Hoe benader ik Kleine mensen op een inclusieve manier?
Kleine mensen, ofwel mensen met een lichaamslengte van 155cm of minder, kunnen discriminatie meemaken. Hierbij valt te denken aan een niet-passende werkplek, maar bijvoorbeeld ook aan uitsluiting, ongewenste aanrakingen of pestgedrag.
In dit artikel geven we praktische tips over een inclusieve benadering van mensen van korte lengte.
Over Kleine mensen
Mensen kunnen door veel verschillende oorzaken een korte gestalte hebben. Meestal wordt een korte lichaamsbouw veroorzaakt door één van 200+ medische aandoeningen, die in de medische wereld ook wel bekend staan als dwerggroei.
Het is moeilijk om een precies aantal Kleine mensen in Nederland te geven, omdat er geen officiële telling is. Schattingen variëren, maar er wordt aangenomen dat er ongeveer 3.000 mensen met deze omstandigheden in Nederland wonen.
Discriminatie
Kleine mensen kunnen hun leven lang te maken krijgen met discriminatie.
Stel je voor: je leeft in een wereld waarin álle meubels, zoals bureaus, kasten, wastafels en stoelen, te groot zijn gebouwd voor jouw lijf. Daardoor kan je nergens goed bij. Ook kleding, voertuigen, en andere dagelijkse dingen vormen een barrière. De dagelijkse stress van deze niet-passende wereld kan zich door de jaren heen opstapelen.
Daarnaast kunnen Kleine mensen sociaal worden buitengesloten. In Nederland worden Kleine mensen vaak als “anders,” “raar” of “exotisch” gezien. Ze maken regelmatig mee dat ze worden behandeld als kinderen of als rariteiten. In de popcultuur worden ze meestal neergezet als surrealistisch, en niet als een normaal onderdeel van de maatschappij. In sollicitatiegesprekken kunnen ze op hun uiterlijk worden afgewezen.
In de geschiedenis hebben Kleine mensen bijzonder veel discriminatie meegemaakt. Denk daarbij aan vernederende werkzaamheden, hevige armoede, behandeld worden als niet-menselijk, en zelfs gedwongen sterilisaties. Daardoor kan het zijn dat iemand in deze gemeenschap generationeel trauma met zich meedraagt: een trauma dat wordt veroorzaakt door eeuwen aan onderdrukking. Als sociaal professional is het aan te raden om je bewust te zijn van de impact hiervan, en om te kiezen voor een trauma-geïnformeerde manier van werken. Hierbij kan je je blik zowel op de persoon richten als op de brede maatschappelijke omstandigheden.
Door Kleine mensen actief te betrekken bij gesprekken over inclusie, en door hen te behandelen als ieder ander, kan je helpen om deze vormen van discriminatie te doorbreken.
Een inclusieve benadering
Omgangsvormen
Een inclusieve benadering begint vaak bij taal. Veel woorden kunnen een discriminerend stigma met zich meedragen, waar een lange en pijnlijke geschiedenis aan vastkleeft.
De termen “dwerg” en “lilliputter” worden door veel Kleine mensen als beledigend beschouwd. Inclusieve termen zijn bijvoorbeeld “Klein mens” of “persoon met een groeistoornis.” Let wel dat niet iedereen in de Kleine gemeenschap hun omstandigheden als stoornis ervaart: Klein zijn kan ook worden gezien als een natuurlijke variatie, en een normale menselijke manier van leven.
Kleine mensen maken regelmatig mee dat voorbijgangers in de openbare ruimte foto’s van hen maken, hen aanstaren, en hen algemeen als minder menselijk of minder volwassen behandelen. Als je deze signalen opvangt in jouw omgeving, kan je ervoor kiezen om dit aan te kaarten. Neem daarvoor een kijkje in ons vraagbaak-item: Hoe kan ik ingrijpen bij discriminatie?
Merk je dat een Klein persoon hulp nodig heeft? Bespreek dan samen wat je kan doen om de situatie makkelijker te maken. Bijvoorbeeld door iets van de bovenste plank te pakken, of door een opstapje voor iemand te halen. Raak een Klein persoon niet ongevraagd aan, en til een Klein persoon nooit zomaar op.
Facilitair
Veel scholen, werkplekken en andere ruimtes zijn nog niet toegankelijk voor Kleine mensen. Volgens de Nederlandse wet moeten organisaties zelf voorzieningen bieden zodat iedereen volwaardig mee kan komen. Zie hiervoor: Gelijke rechten voor mensen met beperking of chronische ziekte (Rijksoverheid.nl)
Specifiek voor Kleine mensen kan je denken aan:
- Verstelbare werkplekken: Zorg voor verstelbare bureaus, stoelen en toetsenborden, zodat iedereen de werkplek kan aanpassen aan de eigen lichaamslengte.
- Toegankelijkheid: Zorg voor een goede bereikbaarheid van alle ruimtes, bijvoorbeeld door het plaatsen van opstapjes of door het lager plaatsen van liftknoppen.
- Aangepast gereedschap: Voor bepaalde functies kan het nodig zijn om aangepast gereedschap of hulpmiddelen te verstrekken, zoals bjvoorbeeld een andere muis of ander toetsenbord.
- Dingen op de juiste hoogte: Met lagere (extra) wasbakken, spiegels, handendrogers, kasten, schrijfborden, etc. kan iedereen op een gemakkelijke manier volwaardig meedoen in een organisatie.
Samenwerking is de sleutel
In dialoog met Kleine mensen kan je samen kijken hoe jouw werkplek, school of andere organisatie inclusiever kan worden gemaakt. Daarbij kan je de nadruk leggen op taal, omgangsvormen (sociale hygiëne), en een verwelkomende locatie.
Op het moment dat er een nieuwe facilitaire omgeving wordt gebouwd, kan je er daarnaast voor kiezen om al aan de voorkant in dialoog te gaan met Kleine mensen en met andere mensen die baat bij inclusie hebben (zoals ook blinde mensen, Dove mensen, rolstoelgebruikers etc.) — op die manier hoef je in een later stadium geen dure aanpassingen meer te doen aan een gebouw.
Wil je meer informatie over inclusie van deze gemeenschap? Dan kan je contact opnemen met de Belangenvereniging van Kleine Mensen.