Direct naar inhoud
Direct naar zijbalk

Hoe benader ik mensen met persoonlijkheidsproblematiek op een inclusieve manier?

Maatschappelijke uitsluiting

Mensen met persoonlijkheidsproblematiek (ook wel persoonlijkheidsstoornissen genoemd) maken veel discriminatie mee in de maatschappij. Vaak wordt hun gedrag niet begrepen. Ze kunnen hierdoor worden buitengesloten.

In dit artikel gaan we in op een inclusieve benadering van mensen met persoonlijkheids- en identiteitsproblematiek. We praten over de volgende omstandigheden:

  • Borderline (BPS)
  • Meerderlijke persoonlijkheden (DIS)
  • Narcisme (NPS)

Natuurlijk zijn er nog veel meer vormen van persoonlijkheids- en identiteitsproblematiek. Een inclusieve blik is bij alle vormen belangrijk.

(N.B.: niet iedereen in de hier beschreven omstandigheden herkent zich in woorden zoals stoornis, aandoening of beperking. Ook termen zoals problematiek, variatie, divergentie, diversiteit, conditie en kwetsbaarheid kunnen worden gebruikt, afhankelijk van iemands persoonlijke voorkeur.)

Borderline

Een borderline persoonlijkheidsstoornis is een chronische psychologische pijnaandoening, die wordt veroorzaakt door complex trauma.

Mensen met borderline kunnen door deze pijn ongepast reageren op situaties. Zij kunnen zich bijvoorbeeld erg boos, wanhopig, ontwijkend of juist theatraal gedragen, zonder dit zelf te willen. Ze kunnen ongewild een obsessie met iemand krijgen, bijvoorbeeld een partner, een collega, of een begeleider. Ook hebben ze een hoog risico op dwangmatige zelfbeschadiging.

Borderline heeft daarnaast hoge overlap met de pijnstoornis fibromyalgie; zowel borderline als fibromyalgie worden vaak onterecht neergezet als overdreven, met name bij vrouwen.

Door al deze factoren kunnen mensen met borderline sociale uitsluiting, verwijten en discriminatie meemaken. Vaak zoeken ze hulp naar aanleiding van problemen op het werk of in de privésituatie, maar vallen ze bij hulpverlening buiten de boot, omdat ze als “moelijk” worden gezien.

Bij een inclusieve benadering staat de mens achter de pijn centraal, en wordt de hulpvraag onvoorwaardelijk serieus genomen. Wijs bijvoorbeeld een cliënt met borderline niet zomaar af als deze lijkt te overdrijven, of als deze in de aanval schiet. Men kan zulke emoties zien als onderdeel van het totale ziektebeeld en het totale mensbeeld. 

Meerdere persoonlijkheden

Sommige mensen leven met meerdere persoonlijkheden in zich, ook wel “alters” genoemd. Zij hebben dus een “gespleten” persoonlijkheid. Soms lijken ze daardoor opeens heel anders te zijn dan hoe ze zich normaal denken en gedragen. Dit wordt ook wel een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) genoemd.

Mensen met meerdere persoonlijkheden maken regelmatig stigma mee in de maatschappij. Zulke persoonlijkheden worden in de popcultuur namelijk als kwaadaardig of gevaarlijk neergezet. Maar in werkelijkheid zijn de persoonlijkheden vaak juist kwetsbaar, beschermend, of lief.

Deze conditie ontstaat meestal door complex trauma en door een behoefte aan bescherming. Alters kunnen daarom heel kinds en bang zijn, maar bijvoorbeeld ook heel volwassen en wijs.

Er bestaan veel misverstanden over alters. Niet iedereen met meerdere persoonlijkheden heeft bijvoorbeeld volledig geheugenverlies als hun alter naar de voorgrond komt. En sommige mensen kunnen expres wisselen tussen alters, waardoor ze hun mentale systeem goed in de hand hebben. Dat maakt hun conditie natuurlijk niet minder “echt.”

Op school of op de werkplek kan het zijn dat iemand met meerdere persoonlijkheden extra tijd, rust of herhaling nodig heeft. Mocht dit zo zijn, dan kan men samen bespreken hoe een eventueel beleid er het beste uit kan zien.

Niet iedereen ervaart het hebben van alters als een stoornis of ziekte; voor sommige mensen is het juist een spirituele ervaring, of gewoon een manier van zichzelf zijn.

Daarom is het belangrijk om mensen met meerdere persoonlijkheden gelijkwaardig te behandelen. Je kan ervoor kiezen om het gesprek op een open manier te voeren, zonder ongeloof. En om bij cliënten uit te vragen wat hun eigen wensen en behoeftes zijn.

Narcisme

Mensen met narcisme zijn meer dan gemiddeld met zichzelf bezig: ze denken veel na over hoe ze worden gezien, en over wat hun plek in de wereld is.

Narcisme kan op verschillende manieren ontstaan. Soms leeft iemand er een leven lang mee. Bij andere mensen ontstaat de trekken juist later in het leven door trauma.

Narcisme kan op zichzelf staan. Daarnaast komen narcistische kenmerken ook voor bij andere omstandigheden. Zo komt het onder andere voor als symptoom van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Binnen borderline ontstaan trekken van narcisme vaak als verdedigingsmechanisme. De persoon met borderline heeft hier in de regel weinig controle over.

Ook mensen met ADHD of autisme kunnen narcistisch overkomen op de buitenwereld. Zij kunnen bijvoorbeeld opscheppen, en veel met zichzelf bezig zijn. Let wel: een narcistische indruk bij ADHD en autisme is niet hetzelfde als narcistische trekken bij een persoonlijkheidsstoornis. Wel kan iemands gedrag hier veel op lijken. Het is dus belangrijk om niet zomaar aannames te doen over wat er in iemand speelt.

In de popcultuur worden mensen met narcisme vaak afgebeeld als gemeen of kwaadaardig. In werkelijkheid is ieder mens verschillend, en kunnen mensen met narcistische trekken ook juist veel oprechte compassie en vriendelijkheid in zich hebben. Daardoor kunnen ze lijden onder de eenzaamheid en angst die bij narcisme komen kijken. Mensen die leven met narcisme kunnen juist erg hulpvaardig en sociaal zijn, en zij kunnen veel voldoening halen uit de rol van leider, helper of adviseur binnen een gemeenschap.

In contact met mensen met narcisme is het belangrijk om een eventuele hulpvraag serieus te nemen, ongeacht of deze hulpvraag of een gepaste manier of op een ongepaste manier wordt geuit.

Een inclusieve blik

Naast de hier beschreven persoonlijkheids- en identiteitsproblematiek zijn er nog veel meer omstandigheden die kunnen spelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan afhankelijke trekken, of aan paranoia.

Veel mensen met persoonlijkheidsproblemen gedragen zich anders dan ze eigenlijk zelf willen. Wanneer een cliënt overdrijft, theatraal doet, vervelende dingen zegt, of zichzelf overmatig ophemelt, is het daarom belangrijk om desondanks het volledige beeld niet uit het oog te verliezen. Ook als iemand afspraken ontwijkt, is er geen reden om de hulp te verminderen. Men kan zulke trekken zien als onderdeel van het totale ziektebeeld, of het totale mensbeeld.

In dialoog kan worden gekeken wat bij elke cliënt goed past, en waar verdere hulpvragen liggen.

Een lijst met links

Meer vragen over…