Het zorgde voor nogal wat opschudding: het nieuws van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat een op de vier kinderen in Rotterdam opgroeit in een gezin met een laag inkomen. De grens voor een laag inkomen lag in 2014 voor een alleenstaande op een kleine 1 020 euro per maand. 18,7% van alle huishoudens in de gemeente heeft een laag inkomen. Rotterdam valt daarmee de discutabele eer toe van Nederlands koploper op het gebied van armoede en het aandeel arme kinderen in de stad.

 

Wie is er arm in Rotterdam?

Het CBS meldt dat een derde van de Nederlandse kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond opgroeit in armoede. Dit is vier keer hoger dan het aandeel Nederlandse kinderen zonder migratieachtergrond. Een aantal andere feiten over Rotterdam op een rij:

  • Ruim 60% van de huishoudens met een laag inkomen zijn eenpersoonshuishoudens.
  • 19% zijn eenoudergezinnen.
  • 60% van de doelgroep voor het Rotterdamse armoedebeleid is vrouw.
  • In 68% van de gezinnen die in armoede leven, is de kostwinner iemand met een eerste generatie migratieachtergrond.

Hieruit kunnen we het volgende opmaken: Rotterdammers die de kans lopen om in armoede te leven zijn vaker vrouw (alleenstaande moeders of alleenstaande gepensioneerden) en mensen met een migratieachtergrond.

Wat betekent dit voor de stad?

Besteedbaar inkomen is van invloed op de kwaliteit van sociale relaties tussen mensen, de mate waarin Rotterdammers zich verbonden voelen met de stad en de mogelijkheid van mensen om betekenisvol te kunnen deelnemen aan de samenleving. Geldzorgen, geldgebrek en grote ongelijkheden tussen huishoudens kunnen leiden tot sociale spanningen. Ook kan het gebrek aan financiële middelen ervoor zorgen dat iemand voornamelijk bezig is met het hoofd boven water houden. Hierdoor blijft weinig tijd en energie over om betrokken te raken bij buurt- en bewonersinitiatieven. Met andere woorden: armoede en het risico op sociale uitsluiting zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Integratie van vluchtelingen

Armoede is ook een belangrijk thema als we kijken naar de situatie van vluchtelingen. In de publicatie ‘Geen tijd verliezen: van opvang naar integratie van asielmigranten’ laat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zien dat in Nederland slechts een op de drie vluchtelingen met een status een betaalde baan van minimaal acht uur per week heeft. Na vijftien jaar is dit aandeel gestegen tot 57% van de vluchtelingen met een verblijfsstatus.

Uit eerder onderzoek van het CBS blijkt dat vluchtelingen in Rotterdam vaker onbetaald dan betaald werk doen. Ook hebben ze vaker een tijdelijk contract. Dit zorgt onder andere voor een kwetsbare arbeidspositie en vergroot de kans op het leven in armoede van deze groep Rotterdammers.

Vluchtelingen in Rotterdam

Peter Scholten, universitair hoofddocent Beleid & Politiek bij de Erasmus Universiteit, pleit voor meer beleidsmatige wijsheid wanneer het op de integratie van vluchtelingen aankomt. Scholten schrijft in het online tijdschrift Vers Beton dat Rotterdam van oudsher migranten aantrekt. Daarom verwacht hij dat een aanzienlijk deel van de Eritrese en Syrische vluchtelingen een nieuw thuis zullen vinden in de Maasstad. De integratie van vluchtelingen in Rotterdam gaat volgens Scholten om “een uitdaging die dwars door alle beleidsterreinen heen zal gaan. Met name onderwijs en huisvesting dienen hierbij genoemd te worden.”

Dit pleidooi is een aanvulling op het advies van de WRR eerder dit jaar. Daarin stelt de Raad dat de asielprocedure veel tijd en kansen onbenut laat om vluchtelingen te laten werken, studeren en de Nederlandse taal te leren. Deze verloren tijd zorgt ervoor dat de integratie van vluchtelingen onnodig ver achterop raakt, en draagt bij aan het risico op een kwetsbare (arbeids)positie na het verkrijgen van een verblijfsstatus.

Armoede is een integratiekwestie

Kortom, de onderzoeken en statistieken laten zien dat armoede een integratiekwestie is. Integratie gaat om de sociale samenhang van de stad als geheel en om de verhoudingen tussen Rotterdammers. Cijfers die aantonen dat het risico op armoede sterk verbonden is met persoonskenmerken zoals geslacht en migratieachtergrond, blijken dan belangwekkende signalen van sociale uitsluiting en fragmentatie. Dat staat haaks op het idee van een geïntegreerde stad. Om hier positief mee aan de slag te gaan, is het cruciaal om de structuren die de ongelijke verdeling van welvaart voortzetten te herkennen. Vervolgens is het zaak genderongelijkheid en discriminatie op basis van etniciteit te bestrijden en de integratie van vluchtelingen dwars door alle beleidsterreinen heen te bevorderen.

Verder lezen?

Meer informatie over integratie en armoede vind je in het IDEM Stadsbeeld Integratie.

 

door Mariska Jung