Een brandalarm hoor je niet als je doof bent, waardoor je misschien lekker binnen blijft. De hoeveelheid voeding die je je baby moet geven is niet altijd even logisch als je licht verstandelijk beperkt bent. En mensen met autisme gaan bij een brandalarm niet automatisch naar buiten. Er zijn allerlei beperkingen, zowel zichtbaar als onzichtbaar, waardoor gevaarlijke situaties nóg gevaarlijker kunnen worden. Om hulpverleners daar meer inzicht in te geven, verzorgt MEE Rotterdam trainingen, workshops en voorlichtingen. “Dat doen we nooit zonder ervaringsdeskundige zelf.”

MEE Rotterdam zorgt er niet alleen voor dat mensen met een beperking meer grip krijgen op hun leven, maar ook dat zij beter begrepen worden door mensen zonder beperking. “Door onze trainingen, workshops en voorlichtingen krijgen hulpverleners meer inzicht in de problemen waar mensen met een beperking tegenaanlopen”, zegt Wilma Bruinen, coördinator groepsvoorlichting van MEE Rotterdam. “We nemen altijd een ervaringsdeskundige mee. Als iemand zelf haar of zijn verhaal vertelt, maakt dat veel meer indruk. Pas als je iemand goed begrijpt, kun je als hulpverlener alerter en sensitiever worden.”

Onzichtbare beperkingen

Voor hulpverleners zijn vooral onzichtbare beperkingen een complicerende factor. Denk aan een auditieve beperking, een chronische ziekte als MS, een licht verstandelijke beperking, niet-aangeboren hersenletsel, autisme, et cetera. Voor welzijnswerkers en hulpverleners kan het lastig zijn om de juiste hulp aan te bieden, als niet precies duidelijk is welke problemen er spelen. “Het is daarom van belang om altijd alert te zijn op de mogelijkheid dat iemand een beperking heeft, ook als je die op het eerste oog niet kan zien”, legt Wilma uit. “Door op een respectvolle manier door te vragen kun je achterhalen of iemand met een beperking kampt en daardoor mogelijk specialistische hulp nodig heeft.”

De belangrijkste regel hierbij, is mensen altijd met respect behandelen. “Als je een nieuwe cliënt hebt en het gevoel krijgt dat je belangrijke informatie mist, vraag dan niet direct of diegene een beperking heeft. Dat kan onnodig kwetsen”, legt Wilma uit. “Zo vraag ik bijvoorbeeld terloops naar iemands werkloopbaan en schoolloopbaan. Als iemand antwoordt dat zij of hij Accent gevolgd heeft, dan weet je dat het praktijkonderwijs betreft. Ook zou je kunnen vragen welke baantjes iemand de afgelopen tijd heeft gehad. Stel dat iemand in een jaar tien verschillende baantjes heeft gehad, dan weet je dat die persoon het niet lang kan volhouden op een werkplek. Vervolgens kun je doorvragen of diegene niet zo goed met collega’s overweg kon, of misschien moeite had om op tijd te komen. Door voorzichtig door te vragen, kun je erachter komen of iemand kampt met een licht verstandelijke beperking, een psychische beperking of iets anders.” 

Licht verstandelijke beperking

Welzijnswerkers zouden extra alert moeten zijn op de groep mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). “In Rotterdam is er een grote groep LVB’ers die niet gezien wordt”, zegt Wilma. “Mensen uit deze groep zijn vaak street wise en verbaal heel handig. Dat houdt in dat ze gemakkelijk meepraten over verschillende onderwerpen, bijvoorbeeld omdat ze termen gebruiken die ze van andere welzijnswerkers hebben gehoord. Hierdoor krijg je al snel de indruk krijgt dat ze jou begrijpen. Daarbij is het ook logisch dat iemand doet alsof zij of hij je begrijpt, omdat de schaamte om hulp te vragen vaak groot is.”  

Wilma vertelt over een vrouw met een licht verstandelijke beperking, die tijdens een voorlichting van MEE als ervaringsdeskundige haar verhaal deelt. “Voor deze mevrouw is het heel lastig om haar dag in te delen. Als je net een baby hebt gekregen, is een vast dagritme van groot belang voor de gezondheid van je kindje. De baby moet op gezette tijden eten, ze moet voldoende slapen en op tijd verschoond worden. Voor iemand met een verstandelijke beperking kan dat een hele opgave zijn, waardoor het kindje mogelijk gezondheidsrisico’s loopt. Het is dus van groot belang dat bijvoorbeeld huisartsen alert zijn op signalen.”

Aannames en onwetendheid

Een ander belangrijk aspect is je bewust zijn van mogelijke vooroordelen en aannames. “Een van onze ervaringsdeskundigen heeft een auditieve beperking”, vertelt Wilma. “Bij voorlichtingen over doofheid vertelt ze over haar kinderen, die allebei kunnen horen. Dat zorgt vaak voor gefronste wenkbrauwen bij de toehoorders, maar in haar geval is er helemaal geen sprake van een erfelijke component. Ze is doof geworden als gevolg van een ziekte.”

Ook een mogelijkheid is dat de persoon in kwestie zelf niet op de hoogte is van haar of zijn onzichtbare beperking. “Stel dat iemand een autismespectrumstoornis heeft, dan is de kans groot dat die persoon daar zelf niet van op de hoogte is. Dat spectrum is zo breed en er zijn zoveel variaties, wat het enorm lastig maakt om daar inschattingen van te maken”, legt Wilma uit. “Bij autisme denken de meeste mensen direct aan overprikkeling, terwijl ik ook verschillende mensen met autisme ken die juist onderprikkeld zijn. Zij ondervinden minder last van lawaai, waardoor ze een alarm wel opmerken maar niet tot actie kunnen overgaan. Dat zijn dingen waar je als welzijnswerker niet direct bij stilstaat.”

Andere aanpak

Zoveel verschillende mensen, zoveel verschillende aanpakken, blijkt wel uit de workshops van MEE Rotterdam. “We geven vaak workshops aan de brandweer, politie of vervoersorganisaties”, zegt Wilma. “Dan gaan agenten bijvoorbeeld zelf rondlopen met een simulatiebril en stok, om een visuele beperking te simuleren. Of ze gaan een stukje in een rolstoel rijden, zodat ze echt ervaren hoe het is om een beperking te hebben.”

De workshops zijn daarbij heel praktisch ingestoken. “Een elektrische rolstoel, bijvoorbeeld, is hartstikke zwaar en die rol je niet zomaar weg in een noodsituatie”, legt Wilma uit. “Als de persoon in deze rolstoel zelf niet meer kan rijden in een noodsituatie, moet je toch die rolstoel zien weg te krijgen. Er zit een functie op om de rolstoel te ‘unlocken’, maar die moet je maar net kennen. Het is dus ontzettend handig om deze trucjes te leren.”

Ook een voorlichting of workshop?

Wil je ook een voorlichting of workshop over leven met een (onzichtbare) beperking voor jouw organisatie? Via MEE Rotterdam Rijnmond kun je een aanvraag indienen.