Morgen vieren we Internationale Vrouwendag. Op deze dag staan we stil bij de rechten die vrouwen verworven hebben, maar ook bij de stappen die nog nodig zijn om gelijkheid tussen man en vrouw te waarborgen. “Bijna de helft van de vrouwen in Nederland heeft in haar leven te maken gehad met seksueel of fysiek geweld”, zegt Suzanne Bouma, hoofd Onderzoek bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. “Geweld tegen vrouwen hangt samen met de verschillen in maatschappelijke positie van vrouwen en mannen, de daarmee samenhangende stereotypering en hardnekkige sociale en culturele legitimeringen van geweld. Een gendersensitieve aanpak is noodzakelijk om geweld tegen vrouwen te voorkomen en bestrijden.”

Een eeuw kiesrecht

Sinds 1911 wordt Internationale Vrouwendag gevierd, waarbij wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor gelijke rechten en de positie van de vrouw. “In 1912 werd in Nederland voor het eerst Vrouwendag gevierd, toen werd vooral ingezet op algemeen kiesrecht voor vrouwen. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat het actieve kiesrecht werd ingevoerd in Nederland. Bij Atria besteden we daar het hele jaar door aandacht aan. Zo organiseren we bijvoorbeeld speciale Kiesrecht-tours, zodat mensen bijzondere archiefstukken uit die tijd kunnen bekijken.” 

Een belangrijke mijlpaal, actief kiesrecht, maar natuurlijk lang niet het enige wat onze grootmoeders, tantes en moeders bereikt hebben. “Er is gelijke toegang tot onderwijs, we worden niet meer ontslagen als we trouwen, we kunnen zonder handtekening van onze man een stofzuiger kopen of bankrekening openen, de zorgtaken zijn niet meer per definitie de verantwoordelijkheid van de vrouw”, zegt Bouma. “Het is goed om op Internationale Vrouwendag stil te staan bij deze verworvenheden.”

Emancipatieranglijst

Ondanks dat we onszelf in Nederland veelal heel geëmancipeerd vinden, staat Nederland op de 27e plek in de wereldwijde emancipatieranglijst. “We doen een heleboel dingen goed, maar vooral Scandinavische landen scoren beter op emancipatie dan wij”, zegt Bouma. “Waarom dan toch vaak gedacht wordt dat gelijkheid bereikt is, dat is me een raadsel. Het betekent dat we moeten blijven benadrukken dat er nog een wereld te winnen valt. Zo is slechts de helft van de vrouwen in Nederland financieel onafhankelijk. Het verschil wordt kleiner, maar nog altijd is er een loonkloof: vrouwen krijgen minder betaald dan mannen voor hetzelfde werk. En in de top van het bedrijfsleven zijn vrouwen ondervertegenwoordigd.”

Gendergerelateerd gevaar

De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen leidt niet alleen tot financiële verschillen of verschillen in mogelijkheden, maar leidt voor een op de twee vrouwen tot gevaar. “Bijna de helft van alle vrouwen heeft in haar leven wel eens te maken gehad met seksueel of fysiek geweld”, zegt Bouma. “De cijfers blijven we herhalen. Want doordat ze zo groot zijn, en het ook te dichtbij komt, lijkt het voor mensen soms ook nietszeggend te worden. Pas als je dit op je laat inwerken, ontstaat er een beeld. Jijzelf of de vrouw die naast je zit heeft seksueel of fysiek geweld meegemaakt, of zal dit meemaken.”

De manier waarop we naar geweld kijken heeft historisch gezien wel een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt. Bouma: “Voor de jaren zeventig werd huiselijk geweld of partnergeweld vooral gezien als privéprobleem: wat achter iemands voordeur gebeurt, daar bemoei je je gewoon niet mee. Ook de politie niet. In de decennia erna werd het meer gezien als een maatschappelijk probleem, werd het opgepakt door de politie en werden er blijf-van-mijn-lijfhuizen geopend. Pas sinds de jaren negentig wordt het gezien als maatschappelijk en juridisch probleem. Zo is verkrachting binnen het huwelijk pas in 1991 erkend als misdrijf en strafbaar gesteld.”

Internationale ontwikkelingen

Vanaf het begin van deze eeuw zien we dat geweld tegen vrouwen ook wordt erkend als mensenrechtenschending. Een belangrijke ontwikkeling, meent Bouma. “Hierdoor wordt het steeds meer gezien als multidisciplinair probleem, dat integraal moet worden aangepakt. Daarbij is er internationale aandacht voor het probleem. Zo heeft Nederland de zogenoemde Istanbul Verklaring ondertekend, waarmee de regering beloofd heeft effectief en vanuit een genderperspectief in te zetten op de aanpak van geweld tegen vrouwen. Dit jaar wordt getoetst of de overheid zich aan die belofte houdt.”

