Het is de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Niemand minder dan mevrouw Mpho Tutu van Furth spreekt vanavond op de conferentie in het Maaspodium in Rotterdam. IDEM Rotterdam vroeg haar alvast naar haar gedachte achter #Itoo, de blinde vlek van Nederlanders en het meest inspirerende moment met haar vader.

In een interview met Trouw riepen u en uw vrouw op tot #Itoo. Wat bedoelde u daar precies mee?

#Metoo liet zien dat vrouwen een enorm sterke kracht kunnen vormen als ze samenkomen en voor zichzelf opkomen. Mijn vrouw en ik hebben #Itoo in het leven geroepen om vrouwen op te roepen andere vrouwen te steunen op professioneel vlak. Vrouwelijke professionals zouden ‘ik ook’ moeten zeggen tegen jongere, minder ervaren vrouwen: ook ik zal mentor zijn voor vrouwen in mijn vakgebied.

Waarom hebben jonge vrouwen eerder een mentor nodig dan jonge mannen?

In professionele kringen hebben mannen over het algemeen gemakkelijker toegang tot informele mogelijkheden om zich op te werken. Bovendien beginnen ze hun carrière al met de aanname dat ze recht hebben op leiderschapsfuncties. Vrouwen moeten zichzelf veel meer bewijzen. Een mentor kan vrouwen juist wijzen op manieren om hogerop te komen; manieren die voor jonge ambitieuze vrouwen niet zo toegankelijk zijn.

Hoe zit dat met andere minderheden, zoals mensen van kleur, lhbti’ers of mensen met een beperking? Heeft iedere groep zijn eigen mentoren en hashtags nodig?

We hebben niet allemaal aparte hashtags nodig, maar we kunnen allemaal baat hebben bij de vaardigheden, kennis en ervaring van een competente mentor. Het idee is niet om mensen continu onder te verdelen in groepen, maar om mensen te helpen nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden te ontdekken.

U bent bereisd. Welke landen hebben het meeste werk aan de winkel met betrekking tot #Itoo en ongelijkheid in het algemeen?

Ik kan niet met zekerheid zeggen welke landen het meest te lijden hebben onder ingewortelde ongelijkheid. Het is verleidelijk om de ‘usual suspects’ te noemen, maar het punt is dat geen enkel land kan claimen dat ze ongelijkheidsissues helemaal hebben opgelost. Er is voor iedereen werk aan de winkel.

Nederlanders zagen zichzelf lange tijd als zeer tolerant. Nederland kent een rijke geschiedenis van opvang van vluchtelingen en was een land waar mensen kunnen zijn wie ze willen zijn. Door een polariserende samenleving lijkt dat steeds minder te worden. U woont sinds enige tijd in Nederland. Denkt u dat deze tolerantie een blinde vlek is geworden?

Op basis van mijn ervaringen zou ik tolerantie niet als de grootste blinde vlek omschrijven in Nederland. Zodra we in de valkuil zijn gestapt om onszelf schouderklopjes te geven en onszelf ‘beter te vinden dan andere landen’, dan hebben we niet genoeg aandacht voor onze eigen mogelijkheden om te groeien en te verbeteren.

Wat is uw belangrijkste boodschap aan Nederlanders in het kader van 21 maart, de Internationale Dag Tegen Racisme en Discriminatie?

Mijn boodschap aan Nederland – en aan de rest van de wereld – is dat we aan de slag moeten. Racisme en discriminatie zijn niet alleen slecht, ze zijn dehumaniserend en dodelijk. De wereld verandert. Nog vaak genoeg zien we dat mensen worden vermoord of aan hun lot worden overgelaten, vanwege wie ze zijn, van wie ze houden of waar ze vandaan komen. Geen van die eigenschappen zegt iets over de capaciteiten van een persoon. We hebben geen idee welke rijkdom aan kunst, wetenschap, architectuur of technologische ontwikkeling verloren gegaan zijn, doordat vluchtelingen op zee zijn omgekomen nadat hun boot kapseisde. We weten niet welke medische doorbraken verstopt blijven in de hoofden van mensen wie de toegang tot educatie is ontzegd, simpelweg door de plek waar ze geboren zijn. We weten niet welke wonderbaarlijke oplossingen voor het klimaatprobleem zijn doodgeschoten vanwege huidskleur, zijn geslagen of gepest vanwege genderidentiteit of tot zwijgen zijn gebracht vanwege partnerkeuze. Het is niet alleen verlies voor hen of hun families, maar voor de hele wereld.

Sinds u getrouwd bent met uw vrouw heeft u uw beroep als Anglicaanse priester niet meer kunnen uitoefenen. Wat mist u het meest aan het werk?

Ik mis preken, onderwijzen en pastorale zorg.

Uw vader was een inspiratiebron voor veel mensen wereldwijd. Wat was voor u het meest inspirerende moment met uw vader?

Ik denk dat sommige van mijn meest inspirerende momenten met mijn vader achteraf pas duidelijk geworden zijn. Ik heb jarenlang met hem doorgebracht, met hem in een huis gewoond en gereisd. Hij is regelmatig in zijn gewoonten, hij bidt iedere dag en hij is overdreven aardig en genereus. Het is pas door reflectie dat ik me realiseer dat zijn automatisch ogende aardigheid, is ontstaan door jarenlang oefenen. Zijn bedachtzaamheid is ontstaan door jarenlang oefenen. Zijn integriteit, dat is wat me het meest heeft geïnspireerd.