Hilde Labadie van GroenGoed Rotterdam: “Heerlijk, die culturele uitwisseling tijdens het tuinieren”
In de buurtmoestuinen van GroenGoed verbouwen Rotterdammers hun eigen groente en fruit. Niet voor zichzelf op hun eigen stukje grond, zoals in een volkstuin, maar allemaal samen. De oogst wordt verdeeld onder de vrijwilligers. Wat overblijft, gaat naar armoedebestrijdingsprojecten. IDEM spreekt met Hilde Labadie, zangeres en een van de coördinatoren van GroenGoed, over dit bijzondere concept. “Het accent ligt op gelijkwaardigheid, iedereen kan iets inbrengen.”
Wat is GroenGoed?
GroenGoed is een stichting die zes buurtmoestuinen in Rotterdam Noord en Centrum begeleidt: het Wilgenplantsoen, de Bloklandtuin, het Kinderparadijs, het Bergwegplantsoen, Eetbaar Park Pompenburg en Tuin op Hofbogen. Daarnaast werken wij nauw samen met Stichting Vredestuin en zijn we ook op de Vredestuin en Vredestuin Noord te vinden.
In al deze moestuinen verbouwen we met allemaal vrijwilligers groente en fruit. Eén of twee keer in de week komen we samen op de tuin. Dan beginnen we met een kop koffie en bespreken we de werkverdeling. De vrijwilligers kunnen zelf kiezen in welke klus ze zin hebben die dag. Soms hebben mensen zelf een taak om uit te voeren, of willen ze graag iets specifieks kweken. Als het tijd is om te oogsten, worden de groente en fruit verdeeld onder de vrijwilligers. Vaak is er zelfs over, dat geven we weg aan armoedebestrijdingsprojecten.
Wat is jouw rol?
Ik ben een van de tuincoördinatoren van Stichting GroenGoed. Wij hebben 6 locaties in beheer en worden hiervoor betaald. De tuincoördinatoren van GroenGoed ondersteunen de Vredestuinen op vrijwillige basis.
Waar komt je liefde voor tuinieren vandaan?
Eigenlijk wilde ik al van jongs af aan boerin worden, maar dat was ik een tijdlang vergeten. Op een gegeven moment heb ik een tijd op een boerderij gewoond. Toen ik weer terugkeerde naar de stad voelde ik me heel verloren. Op dat moment vertelde iemand me over de Vredestuin, dat werd voor mij een lichtpunt. Ik ging er aan de slag, drie of vier uur in de week, maar toch voelde ik me al snel onderdeel van die gemeenschap.
Welke mensen komen er zoal naar de Vredestuin?
Enkele mensen komen via de Unie van Vrijwilligers. Een paar mensen komen via een activeringscoach. Maar de meeste mensen komen omdat ze graag willen tuinieren, of op zoek zijn naar groene initiatieven en hun ecologische voetafdruk willen verkleinen. Er zijn ook mensen die hier in eerste instantie hun compost komen brengen, maar later besluiten om mee te tuinieren. En het gebeurt ook regelmatig dat mensen gewoon langsfietsen en zwaaien. De keer daarop komen ze eens kijken wat we eigenlijk aan het doen zijn en de keer daarna doen ze zelf ook mee.
Er komen ook nieuwe Nederlanders tuinieren, die tegelijkertijd hun Nederlands oefenen. Daar is de tuin een heel geschikte plek voor! Door de sociale contacten helpt het hen ook om weer een stukje eigenwaarde terug te krijgen. En voor ons is het leuk om te merken dat iedereen met een andere achtergrond een eigen tuincultuur heeft. Op agrarisch vlak heb ik al veel interessante uitwisseling meegemaakt! Zo heeft een man uit Syrië veel ervaring met enten, dat is het veredelen van boompjes. Veel Turkse vrouwen verbouwen zuring, dat is een bladgroente die in Nederland bijna niet gegeten wordt. Het is prachtig om al die diversiteit te zien: niet alleen qua taal of keuken, maar dus ook qua tuinieren.
Zijn er nog andere voordelen dan gratis groenten?
Zeker! Tuinieren heeft allerlei bijeffecten, naast het leren van de taal voor nieuwe Nederlanders. Er wordt namelijk een gemeenschap opgebouwd, waardoor het veiliger wordt in de omgeving van de tuin. Er is meer sociale controle en cohesie. Daarnaast verklein je je ecologische voetafdruk, doordat je minder groente en fruit meer hoeft te kopen. En het is ook grappig om te zien dat de vrijwilligers steeds vaker diensten of goederen ruilen. Laatst had ik van iemand een tuinbroek gekregen, omdat zij er een over had. Anderen doen een klusje voor een ander, weer een ander wil helpen met taart bakken voor een feestje. Zo zie je dat er een hele hechte club ontstaat.
Kunnen nieuwe vrijwilligers nog meedoen?
Iedereen die interesse heeft kan gewoon een keer langskomen! Na twee of drie keer gaan we een gesprek aan met nieuwe vrijwilligers om te bekijken wat hun wensen zijn op de tuin. Sommigen komen om te leren tuinieren, anderen om ‘uit hun hoofd te komen’, weer een ander doet het als alternatief voor de sportschool. Het maakt niet uit of je elke week wil komen, of eens in de drie maanden, maar het is voor ons als coördinator wel fijn om daar een beetje zicht op te hebben.
Wat is jouw belangrijkste doel met dit werk in de tuinen?
Het voornaamste doel is dat we op een ecologische manier met de aarde omgaan. Ik vind het heel fijn om buiten te zijn en in de aarde te werken. Ik verbouw nu al zo lang mijn eigen groente, dat ik het absurd begin te vinden om groente te kopen. Als we allemaal samen tuinieren is er genoeg. Er is zelfs overvloed en dat verdelen we. Niemand hoeft ervoor te betalen, want het is van ons allemaal samen. Daarom hoop ik dat er veel meer van deze initiatieven komen, zodat veel meer Rotterdammers plezier kunnen beleven aan tuinieren en gratis groente en fruit kunnen eten.
Meer weten?
Volg het nieuws over de tuinen van Stichting GroenGoed op https://groengoedrotterdam.com/.
Een lijst met artikelen
-
Nieuw in de Kennisbank: “Diversiteit en Emancipatie”
Gepubliceerd op: -
“Een handicap hoeft geen beperking te zijn”
Gepubliceerd op: