Leerlab 25 juni: Praktische handvatten om met inclusie aan de slag te gaan

Leerlab 25 juni: Praktische handvatten om met inclusie aan de slag te gaan

Inclusieve organisaties, diversiteitssensitief communiceren, een intersectionele benadering: veel professionals in het sociaal domein zijn dagelijks aan het werk met deze begrippen, soms zelfs zonder dat ze het weten. Ze hebben al veel kennis en inzichten opgedaan over diversiteit en inclusie. Maar hoe pas je die inzichten nou bewust toe in de praktijk?

Tijdens het eerste IDEM Leerlab ‘Van praten naar doen’ op dinsdag 25 juni 2024 gaan we met praktische handvatten aan de slag. Hoe zet je de eerste stap? Welke concrete acties volgen daarna? En welk handelingsperspectief past bij jouw werkzaamheden en jouw functie?

In workshops krijg je handvatten aangeboden, doe je opdrachten om ermee te oefenen en bespreken we de effectiviteit met elkaar. In co-creatie kunnen we de handvatten aanpassen naar jouw praktijkbehoefte. Er is in het leerlab veel ruimte voor maatwerk: we gaan hands-on aan de slag met individuele wensen.  

Deelname is gratis, meld je alleen even aan!

Praktische informatie

Wanneer?

Dinsdag 25 juni 2024, 14.00 uur (inloop vanaf 13.30 uur)

Waar?

Gebouw De Heuvel
Grotekerkplein 5, Rotterdam

Voor wie?

Rotterdamse sociaal professionals die zich (willen gaan) inzetten voor een inclusieve stad, en met elkaar aan de slag willen met praktische handvatten voor in de praktijk.

Programma (onder voorbehoud)

13.30 uur – inloop
14.00 uur – welkom & introductie
14:30 uur – workshopronde 1
15:30 uur – pauze
15:45 uur – workshopronde 2
16:45 uur – plenaire afsluiting
17.00 uur – mogelijkheid om te netwerken met hapje en drankje

Workshops

Fairspace – De professionele omstander

Fairspace zet zich in voor veilige ruimtes waar iedereen zich welkom voelt. In de workshop ‘De professionele omstander’ gaan we aan de slag met handelingsperspectief van de professional die omstander is bij discriminatie. Je leert discriminatie herkennen, en welke verschillende manieren van reageren er in een dergelijke situatie zijn. Je leert een situatie signaleren en erop handelen op een manier die het beste bij jou past.

Inclusief Zakendoen – Intersectionele teambuilding

Inclusief Zakendoen (een onderdeel van Dona Daria) geeft een interactieve workshop over het toepassen van de SWOT-analyse op het gebied van intersectioneel werken. Daarmee kun je de diversiteit en inclusie binnen je organisatie of team analyseren. Je krijgt praktische handvatten en inzichten die je direct kunt inzetten voor beleidsvoering, organisatiestructurering en teambuilding.

Humanitas – Jij in de optelsom

Hoe reflecteer je op jezelf in relatie tot intersectionaliteit en diversiteit? In deze workshop word je je bewust van factoren die negatieve en positieve invloed kunnen hebben op inclusie, en je leert hoe je dit inzicht kan inzetten voor een meer diversiteitssensitieve communicatie.

‘Het doet zeer wanneer ik word weggezet als moeilijk’

‘Het doet zeer wanneer ik word weggezet als moeilijk’

14 juli is de Internationale dag voor non-binaire personen. Iemand die non-binair is, voelt zich geen man en ook geen vrouw. Hilda van Reeuwijk (34) is non-binair en werkt als netwerker bij IDEM Rotterdam. Helaas ervaart die ongelijke behandeling: ‘Je hoeft mijn genderidentiteit niet te begrijpen, noch mijn visie te accepteren dat gender een spectrum is. Maar ik wil wel dat je mij als mens respecteert.’

Hun hele leven lang heeft Hilda zich geen vrouw en geen man gevoeld. ‘Ik had wel het gevoel dat ik niet was “zoals het hoorde”, maar toen was hier nog geen naam voor’, zegt Hilda. Op hun 23e hoorde Hilda voor het eerst een term die paste bij hun genderidentiteit: non-binair. ‘Toen dacht ik: oké, ik mag hier dingen in voelen en dit verder onderzoeken. Vanaf mijn 29e ben ik de term gaan gebruiken voor mezelf.’

