Tijdens de lanceringsbijeenkomst van IDEM Rotterdam op 21 maart 2016 namen 30 vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, professionals en vrijwilligers deel aan de “Housewarmingsessie discriminatie”. Het doel van deze laagdrempelige en interactieve sessie was om prangende onderwerpen te bespreken, signalen met elkaar te delen en het opbouwen of uitbreiden van een thema-gerelateerd netwerk te faciliteren.De verzamelde signalen zijn een rijke bron aan informatie voor de Kennisateliers, de Stadsbeelden en andere IDEM-producten en -activiteiten. Hieronder volgt een korte bespreking van de meest belangrijke en opvallende signalen.

Arbeidsmarktdiscriminatie

Een veel genoemde plek waar discriminatie plaatsvindt is op de Rotterdamse arbeidsmarkt. De aanwezigen signaleren dat mensen gediscrimineerd worden op basis van uiteenlopende kenmerken, zoals: leeftijd, transgender-zijn, huidskleur en religie. Discriminatie vindt zowel tijdens de fase van werving en selectie plaats als op de werkvloer. Deelnemers noemen voorbeelden van zwarte docenten die aangezien worden voor stagiaires, of van vrouwen die geen hoofddoek mogen dragen van de werkgever. Oplossingen die worden aangedragen zijn:

  • empoweren en weerbaar maken specifiek van jonge mensen en trans* personen;
  • opzetten van een platform met betrokken organisaties;
  • vergroten van het maatschappelijke bewustzijn over de verschillende kenmerken waarop mensen gediscrimineerd kunnen worden.

Vluchtelingen en migranten

Een ander terugkerend signaal zijn de spanningen die tussen mensen en in buurten ontstaan die gerelateerd zijn aan de politieke discussie over vluchtelingen en migranten. In het gesprek op straat worden vluchtelingen en migranten in een adem genoemd, wat zorgt voor vertroebeling van de discussie. Daarnaast geven de deelnemers aan dat er tot dusverre weinig tot geen gemeentelijk beleid is ontwikkeld met betrekking tot vluchtelingen in de stad. Hier is wel grote behoefte aan.

Witte norm en institutioneel racisme

Tot slot signaleren de deelnemers dat het witte perspectief op de maatschappij en politieke ontwikkelingen overheerst. Daarbij wordt aangegeven dat institutioneel racisme een probleem is in Rotterdam. Om dit te bestrijden wordt benadrukt dat het belangrijk is om racisme te benoemen en dat een kritisch wit bewustzijn nodig is. Ook pleiten de deelnemers aan de sessie voor dekolonisering van het onderwijs en meer aandacht voor het gedeelde Nederlandse slavernijverleden. Tegelijkertijd wordt ook gesignaleerd dat er in het algemeen een desinteresse lijkt te bestaan voor het slavernijverleden, en dat de gemeente en schoolbesturen onvoldoende aandacht hebben voor dit onderwerp. Mensen onderstrepen het positieve effect van rolmodellen op jongeren en de rol van zelforganisaties in het bespreekbaar maken van het slavernijverleden, zoals de Stichting Gedeeld Verleden, Gezamenlijke Toekomst.