Moslima’s krijgen bovengemiddeld vaak met discriminatie te maken. Door hun veelal zichtbare identiteit zijn deze vrouwen vaker en eerder doelwit van pesterijen, discriminatie of uitsluiting. Maar hoe komt het eigenlijk dat zij hier relatief meer last van hebben? En wat kun je als professional doen om deze vorm van discriminatie tegen te gaan? Afiah Vijlbrief, Nienke de Wit en Bauke Fiere voeren voor IDEM onderzoek uit naar discriminatie van moslima’s op de arbeidsmarkt. Zij beantwoorden vijf vragen over moslimadiscriminatie.

1. Moslima’s ervaren relatief veel discriminatie. Hoe komt dat?

In tegenstelling tot moslimmannen of moslima’s zonder hoofddoek, worden moslima’s met een hoofddoek vaker gediscrimineerd. Juist door hun hoofddoek worden zij zichtbaar herkend als ‘symbool’ van de islam. Sommige mensen hebben hierbij direct vooroordelen, bijvoorbeeld dat denkbeelden van een moslima zouden indruisen tegen ‘progressieve’ westerse ideeën over gendergelijkheid. Moslima’s worden door hun zichtbaarheid expliciet bejegend, denk bijvoorbeeld aan uitschelden (op straat), genegeerd worden of niet aangenomen worden voor een baan. Ook moslima’s die geen hoofddoek dragen kunnen met stereotypering of vooroordelen te maken krijgen, alleen gebeurt dit vaak subtieler.

Als moslima’s gediscrimineerd worden, kunnen zij bovendien met een combinatie aan gronden te maken krijgen. Denk bijvoorbeeld aan seksediscriminatie, omdat ze vrouw zijn, in combinatie met een negatieve houding tegenover de islam, en/of racisme vanwege hun huidskleur of etnische achtergrond. Moslimadiscriminatie gaat daarom verder dan alleen religie.

2. Op welke terreinen ervaren moslima’s de meeste discriminatie?

De meeste meldingen die antidiscriminatiebureaus ontvangen over ervaren discriminatie van moslims hebben betrekking op de arbeidsmarkt. De beschikbare gegevens zijn vrij algemeen, dus deze vraag is lastig te beantwoorden voor specifiek moslima’s. In 2019 ging het om 35% van alle meldingen van moslimdiscriminatie. Voorbeelden hiervan zijn het niet aangenomen worden voor een functie vanwege het dragen van een hoofddoek en genegeerd worden. Ook over de terreinen commerciële dienstverlening en de openbare ruimte komen relatief veel meldingen binnen, bijvoorbeeld het nageroepen of uitgescholden worden op straat.

3. Wat zijn de verschillen tussen ervaringen met islamofobie tussen vrouwen en mannen?

Zowel islamitische vrouwen als mannen maken discriminatie mee. Neem bijvoorbeeld de arbeidsmarkt. Uit onderzoek blijkt dat mannen met een niet-westers klinkende naam minder vaak worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dan iemand met hetzelfde cv en een westers klinkende naam. Hierover valt meer te lezen in het rapport Liever Mark dan Mohammed. Bij vrouwen is het vaker zo dat zij worden aangekeken en aangesproken op hun positie ten opzichte van mannen, wat voortkomt uit vooroordelen over een religie die vrouwen onderdrukt. Onbewust worden vrouwen daardoor ook op een bepaalde manier op de werkvloer gepositioneerd. Zo worden moslima’s bijvoorbeeld vaker niet serieus genomen. Ze zijn namelijk vrouw én islamitisch. Een voorbeeld uit de praktijk is dat ondanks opleidingsniveau, de moslima gevraagd wordt voor werk dat onder haar niveau is.

4. Hoe verschilt seksisme tegen moslimavrouwen met dat tegen andere vrouwen?

Moslima’s kennen in ieder geval twee ‘minderheidsidentiteiten’: namelijk vrouw en islamitisch. Niet-moslima’s behoren tot minstens één minderheidsgroep. Moslima’s worden gestigmatiseerd door hun religie, maar ook nog eens geseksualiseerd door hun vrouw-zijn en mogelijk geëxotiseerd door hun uiterlijk, etniciteit of afkomst. Deze lagen in hun identiteit verschillen mogelijk van niet-moslima’s met andere zichtbare en onzichtbare identiteitskenmerken.

5. Wat kun je als moslima doen als je met discriminatie te maken krijgt? En als niet-moslima?

Je kunt (anoniem) een melding doen van discriminatie bij het antidiscriminatiebureau in je gemeente (in Rotterdam is dat RADAR). De gespecialiseerde klachtbehandelaars kunnen je, indien gewenst, advies geven over mogelijke vervolgstappen en je hierin ondersteunen. Meldingen geven daarnaast inzicht in wat er speelt in de maatschappij. Onderzoek doet dit ook. Momenteel voert IDEM onderzoek uit naar de ervaringen van moslima’s op de Rotterdamse arbeidsmarkt.

Anderen kunnen altijd een goede bondgenoot zijn door zich uit te spreken tegen discriminatie, ook in het geval van moslimdiscriminatie. Ga naast iemand staan die gediscrimineerd wordt, op welke grond dan ook, en geef deze persoon ruimte om zichzelf uit te kunnen spreken, ook op de werkvloer. Verder kun je iemand die discriminatie meemaakt ondersteunen door bijvoorbeeld een luisterend oor te bieden en samen te kijken naar wat mogelijke oplossingen zijn voor de situatie. 

Heb je interesse om deel te nemen aan het onderzoek van IDEM? Werk jij als moslima op de Rotterdamse arbeidsmarkt en wil je je ervaringen anoniem delen ten behoeve van dit onderzoek? Neem dan contact op met onderzoeker Afiah Vijlbrief (a.vijlbrief@radar.nl). Als dank voor je deelname ontvang je een cadeaubon ter waarde van 15 euro.