Rotterdam viert de afschaffing van de slavernij met het Keti Koti festival op 1 juli. Een dag eerder worden de slachtoffers van de slavernij in de Nederlandse koloniën herdacht bij het slavernijmonument aan de Lloydkade. Kenneth Robinson, voorzitter van de stichting Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst (GVGT) hoopt op belangstelling van Rotterdammers van alle achtergronden. “We moeten de stilte rondom het slavernijverleden doorbreken.”

Keti Koti betekent: ketenen verbroken. Dit wordt het derde jaar dat in Rotterdam het slavernijverleden wordt herdacht. Kenneth Robinson: “Bij de eerste herdenking in 2013 waren we met het bestuur van de stichting en een paar vrienden, in 2014 waren het al ruim 200 belangstellenden en vorig jaar zijn er tussen de 400 en 500 mensen geweest. De belangstelling groeit. Ik heb gemerkt dat de herdenking voor veel mensen een emotioneel moment is. Ik noem dat overdrachtspijn. Mijn overgrootmoeder kon uit eigen ervaring vertellen over de slavernij. De geschiedenis is nog heel dichtbij.”

Geschiedenis levend houden

“Keti Koti en de herdenking zijn belangrijk om de geschiedenis levend te houden”, benadrukt Kenneth Robinson. “De slavernij heeft 300 jaar geduurd, volgens sommigen zelfs langer. De slachtoffers van de slavernij mogen we niet vergeten, want zonder hen stonden wij nu niet hier. Het is belangrijk dat hun verhaal verteld wordt. Daarom hebben we vorig jaar scholen en docenten uitgenodigd om met ons mee te denken over hoe het onderwijs op een betere en eerlijker manier aandacht kan besteden aan het slavernijverleden.”

Meer aandacht onderwijs

Ook dit jaar wordt in de Keti Koti Lecture aandacht besteed aan de vraag hoe de slavernij in het Nederlandse onderwijs wordt behandeld. Hiervoor is onder andere uitgenodigd Dr. Melissa F. Weiner, ze heeft onderzocht hoe het slavernijverleden wordt beschreven in de geschiedenisboeken. Kenneth Robinson: “In 2014 heeft de gemeenteraad van Rotterdam een motie aangenomen van NIDA waarin kort gezegd wordt gesteld dat scholen in Rotterdam aandacht moeten besteden aan de geschiedenis van alle in Rotterdam wonende bevolkingsgroepen, en dus ook aan het slavernijverleden. Wat ons betreft is hier nog onvoldoende mee gebeurd.”

Op zoek naar je roots

“Ook Surinaamse jongeren zelf weten lang niet altijd wat hun achtergrond en geschiedenis is”, gaat Kenneth Robinson verder.  “Simpelweg omdat het ze nooit is verteld. Ouders willen hun kinderen niet met de geschiedenis belasten en schaamte speelt ook vaak een rol. Vertel maar eens dat je voorouders slaven zijn geweest. Persoonlijk heb ik ook een periode gekend dat ik ‘verdwaald’ was. Een Nederlandse vriendin nam me mee naar een tentoonstelling over Suriname in het Wereldmuseum. Ze had zich er duidelijk in verdiept en kon meer over de geschiedenis van Suriname vertellen dan ik. Op dat moment wist ik dat ik op zoek moest gaan naar mijn roots.”

Blik op de toekomst

“Amsterdam en Rotterdam hebben hun eigen slavernijherdenking, het zou natuurlijk prachtig zijn als we dit naar een nationaal niveau kunnen brengen. Gezamenlijk de slavernij herdenken, net zoals elk jaar de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht en de bevrijding wordt gevierd. Vergeet niet dat de slavernij wel 300 jaar heeft geduurd. De gedwongen arbeid van de slaven heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de welvaart van Nederland. We hebben een gezamenlijke geschiedenis, hoe pijnlijk die soms ook is. Dat moeten we erkennen en van daaruit onze blik naar de toekomst richten.”

Programma

Rondom Keti Koti vinden tal van activiteiten plaats. De opmaat voor het programma is op 25 juni als Astrid Roemer, winnaar van de P.C-Hooft-prijs 2016, en andere schrijvers die zich bezighouden met het thema vrijheid, te gast zijn bij Donner Podium. Op 30 juni is de kranslegging bij het slavernijmonument en op 1 juli de Big Spikri Parade en het Keti Koti Festival in het Oude Westen. Meer informatie op de website van Keti Koti.

 

Foto:  Nielma Harpal

Tekst: Mark Kivit