Discriminatie van moslims in Rotterdam-Rijnmond komt veel vaker voor dan tot nu toe blijkt uit officiële meldcijfers. Dit komt naar voren in een gericht onderzoek naar islamofobie binnen de regio. Veel moslims krijgen regelmatig te maken met vijandige bejegening, ongelijke behandeling, bedreiging of zelfs geweld vanwege hun religieuze identiteit. Toch melden ze dit zelden, vaak vanwege een gebrek aan vertrouwen in instanties.

Het onderzoeksrapport ‘Islamofobie in zicht’, is op woensdag 25 mei in ontvangst genomen door burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. Het onderzoek is verricht door de regionale islamitische koepelorganisatie SPIOR. Om discriminatie op grond van islamofobie beter in kaart te brengen, konden personen direct melding maken bij SPIOR, werd online en offline campagne gevoerd om het belang van melden te onderstrepen en werd een survey gehouden onder moskeeën, islamitische scholen en andere islamitische organisaties. De bevindingen sluiten aan bij het onlangs verschenen Jaarrapport Discriminatie 2015 van antidiscriminatiebureau RADAR.

Cyriel Triesscheijn, directeur van RADAR, noemt het markant dat discriminatiecijfers in het algemeen een kwart zijn gedaald ten opzichte van 2014, terwijl cijfers van discriminatie van moslims juist zijn verdubbeld. Triesscheijn: ‘Daar kun je je ogen niet voor sluiten en dit vraagt om een gerichte aanpak.’