Lhbt’ers maken zichzelf onzichtbaar om zich veilig te voelen op straat. Hoe is dit mogelijk in een wereldstad als Rotterdam: een stad waar wethouders meelopen in de Pride, een stad die zich profileert als plek waar iedereen relaxed zichzelf moet kunnen zijn, een stad waar in mei in alle glitter het Songfestival losbarst?

Alleen intenties uitspreken blijkt immers niet voldoende. Uit onderzoek van RADAR komt namelijk naar voren dat lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen het gevoel hebben dat zij niet zichzelf kunnen zijn in de openbare ruimte. Sterker nog, ze voelen zich zelfs onveilig. Onveilig op straat, in het openbaar vervoer en zelfs in hun eigen wijk.

Hoe roze de stad ook kleurt, het is hoog tijd dat er concrete stappen worden gezet. Daarom kwamen tientallen professionals op 10 december 2019 bijeen in De Nieuwe Poort in Rotterdam om met elkaar na te denken over deze concrete stappen. Want hoe zorgen we ervoor dat lesbische vrouwen zonder risico elkaar een kus kunnen geven op straat? Hoe zorgen we ervoor dat transgender personen zich veilig voelen in hun eigen wijk? En hoe zorgen we ervoor dat homoseksuele mannen serieus genomen worden als ze aangifte willen doen van geweld?

“Het is oké om anders te zijn”

Op deze Internationale Dag van de Mensenrechten kwam wethouder Bert Wijbenga (handhaving, buitenruimte, integratie en samenleven) ondanks zijn overvolle agenda naar de bijeenkomst om over het thema mee te praten. “Het maakt in Rotterdam geen zak uit of je een kleur hebt, hoe je je aankleedt, of je van jongens of meiden of allebei of helemaal niemand houdt”, zei Wijbenga. Hij benadrukt dat steeds meer mensen erkennen dat het oké is om anders te zijn, maar dat er desondanks nog een lange weg te gaan is. “Als je er niet voor knokt, dan stopt de emancipatie.”

De toespraak van de wethouder riep direct allerlei vragen op, zowel van het publiek als van dagvoorzitter Germine Heuvel. Hoe kan het bijvoorbeeld dat een slachtoffer van treiterijen en geweld vaak moet verhuizen en niet de daders, waardoor de wijk bevestigd krijgt dat hun norm de norm is? Wijbenga heeft geen pasklaar antwoord. Het is immers ook een lang en ingewikkeld proces om bijvoorbeeld een huurder gedwongen uit een woning te krijgen. Slachtoffers willen en kunnen daar vaak niet op wachten. Daarom wijst de wethouder op het belang van onderwijs en cultuursensitieve onderwijzers. “Alle jongeren gaan naar school”, zegt Wijbenga, “en wij willen dat ze allemaal geconfronteerd worden met de norm van diversiteit.”

Belangrijkste resultaten onderzoek

Hoewel er nog vele meningen en vragen in de lucht blijven hangen, moet de wethouder door naar een volgende afspraak. IDEM-onderzoeker Larissa Chantre neemt het podium over om de belangrijkste resultaten uit het onderzoek te presenteren. Dit waren enkele belangrijke punten die uit het onderzoek naar voren kwamen:

