Direct naar inhoud

‘Het doet zeer wanneer ik word weggezet als moeilijk’

Gepubliceerd op:

14 juli is de Internationale dag voor non-binaire personen. Iemand die non-binair is, voelt zich geen man en ook geen vrouw. Hilda van Reeuwijk (34) is non-binair en werkt als netwerker bij IDEM Rotterdam. Helaas ervaart die ongelijke behandeling: ‘Je hoeft mijn genderidentiteit niet te begrijpen, noch mijn visie te accepteren dat gender een spectrum is. Maar ik wil wel dat je mij als mens respecteert.’

Hilda (die/hun) geeft een presentatie op het Zadkine college in Rotterdam.

Hun hele leven lang heeft Hilda zich geen vrouw en geen man gevoeld. ‘Ik had wel het gevoel dat ik niet was “zoals het hoorde”, maar toen was hier nog geen naam voor’, zegt Hilda. Op hun 23e hoorde Hilda voor het eerst een term die paste bij hun genderidentiteit: non-binair. ‘Toen dacht ik: oké, ik mag hier dingen in voelen en dit verder onderzoeken. Vanaf mijn 29e ben ik de term gaan gebruiken voor mezelf.’

De voornaamwoorden van Hilda zijn die/hun. Daar kwam die toevallig achter in een gesprek met hun zus. ‘Mijn zus gebruikte toen voor het eerst die om mij aan te spreken’, vertelt Hilda. ‘Dat klopte voor mij meteen. Die/hun voelt voor mij momenteel goed.’

Ogen rollen

Regelmatig wordt Hilda aangeduid met ‘zij’. De verkeerde genderaanduiding gebruiken wordt misgenderen genoemd. Dat roept een vervelend gevoel op. ‘Het voelt gewoon alsof ik iedere dag opsta met een rugzak. En bij elke micro-agressie, zoals misgenderen, voelt het alsof er een baksteen in mijn tas wordt gestopt’. Mensen hierop aanspreken is volgens Hilda ook niet makkelijk: ‘Als ik mensen erop wijs om inclusieve taal te gebruiken, dan wordt er vaak met ogen gerold.’

Het voelt voor Hilda dan ook alsof die in hun eentje moet vechten voor hun bestaansrecht. ‘Het doet zeer wanneer ik word weggezet als moeilijk, want ik doe niet moeilijk’, zegt Hilda. ‘Ik wil mensen niet alsmaar corrigeren, maar ik wil ook niet steeds misgenderd worden. Ik zou liever gewoon bij de norm horen’, gaat die door. ‘Je hoeft mijn genderidentiteit niet te begrijpen, noch mijn visie te accepteren dat gender een spectrum is. Maar ik wil wel dat je mij als mens respecteert. Respecteer dat ik het anders zie en anders benaderd wil worden.’

Meerderheidsnorm

Inclusief taalgebruik is dan ook belangrijk. Hoe vaker we die en hun als voornaamwoorden horen en gebruiken in de taal, hoe normaler het wordt. Volgens Hilda kunnen organisaties daar een belangrijke rol in spelen: als zij inclusieve taal gebruiken, draagt dat bij aan een inclusieve meerderheidsnorm. ‘Als de NS ‘dames en heren’ omroept, en ik zeg dat ik mij daardoor buitengesloten voel, dan wordt er gezegd dat ik niet zo moet klagen. Maar wanneer de NS beste reizigers omroept, reageert nu niemand meer negatief op deze genderinclusieve begroeting.’

Microbevestigingen zijn subtiele vormen van erkenning en dragen volgens Hilda ook bij aan inclusiviteit. ‘Als een docent zich aan het begin van het schooljaar voorstelt met de zin: “Welkom klas, mijn naam is Piet en mijn voornaamwoorden zijn hij/hem”, dan stelt de docent een norm in de klas. Het is dan heel fijn om als kind te weten ‘het is hier veilig om mijn voornaamwoorden te delen en te zijn wie ik écht ben’.’

Proces

Aan mensen die niet zeker weten of zij non-binair zijn, of dit nog niet durven te delen, wil Hilda kwijt dat hun veiligheid altijd voorop moet staan. ‘Doe vooral wat veilig voelt. Twijfel je over welke voornaamwoorden bij je passen? Probeer dan een brief naar jezelf te schrijven en probeer verschillende voornaamwoorden uit. Dan kun je het altijd teruglezen en vergelijken.’

Hilda gaat verder: ‘Probeer ook je omgeving te betrekken bij jouw proces. Medestanders kunnen namelijk enorm helpen! Denk aan het verbeteren van mensen wanneer zij kwetsende opmerkingen maken, verkeerde voornaamwoorden gebruiken of gewoon om de norm te stellen.’

Tips

Op het gebied van taal is nog een wereld te winnen, geeft Hilda aan. ‘Wees niet bang om fouten te maken. Genderinclusieve taal staat niet gelijk aan het wegnemen van woorden. Je voegt juist woorden toe aan de taal! Geef bij een formulier bijvoorbeeld meer opties dan meneer of mevrouw.’

In de dagelijkse omgang is het volgens Hilda aangenamer als wordt gevraagd naar iemands voornaamwoorden. ‘Dat is beter dan gokken naar iemands genderidentiteit op basis van hoe iemand er uitziet’, zegt die. ‘En ben je omstander? Probeer je dan uit te spreken voor minderheidsgroepen, want dat wordt gewaardeerd. Het is fijn om te weten dat je er dan niet alleen voor staat.’

Een lijst met artikelen