De voornaamwoorden van Hilda zijn die/hun. Daar kwam die toevallig achter in een gesprek met hun zus. ‘Mijn zus gebruikte toen voor het eerst die om mij aan te spreken’, vertelt Hilda. ‘Dat klopte voor mij meteen. Die/hun voelt voor mij momenteel goed.’

Ogen rollen

Regelmatig wordt Hilda aangeduid met ‘zij’. De verkeerde genderaanduiding gebruiken wordt misgenderen genoemd. Dat roept een vervelend gevoel op. ‘Het voelt gewoon alsof ik iedere dag opsta met een rugzak. En bij elke micro-agressie, zoals misgenderen, voelt het alsof er een baksteen in mijn tas wordt gestopt’. Mensen hierop aanspreken is volgens Hilda ook niet makkelijk: ‘Als ik mensen erop wijs om inclusieve taal te gebruiken, dan wordt er vaak met ogen gerold.’

Het voelt voor Hilda dan ook alsof die in hun eentje moet vechten voor hun bestaansrecht. ‘Het doet zeer wanneer ik word weggezet als moeilijk, want ik doe niet moeilijk’, zegt Hilda. ‘Ik wil mensen niet alsmaar corrigeren, maar ik wil ook niet steeds misgenderd worden. Ik zou liever gewoon bij de norm horen’, gaat die door. ‘Je hoeft mijn genderidentiteit niet te begrijpen, noch mijn visie te accepteren dat gender een spectrum is. Maar ik wil wel dat je mij als mens respecteert. Respecteer dat ik het anders zie en anders benaderd wil worden.’

Meerderheidsnorm

Inclusief taalgebruik is dan ook belangrijk. Hoe vaker we die en hun als voornaamwoorden horen en gebruiken in de taal, hoe normaler het wordt. Volgens Hilda kunnen organisaties daar een belangrijke rol in spelen: als zij inclusieve taal gebruiken, draagt dat bij aan een inclusieve meerderheidsnorm. ‘Als de NS ‘dames en heren’ omroept, en ik zeg dat ik mij daardoor buitengesloten voel, dan wordt er gezegd dat ik niet zo moet klagen. Maar wanneer de NS beste reizigers omroept, reageert nu niemand meer negatief op deze genderinclusieve begroeting.’

Microbevestigingen zijn subtiele vormen van erkenning en dragen volgens Hilda ook bij aan inclusiviteit. ‘Als een docent zich aan het begin van het schooljaar voorstelt met de zin: “Welkom klas, mijn naam is Piet en mijn voornaamwoorden zijn hij/hem”, dan stelt de docent een norm in de klas. Het is dan heel fijn om als kind te weten ‘het is hier veilig om mijn voornaamwoorden te delen en te zijn wie ik écht ben’.’

Proces

Aan mensen die niet zeker weten of zij non-binair zijn, of dit nog niet durven te delen, wil Hilda kwijt dat hun veiligheid altijd voorop moet staan. ‘Doe vooral wat veilig voelt. Twijfel je over welke voornaamwoorden bij je passen? Probeer dan een brief naar jezelf te schrijven en probeer verschillende voornaamwoorden uit. Dan kun je het altijd teruglezen en vergelijken.’

Hilda gaat verder: ‘Probeer ook je omgeving te betrekken bij jouw proces. Medestanders kunnen namelijk enorm helpen! Denk aan het verbeteren van mensen wanneer zij kwetsende opmerkingen maken, verkeerde voornaamwoorden gebruiken of gewoon om de norm te stellen.’

Tips

Op het gebied van taal is nog een wereld te winnen, geeft Hilda aan. ‘Wees niet bang om fouten te maken. Genderinclusieve taal staat niet gelijk aan het wegnemen van woorden. Je voegt juist woorden toe aan de taal! Geef bij een formulier bijvoorbeeld meer opties dan meneer of mevrouw.’

In de dagelijkse omgang is het volgens Hilda aangenamer als wordt gevraagd naar iemands voornaamwoorden. ‘Dat is beter dan gokken naar iemands genderidentiteit op basis van hoe iemand er uitziet’, zegt die. ‘En ben je omstander? Probeer je dan uit te spreken voor minderheidsgroepen, want dat wordt gewaardeerd. Het is fijn om te weten dat je er dan niet alleen voor staat.’