  • Het begrip veiligheid betekent voor alle respondenten dat zij overal openlijk zichzelf kunnen zijn en vrijheid ervaren.
  • Respondenten ervaren dat lhbt-personen in Rotterdam vrijwel onzichtbaar zijn. 
  • Lesbische, homoseksuele en biseksuele respondenten die zeggen zich veilig te voelen in Rotterdam, passen hun gedrag wel vaak aan de hetero- en cisgendernorm aan.
  • Transgender respondenten krijgen in de openbare ruimte vaak te maken met negatieve reacties op hun genderexpressie.
  • Een genderexpressie die niet overeenkomt met de heersende normen van mannelijkheid of vrouwelijkheid is vaker trigger voor negatieve en agressieve reacties dan seksuele oriëntatie. Genderexpressie is meestal zichtbaarder dan seksuele oriëntatie. 
  • Homoseksuele, lesbische en biseksuele respondenten ervaren vooral negatieve reacties als zij met een partner over straat lopen en affectie tonen.
  • Het vaakst ervaren lhbt-respondenten in de openbare ruimte negatieve bejegening in de vorm van uitschelden. Ook aanstaren, roddelen, uitlachen, spugen, achtervolgen, bedreigen en fysiek geweld komen voor.
  • Op homo-ontmoetingsplaatsen komt regelmatig geweld voor en contacten via dating-apps worden als risicovol ervaren.
  • Negatieve ervaringen van bekenden en incidenten in de media die lhbt-personen betreffen, versterken het gevoel van respondenten dat zij risico kunnen lopen.
  • Respondenten hebben het gevoel dat zij zich constant moeten aanpassen om veilig te zijn, onder andere door geen affectie te tonen en geen opvallende kleding en make-up te dragen.
  • Er is onder respondenten sprake van stigmatisering van Rotterdammers met een migratieachtergrond, van moslims en van Rotterdam-Zuid. Respondenten voelen zich minder veilig bij mensen die zij tot deze groepen rekenen, terwijl dit niet op persoonlijke ervaringen is gebaseerd. In Zuid zijn deze groepen volgens respondenten oververtegenwoordigd. 
  • Weinig respondenten doen melding of aangifte bij de politie als zij te maken krijgen met negatieve, discriminerende reacties. Bij fysiek geweld wordt er vaker aangifte gedaan.

Rond de tafel voor maatregelen

Na de presentatie en een korte pauze is het tijd voor het ‘echte werk’: aan zes gesprekstafels worden concrete maatregelen bedacht om verschillende onveilige situaties waar lhbt’ers mee te maken krijgen veiliger te maken. Zo werd aan tafel 1 onveiligheid in het openbaar vervoer en taxi’s besproken: uit het onderzoek blijkt immers dat lhbt’ers zich niet altijd veilig voelen in de metro, tram of taxi. Aangezien dit vooral tijdens uitgaansavonden een probleem is, bespreken de tafelgenoten de verantwoordelijkheid van horeca-uitbaters. “Uitbaters zouden het gebied rondom hun zaak als zone moeten zien, zodat ze samen de verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de veiligheid”, zegt een van hen. “Die zone moet doorlopen tot aan de metro- of tramhalte of taxistandplaats. Op die manier ontstaat er een veilig uitgaansgebied, zonder ‘blinde vlekken’. Zodra je de metro instapt, zou de verantwoordelijkheid bij de RET moeten liggen.” De gemeente zou hier een verbindende rol in moeten spelen, menen ook de andere tafelgenoten. En beveiligers zijn de aangewezen personen om een signalerende rol op zich te nemen. “Natuurlijk ben je voor een deel ook zelf verantwoordelijk”, voegt een aanwezige toe. “Zorg er in ieder geval voor dat je niet te dronken of stoned bent, zodat je zelf niks meer in de gaten hebt.”

De middag duurde te kort om de tafelgesprekken plenair door te nemen, maar gelukkig konden de aanwezige professionals tijdens een drankje na afloop nog verder praten over maatregelen om de veiligheid voor lhbt’ers te verbeteren. Alle inzichten die zijn opgedaan tijdens deze middag worden verwerkt in het definitieve rapport over de veiligheidsbeleving van lhbt’ers in Rotterdam.

Op de hoogte blijven?

Lijkt zo’n Kennisatelier jou ook interessant en nuttig? Wil je daarom op de hoogte blijven van alle events en bijeenkomsten van IDEM Rotterdam? Meld je aan bij ons netwerk en schrijf je in voor de nieuwsbrief!