. En we proberen ervoor te zorgen dat horecaondernemers straks aantrekkelijke plekken krijgen. De verbeteringen moeten ook ten goede komen aan Rotterdamse ondernemers.”  

Ideeën welkom 

Gedurende de verdere ontwikkeling van de projecten zal er genoeg ruimte zijn voor professionals en burgers om input te leveren. “Enkele weken geleden is het stadsakkoord getekend, waarin we hebben afgesproken twee keer per jaar met alle partijen bij elkaar te komen en de voortgang te bespreken. Op die manier vindt er een interessante kruisbestuiving plaats waarbij de betrokkene hun ideeën kunnen spuien.” 

Maar ook anderen zullen de gelegenheid krijgen om input te leveren of feedback te geven. “Op geijkte momenten kunnen professionals hun mening geven over de projecten, bijvoorbeeld op het gebied van inclusiviteit”, legt Van Laar uit. “Welke momenten dat precies zijn is nog te vroeg om te zeggen, omdat we nog aan de tekentafel zitten. We gaan in ieder geval proberen om iedereen de kans te geven input te geven. Houd er alleen rekening mee dat we niet álle wensen kunnen inwilligen. We hebben natuurlijk te maken met een beperkt budget, en soms zijn wensen tegenstrijdig. In die gevallen proberen we wel goed uit te leggen waarom bepaalde dingen niet kunnen.”  

Lees meer over de afzonderlijke projecten op de website van de gemeente Rotterdam: https://www.rotterdam.nl/bestuur-organisatie/stadsprojecten/  

Rabia Orhan: “Als ik andere vrouwen met hoofddoek zie sporten, word ik blij!”

Rabia Orhan: “Als ik andere vrouwen met hoofddoek zie sporten, word ik blij!”

Na maanden lockdown zijn de sportscholen weer open! Veel mensen konden niet wachten om zich weer in het zweet te werken in de gym of om met een groep buiten te trainen. Anderen voelen nog steeds een drempel om te gaan sporten. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze zich niet comfortabel voelen in gangbare sportkleding. Rabia Orhan had daar ook last van, tot ze besloot haar eigen sportoutfit samen te stellen.

Ze loopt marathons, ze geeft hardlooptrainingen en ze draagt een hoofddoek: Rabia Orhan stelde haar eigen outfit samen om buiten te kunnen sporten. “Je ziet niet veel vrouwen met hoofddoek sporten, en hardlopen al bijna helemaal niet”, vertelt Rabia. “Naar mijn idee ervaren veel islamitische vrouwen een drempel om met hoofddoek te sporten. Dus als ik een andere vrouw met hoofddoek buiten zie trainen, dan word ik heel erg blij!”

Rabia, die zelf een Turkse achtergrond heeft, ervoer die drempel zelf jaren geleden ook nog. “Ik ben begonnen met fitness in een sportschool voor vrouwen”, zegt ze, “dus daar was het niet nodig om tijdens het sporten een hoofddoek te dragen. Helaas ging die gym op een gegeven moment dicht. De leden zouden naar een andere sportschool kunnen, maar ik was gehecht aan die plek. Eigenlijk ben ik toen ‘noodgedwongen’ buiten gaan trainen.”

Geschikte sportkleding

In die tijd was er niet veel sportkleding voor islamitische vrouwen verkrijgbaar. “Ik had een hoofddoek van Nike geprobeerd, maar die vond ik te plat op mijn hoofd zitten”, vertelt Rabia. “Ook in de strakke hardloopbroeken voelde ik me niet comfortabel. Ik moest op zoek naar iets wat bij mij past én wat lekker zit tijdens het lopen. Ik heb verschillende outfits geprobeerd, maar uiteindelijk ben ik een hoofddoek van dun katoen gaan dragen en draag ik een luchtige rok over mijn sportlegging.”

En daarmee is ze een opvallende verschijning, in positieve zin. “Ik krijg heel veel complimenten!”, lacht Rabia. “Op een dag, ergens in 2017, kwam ik iemand tegen die vroeg of ik niet met een groep wilde trainen. Ik vroeg haar of er wel meer mensen met migratieachtergrond mee trainen. Er waren tot dan toe alleen witte mensen in de hardloopgroep, maar ik besloot een proefles te nemen. Het was een hele drempel, als enige met hoofddoek, maar ik werd met open armen ontvangen.”

Verbinding

Inmiddels heeft ze vier marathons gelopen (Rotterdam (2x), Istanbul en New York) en geeft ze nu ook zelf hardlooptrainingen. “Mijn coach heeft me gestimuleerd om de hardlooptraineropleiding te volgen en nu geef ik les aan de beginnersgroep”, zegt ze. “In mijn ervaring is dat bij mensen met een Turkse achtergrond soms extra moeilijk. Omdat veel van hen hardlopen niet gewend zijn, komen ze met smoesjes om toch af te haken. Ik vind het jammer dat er zo weinig diversiteit qua afkomst in de hardloopgroep is, daarom probeer ik iedereen te motiveren.”

Diversiteit is belangrijk in de sport, meent Rabia, want juist sport kan mensen verbinden. “Mijn trainer is lesbisch en ik ben moslima, maar ondanks onze verschillen kunnen we heel fijn samen sporten en respecteren we elkaar. Eigenlijk zijn we niet alleen maar aan het sporten, maar tegelijkertijd doorbreken we taboes. Daar zou ik een hardloopboek over willen schrijven: niet alleen maar tips geven over lopen, voeding en kleding, maar ook schrijven over de manier waarop hardlopen kan verbinden.”

Tip om te starten

Naast op zoek gaan naar kleding waar jij je comfortabel in voelt, is ‘gewoon’ de eerste stap maken de belangrijkste tip volgens Rabia. “Wacht niet op iemand anders om de eerste stap te maken, maar begin gewoon”, legt ze uit. “Begin met wandelen, bouw het rustig op. Hardlopen is niet alleen maar hardlopen, maar ook een strijd met jezelf. Je gaat jezelf tegenkomen, maar dat zorgt uiteindelijk ook weer voor zelfvertrouwen. In een periode dat ik op werk veel stress had, heeft hardlopen mij enorm geholpen. Je lichaam maakt dan endorfine aan, waardoor je positief in het leven blijft staan. Het heeft mij gered.”

Wil je trainingen volgen van Rabia? Meld je aan via www.loopschoolkralingen.nl