Hoe kan ik ingrijpen bij discriminatie?
Als je op straat, op school, op het werk of ergens anders discriminatie ziet, kan het lastig zijn om in te grijpen. Misschien voel je op zo’n moment spanning. Of misschien weet je niet goed wat je kan zeggen.
Discriminatie is overal. Soms kan het een goed idee zijn om actie te ondernemen zodra er iets gebeurt. Op andere momenten is het beter om pas achteraf hulp te bieden. Hoe dan ook, met onze tips sta je sterk in het omgaan met discriminatie.
De 5 D’s voor omstanders
De “5 D’s” zijn ontwikkeld door Green Dot in samenwerking met Right To Be. Met deze methode heb je verschillende invalshoeken voor het ingrijpen bij discriminatie. Namelijk:
- Distract (afleiden)
- Delegate (iemand erbij betrekken)
- Document (bewijs verzamelen)
- Delay (vertragen)
- Direct (directe actie)
1. Distract (afleiden)
Met “Distract”, afleiden, maak je een praatje met iemand in de situatie om de spanning te doorbreken.
Stel, je loopt in de stad, en iemand begint te schelden tegen een vrouw met een hoofddoek. Je wilt de situatie graag verbeteren.
Dat kan door met de discriminerende persoon een vraag te stellen. Bijvoorbeeld: “Weet jij misschien de weg naar Stadhuis?”. Zo doorbreek je het gesprek. En degene die wordt gediscrimineerd kan op zo’n moment ongezien wegkomen.
Je kan ook kiezen om met de vrouw een praatje te maken: “Hee, is alles OK?”. Je negeert dus degene die aan het schelden is. Hiermee staat de vrouw niet meer alleen: je doorprikt de eenzaamheid.
Met afleiding start je dus een nieuw gesprek, zodat het discriminerende gesprek naar de achtergrond verdwijnt.
2. Delegate (iemand erbij betrekken)
Met “Delegate” betrek je een derde persoon bij het indicent. Bijvoorbeeld door een conducteur, leraar of manager erbij te roepen. Dit kan iemand zijn die een machtspositie heeft, maar ook gewoon een betrokken omstander. Samen sta je sterk tegen discriminatie.
Twijfel je of je de politie erbij moet halen? Bespreek dit dan wel eerst met de persoon die wordt gediscrimineerd. Niet iedereen kan op een veilige manier in aanraking komen met politie.
3. Document (bewijs verzamelen)
Met de methode “Document” verzamel je bewijs. Bijvoorbeeld door het incident te filmen. Of door een kentekennummer op te schrijven.
Dit bewijs kan je vervolgens delen met degene die is gediscrimineerd. Let op: deel het bewijs niet zomaar zonder instemming van het slachtoffer.
Je kan ook samen met het slachtoffer een schriftelijke klacht indienen bij iemand in een machtspositie, zoals een leraar of manager. Heb je zelf een machtspositie, bijvoorbeeld tegenover een cliënt? Dan kan je jouw macht inzetten om het bewijs doelmatig te gebruiken. Er is verder altijd de mogelijkheid om (samen of alleen) een melding te maken op discriminatie.nl.
4. Delay (vertragen)
De methode “Delay” komt na het incident. Je biedt hiermee steun aan iemand die net iets naars heeft meegemaakt. Je vertraagt dus de spanning en stress.
Je kan ervoor kiezen om bij iemand te gaan zitten en te vragen: “Is alles OK?” of “Kan ik iets voor je doen?”. Zo staat het slachtoffer van discriminatie niet alleen.
Als je bewijs hebt verzameld, bijvoorbeeld een opname, dan is dit een moment om samen te beslissen wat er met het bewijs kan worden gedaan. Je kan er ook voor kiezen om getuige te zijn bij een officiële melding.
5. Direct (directe actie)
Met de methode “Direct” grijp je direct in. Bijvoorbeeld door de dader en het slachtoffer uit elkaar te halen. Of door de dader te wijzen op je eigen perspectief.
Je kan de dader op een zachte manier aanspreken, met zinnen zoals:
- “Waarom doe je dit?”
- “Ik heb juist heel andere ervaringen met mensen van deze groep. Waar komt jouw mening vandaan?”
- “Ik maak me zorgen om deze situatie. Ik vind dit niet OK.”
Als het nodig is kan je ook voor een forsere toon kiezen, zoals:
- “Dit is niet OK, stop.”
- “Laat deze persoon nu met rust.”
- “Dit is illegale discriminatie.”
Direct ingrijpen kan een situatie escaleren, en dus risico’s met zich meebrengen. Maar het kan ook de-escalerend werken, en juist een dialoog openen, of de situatie tot een vreedzaam einde brengen. Zorg in alle gevallen dat de veiligheid en de autonomie van het slachtoffer vooropstaan. Samen kan je kijken wat het beste werkt.
Een inclusieve benadering
Met de 5 D’s heb je concrete handvatten voor het ingrijpen bij discriminatie. Toch kunnen dingen altijd anders lopen dan je zou willen.
Er is geen “gouden regel” voor het omgaan met discriminatie in de maatschappij. Elke situatie is anders, en de maatschappelijke omstandigheden zijn continu in beweging. Daarom is het belangrijk om in open dialoog te blijven met mensen die discriminatie kunnen ervaren, en mensen die hierbij hulp kunnen bieden. Hoe meer kennis je opdoet, hoe sterker je staat als er discriminatie om je heen gebeurt.
Wil je in jouw organisatie in Rotterdam aan de slag met de 5 D’s? Dan kan je contact opnemen met deskundigen, bijvoorbeeld met Fairspace.