Bankzaken, contact met de overheid, videobellen met je (klein)kinderen of familie: digitale vaardigheden zijn noodzakelijk. Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders vinden het echter moeilijk om met digitale apparaten, zoals een laptop, smartphone of tablet, te werken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze mensen kunnen meedoen in de samenleving? Tijdens het Kennisatelier over digitale inclusie op donderdag 28 oktober 2021 kwamen zo’n dertig professionals samen om hierover in gesprek te gaan. 

Voorbeeldstad Rotterdam  

Rotterdam heeft grote ambities als het gaat om digitalisering. Een van die ambities is om Rotterdam voorbeeldstad te laten zijn in een digitale wereld. Dat vraagt om een stevige aanpak met zoveel mogelijk partijen in de stad en in de regio, waarbij de Rotterdammer centraal staat. Om dit allemaal in goede banen te leiden is het nieuwe CDO Office opgezet, geleid door Arjan Meurs. Tijdens zijn presentatie ‘Hoe ziet de digitaal inclusieve samenleving eruit en hoe zorgen wij daar gezamenlijk voor?’ ging hij vooral in op de moeilijke opgave voor de stad. Want hoe vind je een antwoord op een vraag die continu verandert? Of hoe vind je een oplossing voor een probleem, dat zo veelomvattend is dat het moeilijk begrepen kan worden? 

“Terwijl je aan een oplossing werkt, ontwikkelt het vraagstuk zich door”, zegt hij over digitalisering. Het is dus onmogelijk om ‘het probleem’ helemaal te doorgronden en dan pas aan een oplossing te gaan werken. De digitale transformatie is nú gaande en heeft zowel positieve innovatieve gevolgen als bedreigingen. “Zo staat de privacy van burgers onder druk”, legt Meurs uit. “Maar bijvoorbeeld ook de verkeersveiligheid, door bezorgdiensten die beloven binnen tien minuten je boodschappen bij je aan de deur te brengen. En wat gebeurt er in onze samenleving als de stroom uitvalt, of als je zonder internet zit en niet meer kan betalen? De digitalisering heeft impact op alle aspecten van het leven.” 

Nieuwe benadering  

Wachten tot het probleem duidelijk is, dat zit er niet in. “Het probleem is diffuus en in ontwikkeling”, zegt Meurs. “Dus zouden we volgens de klassieke aanpak moeten doen alsof we het begrijpen. Een nieuwe benadering is nodig: een activistische, proactieve agenda rond digitalisatie van de stad, voor de stad, met de stad, met een investerende, orkestrerende, innoverende overheid en per definitie in samenwerking met een breed maatschappelijk ecosysteem.​” 

De eigen onwetendheid erkennen, een nieuwsgierige opstelling en samenwerking met partijen waarvan je niet kon vermoeden dat een samenwerking mogelijk was. “Kortom, oplossingen vanachter je bureu bedenken werkt niet meer”, besluit Meurs. De aanwezige professionals beamen dat en vinden het bewonderenswaardig hoe het CDO zich kwetsbaar opstelt en laat zien hoe ze worstelen met hun vraagstuk.  

Best practice: Cybersoek in Amsterdam 

In het tweede deel van het Kennisatelier vertelt directrice Karien Sondervan over Cybersoek. Bij het Amsterdamse Cybersoek worden al twintig jaar onder meer computerlessen in verschillende talen gegeven. Het woord ‘soek’ uit de naam betekent ‘markt’ in het Arabisch. Het is een plek waar allerlei mensen vanuit verschillende culturen elkaar kunnen ontmoeten. Door de activiteiten rondom digitale, taal-, en sociale vaardigheden van Cybersoek verbeteren Amsterdammers hun positie.  

“Cybersoek is een digitaal trapveld”, legt Sondervan uit. “We zien een digitale kloof die alleen maar groter wordt als we niets doen. Bij Cybersoek kunnen mensen die geen computer hebben of niet digitaal vaardig zijn laagdrempelig terecht voor hulp. ‘Gewoon even online kijken’ is de grootste frustratie voor iedereen die niet digitaal vaardig is.”  

In veel steden, waaronder Rotterdam, bestonden soortgelijke initiatieven. Helaas zijn die in de loop der jaren wegbezuinigd, terwijl het probleem er niet kleiner op geworden is. Sondervan: “Cybersoek krijgt 30 procent van het budget van de gemeente, de overige 70 procent moeten we als ondernemers bij elkaar zien te krijgen. We doen dat door financiering bij fondsen aan te vragen en door betaalde opdrachten uit te voeren.”  

Stimuleren 

Bij Cybersoek stimuleren ze digitale inclusie, op basis van vier pijlers:  

  • Motivatie: “Het gaat er niet om of je gemotiveerd hebt, want je hebt geen keuze meer. Als je online móet, is het ingewikkeld om je ertoe te zetten. Daarom onderzoeken we wat voor iemand een motivatie kan zijn om er wel mee aan de slag te gaan.” 
  • Bezit: “Je hebt niet alleen een laptop, smartphone of tablet nodig, maar ook de juiste software. Heb je een verouderd apparaat, dan kan je bijvoorbeeld geen coronatoegangsbewijs op je telefoon krijgen.”  
  • Vaardigheden: “Het gaat niet alleen om iets kunnen, maar ook om durf. Soms zijn mensen bijvoorbeeld bang om een apparaat, dat vaak duur is, stuk te maken.”  
  • Gebruik: “Als je eenmaal de middelen en vaardigheden bezit, moet je het ook nog gaan gebruiken. Soms worden mensen belemmerd door angst voor oplichting, bijvoorbeeld.” 

Cyberbank: hier kunnen Amsterdammers voor een klein prijsje een computer kopen. Het is een soort voedselbank, maar dan met digitale apparaten. De apparaten zijn gedoneerd door Amsterdamse bedrijven. Denk aan afgeschreven laptops, maar dan helemaal opgeknapt en gebruiksklaar gemaakt.  

Vraag achter de vraag: “We vragen altijd door”, vertelt Sondervan. “Maar niet meteen, want dan worden mensen van het kastje naar de muur gestuurd. Cybersoek gaat dan ook niet alleen maar over digitale vaardigheden.”  

Tot slot  

Na de presentaties gingen de professionals in groepjes verder in op de vraag hoe we de samenleving digitaal inclusiever kunnen maken. Tijdens een hapje en drankje werd er verder gepraat over mogelijke deeloplossingen, gezocht naar onverwachte samenwerkingsmogelijkheden en werden er nieuwe (offline) connecties gemaakt.  

Meer weten?

Hieronder vind je de websites van de aanwezige organisaties en enkele tips van de sprekers. Wil je meer weten, de presentaties van een van de sprekers ontvangen of een van de genoemde onderzoeken? Neem contact op met Karin Oppelland via k.oppelland@radar.nl