Iedere maand wordt onze Kennisbank aangevuld met de nieuwste onderzoeken en publicaties op het gebied van inclusie, discriminatie en (LHBTIQ+) emancipatie. In de rubriek ‘Nieuw in de Kennisbank’ lichten we een van de publicaties uit. Deze keer een studie van onderzoekers van Hogeschool Inholland, Erasmus Universiteit Rotterdam en TU Delft in opdracht van de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken:Ruimte voor meiden op Zuid : Een ontwerpgericht onderzoek naar de Veiligheidsbeleving van meiden in de openbare ruimte.’

Het percentage jonge vrouwen tussen de 18 en 25 jaar dat zich onveilig voelt in de buitenruimte, is twee keer zo hoog als het percentage jonge mannen in die leeftijd. De publieke ruimte is daarmee niet genderneutraal en veel meer toegesneden op behoeften van jonge mannen dan van jonge vrouwen. Dat is een van de conclusies uit het onderzoek naar veiligheidsbeleving van meiden in de openbare ruimte in Rotterdam-Zuid.

Analyse

De onderzoekers hebben ten eerste een meta-analyse uitgevoerd van literatuur die beschikbaar is over het gevoel van veiligheid in de buitenruimte. In totaal zijn 166 artikelen meegenomen in de analyse. Daarnaast zijn 25 straatinterviews afgenomen op verschillende locaties in Rotterdam-Zuid door meiden van Chicks and The City (CATC). Uit de gesprekken met meiden en (jeugd-)professionals in Rotterdam-Zuid blijkt dat Zuidplein een belangrijke rol speelt. Dit komt niet alleen door de mate waarin zich negatieve factoren voordoen, maar ook door de centrale rol die Zuidplein speelt in het dagelijks leven van de meiden. Naast winkelcentrum is het ook een knooppunt van verschillende soorten openbaar vervoer.

Ontwerpprincipes

Het literatuuronderzoek en de interviews hebben inzichten opgeleverd die zijn vertaald naar algemene ontwerpprincipes. De volgende uitgangspunten kunnen gehanteerd worden bij het ontwerp en beheer van (fysieke en sociale) interventies die tot doel hebben de veiligheidsbeleving van adolescente meiden in de openbare ruimte te bevorderen:

Ontwerpprincipe 1: Zorg voor betekenisvolle plekken in de openbare ruimte die multifunctioneel gebruikt kunnen worden.

Ontwerpprincipe 2: Houd er rekening mee dat culturele en normatieve kaders waarmee de jonge meiden opgroeien van invloed zijn op hun type en mate van gebruik van de openbare ruimte.

Ontwerpprincipe 3: Zorg voor vanzelfsprekend, zichtbaar toezicht door mensen (‘ogen op straat’).

Ontwerpprincipe 4: Zorg voor zichtlijnen, verlichting en toegankelijkheid (ook uitgangen!)

Ontwerpprincipe 5: Herken de copingstrategieën en -tactieken van jonge meiden.


Meer lezen