Hoe benader ik mensen met autisme en ADHD op een inclusieve manier?
Een invoelende benadering
Er is veel variatie in hoe mensen denken en de wereld ervaren. Veel mensen leven bijvoorbeeld met autisme en/of ADHD.
Er is veel overlap in de trekken van autisme en de trekken van ADHD. Een aanzienlijke groep mensen heeft trekken van beide.
Zulke omstandigheden kunnen communicatie moeilijker maken. Daardoor maken deze groepen mensen regelmatig discriminatie mee.
Autisme en ADHD zitten allebei op een breed spectrum. Sommige mensen in deze omstandigheden vallen niet op in de maatschappij, en kunnen ervoor kiezen om hier dus niet over “uit de kast” te komen. Andere mensen ervaren het hebben van deze omstandigheden als een beperking — of juist als een gave.
In dit artikel geven we praktische handvatten voor een inclusieve omgang. Met deze kennis kan een prettige, gelijkwaardige samenwerking gemakkelijker tot stand komen.
(N.B.: niet iedereen in de hier beschreven omstandigheden herkent zich in woorden zoals stoornis, aandoening of beperking. Ook termen zoals problematiek, variatie, divergentie, diversiteit, conditie en kwetsbaarheid kunnen worden gebruikt, afhankelijk van iemands persoonlijke voorkeur.)
Autisme
Mensen met autisme kunnen bovengemiddeld gevoelig zijn. Hierdoor kunnen ze heel goed zijn in bepaalde dingen, en juist weer veel moeite hebben op andere vlakken. Ze kunnen bijvoorbeeld snel overprikkeld raken.
Structuur, rust en duidelijkheid zijn belangrijk om voor hen een toegankelijke omgeving te creëren, bijvoorbeeld een prikkelvrije ruimte op de werkplek. Denk hierbij ook aan zintuigelijke prikkels zoals licht, geluid, beweging, textuur en geur, die allemaal belemmerend kunnen zijn.
Sommige dingen lukken voor autistische mensen veel beter dan voor allistische mensen (= mensen zonder autisme), en andere dingen lukken juist veel minder goed. Ieder mens met autisme heeft een eigen combinatie van trekken, symptomen, sterktes en zwaktes, kortom: een eigen plek op het spectrum. Zo kan iemand heel weinig praten, of juist heel veel. Mensen met autisme kunnen ongewild overkomen alsof ze opscheppen, of te dure woorden gebruiken, als ze daarmee juist enthousiast of nauwkeurig willen zijn. En mensen met autisme kunnen onverwachtse lichamelijke bewegingen maken (“stimmen”), zoals handgebaren, omdat dit rust geeft.
Autisme heeft daarnaast overlap met lichamelijke klachten, zoals prikkelbare darm, slechtziendheid, overgevoelige huid en eczeem.
Mensen met autisme hebben doorgaans ook obsessies, wat betekent dat zij bijzonder diepe kennis kunnen hebben over een bepaald onderwerp. Op school of op de werkplek is het een goed idee om te zorgen dat iemand met autisme aandacht kan besteden aan een eigen passie. Aan de andere kant is het belangrijk om obsessies niet als asset te behandelen zonder instemming van de persoon zelf; neem dus niet aan dat iemand zomaar in obsessie kan gaan over een bepaald onderwerp.
Mensen met autisme kunnen veel baat hebben bij “best practice”-voorbeelden, en van concrete voorbeelden van wat wél en níet gepast is in een nieuwe sociale situatie. Ook een concrete, geschreven inkadering van de taken (en van de vrijheden) geeft veel houvast.
Trekken van autisme kunnen stigmatiserend zijn, en kunnen leiden tot onbegrip vanuit de omgeving. Veel mensen met autisme leren zich daarom te gedragen als allistische mensen, en worden dus “onzichtbaar” in de maatschappij. Ook deze vorm van maskeren brengt extra stress en belasting met zich mee.
Het kan helpend zijn om de persoon met autisme op een gelijkwaardige manier te betrekken, om zo samen stress te voorkomen. Is dit niet mogelijk om met de persoon zelf te bespreken? Dan kan eventueel samen met een begeleider worden besproken wat wel kan.
ADHD
Mensen met ADHD verwerken informatie op hun eigen manier. Hierdoor kunnen ze heel goed zijn in bepaalde dingen, en juist weer veel moeite hebben op andere vlakken. Ze kunnen snel overprikkeld of onderprikkeld raken, en hierdoor in een mentale (“executieve”) verlamming belanden.
Daarom is een toegankelijke werkplek erg belangrijk: dat kan een plek zijn waar ruimte is voor rust en stilte, of juist voor veel beweging en tumult. Flexibele werkomstandigheden met ruimte voor improvisatie kunnen een uitkomst bieden.
Mensen met ADHD kunnen verder in hyperfocus gaan, wat betekent dat ze volledig ergens op geconcentreerd zijn. Zorg dus op de werkplek dat iemand die in hyperfocus zit niet onderbroken wordt. Aan de andere kant is het belangrijk om hyperfocus niet als asset te behandelen zonder instemming van de persoon zelf; het is dus niet zo dat iemand op verzoek in hyperfocus kan gaan over een bepaald onderwerp.
Er komen veel onzichtbare symptomen kijken bij ADHD, zoals slapeloosheid, narcolepsie, hevige gevoeligheid voor afwijzing, impulsiviteit, en obsessief-compulsieve gedachtes. ADHD heeft daarnaast hoge overlap (tot 45%) met de pijnstoornis fibromyalgie; en zowel ADHD als fibromyalgie worden vaak onterecht neergezet als overdreven.
Het is om al deze redenen belangrijk om ADHD serieus te nemen. Het kan helpend zijn om de persoon zelf te betrekken, op een gelijkwaardige manier, bij het opstellen van een inclusief protocol.
Samenwerking is de sleutel
Merk je dat de communicatie lastig loopt met iemand met autisme of ADHD? Kijk dan samen wat de beste oplossing is. Bijvoorbeeld door meer rust in de situatie te brengen. Of door even schriftelijk te communiceren, in plaats van met gesproken woorden.
In dialoog met de persoon zelf kan maatwerk worden opgesteld. Met een persoonlijke benadering kan iedereen volwaardig meekomen.