Direct naar inhoud
Direct naar zijbalk

Hoe benader ik transgender mensen op een inclusieve manier?

Dialoog en sensitiviteit

Transgender mensen maken veel discriminatie mee in de maatschappij. Soms gebeurt dat heel bewust. Maar het komt ook voor dat iemand per ongeluk iets discriminerends zegt of doet. Dat kan voor moeilijke situaties zorgen.

Met onze tips sta je sterk in de omgang met transgender mensen, en kan je samen zorgen voor een inclusieve benadering.

(N.B.: Gender en geslacht zijn heel individueel. Veel mensen gebruiken daarom andere woorden voor zichzelf dan de termen in dit artikel.)

Een kwestie van taal

Hoe spreek je iemand aan? Voor transgender mensen kan het erg naar zijn om op de verkeerde manier te worden benaderd.

Veel mensen voelen genderdysforie als ze worden aangesproken als “de heer” of “mevrouw.” Genderdysforie betekent letterlijk: een naar gevoel over gender. Iemand die geen man is, kan het dus erg naar vinden om als man te worden aangesproken. En iemand die geen vrouw is, kan het erg naar vinden om als vrouw te worden gezien. Dit gevoel kan ziekmakend zijn. Als dit dagelijks gebeurt, komt dat ziekmakende gevoel steeds weer terug. Door de opstapeling hiervan kunnen mensen veel stress krijgen, en bijvoorbeeld overspannen raken.

Bij een inclusieve benadering kijk je daarom samen wat goed voelt. Dat kan door te praten over hoe iemand wil worden aangesproken: met “hij” of “zij”, met “die” of “hen”, met “meneer of “mevrouw”, of zonder aanhef.

Je kan dus aan het begin van een gesprek vragen: “Hoe mag ik u aanspreken?” Op deze manier voorkom je onnodige pijnmomenten.

Inclusieve aanhef

Mensen die geen man óf vrouw zijn maken veel discriminatie mee. Vaak wordt ontkend dat zij bestaan. Ook in de communicatie worden ze vaak buitengesloten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanhef “Geachte heer/mevrouw” in een brief. Daarmee worden alleen mensen aangesproken die man of vrouw zijn.

Omdat er veel variaties zijn in gender, is “Geachte heer/mevrouw” eigenlijk te klein om alle mensen aan te spreken. Een grote groep mensen wordt hiermee niet erkend. En zo’n aanhef schept bij lezers het verkeerde beeld dat er alleen maar mannen en vrouwen zouden bestaan.

In plaats van “Geachte heer/mevrouw” of “Beste dames en heren” kan men kiezen voor een inclusievere aanhef. Bijvoorbeeld: Geachte lezer, geïnteresseerde, verantwoordelijke, reiziger, abonnee, enzovoorts. Op deze manier kan er een bewust signaal worden gegeven dat niet alleen mannen of vrouwen welkom zijn, maar gewoon juist álle mensen.

Voor verdere situaties biedt de Taaladviesdienst mooie alternatieven.

Voornaamwoorden

Voornaamwoorden zijn woorden zoals ik, jij, hij, zij, die, hen, u, wij, jullie. In het Nederlands hebben voornaamwoorden een gender. Dat betekent dat je in de regel “hij” zegt tegen mannen, en “zij” tegen vrouwen. In andere talen kan dit heel anders zijn.

In de communicatie met transgender mensen is het erg belangrijk om de juiste voornaamwoorden te gebruiken. Het kan voor trans mensen namelijk heel stressvol zijn als ze continu iets verkeerds worden genoemd.

Daarom is het vaak fijn om even te vragen wat iemands voornaamwoorden zijn. Je kan er ook voor kiezen om je zelf voor te stellen met je eigen voornaamwoorden, of om deze in je email-handtekening te zetten, bijvoorbeeld: “Jan Jansen, hij/hem.” Op die manier geef je een signaal dat je graag inclusief wil zijn.

Veel mensen zijn geen man Ăłf vrouw. Dit is heel gewoon. Mensen in deze groep kunnen andere voornaamwoorden gebruiken dan “hij” of “zij.” In het Nederlands zijn zulke voornaamwoorden “die” of “hen.” Welke van die twee opties wordt gebruikt, hangt af van persoonlijke voorkeur.

Zo gebruik je “die” voornaamwoorden:

  • Die loopt daar.
  • Dit is diens boek. Dit is het boek van die.
  • Ik geef die een boek.
  • Ik zie die hier staan.

En zo gebruik je “hen” voornaamwoorden:

  • Hen loopt daar.
  • Dit is hun boek. Dit is het boek van hen.
  • Ik geef hen een boek.
  • Ik zie hen hier staan.

Sommige mensen gebruiken meerdere voornaamwoorden. Iemand die zich bijvoorbeeld voorstelt met “hij/die” kan zich comfortabel voelen bij hij Ă©n bij die.

Inclusieve administratie

Bij genderneutrale administratie worden alleen de persoonsgegevens geregistreerd die echt nodig zijn. In de regel zijn voor correspondentie drie opties al genoeg:

  • (1) “de heer V. Achternaam”
  • (2) “mevrouw V. Achternaam”
  • (3) “V. Achternaam” (= geen aanhef)

Wanneer het registreren van een wettelijk geslacht en de wettelijke voornaam verplicht is, zorg dan altijd dat deze gegevens ontkoppeld worden van de extra input-velden voor aanhef en correspondentienaam. Je hebt dan dus twee velden voor voornaam: eentje voor de wettelijke voornaam, en eentje voor de echte naam die iemand in het dagelijks leven gebruikt.

Als voorbeeld: stel, een transgender vrouw heeft nu nog haar oude voornaam en de letter “M” in haar BRP-gegevens staan. Maar de organisatie waar zij brieven van ontvangt wil haar wel correct aanspreken. Dan kan zij dus in het correspondentiesysteem wel gewoon worden geregistreerd met haar roepnaam, en met de aanhef “mevrouw” (zie rapport 2014/109 van de Nationale Ombudsman). Er zijn dan vier aparte velden in de administratie:

  • Voornaam op paspoort
  • Roepnaam
  • Geslacht op paspoort
  • Aanhef

Let wel: de oude, wettelijke naam van transgender personen is privé, en het is daarom belangrijk om deze gegevens intern af te schermen, precies zoals ook medische privégegevens worden afgeschermd. Ook iemands transgender-achtergrond telt als medische privédata, en mag dus niet zonder instemming openbaar worden gemaakt.

Ten slotte is het belangrijk om in elk systeem ruimte te maken voor mensen die een andere letter in hun basisregistratie hebben dan een V of een M. In Nederland is deze derde letter een X (in het paspoort) of O (in de BRP) voor mensen die geen man Ăłf vrouw zijn. In andere landen komt bij deze groep mensen een X, O, N of U in de burger-administratie voor.

Samenwerking is de sleutel

In open dialoog met transgender mensen en hun naasten kan een inclusieve benadering tot stand komen. Op deze manier schep je samen een situatie van vertrouwen en respect.

Wil je meer weten over transgender mensen? Dan kan je contact opnemen met de ervaringsdeskundigen van Transgender Netwerk of met de patiëntenorganisatie Transvisie.

Een lijst met links

Meer vragen over…