Hoe ga ik op een inclusieve manier om met eetstoornissen?
Eetstoornissen in het kort
Een eetstoornis is een ernstige ziekte, waardoor iemand op een ongezonde manier omgaat met eten, gewicht, en het eigen uiterlijk.
Dit kan betekenen dat iemand te weinig eet (zoals bij anorexia), eetbuien heeft en daarna probeert over te geven of te laxeren (zoals bij boulimia), of vaak veel eet zonder te stoppen (eetbuien).
Eetstoornissen gaan vaak samen met angst, schaamte, en een gevoel geen controle te hebben. Er speelt een combinatie van verschillende factoren: zoals biologie, persoonlijke ervaringen, en invloed uit de omgeving. Bij deze ziektes is begripvolle, gespecialiseerde hulp essentieel.
Eetstoornissen zoals anorexia nervosa, boulimia nervosa, en eetbuien (BED) komen voor in alle groepen van de bevolking: ze raken dus mensen van alle leeftijden, geslachten en achtergronden.
Een eetstoornis is een aandoening, net als bijvoorbeeld een gebroken been. Daarom is een inclusieve benadering erg belangrijk. Mensen met deze ziektes genezen namelijk niet sneller of makkelijker als ze zelf de schuld krijgen van hun eetgedrag. Een nadruk op schuld of schaamte kan de stoornis juist verergeren.
De rol van het internet: thinspo
“Thinspo”, een afkorting van “thin inspiration” (= inspiratie om dun te zijn), is een online subcultuur die dun zijn verheerlijkt. Anorexia wordt hierin “Ana” genoemd, en boulimia wordt “Mia” genoemd. Ana en Mia kunnen worden ervaren als een soort fantasie-vriendinnetjes, die in gedachten altijd bij iemand zijn.
Deze online subculturen moedigen schadelijke gewoontes aan. Eetstoornissen worden hierin genormaliseerd. Jongeren, vooral kwetsbare mensen die al worstelen met hun zelfbeeld en mentale gezondheid, kunnen zich snel aangetrokken voelen tot deze groepen. Ze vinden hier allemaal valse beloftes over een “perfect” uiterlijk.
De impact van thinspo is heel gevaarlijk. Het normaliseert ongezond gedrag. Er wordt verteld dat je meer waard bent als mens als je heel dun bent. In therapie en behandeling is het cruciaal dat professionals dit fenomeen erkennen en bespreken. Dit kan zonder oordeel, maar wel met een duidelijke boodschap dat deze subculturen schadelijk zijn, en dat iedereen er gewoon mag zijn ongeacht wat ze eten en wat ze wegen.
Eetstoornissen in de regenbooggemeenschap
LHBTQIA+ mensen lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van eetstoornissen, waaronder anorexia nervosa. Dit komt vaak door onvrede met hun lichaam en hun plek in de maatschappij.
Onder homoseksuele mannen is er veel sociale druk om een perfect afgetraind lichaam te hebben. Om deze reden komt anorexia overmatig voor bij deze groep. Als je een homoseksuele cliënt spreekt die met een eetstoornis worstelt, hou dan de druk vanuit de sociale omgeving in het oog, en maak dit bespreekbaar.
Ook bij transgender mensen komen eetstoornissen overmatig voor, vooral als ze nog geen toegang hebben tot hormoontherapie. Vaak ontwikkelen transgender jongeren een eetstoornis terwijl ze zelf nog niet weten dat ze transgender zijn. Ze voelen al wel dan sterk de drang om hun lichaam te veranderen, maar ze kunnen nog niet verwoorden dat er eigenlijk gendervragen spelen. Voor sommige transgender mannen kan gewichtsverlies bijvoorbeeld een manier zijn om een meer mannelijk lichaam te krijgen (omdat de borsten en dijen krimpen), en om de menstruatie te stoppen. Transgender vrouwen kunnen bijvoorbeeld te veel eten om een vrouwelijker figuur (borstvorming) te krijgen, of te weinig eten om een zandloperfiguur te krijgen.
De druk om te voldoen aan gendernormen, en de dagelijkse uitdagingen van het leven als queer persoon (zoals discriminatie en gebrek aan sociale acceptatie) kunnen verder ook bijdragen aan de ontwikkeling of verergering van eetstoornissen. (Zie voor details het onderzoek van Urban et al 2023.) Het is van belang dat zorgprofessionals deze kruispunten van identiteit en eetstoornissen begrijpen en een inclusieve zorg bieden, waarin ruimte is voor de ervaringen van queer cliënten.
Een inclusieve benadering
Een inclusieve aanpak van eetstoornissen begint bij begrip en ondersteuning, zonder schuld of oordeel.
Mensen met eetstoornissen hebben vaak het gevoel dat ze gefaald hebben. Ze kunnen denken dat hun gedrag maakt dat ze slecht zijn. Professionals kunnen benadrukken dat eetstoornissen complexe psychologische aandoeningen zijn met meerdere oorzaken, waaronder genetische factoren, biologische factoren, en omgevingsfactoren. Naast het herstellen van eetgewoonten kan de behandeling ook focussen op het verbeteren van het zelfbeeld, de mentale gezondheid, en sociale ondersteuning.
Mensen met eetstoornissen voelen zich vaak geïsoleerd. Met therapiegroepen, workshops, en andere vormen van sociale kennismaking kunnen professionals gemeenschap en steun creëren.
Door een veilige en inclusieve omgeving te bieden, kunnen we mensen met eetstoornissen helpen om hun weg naar herstel te vinden.