Hoe benader ik mensen die met seksueel trauma leven?
Seksueel trauma in het kort
Veel mensen hebben nare momenten meegemaakt op seksueel gebied. Dat kunnen lichamelijke dingen zijn geweest, zoals aanrakingen. Het kan ook zijn dat ze iets heftigs in hun omgeving hebben gezien, gehoord of gelezen, en dat ze hier vervolgens zelf mentaal mee lopen.
Zulke ervaringen kunnen leiden tot seksueel trauma. Deze vorm van trauma kan moeilijk zijn om te verwerken. Er kunnen lastige situaties ontstaan in het dagelijks leven, die op het eerste gezicht niets met seksualiteit te maken hebben, maar die eigenlijk toch samenhangen met het trauma. Daarom is het belangrijk om als begeleider goed op de hoogte te zijn van de impact hiervan.
In dit artikel bieden we meer informatie, plus praktische handvatten, voor het omgaan met nare seksuele ervaringen.
Vormen van seksueel trauma
Er zijn verschillende vormen van seksueel trauma. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- Ongewenste aanrakingen
- Ongewenste beelden, zoals op het internet
- Ongewenste woorden, zoals verhalen over seks
- Manipulatie door een partner, zoals emotionele chantage
- Manipulatie door een loverboy, wat kan leiden tot drugsgebruik en prostitutie
- Gedwongen prostitutie, gedwongen huwelijken, en mensenhandel
Al deze seksuele momenten kunnen tot trauma leiden. Hierdoor leeft de persoon die het is overkomen met terugkerende angst, argwaan, flashbacks en/of dwanggedachten. Iemand kan minder sterk in de maatschappij komen te staan, en hulp nodig hebben.
Iedereen reageert op een eigen manier op nare gebeurtenissen. Wat voor de een heel heftig is, voelt voor de ander als een lachertje. Daarom is het belangrijk om zonder aannames, en zonder oordeel, het gesprek hierover in te stappen.
De 4 v’s van trauma
Bij elk trauma kunnen mensen blijven hangen in angst, boosheid en dwanggedachten. Daarbij zijn er vier vormen te zien van omgaan met het trauma: vechten, vluchten, vriezen of vleien. We noemen dat de 4 v’s.
- Vechten houdt in dat iemand van zich afbijt. Iemand die leeft met trauma kan bijvoorbeeld heel boos worden zonder zichtbare reden. Ook kan iemand, vaak zonder het zelf door te hebben, situaties in scène zetten om te kunnen vechten — bijvoorbeeld een ruzie zonder duidelijke aanleiding. Mensen met seksueel trauma kunnen dus bijvoorbeeld vanuit het niets een nieuwe partner onterecht beschuldigen van misbruik, om maar een keertje het gevoel van terugvechten te kunnen meemaken.
- Vluchten betekent dat iemand moeilijke situaties ontwijkt. Iemand die leeft met seksueel trauma kan hierdoor intimiteit en relaties uit de weg gaan. Ook kan iemand erg afstandelijk worden in relaties. Denk daarbij ook aan afstandelijkheid in vriendschappen, werkrelaties en het contact met familie. Mensen raken hierdoor al snel in een sociaal isolement.
- Vriezen gebeurt wanneer iemand helemaal dichtslaat. Iemand wordt dan lichamelijk stijf, kan minder praten, kan minder goed nadenken, en voelt zich gevangen. Dit kan gebeuren in contact met intieme partners. Daardoor kunnen relaties ontstaan waarin het erg moeilijk is om instemming op het gebied van intimiteit (“ja” en “nee”) samen te bespreken. Al snel wordt er in deze situatie dan weer over seksuele grenzen heen gegaan.
- Vleien is een traumareactie waarbij iemand probeert om de omgeving te sussen. Bijvoorbeeld door in nare seksuele situaties juist extra lief te doen tegen misbruikers. Iemand kan expres het gevaar gaan opzoeken, of kan misbruik goed gaan praten. Ook kan iemand hyperseksueel worden als resultaat van nare ervaringen, en juist veel mensen seksueel willen bevredigen, omdat dat een gevoel van veiligheid en geborgenheid geeft. Bij vleien komt de eigen onafhankelijkheid vaak in het nauw.
In al deze situaties is het belangrijk om het welzijn van de persoon voorop te stellen. Met het bieden van een luisterend oor, zonder oordeel, kan een eerste stap worden gezet richting genezing.
Kwetsbare groepen
Mensen die al extra kwetsbaar zijn in de maatschappij, kunnen ook sneller in aanraking komen met ongewenste seksuele momenten.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan mensen met een LVB, autistische mensen, ouderen met dementie, of mensen met een lichamelijke beperking. Voor deze groepen kan het moeilijker zijn om zich verbaal of lichamelijk af te weren tegen ongewenst gedrag. Door de complexiteit van hun omstandigheden bij seksueel geweld kan ook extra expertise nodig zijn vanuit de begeleider. Daarbij kan het zeer gewenst zijn om hulp in te schakelen van belangenorganisaties.