Op maatschappelijk vlak heeft de #metoo-beweging veel losgemaakt. “Deze sociale beweging heeft het voor veel vrouwen gemakkelijker gemaakt om over fysiek en seksueel geweld te praten”, legt Bouma uit. “#MeToo geeft het seksueel geweld tegen vrouwen een gezicht en laat ondertussen zien hoe omvangrijk het probleem is.”

Welk geweld telt?

Maar die hand op die bil, is dat nou echt seksueel geweld? Moet een vrouw niet onder de blauwe plekken zitten, voordat we van partnergeweld kunnen spreken? Het blijft een lastig thema en #metoo-verhalen leidden in Nederland vaak tot vragen: zijn de beschuldigingen wel waar? En is het gedrag wel seksueel overschrijdend genoeg? “Wat verstaat iemand onder geweld, dat is een belangrijke vraag”, legt Bouma uit. “Stel dat je buurvrouw van haar man niet de deur uit mag, is dat een vorm van emotionele mishandeling. Maar als jouw definitie van mishandeling alleen fysiek geweld behelst, dan zul je niet zo snel een melding maken.”

Begin vorig jaar publiceerde Atria het onderzoek ‘Welk geweld telt’, waarin voor het eerst onderzocht werd hoe Nederlanders, jong en oud, tegen (ex-)partnergeweld aankijken. “Hieruit bleek dat Nederlanders partnergeweld vooral met lichamelijk geweld associëren. En hoewel 90 procent het erover eens dat geweld binnen een relatie onaanvaardbaar is, blijkt dat wanneer concrete situaties voorgelegd worden, de grenzen verschuiven. Uiteindelijk vindt 29% het gebruik van geweld tegen de partner onder bepaalde omstandigheden acceptabel. Dit geldt in bijna alle situaties vaker voor mannen dan voor vrouwen”, zegt Bouma. “Tegelijkertijd is de huidige sociale norm een probleem. Opmerkingen als ‘dan had ze dat korte rokje maar niet moeten aantrekken’ of, door vrouwen zelf ‘ik kan ook best een bitch zijn’, houden in stand dat we geweld goed willen praten.”

Gendersensitieve aanpak

Fysiek of seksueel geweld tegen vrouwen is vaak een laatste uiting van iets wat (jaren)lang is opgebouwd en waaraan van machtsongelijkheden en verschillen in waardering van mannen en vrouwen aan ten grondslag liggen (wat prachtig verbeeld is in dit filmpje). “Een gendersensitieve aanpak is noodzakelijk”, zegt Bouma. “Hoe complex die relatie ook is, het is nodig om je te realiseren dat geweld en gender met elkaar te maken hebben. Als hulpverlener of agent kun je letten op signalen: is er bijvoorbeeld sprake van een ongelijke machtsverhouding binnen een relatie, vindt hij dat zij zijn bezit is, controleert hij alles wat zij doet? Ook wanneer het gaat om preventie van geweld. Deze uitingen van macht en controle hebben grote kans te leiden tot geweld. Om die reden dienen deze signalen serieus genomen te worden.”

Bouma noemt de werkwijze van de gemeente Rotterdam als goed voorbeeld. “Ik wil mijn waardering uiten voor de gemeente Rotterdam en alle organisaties, zoals IDEM Rotterdam, Dona Daria, RADAR/Art.1, en de wijze waarop zij de verschrikkelijke gebeurtenissen die de afgelopen maanden plaatsvonden in Rotterdam oppakken door aandacht te besteden aan Gender en Veiligheid.”  

Sociale norm veranderen

Al met al hoopt Bouma dat het lukt om onder de jongere generatie de sociale norm te veranderen en te voorkomen dat iemands sekse, identiteit of persoonlijkheid aanleiding vormt voor geweld. Om bij te dragen aan die verandering, heeft Atria samen met Rutgers de Alliantie Act4respect opgericht. Act4Respect zet zich samen met jongeren en professionals in voor gelijkwaardige relaties onder jongeren & jongvolwassenen waarin geen ruimte is voor fysiek, seksueel of cybergeweld. De alliantie heeft een socialenormcampagne en activiteiten voor en met professionals ontwikkeld, die gedeeld worden op de website Act4Respect.nl. “De website is een handige tool voor professionals”, licht Bouma toe. “Alle interventies die wij veelbelovend vinden staan erop. Daarnaast geven we trainingen. Ik merk vaak dat professionals geweld eerst door de ‘genderbril’ moeten bekijken, en dat dan het kwartje valt. Het is dan moeilijk die bril weer af te zetten. Als je eenmaal door hebt dat gender en geweld met elkaar in verband staan, hoe complex die relatie ook is, kun je als professional veel gerichter te werk gaan.”

Act4Respect streeft naar een nieuwe sociale norm waarin iemand sekse of genderidentiteit nooit aanleiding of legitimering kunnen zijn voor geweld. “Hoeveel generaties nodig zijn voordat echt gelijkwaardigheid bereikt is en geweld uitblijft?”, herhaalt Bouma de vraag. “Ik hoop maar één!”