Afiah Vijlbrief is de nieuwe onderzoeker bij IDEM Rotterdam. Zij gaat zich de komende tijd bezighouden met onderzoeken naar verschillende minderheidsgroepen en onderzoek op diverse thema’s, zoals islamofobie, gender en seksuele diversiteit.

Met welk onderzoek ga je je nieuwe baan bij IDEM Rotterdam aftrappen?

Het eerste onderzoek dat ik voor IDEM Rotterdam ga uitvoeren, is een nieuw onderzoek naar islamofobie. Het onderzoek gaat over de ervaringen van moslima’s met islamofobie op de arbeidsmarkt in Rotterdam. Of ze nu een baan zoeken of al ergens werkzaam zijn: voor dit onderzoek gaan we in gesprek met deze vrouwen om in kaart te brengen wat ze meemaken, waar en welke impact dat heeft.

Waarom gaat het onderzoek alleen over vrouwen?

Het is belangrijk om onderzoek specifiek te richten op vrouwen. Ten eerste zijn de meeste onderzoeken gericht op mannen en wordt het vrouwelijke perspectief te vaak buiten beschouwing gelaten. Ten tweede is het vrouwelijk perspectief bij islamofobie extra van belang, omdat moslima’s symbool staan voor ‘de islam’. Door hun hoofddoek, lichaams- of gezichtsbedekkende kleding is bij deze vrouwen direct zichtbaar dat zij islamitisch zijn. Dat maakt hen extra kwetsbaar voor islamofobie.

En wat zijn daarna de plannen?

Als het goed is ga ik meer soortgelijke onderzoeken doen. Het is voor mij heel belangrijk om de doelgroep zelf de ruimte te geven om over het onderzoeksonderwerp te praten. Bovendien probeer ik dit onderzoek te linken aan andere onderzoeken van IDEM, zoals dat over antisemitisme. De mechanismen die achter de discriminatie of uitsluiting schuilen, zijn namelijk dezelfde. Op welke manier worden deze doelgroepen gediscrimineerd? Wat kunnen we aanpakken? Daarvoor ga ik niet alleen in gesprek met degene die gediscrimineerd worden, maar ook met degene die discrimineert. Op die manier kunnen we overlap tussen de groepen zien, maar ook belangrijke verschillen.

Waarom ben je bij IDEM Rotterdam komen werken?

Het sprak mij heel erg aan dat IDEM een project is van antidiscriminatiebureau RADAR en Art. 1, het kenniscentrum discriminatie Nederland. Op die manier zit ik voor mijn gevoel dichter op het vuur en hoop ik sneller iets in de praktijk te kunnen bijdragen.

Daarnaast vind ik de Rotterdamse context heel erg interessant. Hier wonen zoveel mensen met verschillende achtergronden, gender- en seksuele identiteiten. Bovendien kom ik zelf uit deze omgeving en ben ik er gedeeltelijk opgegroeid. Ik ben een echt stadsmens. De stad boeit me het meest, daar bruist het en daar zit de schuring en de spanning.

Als er geen grenzen waren wat betreft opdrachtgevers of budget, wat zou je willen onderzoeken?

Het zou sowieso een intersectioneel onderzoek worden. Voor een intersectionele aanpak zorg ik nu al. Maar als alles zou kunnen, denk ik op dit moment aan sekswerkers, omdat dat een hele interessante beroepsgroep is, waarvan we weten dat daarin vaak ook veel transgender personen werkzaam zijn. Ook zou ik het interessant vinden om specifiek onderzoek te doen naar transgender jongeren. Ik heb het idee dat trans identiteiten voor de generaties onder mij minder een issue is dan voor oudere generaties.

Heb je een tip voor de Rotterdamse professionals, op basis van je werk en ervaring tot nu toe met betrekking tot de IDEM-thema’s?

Wees je bewust van je eigen positie. Wees je bewust van welke privileges je wel en niet hebt, en hoe dat zich verhoudt tot andere groepen. Probeer de belevingswereld van de ander echt te kennen, door je erin onder te dompelen. Anders wordt het moeilijk om een ander optimaal te begrijpen en te helpen.

Hoe zou je dat volgens jou het beste kunnen doen?

Ga in gesprek met degenen om wie het gaat. Je kan veel leren uit boeken, maar vergeet niet de ander te vragen wat diegene nodig heeft. Laat daarbij je eigen kwetsbaarheid zien en vraag hoe je het zelf beter kan doen.