Ook mensen die tot bepaalde minderheden behoren, maken overmatig ongewenst seksueel gedrag mee. Denk daarbij bijvoorbeeld aan momenten waarop mensen van kleur, intersekse mensen en transgender mensen keer op keer grapjes moeten aanhoren over hun geslachtsdelen — of zelfs aangeraakt worden om “even te checken.” Daarnaast valt er te denken aan medisch seksueel geweld naar mensen toe wiens lijf niet tot de norm van “man óf vrouw” behoort, en die daarom overmatig en onnodig aangeraakt worden door artsen.
Als laatste valt te benoemen dat mensen die al eens seksueel geweld hebben meegemaakt, extra kwetsbaar zijn voor herhaling hiervan. Plegers van seksueel geweld weten deze kwetsbare groep vaak snel te vinden, en bieden in veel gevallen zelfs valse beloftes over hulp of “behandeling” aan om zo dichter bij potentiële slachtoffers te komen. Hierdoor kan iemand bijzonder angstig en argwanend worden tegenover daadwerkelijke hulpverlening. Hiermee is rekening te houden in alle vormen van behandeling.
Impact op intimiteit
Regelmatig ervaren mensen met seksueel trauma dwanggedachten over misbruik. Deze gedachten kunnen opkomen tijdens intieme momenten.
Iedereen gaat op een eigen manier om met dwanggedachten. Sommige mensen stoppen zulke gedachten het liefst weg. Andere mensen gaat er juist extra mee aan de slag. Je kan iemand tegenkomen die bovengemiddeld emotioneel is over het trauma, of juist heel droog en analytisch. Hier geldt: wat voor de ene persoon werkt, kan voor de andere persoon juist belemmerend zijn. Een individuele benadering is daarom erg belangrijk.
Een deel van de mensen met seksueel trauma ontwikkelt ongewild een seksuele voorkeur voor misbruik-scenario’s, waardoor het een kink wordt. (Dit betekent uiteraard niet dat alle kink het resultaat is van misbruik, maar wel dat kink een vorm van verwerking kán vormen.) Het kan zijn dat iemand zich hier erg schuldig over voelt, en dus een extra hulpvraag heeft. Ben je als begeleider nog niet helemaal thuis in de wereld van kink? Lees dan ook ons artikel over dit onderwerp: Hoe ga ik op een inclusieve manier om met fetishes en kinks?
Het belangrijkste in de omgang met seksueel trauma is vaak een verbreding van de focus. Dat betekent dat de persoon zich ook weer met andere dingen in het leven bezig gaat houden, zoals vriendschappen, hobby’s, werk en vakantie. Hierdoor worden de herinneringen aan het misbruik minder aanwezig.
Zijn de gedachten aanhoudend? Dan kunnen verschillende vormen van therapie een uitkomst bieden, zoals EMDR, haptotherapie, begeleiding door een seksueel welzijnswerker, of gesprekken met een seksuoloog.
Impact op de omgeving
Mensen die met seksueel trauma leven, zijn regelmatig wat minder goed in staat om stevig in de wereld te staan. Zo kan het zijn dat ze vanuit het niets opeens boos, verdrietig of angstig worden. Op school, op het werk of tijdens hobby’s kan dit voor hevige sociale problemen zorgen. In veel gevallen kan de persoon met trauma ook zelf niet verwoorden wat de oorzaak van de emotie is.
Het kan zijn dat iemand in deze situatie het contact met vrienden, collega’s of familie kwijtraakt. Als dit gebeurt, is het juist extra belangrijk om de oorzaak achter de uitspattingen te benoemen en te bespreken. Zorg daarbij wel dat er geen extra schuldgevoel op de schouders van de persoon komt te liggen. Een inclusieve, luisterende houding is de sleutel.
Heeft de persoon met trauma zelf kinderen? Dan kan het gebeuren dat het trauma per ongeluk aan de kinderen wordt doorgegeven. We noemen dat intergenerationeel trauma. Dat kan gaan door een onbewuste houding of ondertoon in de opvoeding, waardoor het kind angst krijgt voor seks. Maar misbruik kan ook concreter worden doorgegeven. De volwassene kan bijvoorbeeld ongepaste verhalen aan kinderen vertellen over nare seksuele ervaringen, of ongeschikte beelden laten zien. Door het trauma ziet de volwassene die met nare ervaringen leeft soms zelf helemaal niet meer in wat hier mis mee is.
In de ergste gevallen kan een persoon met trauma zelf ongewenste seksuele handelingen gaan verrichten bij anderen, waaronder kinderen. Ook in deze meeste extreme situaties heeft de persoon zelf vaak totaal niet door wat er gebeurt. Op zo’n moment kan een acute interventie nodig zijn voor alle partijen.
Een inclusieve benadering
Merk je dat een cliënt, patiënt of bewoner bovengemiddeld bezig is met seksualiteit, op een manier die vermoedens van trauma oproept? Dan kan je hierover in gesprek gaan.
Samen kun je kijken welke vorm van hulp het beste aansluit bij de behoefte, bijvoorbeeld in gesprekken met een psycholoog, met lotgenotencontact, of met experts van de gemeente op het gebied van mensenhandel. Met een open, invoelende houding kan elk mens geholpen worden op de manier die het beste past.