De 29-jarige Hicham el Abbas is sinds een klein jaar beleidsadviseur op het thema Diversiteit & Inclusie bij de gemeente Rotterdam. Bij het team Inclusief Samenleven houdt hij zich met antidiscriminatie, emancipatie en veiligheid. Zijn ervaring met de aanpak van ondermijnende criminaliteit levert een frisse blik op. ‘Ik ben van de harde kant naar de zachte kant gegaan, maar bij onderwerpen als veiligheid moet je er hard in zitten.’

Hicham leek een vreemde eend in de bijt: van de aanpak van ondermijnende criminaliteit naar beleidsadvisering op het gebied van antidiscriminatie. Het was zijn intrinsieke motivatie die hem deze carrièreswitch deed maken. ‘Als geboren en getogen Rotterdammer had ik altijd al de wens om bij te dragen aan een mooie en fijne stad’, vertelt hij. ‘Een stad waar iedereen elkaar zou respecteren en accepteren.’

Resultaatgericht

Hoe tegenstrijdig witwassende criminelen en LHBTIQ+-personen ook lijken te zijn, Hicham heeft relevante kennis en ervaring in te brengen. ‘De veiligheidsbeleving van Rotterdammers is een raakvlak’, legt hij uit. ‘Maar ook sociale acceptatie. Ik bekijk zaken vanuit een ander perspectief, In dit team zitten we vooral op de preventieve kant van het probleem en met mijn ervaring in het repressieve breng ik een ander geluid mee’.

Een resultaatgerichte aanpak is daar een voorbeeld van. ‘In mijn vorige functie was alles gericht op resultaten: zaken oplossen, legt hij uit. ‘Die mindset heb ik meegenomen, ook al is discriminatie veel breder. Dit kun je niet van de ene op de andere dag oplossen. Maar ik denk wel in gerichte interventies, wat een mooie aanvulling is voor het team. Ik probeer zaken concreet te maken en gericht naar oplossingen te zoeken. Zo heeft iedere collega een eigen stukje expertise, ervaring of bagage.’

Wijkgericht werken

Hicham richt zich momenteel vooral op biculturele LHBTIQA+-personen in Rotterdam. ‘Er bleek nog geen specifieke ondersteuning te zijn voor deze personen, vertelt hij. ‘Het is een groep die onzichtbaar is. Ik probeer hen zichtbaarder te maken. We denken vaak dat het met acceptatie van LHBTIQA+ heel goed gaat, omdat we in Nederland in principe uit de kast kunnen komen. Maar voor een grote groep is dat niet veilig of perse nodig. Dat perspectief missen we vaak nog.’

Hicham zet zich in om de sensitiviteit voor biculturele LHBTIQ+-personen te vergroten. ‘We denken te vaak in groepen, niet in subgroepen of intersectionaliteit’, legt hij uit. ‘Dan heeft een beleidsmaker een groep voor ogen, en wat er moet gebeuren en – hup – door naar de uitvoering. Maar er wordt te weinig stilgestaan bij de intersecties en diversiteit binnen de groep. Voor een biculturele lesbische vrouw kan het bijvoorbeeld fijner zijn om bij familie in de kast te zitten en bij vrienden erbuiten. Door oog te hebben voor die nuances kan het al makkelijker zijn voor iemand om mee te doen in de samenleving.’

Hicham duikt daarom de stad in. Over welke mensen gaat het dan? Wat hebben zij nodig? Wie zijn deze Rotterdammers?. ‘Ik wil echt de wijken in, om informatie op te halen bij Rotterdammers zelf’, zegt hij. ‘Wat speelt er per wijk, maar vooral wat is er nodig? Pas als we die behoeftes beter in beeld hebben, kunnen we gericht beleid maken.’

Koploper

Hicham is blij met de aandacht voor inclusie bij de gemeente Rotterdam. ‘Onlangs ben ik voor werk naar de Rainbow Cities Network  conferentie in Berlijn geweest’, vertelt hij. ‘Daar waren delegaties van verschillende Europese steden bij elkaar om te praten over beleid omtrent LHBTIQA+- personen. Door aanpakken, visies en best practices met elkaar te bespreken, kun je tot beter en gerichter beleid komen. Ik had verwacht er veel nieuws te horen, maar eigenlijk concludeerde ik dat Rotterdam een van de  koplopers is als het gaat om inclusief en intersectioneel beleid. Zo is er intern bij de gemeente zelf veel diversiteit vergeleken met andere steden in Europa en dat scheelt al een hoop.’

Toch gaat nog niet alles goed in Rotterdam. ‘Je hoort veel bedrijven en organisaties praten over inclusie, maar ik merk dat nog niet iedereen begrijpt hoe je daar precies uitvoering aan geeft’, licht Hicham toe. ‘Als je een persoon van kleur aanneemt, ben je niet meteen inclusief. Als je ‘inclusie’ googelt en een paar artikelen leest, ook dan ben je er nog niet.’

Externe professional

Hicham raadt organisaties die met inclusie aan de slag willen aan om een professional in de arm te nemen. ‘Wees niet bang om een extern iemand hiervoor aan te trekken’, zegt hij. ‘Een kritische blik op jouw organisatie kan heel confronterend zijn, maar iemand die je hier goed in kan begeleiden brengt je alleen maar verder. Diversiteit en Inclusie zou goed zijn voor een gezond werkklimaat: gelukkige werknemers, hogere productiviteit en een lager ziekteverzuim.’

‘Mijn hoop voor de toekomst? Dat Rotterdam een veilige stad wordt voor LHBTIQA+- personen. En als het gaat om de emancipatie van biculturele LHBTIQA+ personen hoop ik dat zij de juiste ondersteuning krijgen, en een plekje hebben in de Rotterdamse samenleving, zegt hij. ‘Uiteindelijk willen we toe naar professionals die de juiste expertise voor deze groep heeft. In Nederland zijn er weinig organisaties die ervaring hebben met biculturele LHBTIQA+ personen. De Amsterdamse organisatie Maruf is een van de weinige. Ik hoop in Rotterdam sleutelpersonen te mobiliseren die hetzelfde in Rotterdam kunnen opzetten.’