Een deel van de Joodse Rotterdammers gaat niet zichtbaar Joods over straat om antisemitische reacties te voorkomen. Wie toch een keppeltje of davidsster draagt, voelt een risico om uitgescholden of bespuugd te worden. Dat blijkt uit een kwalitatief onderzoek van IDEM Rotterdam naar de ervaringen en veiligheidsbeleving van Joodse Rotterdammers. IDEM Rotterdam stelt 5 vragen over antisemitisme aan onderzoekers Nienke de Wit en Bauke Fiere.

1. Wat is antisemitisme?

Hoewel antisemitisme geen eenduidige definitie heeft, wordt de definitie van International Holocaust Rememberance Alliance (IHRA, 2020) veel gebruikt, onder andere in nationale en internationale politiek. Deze definitie luidt als volgt:

“Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden. Retorische en fysieke uitingen van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse personen en/of hun eigendom en tegen instellingen en religieuze voorzieningen van de Joodse gemeenschap.”

IHRA verstaat onder manifestaties ook uitingen tegen de staat Israël, die beschouwd wordt als Joods collectief. Echter, kritiek tegen Israël die gelijk staat aan mogelijke kritiek op andere landen kan volgens hen niet beschouwd worden als antisemitisme.

2. Hoe vaak komt antisemitisme voor?

Hoeveel antisemitische incidenten er daadwerkelijk zijn in Nederland is lastig te vast te stellen. Verschillende instanties, onder andere antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) en de politie, houden bij hoeveel meldingen zij ontvangen van antisemitisme, maar dit geeft geen inzicht in de werkelijke omvang van het probleem. Dit komt omdat antisemitisme niet altijd als zodanig wordt herkend en omdat van lang niet alle antisemitische incidenten een melding wordt gemaakt.  Uit onderzoek van de European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) uit 2018 blijkt dat slechts een kwart van de slachtoffers van een antisemitisch incident in Nederland dit ergens heeft gemeld.

In 2019 telde het CIDI in totaal 182 antisemitische incidenten in Nederland, exclusief online antisemitisme. Het gaat om incidenten die direct gemeld zijn bij CIDI, of gedeeld door meldpunten als ADV’s en het College voor de Rechten van de Mens of via (sociale) media. Het gaat bijvoorbeeld om vernielingen en bekladdingen in de openbare ruimte, het uitschelden van mensen op straat of telefonisch en pesterijen op scholen. Daarnaast zijn er meldingen van bedreigingen en het bespugen van mensen die door hun kleding als Joods herkenbaar zijn.

Hoewel antisemitisme lastig te meten is en er geen exacte cijfers van de omvang zijn, zien verschillende instanties wereldwijd die cijfers bijhouden over antisemitisme een stijging van het aantal incidenten. Het Kantor Center rapporteert een stijging van het aantal grote gewelddadige incidenten in 2019 van 18% ten opzichte van 2018 (Kantor Center, 2020).  

3. Hoe herken je antisemitisme?

Antisemitisme kan zich direct, maar ook indirect uiten. Direct antisemitisme uit zich tegen Joodse personen, eigendommen of gebouwen, terwijl indirect antisemitisme niet direct wordt geuit. Bij direct antisemitisme kan het gaan om ongepaste en discriminerende opmerkingen, fysiek geweld en vernieling. Dit kan zich uiten in de privésfeer, maar ook in het publieke debat of de openbare ruimte. Indirect antisemitisme gaat bijvoorbeeld om antisemitische leuzen tijdens voetbalwedstrijden, het uitschelden van een politieagent voor k**jood of het verspreiden van diverse complottheorieën over Joden. Zo hoeft antisemitisch schelden niet direct tegen een Joods persoon geuit te worden, maar draagt het wel bij aan de normalisering van antisemitisme en een negatieve associatie met Joden. Antisemitisme heeft diverse verschijningsvormen, en kan zowel zeer duidelijk als subtiel voorkomen. Het hoeft niet altijd te gaan om direct geweld, maar juist sluimerende vormen kunnen ook schade toe richten, zoals stereotypes en vooroordelen over Joodse mensen.

4. Wat kun je als professional doen tegen antisemitisme?

Je kan jezelf informeren en nagaan wat je over het jodendom in Nederland weet. Daarnaast kan je je collega’s aanspreken wanneer je merkt dat die persoon weinig kennis heeft of op basis van vooroordelen handelt. Antisemitisme is, net zoals discriminatie op andere gronden, een complex fenomeen. Het hangt samen met normen, structuren van ongelijkheid en het op alledaagse manieren tot uiting kan komen. De eerste stap naar verandering is daarom om meer kennis op te doen en kritisch op jezelf te reflecteren.

5. Wat kun je doen als je antisemitisme ervaart?

Je kunt (anoniem) een melding doen van discriminatie bij het antidiscriminatiebureau in je gemeente (in Rotterdam is dat RADAR). De gespecialiseerde klachtbehandelaars kunnen je, indien gewenst, advies geven over mogelijke vervolgstappen en je hierin ondersteunen.

Omstanders kunnen altijd een goede bondgenoot zijn door zich uit te spreken tegen discriminatie, ook in het geval van antisemitisme. Ga naast iemand staan die antisemitisch bejegend wordt en geef deze persoon de ruimte om zichzelf uit te kunnen spreken. Verder kun je iemand die antisemitisme meemaakt ondersteunen, bijvoorbeeld door een luisterend oor te bieden en samen te kijken naar mogelijke oplossingen voor de situatie.

Lees het onderzoek ‘Openlijk Joods, maar niet altijd’

Wil je meer weten over antisemitisme? IDEM Rotterdam deed kwalitatief onderzoek naar antisemitisme in Rotterdam. Hiervoor zijn Joodse Rotterdammers gevraagd naar hun ervaringen met antisemitisme en welke invloed dat heeft op hun veiligheidsbeleving. Het onderzoek is hier te downloaden.