Sophia Kinderziekenhuis viert Sinterklaas voor alle kinderen met roetveeg- en kleurenpieten

Sophia Kinderziekenhuis viert Sinterklaas voor alle kinderen met roetveeg- en kleurenpieten

De problematiek rondom het pietendebat heeft afgelopen weekend een dieptepunt bereikt. Anti-zwartepietdemonstranten werden racistisch bejegend, bekogeld met eieren en vuurwerk en belaagd en mishandeld. De roep om het Sinterklaasfeest aan te passen wordt steeds breder gedragen. IDEM Rotterdam ging op zoek naar een positief geluid en kwam terecht bij het Sophia Kinderziekenhuis, waar Sinterklaas gevierd wordt met pieten in alle kleuren van de regenboog. Om breed uit te dragen dat het ErasmusMC-Sophia Sinterklaas viert met álle kinderen, maakten eventmanager Annelies Blom en coördinator van het studententeam Christiaan Vermaas een heuse Sinterklaasrap met roetveeg- en kleurenpieten.

‘Ze komen eraan’, ofwel de Sophia Sinterklaas Rap. Hoe is dit idee ontstaan?

Christiaan: Het idee voor de rap is eigenlijk vorig jaar ontstaan. Ik werkte hier als vrijwilliger en Annelies vroeg of ik roetveegpiet wilde spelen. Terwijl we over de afdelingen liepen om de kinderen pepernoten te brengen, begon ik een beetje te rappen en te dansen. Iedereen vond het vreselijk leuk, dus Annelies spoorde me aan om een Sinterklaasrap te schrijven.

Annelies: Het was inderdaad een heel spontaan idee. Toen de rap af was, besloten we er ook maar meteen een videoclip bij te maken. Zelfs Jan de Jong, de baas van Feyenoord, was enthousiast, dus we mochten ook in het stadion filmen. Ook de raad van bestuur van het Erasmus MC zit in de clip, want we wilden als gehele organisatie een positieve boodschap uitdragen.

In de clip zijn kleurenpieten te zien, maar ook nog een zwarte piet. Deze is echter niet tot in de oren en de nek zwart gemaakt, maar heeft een zwarte cirkel op het gezicht. Hebben jullie hier bewust voor gekozen?

Annelies: We zijn een kinderziekenhuis in Rotterdam, dus hier komen kinderen met allerlei verschillende achtergronden. Als Sophia proberen we altijd de verbinding te zoeken met de stad. Daarom hebben we de traditionele zwarte piet in het Sophia jaren geleden al in de ban gedaan. Er kwamen bruine pieten, maar we zijn steeds meer gaan meebewegen. Nu zijn er roetveegpieten en pieten in diverse kleuren. We laten het aan de pieten zelf over waar ze zich het meest prettig bij voelen.

Christiaan: Het belangrijkste is om niet de nadruk te leggen op één kleur. Als er pieten zijn in alle kleuren, kan er ook prima een donkere piet tussen zitten. Op die manier vermijd je stereotypering en laat je juist alle ruimte voor creativiteit. De kleur van de pieten is niet bepalend voor het feest, het is echt niet zo dat we hier het feest nu anders vieren omdat er kleurenpieten rondlopen. Het argument tegen roetveegpieten is vaak dat pieten nog herkend kunnen worden. Maar met een kleurenpiet heb je dat niet. Als je het gezicht schminkt in een van de kleuren van het pak, sluit het mooi op elkaar aan en zien kinderen echt niet wie erachter schuilt. We merkten het al bij de opnames van de clip: kinderen geloofden direct dat het echte pieten waren, die alvast de boel kwamen verkennen voor de intocht. Het grappige was dat de Feyenoord-piet nog het populairst was, alle kinderen wilden met hem op de foto!

Was het intern nog een lastige discussie?

