Moslimdiscriminatie, islamisme, baardhaat… Er circuleren allerlei namen voor hetzelfde probleem: discriminatie op basis van de veronderstelling dat iemand moslim is. IDEM-onderzoeker Mariska Jung verzamelde de belangrijkste signalen, cijfers en achtergronden op het gebied van islamofobie in Rotterdam. Vijf vragen aan haar over dit heikele thema.

1. Wat is islamofobie?

Islamofobie is de verzamelnaam voor situaties, handelingen en structuren die bijdragen aan stereotypering, stigmatisering en discriminatie van mensen die als moslim worden gezien. Soms leidt dit zelfs tot geweld en mishandeling aan toe.

2. Hoe verschilt islamofobie van discriminatie op grond van geloof?

Alleen al de veronderstelling dat iemand moslim is, kan discriminerende reacties uitlokken. Dat gaat gepaard met verwachtingen ten aanzien van vermeende uiterlijke en culturele kenmerken van moslims. Religie, etniciteit, sociale positie en klasse komen allemaal samen in islamofobie. Iemand die aan een stereotype beeld van een moslim voldoet, kan door discriminatie getroffen worden. Ook als die persoon niet eens moslim is! Denk bijvoorbeeld aan een hipster met migratieachtergrond, die wordt uitgescholden vanwege zijn baard. Of een katholieke vrouw, die ongelijk behandeld wordt omdat zij een hoofddoek draagt.

3. Hoe herken je islamofobie?

Islamofobie is het gemakkelijkst te herkennen wanneer iemand ongelijk wordt behandeld of wordt uitgescholden, bijvoorbeeld wanneer krachttermen worden gebruikt in combinatie met ‘moslim’, ‘islam’, ‘Turk’ of ‘Marokkaan’. Uiteraard zijn niet alle Turkse en Marokkaanse Nederlanders moslim, maar daar wordt vaak wel van uitgegaan. Ook discriminatie van of geweld tegen vrouwen met een hoofddoek duidt meestal op islamofobie, omdat de hoofddoek door velen alleen met de islam in verband gebracht wordt.

Islamofobie kan echter ook minder expliciet geuit worden en daarin zijn allerlei gradaties: zo komt ‘Mohammed’ minder gemakkelijk aan een baan of woning dan ‘Mark’, worden islamitische basisscholen en moskeeën beklad, of wonen Nederlanders zonder migratieachtergrond liever in een witte buurt en verhuizen zij sneller, wanneer nieuwe bewoners in hun wijk in toenemende mate een migratieachtergrond hebben.

4. Wat kan je als professional doen tegen islamofobie?

Je kan jezelf informeren, nagaan wat je over de islam in Nederland weet. Maar ook kan je een training volgen bij SPIOR of RADAR. Daarnaast kan je je collega’s aanspreken wanneer je merkt dat die persoon weinig kennis heeft of op basis van vooroordelen handelt. Islamofobie is, net zoals discriminatie op andere gronden, een complex fenomeen. Het hangt samen met normen, structuren van ongelijkheid en het op alledaagse manieren tot uiting kan komen. De eerste stap naar verandering is daarom om meer kennis op te doen en kritisch op jezelf te reflecteren.

5. Wat kan je doen als je slachtoffer bent van islamofobie?

Als je slachtoffer geworden bent van moslimdiscriminatie, maak daarvan dan melding bij een vertrouwenspersoon, leidinggevende, een antidiscriminatiebureau of de politie. RADAR kan je desgewenst begeleiden bij een juridische procedure, of je meer advies en informatie geven. Zo sta je sterker in je schoenen als je bijvoorbeeld het gesprek met je baas aangaat over het dragen van je hoofddoek tijdens het werken.

>> Meer weten over islamofobie? Lees hier ‘Je zou maar moslim zijn… Cijfers, signalen en achtergronden van moslimdiscriminatie in Rotterdam’