Direct naar inhoud
Direct naar zijbalk

Hoe benader ik roze ouderen op een inclusieve manier?

LHBTQIA+ en ouderdom

Voor mensen die lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, queer, intersekse, aseksueel of op andere manieren niet hetero/cisgender zijn, komen er veel extra uitdagingen kijken bij het ouder worden.

Deze groep heeft vaak minder zichtbaarheid in de ouderenzorg en in welzijnsvoorzieningen, terwijl hun ervaringen en behoeften kunnen afwijken van die van heteroseksuele en cisgender ouderen. Voor sociaal professionals is het belangrijk om deze diversiteit in seksuele oriëntatie en genderidentiteit te herkennen, en om passende ondersteuning te bieden.

Roze ouderen hebben vaak te maken met een dubbel stigma: leeftijdsdiscriminatie, én discriminatie op basis van hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Deze ouderen hebben vaak geleefd in tijden waarin homoseksualiteit en transgender-zijn nog strafbaar of sociaal onacceptabel waren, wat heeft geleid tot angst, discriminatie, en in sommige gevallen gedwongen geheimhouding van hun identiteit. Deze ervaringen kunnen leiden tot een terughoudendheid om zichzelf openlijk te identificeren, zelfs in zorg- en hulpverleningssituaties. Ze kunnen veel discriminatie ervaren vanuit medebewoners die ook met deze stigma’s zijn opgegroeid. Veel roze ouderen gaan in de pensioenleeftijd daarom weer “terug in de kast.” Hierdoor kunnen zij in de laatste jaren van hun leven in een isolement of een depressie raken.

Culturele gevoeligheid

Afkomst en cultuur kunnen een grote rol spelen in hoe ouderen hun identiteit beleven, en in hoeverre zij openlijk kunnen en willen zijn over hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. In veel (sub)culturen, zowel binnen als buiten Nederland, is queer zijn een groot taboe. Dit kan leiden tot een sterk verstoorde relatie met familie en vrienden, of tot verstoting. Daardoor kan een oudere sterk vereenzaamd raken.

Voor veel ouderen is het juist in hun laatste jaren belangrijk om als zichzelf te kunnen leven, ongeacht de taboes die zij in hun leven hebben meegekregen. Daarom is extra sensitiviteit geboden in de omgang met deze doelgroep. Denk daarbij bijvoorbeeld aan passende begeleiding vanuit een religieus oogpunt dat aansluit bij de taal en achtergrond van de cliënt. Ook kan het van groot belang zijn om de cliënt in contact te brengen met lotgenoten die een vergelijkbare achtergrond hebben, om vereenzaming te voorkomen.

Een roze oudere kan door de (sub)culturele achtergrond andere woorden voor de eigen identiteit gebruiken dan de hulpverlener gewend is. De cliënt kan de eigen oriëntatie of het eigen gender bijvoorbeeld uiten met woorden zoals “ik ben verkeerd” of “ik ben bezeten.” Het is belangrijk om in zo’n geval niet in de eerste plaats corrigerend op te treden, maar juist een luisterend oor te bieden voor de beleveniswereld van de cliënt, en de decennialange ervaringen die aan de dusdanig zelfbeeld voorafgaan.

Handelsverlegenheid

In de zorg en in het welzijn kunnen hulpverleners handelingsverlegenheid ervaren richting queer cliënten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:

  • Een verpleger die weigert om een intersekse oudere te wassen, omdat de geslachtsdelen van de oudere te “anders” zouden zijn.
  • Een arts die weigert om groen licht te geven voor de transitie van een transgender oudere, omdat de uiting van het eigen gender onterecht wordt gezien als verwarring, of omdat het “te laat” zou zijn voor transitie.
  • Een hulpverlener die weigert om de identiteit van de oudere te erkennen, en die bijvoorbeeld “jouw goede vriend” zegt over de man van een homoseksuele cliënt, of die “meneer” zegt tegen een transgender vrouw.

Handelsverlegenheid kan worden gezien als een vorm van ouderenmishandeling, ongeacht de intentie van de hulpverlener. Het is belangrijk om zulke gevallen van handelsverlegenheid en onjuiste bejegening intern aan te kaarten, en hier duidelijke normen in te stellen.

In dialoog met belangenorganisaties zoals COC, NNID en Transgender Netwerk kunnen medewerkers de kennis en sensitiviteit opdoen die nodig is voor gelijke behandeling. In Rotterdam kan IDEM direct gratis advies en samenwerking bieden.

Praktische aandachtspunten

  • Benadruk culturele en seksuele gevoeligheid: Elke roze oudere heeft een unieke achtergrond. Het is belangrijk om geen aannames te doen over hun ervaringen of identiteit. Stel open vragen, en toon oprechte interesse in hun verhaal zonder vooroordelen.
  • Creëer een veilige omgeving: Veel roze ouderen zijn gedurende hun leven geconfronteerd met discriminatie en vooroordelen. Zorg daarom voor een omgeving waarin zij zich veilig voelen om te praten over hun identiteit, zonder angst voor afwijzing of oordeel. Neem bijvoorbeeld met evenementen de medebewoners mee in leuke, leerrijke verhalen van ervaringsdeskundigen.
  • Tolken en culturele bemiddelaars: Sommige roze ouderen met een migratieachtergrond spreken niet vloeiend Nederlands, of voelen zich niet begrepen door zorgverleners met een andere culturele achtergrond. Tolken of culturele bemiddelaars kunnen helpen om deze drempel te verlagen.
  • Eenzaamheid en sociale isolatie: Door gebrek aan acceptatie in hun familie en cultuur kunnen roze ouderen vaak geïsoleerd raken. Dit probleem wordt verergerd als zij ook uitdagingen ervaren die met ouderdom samenhangen, zoals mobiliteitsproblemen. Sociaal professionals kunnen hierin een rol spelen door sociale contacten te bevorderen, en bijvoorbeeld ontmoetingsgroepen op te zetten die speciaal gericht zijn op roze ouderen.
  • Coming out: Voor sommige roze ouderen is het nog steeds moeilijk om open te zijn over hun identiteit, zeker binnen zorginstellingen. Bied ondersteuning bij deze beslissing en geef hen de ruimte om zelf te bepalen wat voor hen het beste voelt. Dit kan betekenen dat de cliënt zelf kiest om open te zijn over de eigen identiteit, of juist kiest om het privé te houden.
  • Familie: Voor roze ouderen met een migratie- en/of religieuze achtergrond kan de band met hun familie complex zijn. In sommige culturen is homoseksualiteit of transgender-zijn een taboe onderwerp, en kan contact met de familie moeilijk of onmogelijk zijn. Sociaal professionals kunnen hierin ondersteunen door begrip en acceptatie te bevorderen in dialoog, zonder dat er te veel druk op de schouders van de cliënt komt te staan.
  • Inclusieve beleidsvoering: Organisaties kunnen een inclusie-gericht beleid ontwikkelen, waarin expliciet aandacht is voor roze ouderen en hun diverse achtergronden. IDEM kan hierbij ondersteuning en informatie bieden.

Een inclusieve benadering

Voor sociaal professionals ligt er een belangrijke taak in het erkennen en omarmen van de diversiteit binnen de groep roze ouderen. Dit betekent: openstaan voor hun verhalen, bewust zijn van de uitdagingen, en begeleiding bieden op maat. Door zowel oog te hebben voor seksuele identiteit en genderidentiteit als voor culturele achtergrond, kan een inclusieve en respectvolle benadering worden gecreëerd, die bijdraagt aan het welzijn van roze ouderen in de samenleving.

Een lijst met links

Meer vragen over…