Annelies: Helemaal niet! Iedereen stond er direct achter. In een kinderziekenhuis in multicultureel Rotterdam willen we een kinderfeest organiseren voor álle kinderen. Toevallig hebben we hier ook hele nauwe banden met Sinterklaas en die zei ook dat hij geen onderscheid wil maken.

Christiaan: Als kinderziekenhuis wil je niet in die discussie belanden. We willen vooral kinderen die in het ziekenhuis liggen een leuk feest bezorgen. Als mensen eenmaal inzien dat kinderen kleurenpieten ook hartstikke leuk vinden, dan denk ik dat niemand daar meer bezwaar tegen zal hebben.

Je zou maar moslim zijn…

Tientallen professionals en actieve burgers kwamen donderdag 14 november naar Centrum de Middenweg voor het Kennisatelier ‘Je zou maar moslim zijn…’ Het Kennisatelier werd geopend door IDEM-onderzoeker Mariska Jung, die de belangrijkste signalen, cijfers en achtergronden verzamelde op het gebied van islamofobie in Rotterdam.

Het Kennisatelier werd georganiseerd in samenwerking met Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) en Centrum de Middenweg. De beleidsmedewerker van SPIOR benadrukte het belang van investeren in persoonlijke contacten tussen verschillende groepen, om kloven te overbruggen en begrip te vergroten. Centrum de Middenweg, dat is opgericht voor en door moslims, faciliteert die persoonlijke contacten graag: “Iedereen is hier welkom”, zei Anna Vogel van Centrum de Middenweg, “behalve uitingen van exclusie.”

Handelingsverlegenheid

Toch is dat waar veel moslims in het dagelijks leven mee te maken krijgen, zoals exclusie op de woning- of arbeidsmarkt. Fatiha Azzarhouni van Leiden Islam Academie merkte dat er veel behoefte is aan kennis over de islam en islamofobie. Daarom maakte ze een podcast- en videoserie voor onderwijzers in het basis- en voortgezet onderwijs waarin ze ingaat op hun vragen. “Ik heb gemerkt dat wanneer religie om de hoek komt kijken, en dan vooral met de islam, leraren verstarren.” Door middel van de video’s en podcasts wil ze die handelingsverlegenheid tegengaan.

Arbeidsmarkt

De meeste meldingen die gedaan worden van moslimdiscriminatie hebben betrekking op de arbeidsmarkt. Odile Verhaar en Anja Pranger van het College voor de Rechten van de Mens gingen nader op dit onderwerp in. Zij bespraken enkele casussen over zaken die zij kregen voorgelegd van moslimdiscriminatie op de werkvloer. De uitspraak die het college kan doen, is erg contextafhankelijk: zo kan een verpleegkundige uit hygiënisch oogpunt verplicht worden om met korte mouwen te werken, terwijl dat voor een ziekenhuismedewerkster op een andere afdeling niet verplicht kan worden.

Na de presentatie gingen deelnemers in kleine groepen in discussie over een casus van een meisje in een hotel, dat verplicht werd zonder hoofddoek te werken. Hierbij ging het vooral om het neutraliteitsbeginsel: tot op welke hoogte kan een werkgever zich beroepen op het neutraliteitsbeginsel bij het verbieden van religieuze uitingen door werknemers, zoals een hoofddoek?

Belegde broodjes, salades en zoete lekkernijen: de bijeenkomst werd afgesloten met een heerlijke lunch, verzorgd door Centrum de Middenweg, terwijl de deelnemers ondertussen nog napraatten over de casus.

Meer weten over moslimdiscriminatie?

“Ouders en leraren moeten ook geloven in mogelijkheden van meisjes in ICT”

“Ouders en leraren moeten ook geloven in mogelijkheden van meisjes in ICT”

Het Europese project Digital Girls wordt vrijdag 16 november afgesloten met de conferentie ‘Digital Girls: A start of a digital career journey’. Professionals die werkzaam zijn in het onderwijs, welzijnswerk, bedrijfsleven en jeugdveld en zich focussen op emancipatie zijn van harte uitgenodigd om te komen meepraten. “We willen van professionals horen hoe we meiden nóg beter kunnen enthousiasmeren voor de digitale sector.”

De conferentie is het slot van Digital Girls, een Europees project om het vertrouwen van meisjes in hun digitale skills te vergroten. Nederland, Bulgarije, Tsjechië, Griekenland en Ierland hebben zich de afgelopen twee jaar ingezet om meiden te doordringen van hun kansen en mogelijkheden in de ICT- en onlinesector. Door zowel meiden te enthousiasmeren voor de digitale branche als bedrijven te emanciperen, moeten de arbeidskansen van vrouwen in de digitale sector toenemen.

“Tijdens de conferentie worden de resultaten en ervaringen van de afgelopen twee jaar gedeeld”, zegt Sergio Belfor van Stichting Dona Daria, de organisatie die zich namens Nederland heeft ingezet voor Digital Girls. “Maar we willen ook in gesprek gaan met professionals, om signalen op te vangen over manieren waarop we meiden nóg beter kunnen enthousiasmeren voor werk in de digitale sector. Het project is namelijk ten einde, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Het is van groot belang om door te pakken. De inzet van de conferentie is dat aanwezige partijen elkaar versterken in hun ambitie.”

Netwerk om meisje heen

Niet alleen meiden zelf moeten enthousiaster worden over de digitale sector, ook het netwerk om het meisje heen. “Stel dat een meisje dol is op programmeren, maar thuis te horen krijgt dat die beroepskeuze niks voor haar is, dan slaan we de plank mis”, geeft hij als voorbeeld. “We moeten niet alleen vooroordelen wegnemen, maar ouders en leraren ook doordringen van de mogelijkheden die er in de digitale sector zijn. Ze moeten weten dat er volop kansen zijn en dat de banen voor het oprapen liggen. Als ouders en docenten al niet de mogelijkheden van de digitale sector zien, hoe kan een meisje er zelf dan ooit zicht op krijgen?”

Vrouwelijke rolmodellen

Om die kansen en mogelijkheden voor meiden beter in beeld te brengen, zijn er diverse rolmodellen die zich inzetten voor de boodschap van Digital Girls. “De afgelopen twee jaar hebben we filmpjes gemaakt van vrouwelijke rolmodellen, om meiden te laten zien welke opties er zijn”, licht Belfor toe. “Maar ook geven zij tips om meiden te leren hoe ze met reacties van mannen kunnen omgaan, zolang de digitale sector nog een mannenwereld is.” Tegelijkertijd heeft het project ingezet op het wegnemen van vooroordelen bij bedrijven. “We hebben open dagen georganiseerd bij bedrijven, waardoor ook bij werkgevers de ogen worden geopend. Het is niet alleen zaak om meiden binnen te halen in de digitale sector, maar vooral om ze er te houden.”

Europees project

Van de Europese landen die deelnemen aan Digital Girls, is vooral Bulgarije op de goede weg, meent Belfor. “Bij Bulgarije denk je misschien niet direct aan een grote digitale sector, omdat het een minder rijk land is”, legt hij uit. “Maar doordat er veel werkloosheid is, zien meiden eerder kansen en grijpen ze deze ook eerder aan. In de ICT is er namelijk wel eerder werk te vinden. Omdat in Nederland minder werkloosheid is, voelen vrouwen wellicht minder de noodzaak om zich op digitale sectoren te focussen.” Waar Nederland wel in vooroploopt zijn de opleidingsfaciliteiten. “Nederlandse opleidingen hebben geweldige apparatuur en opleidingstechnieken. Het niveau is bijzonder hoog. In Rotterdam is onlangs zelfs de IT-campus geopend. Nu is het de uitdaging om daar meer meiden naartoe te krijgen!”

Lees hier meer over de conferentie Digital Girls: A start of a digital career journey.

 

 

 

5 vragen over… islamofobie

5 vragen over… islamofobie

Moslimdiscriminatie, islamisme, baardhaat… Er circuleren allerlei namen voor hetzelfde probleem: discriminatie op basis van de veronderstelling dat iemand moslim is. IDEM-onderzoeker Mariska Jung verzamelde de belangrijkste signalen, cijfers en achtergronden op het gebied van islamofobie in Rotterdam. Vijf vragen aan haar over dit heikele thema.

1. Wat is islamofobie?

Islamofobie is de verzamelnaam voor situaties, handelingen en structuren die bijdragen aan stereotypering, stigmatisering en discriminatie van mensen die als moslim worden gezien. Soms leidt dit zelfs tot geweld en mishandeling aan toe.

2. Hoe verschilt islamofobie van discriminatie op grond van geloof?

Alleen al de veronderstelling dat iemand moslim is, kan discriminerende reacties uitlokken. Dat gaat gepaard met verwachtingen ten aanzien van vermeende uiterlijke en culturele kenmerken van moslims. Religie, etniciteit, sociale positie en klasse komen allemaal samen in islamofobie. Iemand die aan een stereotype beeld van een moslim voldoet, kan door discriminatie getroffen worden. Ook als die persoon niet eens moslim is! Denk bijvoorbeeld aan een hipster met migratieachtergrond, die wordt uitgescholden vanwege zijn baard. Of een katholieke vrouw, die ongelijk behandeld wordt omdat zij een hoofddoek draagt.

3. Hoe herken je islamofobie?

Islamofobie is het gemakkelijkst te herkennen wanneer iemand ongelijk wordt behandeld of wordt uitgescholden, bijvoorbeeld wanneer krachttermen worden gebruikt in combinatie met ‘moslim’, ‘islam’, ‘Turk’ of ‘Marokkaan’. Uiteraard zijn niet alle Turkse en Marokkaanse Nederlanders moslim, maar daar wordt vaak wel van uitgegaan. Ook discriminatie van of geweld tegen vrouwen met een hoofddoek duidt meestal op islamofobie, omdat de hoofddoek door velen alleen met de islam in verband gebracht wordt.

Islamofobie kan echter ook minder expliciet geuit worden en daarin zijn allerlei gradaties: zo komt ‘Mohammed’ minder gemakkelijk aan een baan of woning dan ‘Mark’, worden islamitische basisscholen en moskeeën beklad, of wonen Nederlanders zonder migratieachtergrond liever in een witte buurt en verhuizen zij sneller, wanneer nieuwe bewoners in hun wijk in toenemende mate een migratieachtergrond hebben.

4. Wat kan je als professional doen tegen islamofobie?

Je kan jezelf informeren, nagaan wat je over de islam in Nederland weet. Maar ook kan je een training volgen bij SPIOR of RADAR. Daarnaast kan je je collega’s aanspreken wanneer je merkt dat die persoon weinig kennis heeft of op basis van vooroordelen handelt. Islamofobie is, net zoals discriminatie op andere gronden, een complex fenomeen. Het hangt samen met normen, structuren van ongelijkheid en het op alledaagse manieren tot uiting kan komen. De eerste stap naar verandering is daarom om meer kennis op te doen en kritisch op jezelf te reflecteren.

5. Wat kan je doen als je slachtoffer bent van islamofobie?

Als je slachtoffer geworden bent van moslimdiscriminatie, maak daarvan dan melding bij een vertrouwenspersoon, leidinggevende, een antidiscriminatiebureau of de politie. RADAR kan je desgewenst begeleiden bij een juridische procedure, of je meer advies en informatie geven. Zo sta je sterker in je schoenen als je bijvoorbeeld het gesprek met je baas aangaat over het dragen van je hoofddoek tijdens het werken.

>> Meer weten over islamofobie? Lees hier ‘Je zou maar moslim zijn… Cijfers, signalen en achtergronden van moslimdiscriminatie in Rotterdam’

Rotterdammers zagen elkaar op de Dag van de Dialoog

Rotterdammers zagen elkaar op de Dag van de Dialoog

“Zij zagen mij, waardoor ik anderen kon zien.” “Er ontstaat veel positiviteit en energie door te luisteren naar elkaar.” “Aandacht zorgt voor groei.” “Wat mij verraste was de oprechtheid van de deelnemers.”

