Direct naar inhoud
Direct naar zijbalk

Hoe zorg ik voor gelijke kansen in het onderwijs?

Een inclusieve benadering

Niet alle kinderen hebben gelijke kansen op school. Daardoor kunnen sommige leerlingen een achterstand oplopen.

Met een divers beleid kan elke leerling worden gehoord en gezien. Leerlingen begrijpen hierdoor beter de lesstof en staan sterker in de maatschappij. Daarmee wordt de school veiliger, gezelliger, en natuurlijk: leerzamer.

Tip: met onze IDEM-Meetladder Inclusief Onderwijs check je gemakkelijk hoe inclusief jouw school is!

Passend beleid

Inclusie voor iedereen

Als school kun je investeren in een sterke samenwerking tussen collega’s, waarbij teamleden elkaar ondersteunen en van elkaar leren. Ook leerlingen kunnen de kans krijgen om kennis te delen over hun eigen persoonlijke ervaringen. Op die manier wordt de school een reflectie van de hele maatschappij: divers, open, en bij de tijd.

Het is en blijft belangrijk om kennis over diversiteit en inclusie te vergroten, zodat iedereen zich welkom en begrepen voelt. Omdat de wereld elke dag verandert, is het een goed idee om steeds opnieuw op zoek te gaan naar actuele inzichten.

Door actief te streven naar een divers personeelsbestand, zorg je voor verschillende perspectieven en ervaringen binnen het team. Deze investeringen dragen bij aan een inclusieve schoolcultuur waarin alle leerlingen en medewerkers zich kunnen ontplooien.

Culturen

Inclusie kan heel leuk zijn, zoals met spannende themadagen, of door feesten uit verschillende culturen te vieren. Dit kan je organiseren in samenwerking met mensen uit verschillende groepen. Denk daarbij aan culturele groepen, maar ook mensen met een beperking, mensen uit de regenboog-gemeenschap, en mensen met verschillende geloven.

Ook is het een goed idee om opnieuw naar het lesmateriaal te kijken. Uit welke culturen komen de boeken in de bibliotheek, de video’s die samen worden gekeken, en de muziek die wordt gedraaid in de les? In samenwerking kan je ervoor zorgen dat de cultuur van iedere leerling erkend en gewaardeerd wordt.

Geef leerlingen verder de kans om in hun eigen taal of in hun eigen sociale dialect te praten, en om zo van elkaars culturen te leren.

Kleine aanpassingen met groot effect

Leraren kunnen het goede voorbeeld geven door discriminerend taalgebruik weg te laten, en door voor inclusief taalgebruik te kiezen. Is er onduidelijkheid over wat discriminerend kan voelen? Dan kan je de dialoog hierover aangaan met ervaringsdeskundigen.

Bij inclusie hoort ook een stukje facilitair management. Denk daarbij aan het toegankelijk maken van de school voor mensen met verschillende beperkingen. Is er bijvoorbeeld al braille in de lift? Zijn de deuren en paden breed genoeg voor mensen met een rolstoel? Ook als de leerlingen en leraren zelf niet tot deze groepen behoren, is het voor andere bezoekers (waaronder ouders, verzorgers en gastdocenten) fijn om in een toegankelijke ruimte te landen.

Denk ook aan het toevoegen van een genderneutraal toilet, zodat alle mensen in de school veilig naar het toilet kunnen.

Natuurlijk komt er bij inclusie altijd een stukje maatwerk kijken, om te zorgen dat echt élk kind passend onderwijs kan krijgen. Dat kan besproken worden samen met belangenorganisaties. Is er bijvoorbeeld een leerling slechtziend? Dan kan je de dialoog aangaan met de Oogvereniging. Zo zijn er voor alle omstandigheden groepen die graag willen helpen.

Universiteiten

Een inclusief beleid op de universiteit begint bij het luisteren naar de studenten. De universiteit kan een inclusieve, veilige, toegankelijke gemeenschap voor hen zijn.

Denk daarbij aan facilitaire toegankelijkheid, prikkelarme (stilte)ruimtes, en inclusie voor mensen van alle genders en geslachten.

Docenten kunnen positieve rolmodellen zijn door vooroordelen actief tegen te gaan in de klas, en door de sfeer tijdens de les expliciet inclusief te maken. Ook een betrokken mentor of studiecoördinator kan voor elke student een wereld van verschil maken. Bij het benoemingsbeleid kan men dus goede rolmodellen en diversiteitscompetenties als criteria kiezen, en dit ook opnemen in de eindtermen BKO en SKO.

Verder kan het zijn dat sommige studenten (bijvoorbeeld studenten met autisme of ADHD) meer voorbereiding nodig hebben op de academische cultuur dan gemiddeld. Deze studenten zijn goed geholpen met laagdrempelig beschikbaar maatwerk, en “best practice”-voorbeelden waar ze zich naar kunnen richten.

Open dialoog

Denk bij beleidsvorming aan het verschil tussen diversiteit en inclusie: met diversiteit zijn er veel verschillende mensen welkom aan tafel, maar pas bij inclusie kan iedereen aan tafel ook echt meepraten.

Ook gelijkwaardigheid is belangrijk: dat betekent dat mensen extra voorzieningen krijgen als ze die nodig hebben, bijvoorbeeld extra tijd om van het ene klaslokaal naar het andere te komen.

Met zulke veranderingen kan men stapsgewijs toewerken naar een open, veilige omgeving voor iedereen.

Een lijst met links

Meer vragen over…