Woordenlijst diversiteit en inclusie
Privilege, safe spaces, validisme… wat betekenen zulke woorden allemaal?
Als je gaat werken met diversiteit en inclusie, is het fijn om elkaar goed te kunnen begrijpen. In deze woordenlijst zetten we de termen voor je op een rijtje. Zo kan je direct aan de slag!
Tip: Zie ook onze vraagbaak voor sociaal professionals.
Achterstandsdenken
Denken dat iemand wel een achterstand zal hebben in de maatschappij, puur omdat diegene tot een gediscrimineerde groep behoort. Bijvoorbeeld denken dat iemand met een migratie-achtergrond, een beperking, etc. minder goed ergens in is dan andere mensen.
Agender
Agender personen voelen weinig of geen gender. Men noemt dit ook wel ‘genderloos’ of ‘non-gender.’
Agenderen
Iets op de agenda zetten, zowel letterlijk als figuurlijk. Je kan bijvoorbeeld binnen je organisatie aankaarten dat er discriminatie speelt, en vragen of hier tijd voor vrij kan worden gemaakt.
Allistisch
Allistisch is een ander woord voor niet-autistisch.
Anders-maken (othering)
Dit betekent dat er over groepen mensen wordt nagedacht als ‘de ander,’ dus niet als een normaal deel van de samenleving.
Anti-zwart racisme
Racisme en discriminatie gericht op zwarte mensen en culturen.
Antiracisme
Het actief bestrijden van racisme, door te strijden voor veranderingen in het politieke, sociale en economische leven voor personen die racisme meemaken.
Antisemitisme
Een vijandige houding, vooroordelen, of discriminatie tegen de Joodse gemeenschap.
Antiziganisme
Een vijandige houding, vooroordelen, of discriminatie tegen de Roma- en Sinti-gemeenschap.
Aromantisch
Iemand die aromantisch is voelt weinig tot geen romantische aantrekking naar andere mensen.
Aseksueel
Iemand die aseksueel is voelt weinig tot geen seksuele aantrekking naar andere mensen.
Bias
Vooroordelen en stereotype beelden.
Binair
Het woord binair betekent dat er 2 opties zijn. Iemand die als persoon strikt vrouw óf strikt man is, noemen we daarom ook wel binair. Iemand die als persoon geen van beide is, of allebei, noemen we ook wel non-binair.
BIPOC
Deze Engelstalige afkorting staat voor Black, Indigenous en People Of Color. (Zwarte mensen, oorspronkelijke bewoners, en mensen van kleur.) Met deze term worden Zwarte mensen en oorspronkelijke bewoners van een land centraal gesteld. Zo wordt benadrukt dat niet alle mensen dezelfde mate van discriminatie en racisme ervaren, maar dat daar in elk land verschillen in zitten.
Biseksueel
Biseksuele mensen voelen zich aangetrokken tot zowel vrouwen als mannen, en/of andere genders en geslachten.
Bondgenoot (ally)
Iemand die zich inzet voor de rechten van gediscrimineerde groepen.
Cisgender
Een term voor mensen die zich goed voelen passen bij het geslacht dat is geregistreerd bij hun geboorte. Cis betekent in de wetenschap ‘aan dezelfde kant’. Het is het tegenovergestelde van transgender; transgender mensen voelen zich juist anders dan het geslacht dat is geregistreerd bij hun geboorte. Trans betekent in de wetenschap ‘aan de andere kant’.
Cisnormativiteit
Het idee dat cisgender mensen normaal zouden zijn, en dat andere mensen niet normaal zouden zijn.
Colorisme
Wanneer mensen met een lichtere huid beter behandeld worden dan mensen met een donkere huid. Colorisme gaat ook over gezichtskenmerken, zoals de vorm van de neus, de ogen, de wangen en de mond: mensen met meer West-Europees uitziende trekken worden vaak beter behandeld.
Coming-in
Het vormen van je eigen identiteit, het accepteren zoals je bent en het vinden van veiligheid en vertrouwen. Coming-in gaat over het accepteren en begrijpen van je eigen seksuele gerichtheid, genderidentiteit en/of genderexpressie.
Coming-out
Ook wel het ‘uit de kast komen’ genoemd. Je vertelt dan aan de mensen om je heen over je seksuele geaardheid en/of genderidentiteit. De term wordt ook wel gebruikt als mensen bijvoorbeeld vertellen over hun autisme, of andere kenmerken waar stigma aan hangt.
Crossdresser
Een crossdresser draagt kleding die meestal bij een ander geslacht wordt verwacht. Iemand is bijvoorbeeld voornamelijk man, en kleedt zich soms op een vrouwelijke manier. Of andersom. Een ander woord hiervoor is travestiet, maar er zijn nuances tussen de twee termen.
Culturele toe-eigening (appropriatie)
Iets overpakken van een andere cultuur, op een manier die nadelig kan zijn voor mensen van de andere cultuur.
Cultuursensitiviteit
Rekening houden met de culturele achtergrond van iemand anders. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat je rekening houdt met religieuze gewoonten of culturele eetgewoonten.
Dekolonisering
Het proces waarbij kolonies zelfstandig worden van een kolonisator. Tegenwoordig wordt ‘dekolonisatie’ ook vaak gebruikt voor het ontmantelen van koloniale machtsstructuren in de maatschappij.
Digitale toegankelijkheid
Ervoor zorgen dat iedereen, ook mensen met een beperking, volledig gebruik kan maken van websites en apps.
Discriminatie
Mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van identiteitskenmerken. Deze kenmerken worden ook wel discriminatiegronden genoemd.
Discriminatiegronden
In Nederland verbiedt de wet discriminatie op grond van specifieke ‘gronden’: burgerlijke staat, geslacht (inclusief geslachtskenmerken, genderidentiteit, en genderexpressie), godsdienst, handicap of chronische ziekte, leeftijd, nationaliteit, levensovertuiging, ras, seksuele gerichtheid, politieke gezindheid, en arbeidsduur.
Diversiteit
Diversiteit betekent dat er verschillende groepen mensen welkom zijn. Er zijn veel kenmerken waarop mensen van elkaar kunnen verschillen, zoals migratieachtergrond, beperking, sociale achtergrond, taal, leeftijd, levensbeschouwing, genderidentiteit, of seksuele gerichtheid.
Diversiteitssensitiviteit
Rekening houden met de verschillen tussen cliënten, zoals in migratieachtergrond, beperking, sociale achtergrond, taal, leeftijd, levensbeschouwing, genderidentiteit, of seksuele gerichtheid.
Dode naam (deadname)
De vorige naam van een transgender persoon. Iemands dode naam is net zo privé als iemands medische gegevens.
Drag
Het op een theatrale manier dragen van kleding en make-up, met name in een stijl die met uitgesproken vrouwelijkheid (drag queens) of met uitgesproken mannelijkheid (drag kings) wordt verbonden. Drag is een kunstvorm, waarbij de artiesten elk gender en elk geslacht kunnen hebben.
Emancipatie
Het streven naar een gewone plaats in de samenleving.
Ethisch non-monogaam (ENM)
Relaties waarbij er meerdere partners zijn, met instemming van iedereen. Ethische non-monogamie kan veel verschillende vormen aannemen. Iemand kan seksueel contact hebben met meerdere mensen, denk bijvoorbeeld aan swingers. Maar het kan ook zijn dat iemand een romantische relatie aangaat met 2 of meer mensen, waar iedereen zich prettig bij voelt. Dit laatste heet een polyamoreuze relatie.
Etniciteit
De culturele identiteit van een persoon, bijvoorbeeld culturele gewoontes, religie, kleding, eten of nationaliteit.
EM of ECM
Etnische minderheid, of etnisch culturele minderheidsgroep.
Etnisch profileren
Het gebruik maken van kenmerken zoals huidskleur, nationaliteit, etniciteit, taal of geloof bij opsporing of handhaving, zonder geldige reden.
Femicide
Moord op vrouwen omdat zij vrouw zijn.
Feminisme
Het opkomen voor gelijke rechten voor vrouwen, en mensen die als vrouwelijk worden gezien.
Gelijkheid
Gelijk zijn wat betreft status, rechten en mogelijkheden.
Gelijkwaardigheid
Het principe dat mensen, ongeacht de verschillen onderling, van gelijke waarde zijn. Het is de overtuiging dat iedereen gelijke kansen verdient. In de praktijk kan dit gedaan worden met aanpassingen voor doelgroepen die extra aanpassingen nodig hebben.
Gemarginaliseerde groep
Een groep die minder macht heeft in de maatschappij, omdat zij bepaalde kenmerken hebben zoals hun gender, huidskleur, of een beperking.
Gender
Het gevoel van mannelijk, vrouwelijk, beide, of geen van beide zijn. Iemands gevoel van gender hoort bij de persoon, en kan hetzelfde zijn als iemands geslacht, of juist anders.
Genderdiscriminatie
Discriminatie waardoor iemand minder goed wordt behandeld op basis van gender.
Genderdysforie
Een naar gevoel als je gender niet past bij hoe je lichaam is, en bij hoe je in de maatschappij staat. Denk bijvoorbeeld aan een vrouw die een diepe stem heeft en baardgroei, en zich hier naar bij voelt. De stress hiervan kan ziekmakend zijn. Veel (maar niet alle) transgender mensen ervaren hun gevoelens als genderdysforie.
Gendereuforie
Een positief gevoel als je gender goed past bij hoe je lichaam is, en bij hoe je in de maatschappij staat. Denk bijvoorbeeld aan een vrouw die eruitziet als een vrouw, en die gewoon als vrouw wordt behandeld door haar omgeving.
Genderexpressie
Genderexpressie is de manier waarop je je gender uit. Denk hierbij aan de kledingkeuze of make-up. Iemand kan zich net zo kleden als andere mensen van hun sekse of gender. Maar iemand kan zich ook heel anders kleden.
Genderfluïde
Genderfluïde mensen hebben een gender dat met de tijd wisselt. Ze zijn dus soms mannelijker, soms vrouwelijker, of soms neutraler.
Genderidentiteit
Hoe je jezelf voelt en beschrijft wanneer je het over je eigen lichaam en geest hebt. Dit is niet altijd hetzelfde als iemands geslacht. Aan de buitenkant kan je niet zien hoe iemand zich van binnen voelt. Iemand kan bijvoorbeeld geboren zijn met een penis, en als persoon een vrouw zijn. Of andersom, of geen van beide.
Genderincongruëntie
Het gevoel dat je gender (hoe mannelijk/vrouwelijk je als persoon bent) niet past bij je uiterlijk.
Gendergelijkheid
Het gelijk behandelen van mensen in de maatschappij en voor de wet, ongeacht geslacht, genderidentiteit of seksuele gerichtheid.
Genderneutraal
Geen onderscheid maken tussen verschillende sekses en genders. Dingen worden dus niet gezien als ‘typisch voor jongens’ of ‘typisch voor meisjes’, maar gewoon voor kinderen en mensen algemeen.
Genderqueer
Genderqueer mensen zijn als persoon geen man óf vrouw. Dit wordt ook wel non-binair genoemd.
Genderrol
De rolpatronen die cultureel bepaald zijn voor elke sekse. Bijvoorbeeld het idee dat roze ‘voor meisjes’ zou zijn en blauw ‘voor jongens.’
Gendersensitiviteit
Als je gendersensitief werkt houdt je rekening met de ideeën die in de maatschappij leven over mannelijkheid, vrouwelijkheid en genderneutraliteit. Je houdt bijvoorbeeld ook rekening met gender en genderongelijkheid als oorzaak van geweld.
Geslacht
Je geslacht, of sekse, verwijst naar de lichamelijke kenmerken die een mens vrouwelijk of mannelijk maken. Het gaat hierbij om genen, hormonen en geslachtskenmerken. Bijvoorbeeld een penis of een vulva. Iemands chromosomen kunnen XY, XX, XYY, XXY, XO enzovoorts zijn. Meer dan 1 op de 90 mensen wordt geboren met mannelijke én vrouwelijke lichaamskenmerken. Je bent dan intersekse. Dit is heel normaal.
Geuzennaam
Een woord dat oorspronkelijk een scheldwoord is, maar dat door de betroffen gemeenschap is teruggepakt, en nu door hen juist positief wordt gebruikt.
Handicap
Een ander woord voor een belemmering of een beperking. Een handicap belemmert of beperkt je dus in het dagelijks leven. De oorzaak is per persoon verschillend: soms is het aangeboren, en soms ontstaat een beperking na een ziekte of een ongeval. Een handicap kan zichtbaar, maar ook onzichtbaar zijn. Let wel: niet iedereen in deze omstandigheden ziet zichzelf als gehandicapt of beperkt.
Heteroseksueel
Mensen met een seksuele voorkeur voor een ander gender of geslacht dan hun eigen gender en geslacht. Denk hierbij aan een man die op vrouwen valt, of een vrouw die op mannen valt.
Heteronormativiteit
Heteronormativiteit is het idee dat hetero’s normaal zouden zijn, en andere identiteiten abnormaal. Deze houding is op veel plekken te zien, zoals in media, opvoeding en op school.
Homoseksueel
Mannen die zich romantisch en/of seksueel hoofdzakelijk aangetrokken voelen tot mannen. Ook mensen met andere genders of geslachten kunnen deel zijn van de homo-gemeenschap.
Homofobie
Een haat voor, of afkeer van, homoseksuele mensen of homoseksualiteit. Fobie betekent letterlijk ‘angst’ of ‘afstoting’, maar gaat ook over een negatieve houding.
Identiteitsvorming
Het voortdurende proces waarin iemands identiteit tot stand komt. Dit proces is een wisselwerking tussen onszelf en de omgeving.
Inclusie
Het betrekken van mensen, met als doel gelijkwaardige deelname.
Institutioneel racisme
Racisme dat diep in een systeem zit ingeworteld, zoals op een school, in een bedrijf of in de hele maatschappij.
Intergenerationeel trauma
Trauma dat van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. Dit gebeurt zowel sociaal als lichamelijk (in het DNA).
Intersectionaliteit
De manier waarop verschillende identiteitskenmerken samenhangen, zoals gender, seksualiteit, beperking, religie, en klasse. Door deze combinatie kan iemand extra discriminatie ervaren. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf dat niet discriminerend is tegen vrouwen óf tegen mensen van kleur, maar wel tegen vrouwen van kleur.
Intersekse
Intersekse mensen zijn geboren met mannelijke én vrouwelijke geslachtskenmerken tegelijk. Dit is een heel normale menselijke variatie, en dit komt vaker voor dan rood haar. Vroeger werd intersekse ook wel ‘hermafrodiet’ genoemd, maar veel mensen voelen zich bij dat woord niet comfortabel.
Islamofobie
Een haat voor, of afkeer van, islam, moslims, en mensen die als islamitisch worden gezien. Fobie betekent letterlijk ‘angst’ of ‘afstoting’, maar gaat ook over een negatieve houding.
Kansarmoede
Als je kansarm bent heb je minder kans op succes in de maatschappij. Kansarmoede is niet hetzelfde als armoede. Het verschil is dat de uitdagingen niet alleen financieel zijn. Kansarmoede gaat over sociale, culturele, educatieve en maatschappelijke dingen.
Klasse
Ook wel sociaal-economische status (SES) genoemd. Dit heeft te maken met hoeveel geld en hoeveel kansen iemand in de maatschappij heeft.
Kleurenblind
Kleurenblind is een houding waarbij huidskleur/etniciteit en de (machts)verschillen die hieruit voortkomen worden genegeerd, of niet als belangrijk worden gezien.
Kruispuntdenken
Ook wel intersectionaliteit genoemd. Intersectionaliteit gaat over die manier waarop al je kenmerken, zoals huidskleur, gender en beperking, samen je plek in de maatschappij bepalen.
Lesbisch
Vrouwen die zich romantisch en/of seksueel hoofdzakelijk aangetrokken voelen tot vrouwen. Ook mensen met andere genders of geslachten kunnen deel zijn van de lesbische gemeenschap.
LHBTQIA+
Met de afkorting LHBTQIA+ bedoelen we het volgende:
- Lesbische mensen
- Homoseksuele mensen
- Biseksuele mensen
- Transgender mensen
- Queer/questioning mensen
- Intersekse mensen
- Aseksuele mensen
- +: overige mensen die niet cisgender en/of niet hetero zijn
Microagressies
Alledaagse dingen die als aggressief en discriminerend worden ervaren. Deze kunnen klein zijn of onschuldig klinken, maar het stapelt zich op. Daarom hebben ook kleine agressies grote impact. Het woord microaggressies gaat over de verhouding tussen mensen onderling, dus niet tussen de verhouding tussen de mens de de staat.
Minderheidsstress
De stress die ontstaat als iemand steeds opnieuw als ‘anders’ wordt behandeld in de maatschappij. Bijvoorbeeld de stress van iemand die regelmatig racisme meemaakt. Minderheidsstress is ziekmakend.
Misgenderen
Iemand een verkeerd gender noemen, bijvoorbeeld “meneer” zeggen tegen een vrouw. Het misgenderen van transgender mensen veroorzaakt genderdysforie, en is dus ziekmakend. Daarom is het belangrijk om mensen altijd aan te spreken als het gender dat ze zelf aangeven.
Misandrie
Een negatieve houding tegenover mannen en mannelijkheid.
Misogynie
Een negatieve houding tegenover vrouwen en vrouwelijkheid.
Neurodiversiteit
De verschillen tussen de hersenen van mensen, en dus de verschillende manieren van denken en leren. Denk hierbij aan autisme, ADHD, dyslexie, het Tourette-syndroom etc. Net als dat iedereen kan verschillen op basis van seksualiteit, gender, cultuur, zijn er geen juiste of onjuiste vormen van neurodiversiteit.
Neurodivergent
Als je neurodivergent bent, werkt je brein op een manier die verschilt van wat door de samenleving als ‘normaal’ wordt beschouwd. Denk hierbij aan mensen met autisme, dyslexie, epilepsie, ADHD, of hoogbegaafdheid.
Neurotypisch
Iemand van wie de hersenen als ‘normaal’ worden gezien in de maatschappij. Vaak wordt dit woord specifiek gebruikt om aan te geven dat iemand niet op het autisme-spectrum zit. Het tegenovergestelde van neurotypisch is neurodivergent, of neuroatypisch.
Non-binair
Bij je geboorte krijg je meestal het geslacht man of vrouw toegewezen, maar veel mensen zijn als persoon niet strikt 1 van deze 2 opties. Non-binair is een parapluterm voor alle genderidentiteiten die anders zijn dan strikt man en vrouw.
Normdenken
Denken volgens de norm, dus volgens wat als normaal wordt gezien in de maatschappij.
Omgekeerd racisme (reverse racism)
Het idee dat mensen van kleur de macht zouden hebben om witte mensen systematisch te discrimineren op basis van hun etniciteit. In Nederland is institutioneel racisme tegenover witte mensen niet mogelijk, omdat witte mensen de macht hebben in het land. Wel kan elk individu natuurlijk vooroordelen hebben tegenover een ander, of discriminerend handelen.
Onbewust vooroordeel
Stereotypen en vooroordelen waar we ons niet bewust van zijn.
Panseksueel
Aantrekking voelen tot mensen ongeacht hun gender of geslacht.
Patriarchaat
De machtspositie van de man binnen de maatschappij.
Polyamorie
Een persoon die openstaat voor meer dan één intieme band tegelijkertijd, bijvoorbeeld meerdere romantische relaties. Dit gaat op een ethische manier en met toestemming van alle betrokken personen.
Polygamie
Trouwen met meer dan 1 persoon. Het woord polygamie wordt ook wel gebruikt als synoniem voor polyamorie.
Privilege
Een voorrecht dat beschikbaar is voor een specifieke groep, maar niet voor mensen uit een andere groep. Heteroseksuele mensen zullen bijvoorbeeld niet snel puur vanwege hun seksuele gerichtheid worden afgewezen bij een sollicitatie.
Queer
Mensen die niet hetero en/of niet cisgender zijn. De term kan gezien worden als synoniem voor LHBTQIA+, en wordt gebruikt voor en door mensen die zichzelf niet willen identificeren met een vaststaande gender- of seksuele identiteit. ‘Queer’ is ook regelmatig gebruikt als scheldwoord, en is daardoor een geuzennaam.
Racisme
Racisme is het idee dat een etnische groep minder zou zijn dan een andere etnische groep. Racisme gaat over het innerlijk en uiterlijk van groepen, en ook over hun cultuur, zoals religie en eetgewoontes.
Ras
Er is één mensenras. Het woord ‘ras’ wordt ook wel gebruikt om over uiterlijke verschillen te praten tussen mensen met verschillende geografische achtergronden, maar biologisch gezien zijn wij allemaal hetzelfde ras.
Rassendiscriminatie
Een ander woord voor racisme. Er wordt verschil gemaakt in de behandeling tussen personen van verschillende huidskleuren. Rassendiscriminatie is gebaseerd op het valse idee dat er belangrijke en hiërarchische verschillen zouden zijn tussen mensen op grond van hun ‘ras.’
Rolmodel
Een persoon die een voorbeeld is voor andere mensen. Een activist kan bijvoorbeeld een rolmodel zijn.
Roma en Sinti
De Roma (meervoud van Rom) zijn van oorsprong nomadische volkeren, waarvan de Sinti (mannelijk Sinto, vrouwelijk Sintezza) de bekendste groep is in Europa is. Sinti en Roma worden soms nog aangeduid met de term ‘zigeuner’ die zij als denigrerend beschouwen.
Safe(r) space
Dit is een veilige(re) omgeving waar mensen zichzelf kunnen zijn zonder oordeel. Hier lopen mensen dus minder risico om gediscrimineerd te worden, of om slachtoffer van (fysiek & psychologisch) geweld te worden.
Seksisme
Discriminatie tegen een bepaalde sekse. Seksisme kan op meerdere niveaus voorkomen: individueel, organisatorisch, institutioneel en cultureel. Seksisme kan ook wel genderdiscriminatie worden genoemd.
Seksualiteit
Seksuele gevoelens, gedachten, aantrekkingskracht en gedrag ten opzichte van andere mensen. Je kunt andere mensen fysiek, seksueel, romantisch of emotioneel aantrekkelijk vinden, en al die dingen maken deel uit van je seksualiteit. Seksualiteit is divers en persoonlijk. Sommige mensen hebben veel van deze gevoelens, en andere mensen hebben er minder of geen.
Seksueel geweld
Hieronder vallen misbruik, dwang, en verbaal geweld.
Seksuele intimidate
Dit omvat alle ongewenste opmerkingen, gebaren en acties die zonder toestemming aan een vreemde worden opgedrongen. Denk bijvoorbeeld aan nafluiten, naroepen, sissen, staren, seksuele gebaren, om seks vragen, ongevraagd volgen, betasten, of in het nauw drijven.
Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie, seksuele geaardheid, seksuele gerichtheid en seksuele voorkeur betekenen allemaal ongeveer hetzelfde. Het gaat er daarbij om tot wie je je aangetrokken kan voelen.
Sociaal construct
De ideeën die in de maatschappij ergens over bestaan. We zeggen bijvoorbeeld: ras is een sociaal construct, en gender is een sociaal construct. Dit betekent dat er wel degelijk verschillen bestaan tussen mensen, maar dat veel ideeën over deze verschillen verzonnen zijn door de maatschappij.
Sociale normen
Een voorbeeld van een sociale norm is dat iedereen op hun beurt wacht in de rij voor de kassa. Een ander voorbeeld is dat van iedereen wordt verwacht dat ze hetero zouden zijn. Sommige sociale normen zijn onschuldig, maar andere sociale normen kunnen mensen buitensluiten.
Stereotypen
Algemene verwachtingen over mensen. Deze kunnen zowel positief als negatief zijn. In de praktijk zijn deze beelden vaak negatief. Hoe sterker de stereotiepe beelden zijn over een bepaalde groep mensen, hoe groter de kans is dat zij worden gediscrimineerd.
Straatintimidatie
Dit omvat alle ongewenste opmerkingen, gebaren en acties in de openbare ruimte die zonder toestemming aan een vreemde worden opgedrongen. Denk bijvoorbeeld aan nafluiten, naroepen, sissen, staren, seksuele gebaren, om seks vragen, ongevraagd volgen, betasten of in het nauw drijven.
Tokenisme
Wanneer iemand uit een minderheidsgroep wordt ingezet als token (Engels voor ‘bewijsstuk’) om te laten zien dat er diversiteit is, maar zonder dat diegene echt inspraak of invloed krijgt. Bijvoorbeeld als een organisatie een zwarte vrouw inhuurt om er divers uit te kunnen zien, maar vervolgens negatief reageert als deze vrouw racisme in de organisatie aankaart.
Transgender
Een transgender persoon, of kortweg trans persoon, is iemand die zich niet (helemaal) herkent in het geslacht dat bij de geboorte is geregistreerd. Iemand kan bijvoorbeeld als persoon een jongen zijn, en geboren zijn met het soort lijf dat je meestal bij meisjes ziet, of andersom. Of iemand kan als persoon niet strikt man óf vrouw zijn.
Transfeminien
Mensen die als persoon vrouwelijker zijn dan het uiterlijk waarmee ze zijn geboren, op een spectrum. Hieronder vallen transgender vrouwen.
Transmasculien
Mensen die als persoon mannelijker zijn dan het uiterlijk waarmee ze zijn geboren, op een spectrum. Hieronder vallen transgender mannen.
Transfobie
De afkeer van of vijandigheid tegenover transgender mensen. Hiervoor wordt ook wel het woord transhaat gebruikt. Fobie betekent letterlijk ‘angst’ of ‘afstoting’, maar gaat ook over een negatieve houding.
Transitie
Transitie voor transgender mensen kan bijvoorbeeld bestaan uit een nieuw kapsel, nieuwe kleding, een nieuwe naam, andere hormonen, of chirurgie. Het is het proces dat iemand ingaat om zich comfortabel te kunnen voelen.
Transmedicalisme
Het idee dat iemand alleen ‘echt’ transgender zou zijn als diegene aan strenge medische voorwaarden voldoet. Transmedicalisten die zelf transgender zijn, noemen zichzelf ook wel truscum. In de praktijk is transgender zijn een individuele ervaring, en bestaan er geen vastliggende voorwaarden voor.
Transraciaal
De ervaringen van mensen die in een andere etniciteit zijn geadopteerd dan de etniciteit waarmee ze zijn geboren. Een zwarte persoon die door witte mensen is geadopteerd is een voorbeeld hiervan.
Transgender man
Een trans man is een man die is geboren met een lichaam dat je meestal bij meisjes ziet.
Transgender vrouw
Een trans vrouw is een vrouw die is geboren met een lichaam dat je meestal bij jongens ziet.
Travestiet
Iemand die graag kleding draagt die meestal wordt geassocieerd met een ander gender of geslacht; voornamelijk mensen die als man worden gezien en graag vrouwenkleding dragen. Dit kan privé, of als vorm van podiumkunst. Een groeiend aantal mensen ervaart dit woord als een scheldwoord.
Uit-groep
Een sociale groep waarmee iemand zich niet identificeert. Mensen uit de uit-groep worden dus buitengesloten.
Universeel ontwerp
Een gebouw, product, dienst of omgeving zo ontwerpen dat het voor iedereen toegankelijk is: ongeacht leeftijd, beperking, of welke factor dan ook.
Validisme (ableism)
Discriminatie van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een lift zonder braille.
Verkapte discriminatie
Het heel bewust gebruiken van onschuldig klinkende woorden, als er eigenlijk discriminatie wordt bedoeld.
Voornaamwoorden (pronouns)
Met deze woorden verwijzen we naar iemand zonder hun naam te noemen. Voornaamwoorden in de Nederlandse taal zijn bijvoorbeeld: ik, jij, wij, jullie, hij/hem, zij/haar, hen/hun en die/diens. Sommige mensen hebben nog andere voornaamwoorden.
Vooroordelen
Vooroordelen zijn ideeën over andere mensen. Bijvoorbeeld het idee dat iemand een crimineel zou zijn, omdat diegene een andere afkomst heeft dan de meeste mensen in de Nederlandse maatschappij.
Wit privilege
Het voorrecht dat witte mensen hebben in de Nederlandse maatschappij. Witte mensen hebben bijvoorbeeld het privilege dat ze in Nederland niet puur vanwege hun huidskleur zullen worden aangehouden.
Xenofobie
Letterlijk betekent dit ‘de angst voor het onbekende.’ Het gaat over de afkeer van mensen die als buitenlands worden gezien. Dit heeft ook effect op mensen met een migratie-achtergrond die in Nederland zijn geboren. Fobie betekent letterlijk ‘angst’ of ‘afstoting’, maar gaat ook over een negatieve houding.
Zwart feminisme (Black feminism)
Deze vorm van feminisme focust zich op de bevrijding van zwarte vrouwen van de negatieve gevolgen van racisme, seksisme en klassendiscriminatie.
Laatste nieuws
-
Nieuw in de Kennisbank: “Diversiteit en Emancipatie”
Gepubliceerd op: -
“Een handicap hoeft geen beperking te zijn”
Gepubliceerd op: