Spelen huidskleur en etniciteit een rol in de muziek waar je naar luistert? Veel muziekliefhebbers verwachten van niet. Het dissertatieonderzoek van cultuursocioloog Julian Schaap (Erasmus Universiteit) toont het tegendeel aan. Rock is nog altijd een wit, mannelijk bolwerk, waar uitsluiting van andere groepen plaatsvindt, ook al is dat vaak onbewust.   

In zijn onderzoek legt Schaap de focus op witheid in rockmuziek. “De meeste rockliefhebbers zouden zeggen dat iedereen welkom is. Toch is de rockscene overwegend wit en mannelijk. In de sociologie wordt veel onderzoek gedaan naar ras en etniciteit, maar de focus ligt daarbij vaak op ‘the other’. Voor witheid is een soort blindheid, waardoor er zelden aandacht aan besteed wordt. Dat merk je ook in ons alledaags taalgebruik. We hebben het bijvoorbeeld over ‘een zwarte zanger’ of ‘een vrouwelijke gitarist’, maar we zullen niet zo snel benoemen dat een bandlid wit en man is.”

Lager scoren

Toen Schaap zijn promotievoorstel in 2011 presenteerde aan een groep van elf professoren, moest hij zijn plan uitgebreid verdedigen. “Ik merkte dat zij de relevantie van mijn onderzoek niet begrepen. Een paar maanden laten ontplofte de zwartepietendiscussie. Het grappige is dat ik mijn onderzoek sindsdien niet meer zo fel heb hoeven verdedigen. We zijn het inmiddels veel meer gewend om over racisme en etniciteit te discussiëren.”

Als onderdeel van zijn onderzoek analyseerde Schaap honderden recensies. Daaruit bleek dat bands met niet-witte leden over het algemeen lager scoren dan formaties met alleen witte bandleden. “Opvallend is dat ras zelden genoemd wordt in recensies, maar er vaak wel impliciet naar verwezen wordt. Zo wordt een band met een zwarte frontman al snel vergeleken met de zwarte punkband Bad Brains.”

Beyoncé

Schaap interviewde ook zo’n dertig Amerikaanse en Nederlandse rockliefhebbers. Daarbij liet hij ze veertig foto’s sorteren met de vraag: hoe rock vind je deze mensen? Daarbij kwamen witte, mannelijke muzikanten steevast hoger in de ranglijst dan vrouwen en zwarte mannen. “Als je de geïnterviewden vroeg waar ze hun ranglijst op hadden gebaseerd, noemden ze vaak kleding, houding of het type instrument waar de muzikanten mee op de foto stonden. Huidskleur of geslacht werden niet genoemd, maar bleken vaak wel een onderliggende rol te spelen. Zo was er een foto van de zwarte frontvrouw van een Judas Priest-coverband (een Britse heavymetalband, red.) in een outfit met veel leer en studs. Als ik aan de geïnterviewden vroeg waarom ze haar zo laag op hun ranglijst plaatsen, zeiden ze bijvoorbeeld: Beyoncé draagt ook dit soort kleding, deze vrouw zou dus ook een R&B-zangeres kunnen zijn. Terwijl witte mensen in exact dezelfde kleding niet met Beyoncé worden vergeleken. Zo wordt huidskleur besproken zonder het te benoemen.”

In de zomer van 2018 rondt Schaap zijn onderzoek af, maar hij kan nu al concluderen dat de onderzoeksresultaten genuanceerder zijn dan het publieke debat ons doet geloven. “De strijd tegen racisme wordt in de media vaak gepresenteerd als een botsing tussen twee kampen. Mijn onderzoek laat zien dat de werkelijkheid veel meer grijsgebieden kent. Zo zijn er veel zwarte rockliefhebbers die zich heel welkom voelen binnen de rockscene en daardoor juist discriminatie van familie en vrienden ervaren. Ze krijgen dan te horen dat ze ‘niet echt zwart’ zijn of dat ze naar hiphop zouden moeten luisteren. Veel vrouwen en zwarte rockfans vertelden me dat ze wél te maken hebben met seksisme en racisme, maar dat dit niet uniek is voor de rockscene. Ze ervaren het net zo goed, of vaak zelfs meer, als ze boodschappen doen of op straat lopen.”

All male band

Wat heeft de rockscene aan het onderzoek van Schaap? “Ik hoop dat het mensen vooral aan het denken zet over hun eigen positie. Het is makkelijk om te roepen dat witte mannen ongelijkheid en racisme binnen de rock in stand houden, maar daar schieten we weinig mee op. Binnen de scene zijn de meeste mensen welwillend om het gebrek aan diversiteit aan te pakken, maar weten ze niet zo goed hoe.” De oplossing, volgens Schaap? “Experimentele quota voor bookers en programmeurs zouden absoluut helpen. En het stoppen met het constant markeren van alles wat niet wit of mannelijk is. Een rockband met vrouwelijke en zwarte leden is ook gewoon een rockband!”

Naast zijn werk aan de Erasmus Universiteit is Schaap ook bassist in een band. “Met alleen maar witte mannen. Ja, ik ben me er bewust van hoe ironisch dat is”, lacht hij. “Hopelijk treden we een keer op met een band die alleen uit vrouwen bestaat. Het lijkt ons tof als zij dan als hoofdact op de flyer staan en wij als voorprogramma gepresenteerd worden onder de noemer all male band.”

Bekijk ook het Universiteit van Nederland-college dat Julian Schaap in januari gaf over zijn onderzoek.

(Foto: Tim Leguijt)