“Intergenerationele gesprekken zijn heel leerzaam”
Zeventig cassettebandjes vol gesprekken met Indonesisch-Chinese vrouwen zitten in het archief van feminist en onderzoeker Tineke E. Jansen. In de jaren tachtig en negentig vroeg ze deze vrouwen te vertellen over hun migratie naar Nederland in de jaren vijftig en zestig. Tijdens de IDEM-bijeenkomst in samenwerking met Archival Textures, op zaterdag 1 februari in het Nieuwe Instituut, werden deze verhalen gedeeld, herdacht en gevierd.

Amsterdam, begin jaren tachtig. Tineke E. Jansen studeerde Andragologie, de wetenschap van sociaal en educatief werk, aan de Universiteit van Amsterdam. Niet alleen studeerde ze, ook was ze actief als feminist en anti-racisme-activist. Het viel haar op dat ze tijdens demonstraties tegen racisme weinig mensen met een Aziatische achtergrond zag. âIn die tijd deed ik actie-onderzoekâ, zegt Jansen. âDat betekent dat de mensen die gewoonlijk onderwerp zijn van onderzoek, er als mede-onderzoeker bij worden betrokken. Onderzoek is iets collectiefs: gezamenlijk ga je op zoek naar antwoorden op je onderzoeksvraag. Ik wilde weten waarom ik wel mensen met bijvoorbeeld een Turkse of Surinaamse achtergrond zag bij demonstraties, maar geen mensen van Indonesisch-Chinese afkomst zoals ikzelf.â
Als feminist en activist kende Jansen veel organisaties in het sociale domein van Amsterdam in die tijd. âOok via die contacten kwam ik terecht bij vrouwen die een paar decennia eerder vanuit IndonesiĂ« naar Nederland zijn gekomenâ, zegt Jansen. âMaar het was heel moeilijk om vrouwen met een Indonesisch-Chinese achtergrond te spreken. Vooral vrouwen van een oudere generatie vonden het gevaarlijk of te pijnlijk om over hun ervaringen te vertellen; dat deed je niet, laat staan als het werd opgenomen. Het was de norm om hard door te werken en te zwijgen over het verleden.â
Antwoorden in koloniale geschiedenis
Jansen zocht een verklaring in de koloniale geschiedenis voor die angst en zwijgzaamheid. âDe Nederlandse onderdrukker zag de groep Chinese mensen in IndonesiĂ« als aparte categorieâ, legt ze uit. âToen Nederland in de zeventiende eeuw in IndonesiĂ« aankwam, troffen ze al een bloeiende handel aan tussen Chinezen en de lokale bevolking. Er was ook vermenging tussen de Chinese en Indonesische bevolking. Toen de Nederlanders en Engelsen kwamen, hebben ze allerlei maatregelen genomen om die groepen te scheiden.â
Die âverdeel-en-heersstrategieâ had ernstige gevolgen voor de Chinese bevolking toen IndonesiĂ« na de Tweede Wereldoorlog begon aan de strijd om onafhankelijk te worden. âDie eeuwenlange geschiedenis was zich gaan weerspiegelen in hun gedragâ, legt Jansen uit. âDoor anti-Chinese maatregelen en sentimenten bestond er tussen 1945 en 1970 een grote, terechte angst om mikpunt te worden van rellen, brandstichting en geweldâ, zegt Jansen. âVelen van hen zijn daarom in die periode gevlucht, al werd dat niet zo genoemd. Ze vluchtten onder meer naar Nederland. Hun angst is nooit helemaal weggegaan, waardoor de Indonesisch-Chinese Nederlanders liever âonzichtbaarâ bleven.â
Bandjes met migratieverhalen
Toch is het Jansen gelukt om in de loop der jaren verschillende Indonesisch-Chinese vrouwen te spreken over hun migratie-ervaring. âUit alle gesprekken heb ik wel een antwoord kunnen vinden op de vraag waarom deze groep zo weinig meeliep in demonstraties, ook al hebben ze allerlei vormen van discriminatie en racisme ervaren in Nederlandâ, zegt Jansen. âMaar als mensen gevlucht zijn voor geweld en doodslag in hun thuisland, dan was het Nederland van de jaren zestig in vergelijking een kalm, rustig en veilig land – ondanks racisme en discriminatie. Daar komt bovenop dat mensen keihard moesten werken om hun hoofd boven water te houden. Ze hadden helemaal geen tijd om met demonstraties mee te lopen.â
“Ik ben veertig jaar ouder, dus ik luister veel breder.”
