“Verbinding met burgers bereik je niet door in je politiebusje te blijven zitten”

“Verbinding met burgers bereik je niet door in je politiebusje te blijven zitten”

Hoe kan de politie op een deskundige manier omgaan met spanningen in de Turks-Nederlandse gemeenschap? En hoe kan de Politie Eenheid Rotterdam zorg dragen voor de veiligheid van lhbti’ers? Om expertise uit te wisselen over dit soort onderwerpen, heeft de politie verschillende diversteitsnetwerken, die samen onderdeel uitmaken van het Netwerk Divers Vakmanschap. Marco van Schie-Smit (Roze in Blauw) en Olcay Karadavut (Politie Netwerk Turkije) vertellen meer over het belang en de werkwijze van deze netwerken.

Uit welke noodzaak zijn Roze in Blauw en Politie Netwerk Turkije ontstaan?

Marco: “Roze in Blauw is in 2011 opgezet in Rotterdam. We merkten dat veel lhbti-personen moeite hebben om een melding of aangifte te doen bij de politie. Dit komt bijvoorbeeld omdat sommigen een dubbelleven leiden, of een slechte ervaring met de politie hebben gehad. Sinds 2013 hebben we een eigen meldpunt, om de meldingsbereidheid van lhbti’ers te stimuleren.”

Olcay: “Het Politie Netwerk Turkije bestaat minder lang: inmiddels bijna twee jaar. We zijn wel heel snel van start gegaan, omdat we vlak voor de couppoging in Turkije behoefte zagen aan meer expertise over de Turks-Nederlandse gemeenschap. Een klein clubje van ons merkte al dat er spanningen waren, maar collega’s waren daar toen nog niet van op de hoogte. Pas na de mislukte staatsgreep, toen er opeens Turkse vlaggen op de Erasmusbrug hingen, kwamen de spanningen aan het licht voor de rest van Nederland.”

Welke rol spelen Roze in Blauw en Politie Netwerk Turkije binnen de Politie Eenheid Rotterdam?

Marco: “De doelstellingen van Roze in Blauw en Politie Netwerk Turkije zijn deels intern: we dragen zoveel mogelijk bij aan een veilige werkomgeving voor iedereen en doen ons best om onze collega’s cultuursensitief te maken. Van de politie wordt verwacht dat we alles kunnen en weten, maar de praktijk leert dat dit niet altijd zo is. Neem een transgender vrouw die gepest wordt in haar wijk; haar ramen worden ondergespuugd en er wordt afval door haar brievenbus gegooid. Dat is een taak voor de wijkagent, maar wat als deze nooit eerder in aanraking is gekomen met een transgenderpersoon? Hoe benader je iemand dan op de juiste manier? Wat kun je wel zeggen en wat beter niet? Over dit soort zaken geven we onze collega’s voorlichting en advies. ”

Olcay: “Ook Politie Netwerk Turkije gaat langs op verschillende afdelingen om workshops te geven en kennis te delen. Eerst moesten we onze expertise vooral zelf aan de man brengen, maar nu trekken collega’s aan de bel als ze vragen hebben. Dat kan dan over hele alledaagse zaken gaan, maar ook heftige incidenten. Onlangs hebben we bijvoorbeeld een groot onderzoek ondersteund naar een moordzaak waar de Turkse gemeenschap bij betrokken was. We worden op veel verschillende vlakken benaderd.”

Komt dat omdat jullie collega’s jullie nu beter weten te vinden?

Olcay: “Ja, ik denk dat we Politie Netwerk Turkije intern vrij snel op de kaart hebben gezet.”

Marco: “Voor Roze in Blauw geldt hetzelfde. Ook bij de moord op de homoseksuele Rotterdammer Orlando hebben we onze expertise aangeboden. Collega’s hadden bijvoorbeeld nog nooit van de datingapp Grindr gehoord, terwijl die wel een belangrijke rol speelde in deze zaak. Daar hebben we toen een collega van Roze in Blauw op gezet, die kon uitleggen hoe zo’n datingapp werkt. Als de verdachte zegt dat hij iets op Grindr heeft gedaan wat helemaal niet mogelijk is, dan zijn de collega’s daarvan op de hoogte.”

Hoe hebben jullie de teams van Politie Netwerk Turkije en Roze in Blauw samengesteld?

Olcay: “We hebben collega’s benaderd die bij verschillende teams werken. Het zijn allemaal politiemensen, maar met verschillende specialisaties. Ons team binnen de Politie Eenheid Rotterdam telt in totaal zo’n 22 leden. We hebben ook een regiegroep die uit zeven mensen bestaat. Als er een verzoek vanuit de eenheid binnenkomt, bekijkt de regiegroep welke expertise in ons netwerk beschikbaar is, en schakelen we op basis daarvan een van onze leden in.”

Marco: “Roze in Blauw heeft een kernteam van ongeveer twintig mensen, en een groep van zogenaamde sympathisanten die uit zo’n zestig mensen bestaat. Ook bij ons zitten er mensen bij met verschillende specialisaties. Het mooie is dat je geen onderdeel uit hoeft te maken van de doelgroep om je aan te sluiten bij het netwerk. Als je iets met het onderwerp hebt en je wilt je ervoor hardmaken, dan ben je welkom. De wijkagent van het Kralingse Bos is bijvoorbeeld niet homoseksueel, maar maakt wel onderdeel uit van ons netwerk. Dat komt omdat hij in zijn verzorgingsgebied een mannenontmoetingsplek heeft en op de hoogte wil blijven van hoe hij de doelgroep daar het beste kan benaderen.”

Maar moet je dan niet veel specialistische kennis hebben om je aan te sluiten bij een van de netwerken?

Marco: “Een specialisatie is fijn, maar het gaat ook om intrinsieke motivatie. Binnen de netwerken is veel ruimte om te leren, en in principe neemt iedereen een stukje eigen kennis mee. Neem die wijkagent van het Kralingse Bos: hij kan bijvoorbeeld veel vertellen over wat er allemaal gebeurt op zo’n mannenontmoetingsplek. Daar heb ik dan weer geen verstand van, ondanks dat ik wel tot de doelgroep van Roze in Blauw hoor.”

Olcay: “Ook bij ons geldt dat je niet Turks hoeft te zijn om je aan te sluiten bij ons netwerk. Er gaat wel een selectieprocedure aan vooraf, om te bepalen hoeveel affiniteit iemand met het onderwerp heeft. Dat moet natuurlijk wel wat meer zijn dan: ik ben een keer op vakantie geweest naar Turkije en vond het er gezellig.”

De leden van de netwerken sluiten zich op vrijwillige basis aan. Is dat lastig te combineren met andere politiewerkzaamheden?

Marco: “Onderdeel uitmaken van een netwerk wordt inderdaad beschouwd als een nevenactiviteit. Maar juist omdat er in de netwerken zoveel intrinsieke motivatie aanwezig is, vindt niemand het erg om nu en dan een tandje bij te zetten. We zijn vaak in onze vrije tijd bezig met onze werkzaamheden voor Roze in Blauw.”

Olcay: “Gemiddeld krijgen de netwerkleiders vier uur per week voor hun werkzaamheden. Maar als er spanningen zijn, dan ben ik daar veel meer tijd aan kwijt. Dat valt in rustigere periodes wel weer te compenseren.”

Marco: “Bij Roze in Blauw gaat er over het algemeen wel wat meer tijd in zitten, omdat we een eigen meldpunt hebben. Deze moet dagelijks gecheckt worden op nieuwe meldingen.”

Werken de verschillende diversiteitsnetwerken van de politie onderling ook veel samen?

Marco: “Ja, er wordt tussen de verschillende netwerken ook veel kennis uitgewisseld. Roze in Blauw en Politie Netwerk Turkije hebben bijvoorbeeld raakvlakken als het aankomt op eergerelateerd geweld. Vaak zie je dat religieuze  gemeenschappen – en dan heb ik het niet alleen over de islam – moeite hebben met homoseksualiteit. Stel dat een Turkse jongen uit de kast komt, en als gevolg daarvan op straat gezet wordt door zijn familie of zelfs ernstig bedreigd wordt. Bij Roze in Blauw hebben we niemand die gespecialiseerd is in eergerelateerd geweld, maar bij Politie Netwerk Turkije wel. De expertise van een ander netwerk komt in dat soort situaties heel goed van pas.”

Olcay: “Een keer in de zes weken komen alle netwerkleiders bij elkaar. Zo houden we elkaar op de hoogte van waar we mee bezig zijn en weten we precies wie we moeten hebben als we behoefte hebben aan kennis over een bepaald onderwerp.”

En wat krijgen burgers eigenlijk mee van jullie netwerken?

Marco: “Een belangrijke doelstelling van Roze in Blauw is om in directe verbinding te blijven met onze doelgroep. We gaan daarom regelmatig op pad om burgers voor te lichten en te vertellen wat ons netwerk voor hen kan betekenen. Vanmiddag gaan we bijvoorbeeld langs bij Humanitas, om homoseksuele ouderen te waarschuwen voor de gevaren van datingapps.”

Olcay: “PolitieNetwerk Turkije houdt in de gaten wat er speelt binnen de doelgroep. Als we merken dat er spanningen zijn, dan brengen we onze collega’s met een briefing op de hoogte en vragen we extra alertheid aan de wijkagenten. Als we bijvoorbeeld weten dat er over een maand een demonstratie plaats zal vinden, gaan wijkagenten nu alvast informatie ophalen in moskeeën, bij stichtingen en bij burgers.”

Niet alle burgers hebben evenveel vertrouwen in de politie. Hebben jullie daar last van binnen de netwerken?

Marco: “Ik denk dat er inderdaad veel negativiteit is tegenover de politie: vertel je op een verjaardag dat je politieagent bent, dan gaat het soms de rest van de avond nergens anders over. Maar over Roze in Blauw heb ik werkelijk nooit iets negatiefs gehoord. Ik merk dat onze doelgroep het juist heel erg waardeert dat er binnen de politie specialistische aandacht is voor de lhbti-gemeenschap.”

Olcay: “Burgers binnen onze doelgroep hebben heel snel het idee: jij begrijpt mij. Dat heeft te maken met een gedeelde taal, cultuur, religie of leefstijl. Maar het is niet zo dat we alles oppakken wat met Turken te maken heeft. Het is juist onze taak om expertise over te dragen aan collega’s of hen te ondersteunen waar dat nodig is.”

Marco: “Dankzij mijn werk voor Roze in Blauw merk ik dat ik zelf ook cultuursensitiever te werk ga. Ik heb minder vooroordelen en kan mensen neutraler benaderen. En dat is bij de politie natuurlijk van essentieel belang.”

In de media is het gebrek aan diversiteit binnen de politie de afgelopen jaren regelmatig aangekaart. Hoe denken jullie daar zelf over?

Marco: “Ik merk het verschil, er is veel positieve groei. In de jaren tachtig deed de politie bijvoorbeeld erg haar best om medewerkers met verschillende culturele achtergronden aan te nemen, maar werd er niet zoveel gedaan om deze medewerkers zich veilig en welkom te laten voelen. Tegenwoordig is er aandacht voor diversiteit, maar óók voor het creëren van een veilige werkomgeving voor iedereen.

Olcay: “Ik werk nu 27 jaar bij de politie en als ik terugkijk, zie ik echt een stijgende lijn. De organisatie was 25 jaar geleden nog niet rijp genoeg om problemen en knelpunten rondom diversiteit aan te pakken. Nu zien we bepaalde signalen sneller, mede dankzij de kennis en het werk van de diversiteitsnetwerken.”

Marco: “Bij de politieacademie draait nu een mooie pilot waarin agenten in opleiding uit hun comfortzone stappen door stage te lopen in een omgeving waar ze zelf weinig affiniteit mee hebben. Een Turks-Nederlandse collega gaat niet mee naar de Turkse bakker, maar loopt bijvoorbeeld mee op een bijeenkomst voor transgenderpersonen. Door je te bewegen in een wereld die je niet kent, leer je verbinding aan te gaan met burgers die niet op jou lijken. We moeten ook wel: Rotterdam kent inmiddels zo’n 180 verschillende culturen. De politie moet meebewegen, anders staan we niet meer in contact met de burgers. Daar draait het uiteindelijk om, en dat bereik je als agent niet als je alleen maar in je bus blijft zitten.”

Vacature onderzoeksassistent (32 uur)

Vacature onderzoeksassistent (32 uur)

Art.1, RADAR en IDEM Rotterdam hebben een gezamenlijke onderzoeksafdeling waar dagelijks zeven onderzoekers een breed scala aan onderzoekswerkzaamheden verrichten op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau op het gebied van gelijke behandeling, discriminatie, (lhbt-) emancipatie en integratie.

Voor de afdeling onderzoek is RADAR op zoek naar een onderzoeksassistent. De werkzaamheden bestaan uit het ondersteunen van de kernactiviteiten van het team bij de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden, zoals:

  • bewaken administratief overzicht van de diverse projecten;
  • verrichten van uitvoerende ondersteuning in de diverse projecten;
  • werven van respondenten;
  • maken van afspraken met netwerkcontacten en respondenten;
  • ondersteunen van de teamleider in voorkomende werkzaamheden;
  • uitvoeren van de P&C-cyclus van de diverse projecten.

Ook is de onderzoeksassistent betrokken bij jaarlijkse rapportage van discriminatiemeldingen.

Ga naar volledige vacature.

Stichting Beter Zien Anders Kijken: ontmoetingsplek voor blinden en slechtzienden

Stichting Beter Zien Anders Kijken: ontmoetingsplek voor blinden en slechtzienden

Een ruimte waar blinden, slechtzienden en zienden elkaar kunnen ontmoeten, dat was de wens van Jerrel Volkerts toen hij Beter Zien Anders Kijken oprichtte. Inmiddels is de stichting uitgegroeid tot een klein expertisecentrum: “Uit het hele land komen er vragen binnen – Limburg, Enschede, Groningen, noem maar op.”

Tot zijn zesde jaar woonde Jerrel Volkerts in Suriname, in Paramaribo. Eenmaal in Nederland groeide hij liefdevol op bij zijn grootmoeder. Hij kwam er pas laat achter dat hij een visuele beperking heeft. Volkerts: “Ik had op school altijd een achterstand. En de huisarts had tegen me gezegd dat ik ‘kippig’ was, en daar werd dan lacherig over gedaan. Maar niemand vertelde me dat dat ‘slechtziend’ betekent en ik ben ook nooit doorverwezen naar een specialist. Pas op mijn 34e kwam ik erachter wat ik precies had.”

Een paar jaar geleden sprak Volkerts elke dinsdag af met een eveneens slechtziende vriend in de Centrale Bibliotheek van Rotterdam. “We waren vooral aan het praten, maar ik wilde op een gegeven moment meer. Creatief bezig zijn bijvoorbeeld. Toen ben ik op zoek gegaan naar een fysieke locatie. Naar een plek waar mensen met en zonder beperking elkaar kunnen ontmoeten, zodat ze even hun huis uit zijn. We konden terecht in het Huis van de Wijk De Kip, waar WMO Radar gevestigd is, die ons wilde faciliteren.”

Zelfstandig de weg vinden

Beter Zien Anders Kijken wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven van mensen met een visuele beperking en hun omgeving. Volkerts: “Toen we de stichting oprichtten, hebben we meteen contact gezocht met Koninklijke Visio en Bartimeus Sonneheerdt, de zorginstellingen voor blinden en slechtzienden.“

Een goede infrastructuur is belangrijk voor de zelfstandigheid van visueel gehandicapten. “Toen we hier net zaten hadden we een vrijwilliger die het toilet niet kon vinden”, vertelt Volkerts. “We zijn snel aan de slag gegaan met de geleidelijnen. Eerst aan de binnenkant, na een tijd ook buiten.” Het aanvragen van geleidelijnen voor de buitenruimte was niet eenvoudig, ook omdat het terrein deels van de eigenaren van de appartementen in de Kipstraat is. Volkerts: “Uiteindelijk zijn WMO Radar en het wijkorgaan ingesprongen en hebben zij de stichting geholpen het een en ander te realiseren. Mensen kunnen nu zelfstandig naar binnen lopen.”

Wat wil de groep?

Elke vrijdag is er een inloopmiddag voor lotgenoten in de Kipstraat. Volkerts: “De deelnemers hebben verschillende achtergronden, verschillende leeftijden en verschillende vaardigheden die ze kunnen inbrengen. Wat we doen, is dus elke keer anders. Onze filosofie is dat het uit de mensen zelf moet komen. Ik wil geen dingen opleggen. De vraag is altijd: wat wil de groep? Zelf ben ik nu bijvoorbeeld braille aan het leren van een van onze deelnemers. Dat is fijn en vertrouwd.”

In 2017 is gestart met Samen Nederlands Leren, een project met lessen Nederlands als tweede taal voor migranten met een visuele beperking. Mede-initiatiefnemer Tonny van Breukelen heeft eerder het boek Bloemen langs de weg geschreven, waarin de moeizame weg van migranten met een visuele beperking beschreven wordt. “Eerst hebben we vrijwillige taalcoaches opgeleid via een train-the-trainer-programma”, vertelt Volkerts. “Daarna zijn we aan de slag gegaan met migranten met een visuele beperking, afkomstig uit Afrika, Syrië, Polen en Iran. Inmiddels zijn we ook in overleg met de gemeente Den Haag over een taalprogramma met lotgenotensupport.”

Oog voor elkaar

Twee keer per jaar organiseert Beter Zien Anders Kijken een grote bijeenkomst. Bij de organisatie betrekt de stichting studenten van de Hogeschool Rotterdam, Zadkine en Albeda. “Dat zijn de werkgevers en de werknemers van de toekomst”, benadrukt Volkerts. “Het is belangrijk dat zij kunnen ervaren wat het betekent om een visuele beperking te hebben.” In januari vond de bijeenkomst ‘Oog voor elkaar’ plaats. Hiermee vroeg de stichting aandacht voor de ongewenste effecten van een goedbedoelde overheidsmaatregel. De meeste migranten met een visuele beperking zijn namelijk vrijgesteld van de plicht tot inburgering. Volkerts: “Maar door deze vrijstelling komen zij vaak ook niet in aanmerking voor een taalcursus, terwijl ze graag Nederlands willen leren. Dit hebben we bij Rotterdamse politici onder de aandacht gebracht, onder andere bij burgemeester Aboutaleb en Judith Bokhove.”

Cultuur en toegankelijkheid

“Zowel musea als theaters doen op dit moment veel aan toegankelijkheid voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld door audiodescriptie aan te bieden aan mensen met een visuele handicap”, vertelt Volkerts. Binnenkort gaan we met Beter Zien Anders Kijken naar Museum Boijmans Van Beuningen. Daar gaan we voelen aan de kunstwerken. Dat mochten we destijds ook bij de tentoonstelling over het leven en werk van Da Vinci in het oude postkantoor van Rotterdam. De replica’s kon je voelen, en daar kreeg je dan een verhaal bij. Sommige theaters organiseren ook speciale voorstellingen voor visueel beperkten, waarbij je mag kennismaken met de acteurs en ze kan aanraken. Op cultureel vlak zijn dus al verschillende initiatieven.”

Eigen verhaal

Sinds 2016 is in Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van kracht. Het verdrag bepaalt dat mensen met een beperking volwaardig moeten kunnen deelnemen aan de samenleving. Voorzieningen moeten dus ook beter toegankelijk zijn. Bij Beter Zien Anders Kijken horen ze vaak schrijnende verhalen: “Een van onze deelnemers had vijf maanden geen vervoer op maat. Vijf maanden! Die is toen elke vrijdag door onze voorzitter opgehaald en thuisgebracht. Een andere slechtziende vrouw werd niet goed begeleid na haar reis. Er werd gezegd ‘nou mevrouw, daar is de ingang, daar moet u naar rechts, past u op voor de trap’. Maar gelukkig is het een sterke vrouw van 63, dus die redt zich wel.”

Volkerts is altijd op zoek naar mogelijkheden om mensen te laten groeien, ook als ze uit moeilijke omstandigheden komen. “Via Vluchtelingenwerk kwam een blinde Syrische vluchteling bij ons, omdat ze wisten dat we een taalproject hadden. Dan ga ik met hem aan de slag, niet alleen met de taal. Ik vraag hem naar zijn talenten, blijkt hij een hele goede muzikant te zijn die de saz speelt. Dus als we ergens een presentatie hebben, dan vraag ik hem mee. Zo heeft hij al meerdere keren op kunnen treden.” Via touchscreen bedient Volkerts zijn laptop en gedurende het interview laat hij verschillende filmpjes en foto’s zien: “Elke persoon hier heeft een eigen verhaal. Kijk deze man, die werkt al vanaf zijn vijftiende samen met zijn broer in de bouw. Hij is bijna blind. Maar deze man kan echt een huis voor je neerzetten. Waarom doen we daar niets mee?”

Meer informatie over Beter Zien Anders Kijken