Het zijn enkele van de vele mooie opmerkingen tijdens de Dag van de Dialoog in Restaurant Dakpark op vrijdag 2 november 2018. Tientallen Rotterdammers gingen in kleine groepjes met elkaar in gesprek over het thema ‘Elkaar zien’.

Dag van de Dialoog - foto: Wilke Martens

Lilia Costa van Gebiedscommissie Delfshaven was aanwezig bij de Dag van de Dialoog 2018. Voordat de Rotterdammers met elkaar in gesprek gingen, richtte zij het woord tot de aanwezigen. “Ik vond het een verbindende en open ervaring”, vertelt ze na afloop. “Het is mooi om te zien hoe vreemde mensen zich durven blootstellen en ervaringen durven delen. Elkaar zien begint bij elkaar in de ogen kijken, ontdekken welke ziel er achter schuilt. Prachtig om ongedwongen elkaar te ontdekken en zo de verschillen te zien en beter te begrijpen.”

IDEM-netwerker Karin Oppelland (links) merkte op dat er veel energie vrijkwam. “Bij de organisatie van de Dag van de Dialoog werden we geholpen door enkele jongeren van Zadkine. Zij vonden het heel bijzonder omdat ze gelijkwaardig behandeld werden. Ik kreeg van hen enthousiaste reacties terug: ze willen meer weten van de Dialoog en vaker met ons samenwerken.”

Dag van de Dialoog - foto: Wilke Martens

Daarna was het tijd voor de bezoekers om met elkaar in gesprek te gaan. De meeste tafelgenoten ontmoetten elkaar op deze dag voor het eerst. Daarom zat aan iedere tafel een gespreksleider, om de dialoog op gang te brengen en vervolgens in goede banen te leiden. Elkaar de tijd gunnen om na te denken, is een van de belangrijke regels tijdens een dialoog. RADAR-medewerker Delilah Sarmo begeleidde het gesprek aan een van de tafels. “Elke keer als ik mee doe als gespreksbegeleider op de Dag van de Dialoog kom ik verrijkt en voldaan uit de ontmoeting”, zei ze na afloop. “Deelnemers geven elkaar een kijkje in hun leven en zonder dat het moet, krijg je inzichten mee van anderen, ook als gespreksbegeleider. Dit laat weer zien hoe gelijkwaardig het gesprek plaatsvindt en dat het echt een plek is waar je jezelf mag zijn.”

 

Dag van de Dialoog - foto: Wilke Martens

IDEM-netwerker Marsha de Koning-Man vond het in ieder geval erg gemoedelijk aan haar tafel. “Naast grote dromen voor een mooiere wereld, waarin we oog voor een ander hebben, werden ook hele concrete kleine persoonlijke projecten in de wijk besproken waarbij nagedacht werd hoe deze in stand te houden en voort te zetten. Ervaringen over bijzondere ontmoetingen werden gedeeld waardoor het belang van het thema ‘Elkaar Zien’ duidelijk gemaakt werd.”

Dag van de Dialoog - foto: Wilke Martens

De Dag van de Dialoog, die in Rotterdam voor de zeventiende keer plaatsvond, werd afgesloten met een lunchbuffet, vol heerlijks van Restaurant Dakpark. Na een pittig gesprek laafden de bezoekers zich aan gezonde salades, verse groenten, brood en andere lekkernijen.

Dag van de Dialoog - foto: Wilke Martens

De Dag van de Dialoog werd dit jaar georganiseerd door IDEM Rotterdam, in samenwerking met Stichting Dag van de Dialoog, RADAR, Pameijer, DIA Rozenburg, Zadkine, Brahma Kumaris Spirituele Academie en Restaurant Dakpark.