Direct naar inhoud

“Als wij tegen een tandarts zeggen dat we meervoudig zijn, hebben we geen tandarts.”

Gepubliceerd op:

Veel mensen om ons heen zijn meervoudig: ze zijn dan een systeem van meerdere persoonlijkheden in één lichaam. In de psychologie wordt deze conditie Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS) genoemd. DIS ontstaat door trauma in de vroege jeugd. 

Meervoudige mensen navigeren in de maatschappij niet alleen hun eigen complexe ervaringen, maar ook een zorg- en welzijnssysteem dat hen niet gelooft en niet begrijpt. Dat kan leiden tot veel onveiligheid in het dagelijks leven. In dit interview praten we met het meervoudige Achdut-systeem over hun perspectieven, hun worstelingen in het verkrijgen van de juiste hulp, en hun gevoel van gender. Vanuit hun ervaringen in de belangenbehartiging delen zij praktische handvatten voor professionals in het omgaan met meervoudigheid. 

(Let op: In dit interview wordt gesproken over seksueel misbruik van minderjarigen.)

Meervoud in het kort

Het Achdut-systeem is een samenwerkend systeem van pakweg 18 delen in één lichaam. Ze hebben verschillende identiteiten, leeftijden, krachten, angsten, genders en herinneringen. “Dan zijn we veel verschillende dingen,” vertellen ze op warme toon. De jongste in hun mentale systeem, een kleintje, heeft momenteel een emotionele leeftijd van nog maar 3 jaar oud. In zekere mate zijn ze afhankelijk van thuiszorg. Boven alles zijn ze gewoon mens: ze houden van dansen en zingen, ze hebben kinderen en kleinkinderen, ze werken, ze leren, en ze zetten zich in voor hun gemeenschap. 

Wereldwijd zit ongeveer 1,5% van de mensen (Bron: Epidemiology of Dissociative Identity Disorder) op het meervoudigsheids-spectrum. Het Achdut-systeem legt uit hoe dit ontstaat: “Een kind, als die een baby is, heeft niet een besef van ik-identiteit. Die is dingen aan het voelen en ervaren, maar niet van ‘ik heb honger’ of ‘ik wil mama’ of iets. Het zijn gewoon gevoelens en reacties. Dat groeit en ontwikkeld, en bij de tijd dat die 4 of 5 is heeft die wel echt door: ‘Ik heb honger, want mama is bezig aan de telefoon, en ik vind dat vervelend.’ Dus dan heb je relaties tot jezelf, en relaties tot anderen, en ideeën over je eigen identiteit. Je kunt ook bijvoorbeeld denken: ‘ik ben een hongerig persoon.’ En daarmee integreer je eigenlijk alle gevoelens en gedachtes over het zijn bij elkaar in een persoonlijkheid. En dat gaat mooi, als je in een redelijk veilige, okaye situatie bent. Maar als je in een heel onveilige en misbruikende situatie bent, dan kan niet alles integreren. ‘Mama is misbruikend’ en ‘ik vind het fijn om mama te knuffelen’… dat zijn tegenstrijdige gevoelens die allebei waar zijn, maar elkaar ook ontkennen. Want iemand die je knuffelt, én je misbruikt heeft, daar kan je je niet veilig bij voelen. En toch heb je die veiligheid nodig. Dus is het niet mogelijk om alles vanuit één ‘ik’ te bekijken.”

In zo’n misbruiksituatie kan het daarom zijn dat iemand opgroeit met meerdere ‘iks.’ Vaak weten die niet van elkaars bestaan af. Ieder deel van het systeem heeft eigen taken, moeilijkheden en krachten. Sommige delen zullen zich niet bewust zijn van het misbruik. Zo wordt het misbruik mentaal afgeschermd en kan het systeem overeind blijven: thuis, op school en in de rest van de wereld. “Mensen zeggen wel eens, ik weet niet hoe jij dat overleeft. En ik overleef dat ook niet. Wij overleven dat. Met z’n allen. Het is niet overleefbaar door één persoon.”

Door dissociatie en strak afgebakende herinneringen kan jarenlang een liefdevolle relatie met de misbruikende volwassene blijven bestaan. Totdat uiteindelijk toch het besef komt: iets zit niet lekker. De verschillende persoonlijkheden kunnen namelijk niet in elke situatie goed meekomen. De ene heeft bijvoorbeeld de vaardigheden om met mama om te gaan, en de andere niet. De ene persoonlijkheid kan prima naar school gaan, terwijl de andere totaal geen herinneringen heeft over de lesstof, het huiswerk of examens. Dat leidt op den duur tot grote problemen. “Af en toe gaat het mis, en dan zit er iemand op school die nooit naar school ging, en gewoon niets weet van school.” 

Maatschappelijk onbegrip

Bij het Achdut-systeem kwam het moment van realisatie toen het lichaam 21 was. “Ik begon contact te krijgen met de anderen,” vertelt Naomi, een deel van het systeem dat makkelijk richting de buitenwereld communiceert. “En ik moet zeggen dat het sociale deel altijd degene is die het als laatste weet. Want de anderen wisten best wel dat ze meervoudig waren voordat ik dat wist. En dat proberen ze dan weg te houden van het sociale deel, want die kan niet functioneren als die doorheeft wat er allemaal gebeurd is. Ik weet nog wel dat ik soms stemmen hoorde of mensen hoorde die duidelijk met elkaar bezig waren, en dat ik toen een beetje verward was. Maar nu achteraf denk ik… oh ja.” 

Ze gingen op zoek naar passende zorg, historisch gezien een lang en moeilijk proces. Herinneringen aan misbruik worden al heel snel door zorgverleners bestempeld als nep. Er zijn zorgverleners die vaak een neutrale, twijfelende positie innemen: een erg angstige ervaring, als je niet geloofd wordt over het misbruik dat je als kind hebt meegemaakt.

Voor het Achdut-systeem was er sowieso bar weinig psychologische hulp beschikbaar. De psychologie was te druk bezig met bekvechten over of meervoudigheid überhaupt bestond. “Mensen waren in bosjes aan het omvallen. Alle mensen die wél aan het helpen waren met meervoudigheid kwamen in burnout terecht. Er was massaal ruzie erover.” 

Onbegrip kwamen ze overal tegen. “Ik denk dat het heel moeilijk is voor een enkelvoudig persoon om te begrijpen dat er twee daadwerkelijke persoonlijkheden, mensen, wat je het ook wil noemen, in één lichaam zitten. Dan is het enige waar je aan denkt óf een waanidee, óf een demoon.” Ook in de popcultuur worden meervoudige mensen vaak zo neergezet: als kwaadaardig, bezeten, of simpelweg de weg kwijt. “Ik heb psychiaters gehad die zeiden: ‘Ik snap dat je dénkt dat je het zo ervaart.’” Door dit soort afwijzingen merkt het systeem dat ze, ook vandaag de dag nog, aan elke nieuwe hulpverlener een hele batterij aan specifieke vragen moeten stellen — denk daarbij aan “Wij willen met z’n allen therapie, hoe zou je dat doen?” — om zeker te zijn dat ze geloofd en begrepen gaan worden. 

Intussen is de psychologie wel al een stukje verder. Er wordt nu vaker erkend dat dissociatie veel vormen aan kan nemen, met óf zonder volledig geheugenverlies, en met óf zonder expres kunnen wisselen tussen persoonlijkheden. Maar in de psychologie wordt nog niet vaak begrepen dat meervoudigheid een groot spectrum is.

“Hoe verder je weg bent van het trauma, hoe meer we kunnen gaan delen,” vertelt het Achdut-systeem. “We gaan met elkaar praten, en we leren met elkaar omgaan.” Dit proces is deel van integratie: het geheugenverlies lost beetje bij beetje op, delen van iemand komen samen en kunnen in elkaar opgaan, en langzaam kan een systeem dus richting éénwording gaan. Voor veel psychologen is volledige integratie de gouden oplossing, het enige echte einddoel. Inderdaad zijn er veel meervoudige mensen die heel graag compleet willen integreren. Maar volledige integratie is niet dé enige optie voor genezing. Het verplicht moeten ‘uitwuiven’ van delen is juist een verergering van een probleem, en dit ziet het Achdut-systeem als conversietherapie. Daarmee zeg je als zorgverlener eigenlijk: delen van jou mogen niet bestaan, de manier waarop jij functioneert mag niet bestaan. Er zijn namelijk ook genoeg meervoudige mensen die juist niet willen of kunnen integreren; die houden van hun systeem zoals het is. “Van DIS hoef ik niet te genezen,” zegt het Achdut-systeem, lachend. De enige genezing die voor hen nodig is, is van de consequenties van trauma. Niet meer intern met elkaar vechten maar juist samen sterk staan. “Zo lang wij goed samenwerken, zijn wij een werkend systeem.” 

Opkomen voor jezelf

Sinds een aantal jaar zet het Achdut-systeem zich actief in voor de DIS-gemeenschap. Hiermee zijn ze begonnen nadat ze, voor de zoveelste keer, probeerden om bij de politie aangifte te doen over veelvuldig misbruik. “We konden geen aangifte doen omdat de politie zei dat we stemmen hoorden in ons hoofd, en dat daarmee het niet betrouwbaar was. Er is genoeg onderzoek dat geheugen van mensen in een DIS-systeem even betrouwbaar is als bij mensen zonder DIS. En ik zou beargumenteren: ergens méér betrouwbaar, want het deel dat bevroren is in de tijd heeft niet zijn verhaal veranderd.” Het systeem koos ervoor om niet te forceren dat het zedendelict toch aangenomen zou worden door de politie. In plaats daarvan besloten ze om hun energie te steken in kennisdeling voor én over de meervoudige gemeenschap. Op deze manier hopen ze het maatschappelijke beeld over DIS te verbeteren, zodat het in de toekomst makkelijker zal zijn voor anderen om geloofd te worden. Zodra de helft van een groep mensen ergens helemaal normaal over doet, dan gaat de andere helft uiteindelijk vanzelf mee. Zo kunnen alle mensen samen als maatschappij bouwen aan inclusie. 

Toch kiest het systeem ervoor om grotendeels anoniem te blijven. Het stigma rondom DIS maakt het namelijk op sociaal vlak erg gevaarlijk om zomaar overal uit de kast te zijn. Ook mensen die het wel van hen weten, kunnen alsnog ongepast reageren. Naomi legt uit: “Heel vaak heb je mensen die zeggen van: ‘Ja, zo lang jij erbij bent hé, jij moet wel controle houden!’ Alsof ik meer betrouwbaar ben, of echter ben, of meer in controle ben dan iemand anders in het systeem. Wiens controle precies? Waarom moet ík controle hebben over Sam? Waarom moet Sam controle hebben over mij? Wat denken jullie dat er gaat gebeuren? Ik snap dat we niet een driejarige ergens willen hebben waar niet een veilige situatie is, maar net als ouders… daar ga je bij zitten.” Veel systemen kunnen dus prima samenwerken om de kwetsbare, jonge delen veilig te houden. 

In de zorg  wordt dat nog niet altijd begrepen. Mensen met DIS worden regelmatig al tijdens een intake afgewezen door zorgverleners: te moeilijk, te onbegrijpelijk, te complex. “Als wij tegen een tandarts zeggen dat we meervoudig zijn, hebben we geen tandarts. Maar wij kunnen net zo goed uitleggen hoe we functioneren als ieder ander. Beter, vermoedelijk, omdat we er heel veel oefening mee hebben. ‘Complex’ is heel leuk, maar het betekent eigenlijk dat je tegen iemand zegt: ‘Je mag geen zorg.’”

Er zijn natuurlijk vormen van zorg die een trauma-trigger kunnen zijn. Het Achdut-systeem vertelt over een moment, jaren geleden, dat een internist een inwendig onderzoek bij hen uitvoerde zonder goed aan te geven wat die ging doen. Dat deed het systeem zo hevig denken aan seksueel trauma dat een misbruikt deel naar voren kwam, en zich op dat moment opnieuw misbruikt voelde. “Dus wij hebben nu als systeem een afspraak gemaakt dat als we ergens zijn, en iemand doet dingen waarvan één van ons heel bang gaat worden, dan zeggen we het. Van: ‘Hey, wij vinden dit niet fijn.’ Als de persoon niet naar ons luistert, staan we op en lopen we weg. Daar worden we niet door geliefd door de zorgwereld, want dan worden we gezien als niet meewerkend. Maar ik vind het heel meewerkend, namelijk: wij geven onze grenzen aan, en wij zorgen voor onszelf. En wij vallen niet uit elkaar. En wij laten ons niet her-traumatiseren.” 

Samen in het lichaam

De delen die samen het Achdut-systeem vormen hebben verschillende namen. Naomi is bijvoorbeeld een sociaal deel, en voert dus vaak het woord tegenover de buitenwereld. Dit wordt ook wel ‘fronten’ genoemd: aan de voorkant staan. Sam is ouder dan de rest en houdt vooral overzicht. Hij is een snelle denker, die ervan houdt om ideeën en concepten te analyseren en samen te brengen. Als uitlaatklep doet hij aan beeldhouwen. Dylan is een rustige jongeman die snel moe kan worden, maar wel graag gezellig met andere mannen omgaat. Op het moment dat Dylan op de voorgrond is, vindt hij het dan ook heel ongemakkelijk dat het lichaam eruitziet als dat van een vrouw. Vooral in Naomi’s kleding kan dit erg naar voelen voor Dylan; dan is het alsof hij in het lichaam van iemand anders terecht gekomen is. Terwijl Naomi zich juist dysfoor voelt bij Dylans kledingstijl. Die delen ook de ruimte te geven zichzelf te laten zien en te ontwikkelen, en hen niet het gevoel te geven uit het lichaam gejaagd te worden, blijft een uitdaging. “Er is altijd wel iemand met gender-incongruëntie.” 

Het is eigenlijk helemaal niet bijzonder dat de delen verschillende genders hebben. Naar schatting van het Achdut-systeem, gebaseerd op hun gesprekken in de gemeenschap, bestaat een grote meerderheid van meervoudige mensen uit meerdere genders. Daardoor zijn meervoudige mensen ook per definitie deel van de queer/trans-gemeenschap. Toch zijn ze daar helaas nog niet altijd welkom. De eerste keer in contact met trans mensen was voor Dylan en de andere delen heel naar. Hun situatie werd niet begrepen: hun meervoudigheid werd gezien als gek, en zelfs als transfobisch. In het sociaal domein is er net zo goed wantrouwen. De angst voor afwijzing is gigantisch in de DIS-gemeenschap — door psychologen wordt nog vaak vastgehouden aan het idee dat gender eenduidig móet zijn voordat je in transitie mag. “Ik ken ook trans mensen die bij trans-therapie niet vertellen dat ze meervoudig zijn, maar alleen het trans deel naar therapie laten gaan.”

Maar voor veel mensen ligt het niet zo zwart of wit. Ook voor mensen met DIS kan gendertransitie uiteindelijk het beste pad zijn in hun leven. Gelukkig staan steeds meer gendertherapeuten en trans-gemeenschappen open voor meervoudigheid. Toen Dylan een aantal jaar geleden in contact kwam met Stichting Transman, vond hij eindelijk een groep die hem met open armen ontving. Bij de bijeenkomsten van deze stichting mogen ook familieleden meekomen, en het Achdut-systeem werd daarom op een heel liefdevolle manier betrokken: als systeem zijn ze eigenlijk allemaal een soort familie van elkaar, en dus ook allemaal gewoon welkom. Het Achdut-systeem gaat weliswaar zelf niet voor lichamelijke gendertransitie, maar wel voor een breed palet aan kleding, perspectieven, expressievormen, en verbindingen met de wereld. Elk deel mag er op hun eigen manier zijn. 

Het Achdut-systeem heeft intussen gelukkig ook in de zorg en in het welzijn veel goede ervaringen. Soms zijn hulpverleners een beetje verward, maar doen ze wel hun best. “Dat is veilig. Een beetje verward is niet erg. Dat is prima, dat betekent dat iemand meewerkt.” Een medewerker van de thuiszorg zei laatst tegen hen: “We maken deze afspraken, maar als jullie dit nabespreken en het blijkt toch niet goed te werken voor het systeem, mag je altijd terugkomen.” Dat soort benaderingen vindt het systeem heel fijn. Vooral tijd om op eigen tempo na te denken is heel welkom, zodat ze niet voor de neus van anderen hoeven te overleggen met elkaar. “Als ik naar binnen ga, ziet er eruit alsof ik niet meer besta, alsof ik een epileptische aanval heb. Dus dat is allemaal sociaal niet handig, wenselijk of prettig. Maar gewoon: ‘Je kunt terugkomen,’ ‘Iedereen is welkom.’” 

Als je als begeleider een cliënt wat beter kent, kan je ook duidelijk verwelkomend zijn naar de kleintjes toe: de delen die dus minderjarig zijn. Zo kan je de positieve kanten leren kennen van alle verschillende delen. Met zulke inclusieve benaderingen kunnen sociaal professionals een wereld van verschil maken voor meervoudige cliënten. 

Een inclusieve benadering

Als mensen met DIS veilig open kunnen zijn over hun situatie, geeft dat ademruimte voor de delen die anders in trauma blijven zitten. Door maatschappelijke acceptatie én zelfacceptatie kan iemand zich ontplooien — de ruimte ervaren om niet alleen het trauma-deel te zijn. 

Het Achdut-systeem heeft door de jaren heen geleerd om hierin samen te werken, om bewust te wisselen tussen persoonlijkheden, en om voor henzelf op te komen. Juist daardoor krijgen ze helaas nog regelmatig te horen dat ze niet echt zouden zijn. Met zo’n ongelovige houding zijn ze intussen gewoon helemaal klaar. “Ja,” lacht Naomi, “mogen we ook groeien?”

Een lijst met artikelen