“Het houdt niet op, niet vanzelf…”, zo luidt de slogan van de Sire-campagne tegen huiselijk geweld. In de praktijk blijkt huiselijk geweld zelfs mét hulp vanuit wijkteams, Veilig Thuis en gespecialiseerde instellingen moeilijk te bestrijden. Bij meer dan de helft van de gezinnen die gemeld zijn bij Veilig Thuis, is het anderhalf jaar later nog niet veilig. Het lijkt niet te lukken om de cirkel van geweld structureel te doorbreken. Of lukt het toch met een vernieuwde aanpak?

Tijdens het Kennisatelier ‘Duurzaam doorbreken van de cirkel’ op 2 december 2021 kwamen zo’n vijftig professionals online samen om te luisteren naar ervaringsverhalen en deze vernieuwde aanpak van Arosa Rotterdam. Voor het thema huiselijk geweld is gekozen vanwege de campagne Orange the World. Van 25 november tot 10 december kleurt de wereld oranje om aandacht te vragen voor de aanpak van geweld tegen vrouwen. “De kleur oranje is gekozen omdat het de kleur is van de dageraad”, zegt IDEM’s Karin Oppelland in haar welkomstwoord. “De hoop is dat we ooit een dag kunnen beginnen waarop geen geweld tegen vrouwen wordt gepleegd.”  

Veiligheid maak je samen  

Van partnergeweld tot kindermishandeling en van genitale verminking tot eergerelateerd geweld: huiselijk geweld is ontzettend breed. Jolanda Gerritsen, directeur van Arosa, geeft aan dat in iedere klas wel een kind zit dat huiselijk geweld ervaart of ziet. “Ook van situaties waarin je getuige bent van geweld of onveiligheid kun je trauma’s oplopen.”  

Slechts een klein deel van de gevallen van huiselijk geweld die gemeld worden, worden duurzaam opgelost. Daar staan alle gevallen die nergens gemeld worden natuurlijk nog buiten. Huiselijk geweld is dus een enorm probleem. “Een belangrijke aanbeveling uit onderzoek van het Verwey Jonker Instituut is dat een integrale aanpak waarbij multidisciplinair en systemisch wordt gewerkt noodzakelijk is”, zegt Gerritsen. Dat betekent dat niet alleen wordt gefocust op de dader, zoals ze al in een eerder interview met IDEM besprak. Met precies zo’n systemische aanpak werkt Arosa.  

Ervaringsdeskundigen  

Bij Arosa wordt niet alleen met professionele hulpverlening gewerkt, maar ook veel met ervaringsdeskundigen. “Het geeft een belangrijke meerwaarde om ook het perspectief van de betrokkenen mee te nemen”, legt Gerritsen uit. “Door van die ervaringen te leren, kun je beter aansluiten bij cliënten.”   

Tijdens het Kennisatelier vertellen Cindy en Jurgen over hun eigen ervaringen. Cindy leerde haar inmiddels ex-man op haar zestiende kennen. Al snel begon het geweld. Ze paste haar gedrag aan en zorgde ervoor dat ze zo min mogelijk zei wat het geweld kon uitlokken. Verschillende pogingen om weg te komen mislukten, omdat de hulpverlening niet op de juiste manier op gang kwam. Pas na 23 jaar, toen ze door haar ex met een mes in het gezicht gestoken werd, en ze 112 belde, kwam de hulpverlening ten goede op gang. Ze kwam terecht in een vrouwenopvang en zij en haar kinderen zijn inmiddels veilig.   

Jurgen was zelf degene die geweld heeft gebruikt in een relatie. Als kind werd hij mishandeld door zijn vader en hij zag geregeld zijn moeder mishandeld worden door zijn vader. Zijn angsten zette hij om in boosheid. Dat patroon nam hij mee als volwassene in zijn relatie. Toen zijn vriendin op een dag verdwenen was, kwam Jurgen in een angstpsychose. De angsten die hij altijd had weggestopt, kwamen in volheid naar buiten. De stap naar hulpverlening was in eerste instantie te groot, maar andere ervaringsdeskundigen hebben hem er wel bovenop kunnen helpen. Jurgen geeft aan dat veel plegers de stap naar hulp te groot vinden, maar wel gebaat zijn bij een luisterend oor of advies van een ervaringsdeskundige.  

Take a break  

Omdat alleen hulp aan het slachtoffer niet meer voldoende is, zijn er nieuwe methodes ontwikkeld om alle betrokkenen bij huiselijk geweld hulp te bieden. Take a Break is zo’n methode.  

Charity Simons is orthopedagoog bij Arosa. Als een gezin wordt aangemeld voor Take a Break, dan begeleidt zij de kinderen in het gezin. “De beide partners krijgen ieder een eigen caseworker”, licht ze toe. “Ook is er een psycholoog betrokken bij het traject die met beide partners praat.”   

Het unieke aan deze aanpak is dat er zoveel mogelijk bij de cliënten thuis wordt gewerkt. Op die manier kunnen de kinderen zoveel mogelijk in de thuissituatie blijven. Ook worden school, andere hulpverleners en eventuele overige betrokkenen in het traject betrokken. “Het is belangrijk dat de partners gemotiveerd zijn om mee te werken”, zegt Simons. “Het is een intensief traject en het heeft alleen kans als er goed wordt meegewerkt. Maar als de motivatie er is, dan zien we al veelbelovende resultaten.”  

Na afloop van het traject wordt er doorverwezen naar andere hulporganisaties, zodat het stel of het gezin niet onder de radar verdwijnt. Ook als er sprake is van acuut geweld of ernstige dreiging, dan wordt naar een andere aanpak gezocht.   

Opvang voor pleger  

Als een pleger van huiselijk geweld een huisverbod krijgt, belandde diegene voorheen vooral op straat. Dat maakte de situatie er vaak niet beter op en kwam er veelal een nog gefrustreerdere pleger na verloop van tijd weer terug. “Dit project is tot stand gekomen nadat het team Huisverboden van Veilig Thuis een signaal heeft afgegeven aan de Gemeente”, zegt Cirina Lens. “Zij hebben in een notitie beschreven dat er in veel gevallen waar een tijdelijk huisverbod wordt opgelegd aan een pleger, er een grote groep uithuisgeplaatsten is die nergens terecht kan en de problemen tijdens het huisverbod alleen maar toenemen. Het tijdelijk huisverbod behaalt zo het doel niet en het geweld wordt opnieuw gevoed. Daarom is een goed en passend hulpaanbod voor de uithuisgeplaatsten eigenlijk onmisbaar om directe veiligheid te creëren voor het hele systeem. Vanwege deze ontwikkeling is Arosa eind 2020 door de gemeente gevraagd een Time-out locatie te creëren voor deze uithuisgeplaatsten ten tijde van het huisverbod.” 

“Wij besteden veel aandacht aan een respectvolle rustige bejegening waarin wij niet oordelen of veroordelen maar juist onderzoeken samen met de cliënt naar welke oplossingen mogelijk kunnen bijdragen aan het herstel van beiden”, zegt Lens. “Ook in de plegeropvang zijn ervaringsdeskundigen te vinden. “Samen met een ervaringsdeskundige lukt het de pleger vaak beter om naar het eigen gedrag en eigen patronen te kijken”, legt Lens uit. “We kunnen een pleger acht weken lang opvangen. Daarna moeten we kijken of diegene veilig naar huis kan of toch langdurige opvang nodig heeft.”  

Stellingen in de break-outrooms  

In vier verschillende break-outrooms werden vier verschillende stellingen besproken.   

  1. “Als kinderen getuige zijn van huiselijk geweld, dan is dit kindermishandeling.”  

In de break-outroom waren de deelnemers het hiermee eens. Als een kind huiselijk geweld ziet, heeft dat veel negatieve gevolgen. Ook als een kind het niet ziet, maar wel de spanning voelt is dit schadelijk.  

  1. “Zijn beide partners verantwoordelijk voor huiselijk geweld?” 

Een lastige stelling. In de break-outroom werd besproken dat mensen zich vaak niet bewust zijn van hun eigen aandeel in een bepaald patroon. Bewustwording hiervan is belangrijk. Dat kan misschien makkelijker in contact met lotgenoten dan met een hulpverlener. Lotgenotencontact kan dan ook een belangrijke eerste stap zijn op weg naar een hulpverleningstraject.  

  1. “Hoe kun jij zorgen dat mensen uit de cirkel van huiselijk geweld stappen…?”

De cirkel doorbreken is erg moeilijk. Ook als iemand in de opvang belandt kunnen er nieuwe veiligheidskwesties opspelen, bijvoorbeeld voor LHBTIQ+-personen. Hoe wordt er in de opvang omgegaan met seksuele en genderdiversiteit? De deelnemers menen dat een hulpverlener naast iemand moet staan, niet boven iemand. De tijd nemen om een vertrouwensband op te bouwen is belangrijk. Het is daarom noodzakelijk dat hulpverleners ruim de tijd krijgen bij deze problematiek en niet binnen een paar weken moet sluiten.  

  1. “Een pleger van huiselijk geweld verdientstraf in plaats van opvang en begeleiding.”  

Een pleger van huiselijk geweld verdient zowel opvang en begeleiding als straf. In de vierde break-outroom werd benadrukt dat opvang en begeleiding noodzakelijks om het patroon te doorbreken. Tegelijk mag niet worden voorbijgegaan aan het feit dat de pleger een strafbaar feit heeft begaan. Voor het slachtoffer is volgens de deelnemers meer begeleiding nodig. De drempel om aangifte te doen is ontzettend hoog en niet altijd zijn agenten sensitief genoeg. Bovendien is bewijslast verkrijgen lastig. Een tip aan het slachtoffer is om foto’s te maken van verwondingen en psychische mishandeling of stalking bij te houden in een logboek. Als de partner regelmatig de telefoon of laptop controleert, kan de slachtoffers de foto’s en aantekening sturen naar een vertrouwd persoon en de gegevens op de eigen telefoon wissen. Zo kan er toch veilig aan dossieropbouw gewerkt worden.