Hoe ga ik om met transgender kinderen?
Een inclusieve blik
Wat is transgender zijn?
Een jongen kan worden geboren met het soort lichaam dat je meestal bij meisjes ziet. Een meisje kan worden geboren met het soort lichaam dat je meestal bij jongens ziet. En veel mensen zijn als persoon geen jongen óf meisje.
Mensen die deze ervaringen hebben, herkennen zich vaak in het woord transgender. Dit betekent dat je gender (hoe mannelijk/vrouwelijk je als persoon bent) anders is dan je geslacht (hoe mannelijk/vrouwelijk je lichaam is).
(N.B.: Gender en geslacht zijn heel individueel. Veel mensen gebruiken daarom andere woorden voor zichzelf dan de termen in dit artikel.)
Transgender kinderen
Alle transgender volwassenen zijn ooit transgender kinderen geweest. Daarom is het waardevol om de genderidentiteit van kinderen te geloven en te respecteren.
Een kind dat aangeeft eigenlijk een jongen, een meisje, of geen van beide te zijn, heeft ruimte nodig om die ervaring op eigen tempo te verkennen. Dat kan bijvoorbeeld met leuke kleding, een ander kapsel, of een nieuwe naam.
Kinderen spelen graag. Een kind kan zeggen: “Vandaag ben ik een dinosaurus” of “Vandaag ga ik naar de maan.” Het kan natuurlijk zijn dat een uitspraak over gender net zo speels is, en net zo tijdelijk. Maar als een kind transgender is, gaat het niet alleen maar om een spel. Het kind vertelt dan over de echte identiteit. Geeft een kind herhaaldelijk aan dat er gendervragen spelen? Dan is het belangrijk om dit serieus te nemen.
Op school
In een groep is het belangrijk om genderdiverse kinderen goed te beschermen.
Je kan genderdiverse kinderen het beste meenemen in de activiteiten van het gender dat ze zelf aangeven, ongeacht hoe ze eruitzien. Op school is het belangrijk dat kinderen zonder belemmering het speelgoed kunnen kiezen dat het beste bij hen past. Dat geldt voor alle kinderen, niet alleen voor kinderen die aangeven dat ze over gender nadenken.
Het kan een goed idee zijn om “jongens versus meisjes” te vermijden bij sport en spel, omdat niet elk kind zich in deze tweedeling herkent.
Heeft een kind een nieuwe naam gekozen? Dan is de oude naam erg privé. En de lichamelijke situatie is dat ook. Zorg daarom dat genderdiverse kinderen niet zomaar ondervraagd worden over wat er bij hen speelt. Je kan in plaats daarvan bijvoorbeeld een transgender voorlichter uitnodigen in de klas, die alle vragen vrijwillig kan beantwoorden. Daarbij kan goed rekening worden gehouden met wat bij de leeftijd van de klas past.
Een goede manier om inclusief te zijn is met taalgebruik: door niet alleen over “mannen óf vrouwen” en “jongens óf meisjes” te praten, maar gewoon algemeen over mensen, kunnen we laten zien hoe normaal genderdiversiteit is. In plaats van “beste jongens en meisjes” kan je er dus bijvoorbeeld voor kiezen om kinderen aan te spreken met “beste leerlingen” of “beste kinderen.”
In de zorg
Kinderen met gendervragen kunnen door hun huisarts worden doorverwezen naar de kinderpoli van de Amsterdam UMC-genderkliniek, het UMC Nijmegen of het Beatrix Kinderziekenhuis UMCG.
Door middel van gesprekken kan er vervolgens door de jaren heen worden gekeken of deze hulpvraag blijvend is.
Op deze manier kan men op tijd kiezen voor puberteitsremmers. Door puberteitsremmers vindt er nog even geen puberteit plaats, en krijgt een tiener dus de tijd om rustig verder na te denken over genderzorg, zonder dat het lichaam al verandert.
Onderling contact
Voor onderling contact kunnen kinderen en begeleiders terecht bij de praatgroep Genderkind en ouders (Go) van Transvisie.
In Rotterdam kunnen tieners terecht bij The Hang-Out 010 en bij Humanitas.