Inmiddels is Jansen bezig om de zeventig tapes te digitaliseren. Tijdens het terugluisteren van de gesprekken vallen haar nu heel andere dingen op dan vroeger. âIk ben veertig jaar ouder, dus ik luister veel brederâ, lacht ze. âWat me nu ineens opviel was dat de vertelling van Ă©Ă©n vrouw in feite ook inzicht kan geven in de effecten van migratie op andere leden in haar gezin. En natuurlijk valt de rol van de oudste dochter in zoân gezin op. Zij is vaak degene die heel veel moet inleveren, omdat vooral de moeder hulp nodig heeft om het gezin draaiende te houden in een nieuwe omgeving. Die oudste dochters hebben bijvoorbeeld nooit de kans gehad om een eigen carriĂšre op te bouwen.â
Intergenerationele gesprekken
De dochters in het migrantengezin zijn nu mogelijk de omaâs van de familie. Jansen merkt dat onder hen de behoefte leeft om hun geschiedenis door te geven. âDus ik zou zeggen: ga met je omaâs in gesprekâ, lacht ze. âZe willen graag vertellen over hun belevingen, hoe ze in IndonesiĂ« opgroeiden en door hun ouders werden meegenomen naar Nederland. Dat kan heel pijnlijk zijn, omdat je elkaar misschien niet begrijpt. Maar wat ik van de samenwerking rond dit boekproject geleerd heb, is dat het fantastisch is om met meerdere generaties samen te werken. Als je het de tijd geeft, dan kan je er zowel theoretisch als praktisch veel van leren.â
Ruimte voor intergenerationele gesprekken is er in ieder geval tijdens de bijeenkomst op 1 februari 2024 in het Nieuwe Instituut. Daar wordt het boek Tuning in: Darimana? gepresenteerd, dat is ontstaan uit de samenwerking van Jansen met Tabea Nixdorff, de initiatiefnemer van Archival Textures – een boekenreeks over historische feministische en anti-racistische bewegingen, en Tamara Hartman. âVoor het vierde deel in de reeks besloten we wat te doen met mijn archief aan cassettebandjes met interviewsâ, zegt Jansen. âHet is daarom een bijzonder boek, omdat het eigenlijk om geluid draait en niet om geschreven tekst.â

Terug naar de community
Tijdens de bijeenkomst wordt niet alleen het boek gepresenteerd, ook wordt een aantal audioverhalen âteruggegevenâ aan hun mede-eigenaars. âEen complicatie bij mijn archief is dat ik alle vrouwen anonimiteit heb beloofdâ, legt Jansen uit. âHet behoort tot de ethiek van mijn feministische werk dat ik me houd aan mijn afspraak en zorgvuldig met deze verhalen omga. Ik wil ze dus niet zomaar openbaar maken. Wel ga ik in een ritueel enkele verhalen overhandigen aan hun mede-eigenaars. Want eigenlijk zijn er twee eigenaars van de verhalen: ik als initiatiefnemer en degene die het vertelde.â
Toch blijft een groot deel van de verhalen achter in het archief van Jansen. âIk zou graag ĂĄlle verhalen willen teruggevenâ, zegt ze, âmaar sommige vrouwen zijn al overleden en anderen zal ik nooit meer spreken. Wel wil ik zoveel mogelijk vrouwen opsporen om hun verhaal terug te geven, zodat ze zelf kunnen besluiten wat ze ermee willen doen. Ik geef ze terug aan de community die ik zelf gecreĂ«erd heb.â
Kom naar de boekpresentatie en dialoog
Wil je meer weten over Archival Textures, de tapes van Tineke E. Jansen en een waardevolle dialoog aangaan over racisme, feminisme, cultuur en identiteit? Kom dan naar de bijzondere middag op 1 februari 2025 in het Nieuwe Instituut. Lees hier meer over de bijeenkomst en meld je aan.
Een lijst met artikelen
-
Nieuw in de Kennisbank: iets meer vrouwelijke hoogleraren
Gepubliceerd op: -
Nieuw in de Kennisbank: “Diversiteit en Emancipatie”
Gepubliceerd op: