Wat zeggen onze geschiedenisboeken over het slavernijverleden?
Een paar tweets over de herdenking van de afschaffing van de slavernij: “Doe toch normaal man, da’s dus al meer dan 150 jaar geleden, hè. Val me niet lastig me je verleden van de opa van je opa”. Of: “Wie verkochten die slaven dan? Dat waren de Afrikanen zelf.” Dit zijn veelgehoorde reacties als het slavernijverleden en de rol van Nederland ter sprake komt. En deze reacties zijn niet toevallig.
Vier eeuwen slavernij
Wat is van vier eeuwen slavernij terug te vinden in onze geschiedenisboeken? Welke aandacht krijgt de slavenhandel en de gedwongen arbeid op de plantages? Wat leren we over de achtergronden en cultuur van de mensen die tot slaaf werden gemaakt? Wat vertellen we over de rol van Nederland?
Op de Keti Koti Lecture in het stadhuis van Rotterdam ging Dr. Melissa F. Weiner in op deze vragen. Weiner onderzoekt rassenrelaties in de VS en Europa. In 2011 analyseerde zij ruim tweehonderd Nederlandse lesboeken geschiedenis voor de basisschool die zijn verschenen tussen 1980 en 2011. Haar eerste constatering: in 96 boeken, nog niet de helft dus, wordt slavernij op een of andere manier besproken. Het kan dan ook gaan om slaven in de Romeinse tijd. Over zwarte slavernij is in nog geen vijftig boeken iets terug te vinden. In ongeveer 20 procent van alle boeken bleef zwarte slavernij onbesproken.
Economische motieven
Als zwarte slavernij wel wordt besproken, dan valt het volgende op. De slavenhandel wordt in de helft van de boeken verantwoord vanuit economische motieven. De plantages hadden arbeidskrachten nodig om te planten en te oogsten. Dat het leven op de plantages hard is en slaven slecht werden behandeld, wordt beschreven in twee derde van de boeken die het onderwerp behandelen. Daarmee zijn de Nederlandse boeken dan weer eerlijker dan de boeken in de VS, volgens Melissa Weiner. Maar waar die wreedheid dan uit bestond of waarom het onrecht werd gecontinueerd, blijft evengoed onbesproken.
Onbetwist feit
In de geschiedenisboeken wordt slavernij volgens Weiner als een onbetwist feit gepresenteerd: slavenhandel was een kwestie van vraag en aanbod. Omdat slaven nu eenmaal het eigendom waren van mensen, waren hun nakomelingen dat vanzelfsprekend (?) ook. Ook lijkt het volstrekt normaal dat witte Europeanen zich de Caribische landen hadden toegeëigend en zeggenschap hadden over de grondstoffen en het land. Hoe de Nederlanders daar kwamen, wat de rol van de Nederlandse overheid was en welk geweld nodig was om deze verhoudingen te bekrachtigen, blijven onbesproken. Evenals het feit dat na de afschaffing van de slavernij er een overgangsperiode van 10 jaar was bedongen om plantage-eigenaren schadeloos te stellen.
Rol van Nederland
Volgens Melissa Weiner valt in ruim een derde van de boeken te lezen dat Nederland medeverantwoordelijk is voor de slavenhandel. Dan gaat het alleen over de slavenhandel, in geen van de boeken wordt gewag gemaakt van Nederlandse plantage-eigenaren. Portugezen of Engelsen worden in onze geschiedenisboeken wel genoemd als het gaat om de misstanden waar die landen verantwoordelijk voor waren. De slavernij in verband brengen met de Nederlandse Gouden Eeuw, gebeurt in slechts twee boeken.
Opmerkelijk is haar constatering dat verantwoordelijkheid vaak diffuus blijft doordat de opstellers van de geschiedenisboeken zinnen in de lijdende vorm formuleren, bijvoorbeeld: de slaven werden slecht behandeld. Wie de slaven slecht behandelde, blijft dan onbenoemd.
Slaaf is (g)een mens
Van de tot slaaf gemaakten komt in de geschiedenisboeken nauwelijks een volwaardig menselijk beeld naar voren. Voor een dergelijk mensbeeld zijn volgens Weiner drie criteria noodzakelijk: emoties, familieverbanden en een eigen (Afrikaanse) cultuur. In twee derde van de boeken ontbreekt elk van bovengenoemde criteria en blijft de menselijke kant van de tot slaaf gemaakten dus onbesproken. In 57 procent van de boeken wordt een stereotype beeld geschetst, bijvoorbeeld van slaven als bedienden of dansend in het veld. Soms worden ze extreem gewelddadig afgebeeld, zoals bijvoorbeeld in een illustratie waarin een groep Marrons, slaven die wisten te ontsnappen, een plantage overvallen. De Marrons zijn afgebeeld als gewelddadige woestelingen en tonen geen emoties waarmee een lezer zich kan identificeren. Op de gezichten van de wegvluchtende plantage-eigenaar en zijn familie is angst te lezen, een sterke menselijke emotie die wel identificatie met zich meebrengt.
Verzet krijgt weinig aandacht
Slaaf zijn is geen natuurlijke staat maar een opgedrongen positie. Gevangen, verkocht verhandeld en tot eigendom gemaakt of geboren in deze positie. Letterlijk of figuurlijk geketend of geknecht. De boeken schenken daarentegen geen aandacht aan het systeem van onderdrukking en het geweld dat nodig was om deze verhoudingen te bestendigen. Het verzet uit deze onmogelijke positie is beperkt beschreven in de geschiedenisboeken. In Suriname braken er geregeld opstanden uit. De Surinaamse Marrons, slaven die wisten te ontsnappen en in het oerwoud leefden, worden in iets meer dan een derde van de boeken genoemd. We lezen niet dat Curaçao te klein is om uit de greep te blijven van de plantagehouders en wordt omringd door water wat vluchten onmogelijk maakte. De naam van de Curaçaose vrijheidsstrijder Tula wordt in geen van de boeken genoemd.
Blik op de toekomst
Sociologe Bijnaar kijkt naar de mogelijkheden om de sensitieve geschiedenis van vier eeuwen slavernij en ons koloniale verleden vorm te geven en het verband te leggen met het heden. Ze ontwikkelde de toolbox ‘Burgerschap en slavernij’ en droeg bij aan de website ‘Slavernij en jij’. Op deze website lezen we waarom: “De cultuur van Surinamers en Antillianen heeft veel sporen uit het slavernijverleden: in de taal, de religie, gezegden en spreekwijzen, dans en muziek, handelingen en gewoonten, opvattingen, verhalen, kostuums en hoofddoeken, gerechten en zo meer. Voor sommige mensen gaan de sporen verder dan deze culturele of sociale dingen. Zij zien ook politieke sporen, zoals racisme en discriminatie, stereotypen en sociale ongelijkheid. De koloniale slavernij is in 1863 afgeschaft, maar wat er toen allemaal is gebeurd, is niet vergeten. Het is een lelijke bladzijde waar niet iedereen graag aan herinnerd wil worden. Soms botst dat: tussen diegenen die willen vergeten en diegenen die niet willen vergeten. “
Deze laatste zin schetst precies het verschil in perspectief waarmee dit artikel begon. De tweets zijn een typisch product van ‘onze’ geschiedenis met betrekking tot slavernij, want:
1) Het accent ligt op de afschaffing van de slavernij en niet op vier eeuwen die eraan voorafgingen.
2) Er was gelegenheid (vraag en aabod) en noodzaak (plantages). De situatie duurde voort (geen aandacht voor systeem en geweld).
3) De meeste tot slaaf gemaakten schikten zich in hun lot of waren woeste opstandelingen.
4) Het is voorbij en heeft geen invloed meer op beelden en verhoudingen nu tussen witten en zwarte Nederlanders.
Dit perspectief zal waarschijnlijk in toenemende mate botsen met dat van de nazaten van de van slaaf gemaakten die de sporen dragen, willen gedenken en een gelijkwaardige toekomst willen.
Door Rita Schriemer en Mark Kivit
Een lijst met artikelen
-
Nieuw in de Kennisbank: “Diversiteit en Emancipatie”
Gepubliceerd op: -
Woordenlijst diversiteit en inclusie
Gepubliceerd op: